Gebruik stamhout uit Herontwikkeling het Oude Hof

Wij hebben ingestemd met het hergebruik van het bij het herstel van de oude laanstructuur langs de vijvers uit het Oude Hof vrijkomend stamhout. Kunstenaars en belangstellenden die geïnteresseerd zijn in het vrijgekomen stamhout hebben inmiddels een verzoek kunnen doen voor deze boomstammen. Toekenning hiervan geschiedt op basis van de voorwaarden zoals deze in motie van 11 november 2021 zijn opgenomen. De toetsing ten behoeve van toekenning is afgerond.

Wij hebben ingestemd met het herstel van de oeverbelijning langs de vijvers in het Oude Hof en een gedeeltelijk herstel van de historische laanstructuur door middel van het kappen en herplanten van bomen. Deze werkzaamheden zijn intussen afgerond.

De bij deze werkzaamheden gekapte bomen vervallen volgens het bestek aan de aannemer. Een aantal kunstenaars en belangstellenden uit de gemeente Bergen is van mening dat de gekapte bomen een cultuurhistorische waarde hebben en dat deze niet in de bio centrale horen te eindigen. Met de motie van 11 november heeft uw raad ons college verzocht om het hout ter beschikking te stellen om er kunstobjecten van te maken en/of anderszins objecten die de maatschappij tot nut kunnen dienen. Er is contact gezocht met de verschillende partijen die in het voortraject interesse hebben getoond en leerbedrijven. Hierbij is gesteld dat de partijen kosteloos aan het project dienen mee te werken en dat het kunstwerk of werkstuk aan de gemeente overgedragen wordt om in de openbare ruimte te kunnen plaatsen. Veel partijen hebben aangegeven geen interesse (meer) te hebben. De hoeveelheid stamhout die uiteindelijke toegewezen wordt, is beperkt. Het resterend stamhout wordt vervolgens in het bos van het Oude Hof teruggeplaatst, lees; teruggegeven aan de natuur.

Van de in het kaphout geïnteresseerden, wordt stamhout toegewezen aan die partijen die aangegeven hebben geen kosten in rekening te brengen of anderszins vergoeding willen zien voor hun inzet.

Uitkomsten onderzoek “De casus door de keten”

Uitkomsten onderzoek “De casus door de keten” vanuit het nationale meerjarenprogramma Geweld hoort nergens thuis en invulling aan de aanbevelingen.

Aanleiding en doel van het onderzoek

Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid om de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling te organiseren. In 2020 stelden alle gemeenteraden in Noord-Holland Noord de visie Samen werken aan veiligheid, aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling vast. Hierin is de koers van de komende jaren voor de versterking van de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling bepaald. De vertaling van deze visie naar concrete acties werd gemaakt in het uitvoeringsprogramma 2021-2023 behorend bij deze visie. Op dit moment wordt hier uitvoering aan gegeven. Onderdeel van het uitvoeringsprogramma is het doen van onderzoek om meer zicht te krijgen op de effectiviteit van de ketenaanpak.

Naar aanleiding van landelijke en regionale onderzoeken waren er in 2019 zorgen over de effectiviteit van de ketenaanpak huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Er was behoefte aan specifieke informatie over waar de keten in Noord-Holland Noord versterkt kan worden. Naar aanleiding hiervan hebben de gemeenten vanuit van het programma Geweld hoort nergens thuis subsidie aangevraagd voor onderzoek. Dit onderzoek genaamd “De casus door de keten” is uitgevoerd door onderzoeksbureau Regioplan.

Het hoofddoel van het onderzoek was het in kaart brengen van de effectiviteit van de keten huiselijk geweld en kindermishandeling in Noord-Holland Noord. Het onderzoek is afgerond in november 2021. Naar aanleiding van het onderzoek zijn concrete aanbevelingen geformuleerd gericht op het versterken van de lokale en regionale aanpak.

In deze nieuwsbrief wordt aangeven hoe de aanbevelingen vanuit het onderzoek de komende periode zullen worden opgepakt en welke acties die aansluiten bij de aanbevelingen van het onderzoek er de afgelopen jaren zijn ingezet.

Resultaten

Kenmerken van de onderzochte casussen
• In 90% van de casussen zijn minderjarige kinderen betrokken
• Meest voorkomende richting van geweld: tegen kinderen (51%), tegen (ex-) partner (48%)
• Aard geweld: psychisch (60%), fysiek (40%)
• Veilig Thuis is al eerder betrokken in 54% van de casussen
• Bij 59% van de casussen is er een geweldsgeschiedenis van gemiddeld vijf jaar

Recidive tot ± 2 jaar na melding
• Er is nieuw geweld bekend in 21% van alle casussen
• Er zijn nieuwe zorgen omtrent/vermoedens van huiselijk geweld/kindermishandeling in 28% van alle casussen
• Nieuw geweld/nieuwe zorgen of vermoedens zijn vaak niet bekend bij zowel Veilig Thuis als de hulpverlening, maar slechts bij 1 van deze partijen

Verloop van de hulpverlening: snelheid

Aard van de geboden hulpverlening

  • De hulp is met name ingezet op risicofactoren rondom opvoeden/opgroeien, relatie/echtscheiding en psychische problematiek van kinderen.
  • De hulp is veel minder gericht op geweldsgeschiedenis, psychische/verslavingsproblematiek en financiële problemen/werkloosheid van volwassenen.
Verloop van de hulpverlening: uitval

Aspecten van systeem gericht werken

  • Indien er meerdere hulpverleningstrajecten binnen een huishouden zijn, is er afstemming in 34% van de casussen.
  • In 49% van de casussen is sprake van casusregie.
  • In 29% van de casussen zijn alle partijen op de hoogte van het veiligheidsplan.
  • In 31% van de casussen zijn alle partijen op de hoogte van het hulpverleningsplan.
  • In 11% van de casussen zijn alle partijen op de hoogte van het herstelplan.

Aanbevelingen en vervolg

Aanbeveling 1: zorg voor een goede en eenduidige invulling van regie
Op dit moment is de invulling van regie in de regio gefragmenteerd. Dat belemmerend de ketensamenwerking en daarmee uiteindelijk ook op de effectiviteit van de aanpak.

Aanbeveling 2: stel werken aan veiligheid centraal in de aanpak van huiselijk geweld en/of kindermishandeling
Het onderzoek laat zien dat geweld en onveiligheid lang niet altijd geadresseerd worden in de hulpverlening. Werken volgens de visie gefaseerd samenwerken aan veiligheid betekent dat veiligheid centraal staat in de aanpak. Daarmee dus ook dat geweldsdynamiek en onveiligheid integraal onderdeel moeten zijn van de ingezette hulpverleningstrajecten.

Aanbeveling 3: overbrug de scheiding tussen hulp aan kinderen en hulp aan volwassenen
In de meeste casussen die gemeld worden bij Veilig Thuis zijn minderjarige kinderen betrokken. Echter hangt de problematiek van kinderen veelal samen met die van ouders en niet alle problematiek betreft gezinnen met minderjarige kinderen. De focus in de aanpak moet naar het hele systeem verschuiven en ook voor casussen zonder kinderen is passende hulp nodig. Dat betekent dat de scheidingen tussen de domeinen jeugd en volwassenen overbrugd moeten worden.

Aanbeveling 4: verbeter informatiedeling tussen samenwerkende partijen
Een effectieve aanpak van HGKM kan niet zonder een goede informatiedeling. Zonder informatiedeling zijn systeemgericht werken en het voeren van regie immers onmogelijk.

Aanbeveling 5: versterk het zicht op veiligheid
Een goede invulling van regie bevordert het zicht op veiligheid. De verantwoordelijkheid voor het zicht op veiligheid ligt niet alleen bij de regisseur en hulpverleners; de wetgever heeft die verantwoordelijkheid ook expliciet bij Veilig Thuis belegd middels de radarfunctie. Stel duidelijke afspraken op over wat Veilig Thuis en ketenpartners in dit kader op welk moment met elkaar delen.

Aanbeveling 6: monitor de aanpak
Bij het sturen op een effectieve aanpak hoort het hebben van zicht op de resultaten van de aanpak. Zet een monitor op die voortbouwt op de methodiek in dit onderzoek om het functioneren van de keten inzichtelijk te maken, koppel daaraan KPI’s en verbind dit aan contractmanagement.

Aanbeveling 7: vereenvoudig processen zodanig dat echte snelheid mogelijk wordt
Het proces dat een casus doorloopt is ingewikkeld georganiseerd. Dat belemmert de snelheid van handelen in casuïstiek waarin die snelheid er juist toe doet; vertragingen, herhaaldelijk moeten vertellen van het verhaal en wachtlijsten werken immers demotiverend. Veilig Thuis, lokale (wijk)teams en zorgaanbieders voeren ieder een stukje van het proces uit, waarbij de processen per gemeente sterk kunnen verschillen. Snelheid is gebaat bij versimpeling van het proces.

Aanbeveling 8: stem tussen gemeenten af over de opdracht aan regionale ketenpartners
De aanpak wordt belemmerd doordat gemeenten verschillende opdrachten aan regionale ketenpartners geven. Stem als gemeenten met elkaar af over wat van ketenpartners wordt verwacht en wat de verdeling van rollen en verantwoordelijkheden tussen gemeenten en ketenpartners is.

Aanbeveling 9: reflecteer op de inrichting van het lokaal veld
Hoe een lokaal team is ingericht doet ertoe. Gemeenten kunnen de effectiviteit van de aanpak van huiselijk geweld en/of kindermishandeling verhogen door binnen hun lokale teams de randvoorwaarden daarvoor te realiseren.
De aanbevelingen geven aan dat we op dit moment inzetten op de juiste elementen maar geven ook aan dat er aanvullende acties nodig zijn. Op regionaal niveau wordt binnen de bestaande overlegstructuren in samenwerking met ketenpartners gekeken hoe de acties het beste opgepakt kunnen worden. Door hierbij gebruik te maken van de bestaande overlegstructuren worden deze acties voor de lange termijn geborgd. Ook op lokaal niveau wordt nagegaan welke acties kunnen worden opgepakt in lijn met de aanbevelingen. Dit wordt gestuurd vanuit het programma Geweld hoort nergens thuis en in afstemming tussen de BUCH-gemeenten, Alkmaar en Dijkenwaard daar waar het de lokale en regionale aanpak ten goede komt.

Verder passen de aanbevelingen ook bij de ontwikkelingen rondom het toekomstscenario van de jeugdbeschermingsketen. Gemeenten onderschrijven de doelen en uitgangspunten van het toekomstscenario. De voorwaarden die hiervoor nodig zijn, sluiten aan bij de lijn die ingezet moet  worden voor de versterking van de aanpak bij huiselijk geweld en/of kindermishandeling. De komende tijd wordt daarom de verbinding gezocht met de ontwikkelingen rondom het toekomstscenario.

Ontwikkelingen sinds 2019 in lijn met de aanbevelingen

De data die verzameld is voor het onderzoek komt uit begin 2019, hierdoor was het mogelijk om naar recidive te kijken over een lange periode (namelijk vanaf begin 2019 tot juni 2021). Dit betekent dat de resultaten van de recente inzet niet zichtbaar zijn in dit onderzoek.
Sinds 2019 is er in de regio Noord-Holland Noord veel aandacht voor het versterken van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het programma Geweld hoort nergens thuis heeft hier actief aan bijgedragen. Dit onderzoek bevestigt dat de acties die zijn opgezet en worden opgezet gericht zijn op de juiste elementen van de aanpak van huiselijk geweld. Ook de grote beweging die ingezet wordt in de (jeugd)beschermingsketen als geheel sluit hierbij aan. Hieronder een kort overzicht van enkele van de ontwikkelingen sinds 2019:

  • Regiovisie aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling + bijbehorend uitvoeringprogramma. In 2020 hebben alle raden en colleges de regiovisie ‘Samen werken aan veiligheid’ vastgesteld. In de regiovisie en het bijbehorende uitvoeringsprogramma staat het werken aan veiligheid centraal. Veel van de uitgangspunten die in de visie staan beschreven sluiten aan bij de aanbevelingen uit het onderzoek. De acties uit het uitvoeringsprogramma worden regionaal opgepakt gedurende het jaar 2022 en 2023.
  • Kwaliteitskader werken aan veiligheid voor lokale teams met een actieplan. Het kwaliteitskader werken aan veiligheid voor lokale teams helpt gemeenten om te kijken op welke vlakken lokale teams nog verder versterkt kunnen worden, zodat zij nog beter kunnen werken aan veiligheid. In februari dit jaar hebben gesprekken plaatsgevonden om de zelfscan uit te voeren. De resultaten worden verwerkt in een lokaal actieplan gericht op het versterken van de lokale teams. Hierin worden ook de aanbevelingen uit dit onderzoek meegenomen.
  • Werken volgens de visie gefaseerde ketenzorg en de Top-3 methodiek. De afgelopen anderhalf jaar is er een grote investering gedaan in het trainen van professionals om te werken volgens de visie Gefaseerd samenwerken aan veiligheid. In deze visie staat het werken aan veiligheid voorop, de methode die hiervoor wordt gebruikt is de TOP-3 methodiek.
  • Afspraken over datadeling in Noord-Holland Noord bij huiselijk geweld en kindermishandeling. Er wordt op dit moment gewerkt aan het opstellen van een Data Protection Impact Assessment die juridische helderheid geeft over het delen van informatie bij casussen van huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Hierbij wordt de regio Noord-Holland Noord ondersteund door het landelijk programma team van Geweld hoort nergens thuis.
  • MDA++. Een multidisciplinaire aanpak (MDA) voor gezinnen waarin langdurig sprake is van structurele onveiligheid is opgezet in de regio’s Kop van Noord-Holland en West-Friesland en wordt doorontwikkeld in de regio Alkmaar. In MDA++ wordt met experts op het gebied van huiselijk geweld samen met het gezin gewerkt aan veiligheid.
  • Ervaringsdeskundigen op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Sinds 2021 wordt er actief samengewerkt met ervaringsdeskundigen op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling bij voorlichting en beleid, op deze wijze kan de hulpverlening nog beter aansluiten bij de daadwerkelijke leefwereld van cliënten.
  • Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De afgelopen 2 jaar zijn er met behulp van subsidies van het programma Geweld hoort nergens thuis meer dan 600 professionals getraind in het signaleren en handelen bij signalen van huiselijk geweld en/of kindermishandeling in Noord-Holland Noord. Ook zijn er bijna 80 aandachtsfunctionarissen opgeleid.
  • Blijf Veilig na opvang. Vrouwen die de opvang verlaten zijn kwetsbaar en er is vaak weinig zicht op hun veiligheid. Doormiddel van pilots wordt onderzocht hoe zij beter ondersteund kunnen worden.
  • Drakentemmers. Drakentemmers is een expertise platform voor trauma- en gehechtheidsbehandeling na huiselijk geweld. Met als doel om deze behandeling kwalitatief sterker en beter beschikbaar te maken. Traumascreening en –behandeling in een vroegtijdig stadium is essentieel om de spiraal van geweld en de intergenerationele overdracht te doorbreken.
  • Veilig Thuis in de gemeenschappelijke regeling van de GGD. Veilig Thuis is vanaf 2022 een gemeenschappelijke regeling van de GGD. Daarmee is de sturing op Veilig Thuis niet langer ondergebracht binnen het jeugddomein van gemeenten. Dit bekrachtigt de aansturing vanuit het 0-100 perspectief.
  • Commissie Zorg en Veiligheid Noord-Holland Noord. De Commissie Zorg en Veiligheid is in 2019 opgericht. De commissie vormt een bestuurlijk platform waar op regionaal niveau samengewerkt wordt op het gebied van zorg en veiligheid. In de commissie werken burgemeesters, wethouders en vertegenwoordigers van de politie, justitie en GGD aan lokale vraagstukken die regionale afstemming behoeven.

Jaarverslag klachten

Aanbieding jaarverslag klachten werkorganisatie-Buch 2021 & jaarverslag klachten gemeente Bergen.

Jaarverslag klachten van de werkorganisatie-Buch

Hierbij ontvangt u het jaarverslag klachten van de werkorganisatie-Buch over het jaar 2021.
Het jaarverslag van de werkorganisatie BUCH bevat klachten die in 2021 zijn afgehandeld.

Uit het jaarverslag blijkt dat we zowel positieve als negatieve ontwikkelingen hebben in het aantal klachten. Het totaal aantal aangemelde klachten in 2021 is gestegen ten opzichte van 2020. Het aantal gegronde klachten uitgedrukt in een percentage van het aantal gemelde klachten is in 2021 gedaald.

Per gemeente wordt inzicht gegeven in het aantal en soort klachten die per domein zijn afgehandeld. Hierbij wordt ook een apart overzicht gegeven van de klachten die zijn afgehandeld door de Nationale ombudsman.

Totalen

In 2021 zijn er 425 klachten behandeld. Daarvan waren er 224 gegrond. Ten opzichte van de vele klantencontacten is dit een relatief laag aantal. Het aantal klantcontacten via het KCC bedraagt in 2021: 83100. Via de balie zijn er 30952 geregistreerde klantcontacten en via Fixi zijn er 18207 meldingen. Het aantal gegronde klachten t.o.v. het aantal geregistreerde klantcontacten bedraagt 0,17 %.

Klachten bestemd voor andere organisaties

In 2021 zijn 154 klachten ingediend die bedoeld zijn voor andere organisaties zoals: HVC, Cocensus, politie, Connexxion, provincie, schuldhulpverlening, Hoogheemraadschap etc.
Deze klachten zijn doorverwezen en waar nodig heeft er bemiddeling plaatsgevonden door de klachtencoördinator van de BUCH.

Doorlooptijden klachten

Er zijn 3 klachten niet binnen de wettelijk gestelde termijn afgehandeld. Dit zijn er 9 minder dan vorig jaar.

Aantal gegronde klachten per gemeente
Gemeente Bergen: 58
Gemeente Uitgeest: 22
Gemeente Castricum: 97
Gemeente Heiloo: 47

Nationale ombudsman

Er zijn in totaal 52 klachten bij de N.O. aangemeld. Bij 1 van deze klachten heeft de N.O. een nader onderzoek verricht met de uitkomst ‘gegrond’. Dit heeft betrekking op een onderwerp Ruimtelijke Ordening vergunningverlening/handhaving.
Bij drie klachten heeft de klachtencoördinator bemiddeld en heeft het niet verder geleid tot nader onderzoek.
De overige klachten die bij de N.O. zijn aangemeld, zijn terugverwezen naar de klachtencoördinator voor verdere afhandeling of zijn verwezen naar een andere (overheid) instantie / bezwaar/beroepsmogelijkheid.

Klachtencommissie Jeugd

Formele klachten over jeugdzaken worden behandeld door een onafhankelijke klachtencommissie Jeugd volgens paragraaf 4.2.a van de Jeugdwet. In 2021 zijn er vijf zaken in behandeling genomen. Van deze klachten zijn er 3 informeel in een voortraject afgedaan. Eén klacht is niet doorgezet wegens het niet reageren op een verzoek om gegevens aan te vullen.
Er is één klacht formeel door de commissie afgedaan en gegrond verklaard.

Complimenten

Naast de mondelinge complimenten zijn er ook inwoners die de moeite nemen om digitale en schriftelijke complimenten te geven. In 2021 zijn er 40 complimenten aangemeld

Duiding gemeente Bergen

Er zijn minder klachten binnen gekomen over voorlichting en gevolgde procedures bij het domein Inwoners & Ondernemers. Deze positieve uitkomst is ontstaan door meer ervaring op de werkvloer en een stabielere bezetting t.o.v. 2020.

De stijging bij Beheer Openbare Ruimte is te herleiden naar de invoering van digitale parkeerkaarten.

De daling bij Ruimtelijke Ordening is te herleiden naar minder klachten in de categorie bejegening. De overgang naar een andere (parkeer) organisatie heeft hier positief aan bijgedragen.
Ook zijn er ten opzichte van 2020 minder overschrijdingen van de reactietermijn geweest.

Bezwaar tegen instemmingsbesluit ministerie EZK

College heeft bezwaar ingesteld tegen het instemmingsbesluit van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, waarmee TAQA Onshore B.V. toestemming krijgt versneld gas te winnen.

Sinds 1972 wordt gas gewonnen uit ondergrondse van natuurlijke oorsprong ontstane opslagen (voorkomens). De oude winningsvergunning Bergen II, ook wel Bergen Concessie genoemd heeft betrekking op een gebied dat gelegen is in en rondom de plaatsen Bergen, Heiloo, Alkmaar, Groet en Schermer. Binnen onze gemeente betreft het putten gelegen in Bergen aan Zee.

TAQA heeft een winningsvergunning aangevraagd bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Dit betreft een actualisatie van de reeds bestaande vergunning. De staatssecretaris (Mijnbouw) van Economische Zaken en Klimaat heeft Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), TNO en Technische commissie bodembescherming (Tcbb) om advies gevraagd en deze ontvangen. Hierna heeft hij ook de decentrale overheden, waaronder de gemeente Bergen, om advies gevraagd. Advies vanuit Bergen is op 14 december 2021 gegeven.

Ons college is van mening dat de aanvraag onvoldoende is onderbouwd. Er is landelijk beleid om gaswinning uit kleine gasvelden versneld af te bouwen, dat heeft de minister ook aan alle gemeenten geschreven en gecommuniceerd naar de Tweede Kamer. Bovendien is rijksbeleid vastgesteld voor Energietransitie en duurzaamheid, waarbij vermindering van gasverbruik aan de orde is. Ten slotte kunnen bevingen met een hogere Magnitudes niet worden uitgesloten. Daarom gaat het college bij brief van d.d. 12 juli 2022 in bezwaar tegen het instemmingsbesluit om (versneld) meer gas te winnen.

Wet Open Overheid

Openbaarheid van informatie is een actueel onderwerp en het is van belang om als gemeente open en transparant te zijn. Open en transparant besturen draagt bij aan maatschappelijk draagvlak voor beleid, vertrouwen in de overheid en de goede werking van de lokale democratie. Door publiekelijk verantwoording af te leggen over besluiten en over de inzet van middelen, laat de gemeente zien dat ze inwoners serieus neemt.

De Wet open overheid (Woo) is bedoeld om overheidsinformatie beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed archiveerbaar te maken. De Woo is op 1 mei 2022 in werking getreden.

De implementatie van de Woo wordt gezien als een meerjarenplan wat zeker acht jaar in beslag zal nemen. Om die reden treedt de Woo ook gefaseerd in werking.

Met dit bericht wordt u geïnformeerd over de besluiten die wij hebben genomen naar aanleiding van de invoering van de wet open overheid.

Besluiten

Op 12 juli 2022 hebben wij besloten:

  1. de GR Werkorganisatie BUCH opdracht te geven tot het implementeren en uitvoeren van de Wet open overheid binnen de hiervoor ter beschikking gestelde middelen en daarbij in de eerste twee jaren van de uitvoering alleen in te zetten op het voldoen aan de wettelijke verplichtingen;
  2. een begrotingswijziging vast te stellen waardoor de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor implementatie en uitvoering van de Wet open overheid volledig en meerjarig worden overgeheveld naar de GR werkorganisatie BUCH;
  3. de GR werkorganisatie BUCH opdracht te geven een procedure voorstel op te stellen waarin colleges en raden van de BUCH gemeenten, in samenspraak met de werkorganisatie in 2024 komen tot een gelijkluidend ambitieniveau in de Wet open overheid.

Overwegingen

De Wet open overheid is deels een nieuwe wettelijke taak en deels een wijziging van een bestaande wettelijke taak voor overheidsorganisaties. Belangrijkste wijziging per 1 mei 2022 is dat de Woo de Wet openbaarheid van Bestuur vervangt.

Het rijk stelt middelen beschikbaar voor implementatie en uitvoering van deze wettelijke taak.

In de dienstverleningsovereenkomst met de GR Werkorganisatie BUCH is opgenomen dat er in deze gevallen sprake is van een uitbreiding van de basisdienstverlening en dat door de gemeenten en de GR BUCH gezamenlijk het volledige uitvoerings- en implementatiebudget word vastgesteld en overgedragen aan de BUCH werkorganisatie.

De Woo bevat ook een inspanningsverplichting. De ambitie daarvan moeten overheidsorganisaties zelf bepalen. De GR BUCH geeft aan gelet op de omvang van grote veranderopgave en de druk op de GR BUCH (onder andere door de Oekraïne crisis en de na effecten van de Corona crisis) in de eerste twee jaren van de uitvoering te willen in te zetten op het voldoen aan de wettelijke verplichtingen.

De gefaseerde inwerkingtreding van de verplichte categorieën biedt de gemeenten ook tijd en ruimte om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen en door te groeien naar hogere ambitieniveaus. Zo is het platform waarop gemeenten hun documenten moeten publiceren naar verwachting begin volgend jaar gereed. 

Hoewel er tijd en ruimte is hebben wij besloten het bestuur opdracht te geven om al wel een procedure voorstel te maken waarin colleges en raden van de BUCH gemeenten, in samenspraak met de werkorganisatie het ambitieniveau in de Wet open overheid vaststellen na de eerste twee jaar van inwerkingtreding van de Woo.

De werkorganisatie heeft, vooruitlopend op de opdracht en toekenning van de middelen, acties ondernomen waardoor de gemeenten in ieder geval voldoen aan de wettelijke verplichtingen die zijn ingegaan op 1 mei 2022.

Financiën

Het Rijk stelt voor de uitvoering van de Woo middelen beschikbaar. In de meicirculaire 2021 zijn gemeenten geïnformeerd over de compensatie van de meerkosten die zij maken in verband met de uitvoering van de Wet open overheid (Woo). De hoogte van de meerkosten zijn het resultaat van het overleg van BZK met VNG naar aanleiding van de uitvoeringstoets van VNG Realisatie.

Gemeenschappelijke regelingen ontvangen geen bijdrage van het Rijk. De compensatie is aan de gemeenten toegekend en naar rato verdeeld.

Bergen ontvangt de volgende bedragen:


Deze middelen zijn in de gemeentebegroting meerjarig voor de Woo gereserveerd.

De middelen worden door de werkorganisatie onder andere ingezet voor:

• Uitbreiding formatie zoals de verplichte Woo contactpersoon en een programmamanager;
• Een programmateam;
• Aanpassingen in beleid- en werkprocessen;
• Aanpassingen in de archivering;
• Nieuwe en aanpassingen in bestaande software, hardware, website e.d.;
• Scholing van personeel;
• Informatie/communicatietraject intern en extern.

Voor de verantwoording worden deze middelen behandeld als een plustaak. Dat betekent dat verantwoording van besteding het eerste jaar in de P&C documenten afzonderlijk is te zien, daarna maken zij onderdeel uit van het reguliere P&C proces.



 

Bestuursopdracht Oekraïne

Door de oorlog in Oekraïne zijn enorme vluchtelingenstromen op gang gekomen, ook naar Nederland. Bergen heeft net als de andere drie BUCH-gemeenten een verantwoordelijkheid om vluchtelingen op te vangen. Op dit moment worden 273 Oekraïners verspreid door de gemeente opgevangen. Dit is georganiseerd vanuit de gemeente of vindt plaats bij particulieren. Wij zijn onze inwoners zeer erkentelijk voor hun hulp en ondersteuning die zij bieden aan Oekraïense vluchtelingen.

Per 1 april 2022 hebben de burgemeesters de wettelijke taak en bevoegdheid gekregen om te voorzien in de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne.

Inmiddels is duidelijk dat de oorlog in Oekraïne voorlopig niet voorbij is. De opvang van vluchtelingen is  langduriger dan aanvankelijk werd gedacht. Met het voortduren van het Russische offensief neemt de omvang van de opgave naar verwachting de komende tijd nog verder toe. Dat betekent dat naast eerste crisisopvang naar meer duurzame oplossingen moet worden gezocht. Een logisch gevolg hiervan is dat de crisisorganisatie van de werkorganisatie BUCH, die de afgelopen maanden de opvang heeft geregeld, moet worden omgezet naar een reguliere projectorganisatie. Daarmee kan de opgave voor de BUCH-gemeenten op een goede manier worden gerealiseerd.

Ons college heeft op 5 juli ingestemd met de Bestuursopdracht Oekraïne. Met deze bestuursopdracht wordt uitvoering gegeven aan de gezamenlijke wettelijke taak van de burgemeesters om te voorzien in de opvang van Oekraïense vluchtelingen. U treft de Bestuursopdracht aan in de bijlage.

Wij benadrukken dat wij ons nadrukkelijk distantiëren van het addendum dat is toegevoegd op verzoek van het college van Castricum. Daarin staat dat alleen vluchtelingen met een Oekraïens paspoort toegang hebben tot de meer permanente opvanglocaties. Dit impliceert dat mensen die op de vlucht zijn voor het oorlogsgeweld, en niet over een Oekraïens paspoort beschikken, in Castricum geen toegang tot de meer permanente opvang hebben. Wij delen het standpunt van het college van Castricum niet en distantiëren ons nadrukkelijk van elke vorm van ‘selectie aan de poort’. De vluchtelingen die getroffen zijn door de oorlog in Oekraïne, willen wij in Bergen op de eerste plaats een warm welkom en een veilige omgeving bieden, ook als zij niet over een Oekraïens paspoort beschikken.

Wij zijn als college van mening dat de opvang van Oekraïense vluchtelingen geen onderwerp is waarop politiek zou moeten worden bedreven.

Bijlage:

Voortgang knip Molenweidtje

Op 1 september 2022 wordt De Beeck geopend voor het publiek. Dit heeft tot gevolg dat er weer verkeer van bezoekers van het zwembad, de sporthal en andere voorzieningen naar de Beeck zullen gaan. Voor wat betreft het autoverkeer is hierover afgesproken dat dit verkeer via de Churchilllaan wordt ontsloten. De concrete plannen hiervoor zijn zo goed als afgerond, waarbij er sprake is van een tijdelijke situatie. Zolang de milieustraat nog op de locatie aan het Molenweidtje aanwezig is, zal het autoverkeer naar deze bestemming via de Kerkedijk moeten gaan. Zodra de milieustraat wordt verplaatst kan worden overgegaan tot de eindsituatie.

De raad heeft in haar vergadering van 22 oktober 2020 besloten dat er bij de planvorming voor het project Bergen-Oost (thans ‘Oudburgerpolder’) rekening moet worden gehouden met een knip op het Molenweidtje, dusdanig dat de Churchilllaan fungeert als aan- en afvoerroute voor het autoverkeer richting de diverse bestemmingen, waaronder De Beeck. Voor de eindsituatie wordt dit dan ook aangehouden.

Bij de verdere uitwerking blijkt dat de voorgestane ontsluiting voor het autoverkeer nog niet helemaal mogelijk is, zolang de beoogde verplaatsing van de milieustraat aan het Molenweidtje nog niet heeft plaatsgevonden. Deze milieustraat moet voor autoverkeer vanaf de Kerkedijk bereikbaar blijven vanwege de opstelruimte die nodig is voor het breng- en haalverkeer. Vooral op de vrijdagmiddag en de zaterdag staan er lange rijen op de het Molenweidtje.

Dat laatste maakt het noodzakelijk om een tijdelijke situatie te creëren waarbij auto’s naar de milieustraat, via de Kerkedijk naar het Molenweidtje kan rijden. Het overige autoverkeer met een bestemming aan het Molenweidtje wordt via de Churchilllaan ontsloten. Daarvoor wordt een knip aangebracht die tussen de ingang en de uitgang van de milieustraat komt te liggen.

Bij deze uitwerking lopen wij tegen een aantal praktische zaken op dat een pragmatische oplossing noodzakelijk maakt. Zo is er geen veilige keerpunt te vinden voor de scholieren bus en de zogenaamde zoutwagen naar de Beeck. Deze zoutwagen is een kleine vrachtwagen dat zich aan de zuidzijde van de Beeck, dus tussen de knip en de Kerkedijk, moet opstellen. In beide gevallen gaat het over een beperkt aantal bewegingen. Er is daarom voor gekozen dat deze voertuigen ook via de Kerkedijk naar het Molenweidtje mogen rijden, waarna ze via de Churchilllaan verder moeten. Verder is er nog autoverkeer dat naar de gemeentewerf moet, dus tussen de knip en de Kerkedijk. Op dit moment wordt nog bestudeert hoe dit verkeer kan worden afgewikkeld.

Het streven is om de knip te hebben gerealiseerd op het moment dat De Beeck voor het publiek weer toegankelijk is, dus per 1 september a.s. Een en ander is onder andere nog afhankelijk van levertijden van materialen.

Jaarverslag 2021 commissie bezwaarschriften Bergen

De vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften (hierna: commissie bezwaarschriften) heeft een jaarverslag over 2021 opgesteld en aangeboden aan ons college. Wij hebben kennis genomen van het jaarverslag 2021 en brengen het hierbij onder de aandacht van uw raad.

In het jaarverslag 2021 geeft de commissie bezwaarschriften in diverse tabellen inzicht in aantallen ontvangen bezwaarschriften en de resultaten van de behandeling daarvan. Daarnaast is een overzicht opgenomen van het aantal ontvangen bezwaarschriften per onderwerp in de afgelopen jaren. Tot slot doet de commissie enkele aanbevelingen naar aanleiding van de behandeling van de bezwaarschriften in 2021.

Wij hebben kennis genomen van de aantallen bezwaarschriften die in 2021 zijn ingediend en van de uitkomsten van de adviezen die de commissie heeft uitgebracht.

Wij hebben eveneens kennis genomen van de aanbevelingen die de commissie bezwaarschriften doet in het jaarverslag 2021. De commissie bezwaarschriften beveelt aan om zowel in het ruimtelijk domein als in het sociaal domein in de besluitvorming aandacht te blijven besteden aan deugdelijk onderzoek en deugdelijke motivering. De commissie bezwaarschriften heeft geconstateerd dat ons college de informele aanpak van behandeling van bezwaarschriften in 2021 heeft voortgezet.

De burgemeester heeft een kennismakingsgesprek met beide voorzitters van de commissie gevoerd waarbij onder meer ook het jaarverslag aan de orde is geweest. De burgemeester heeft dit gesprek teruggekoppeld in ons college. Hierbij is het misverstand uit de wereld geholpen dat het college in veel zaken contrair gaat aan het advies van de commissie. De commissie adviseert het college in veel gevallen om de motivering aan te vullen c.q. te verbeteren. Dit betekent echter niet dat het bestreden besluit dan in alle gevallen herroepen dient te worden (en dat het bezwaar dan ‘gegrond’ zou zijn). Het college kan in de beslissing op bezwaar de motivering immers aanvullen c.q. verbeteren, dit is zelfs een van de functies van de bezwaarprocedure, namelijk de verlengde besluitvorming die uiteindelijk tot betere besluiten leidt. Dat het college na het advies van de commissie bezwaarschriftencommissie dus tot een aanvulling op of verbetering van het besluit komt, is niet te beschouwen als het contrair gaan aan het advies van de commissie.

Ons college heeft de commissie bezwaarschriften op de hoogte gesteld van het feit dat uw raad een kennismakingsgesprek wens met de commissie bezwaarschriften.

Bijlage:

Versterken organiserend ondernemersvermogen

Door het veranderende consumentengedrag en ook door de gevolgen van Corona staan veel lokale ondernemers voor een grote uitdaging. De lokale ondernemer bevindt zich in een complexe situatie. Zo is er de opgelopen schade door Corona, maar ook is ons koopgedrag veranderd waardoor er minder mensen naar onze winkelstraten komen én er minder in fysieke winkels wordt gekocht. Het college wil samen met de provincie ondersteuning per kern leveren om de vitale economie aan te jagen en voor te bereiden op de toekomst. Het doel van dit voorstel is om maatwerk per kern te leveren en om bij te dragen aan een vitale lokale economie in de gemeente.

Belang bijdrage organiserend vermogen ondernemers


Gezamenlijk zorgen de ondersteunende investeringen voor een groter draagvlak voor samenwerking van ondernemers onderling en de gemeente. Dit draagt bij aan een beter overleg tussen de gemeente en de gezamenlijke ondernemers in de verschillende kernen. Als één van de belanghebbende partijen met een grote verantwoordelijkheid voor werkgelegenheid en de sociale en economische infrastructuur is een goed overleg met ondernemers-vertegenwoordigers die een breed draagvlak hebben bij hun achterban van belang. Per kern wordt er in gezamenlijkheid maatwerk geleverd om een nog sterker fundament te creëren voor een toekomstige vitale economie in de gemeente.

Kern Schoorl e.o.


In Schoorl, Groet, Hargen aan Zee en Camperduin (hierna te noemen Schoorl e.o.) is de relatie tussen de gemeente en ondernemers sinds de coronacrisis flink verbeterd. Tijdens de coronacrisis is samen met de ondernemers nagedacht over maatregelen die het economische klimaat kunnen versterken, waar dit door corona is aangetast. Tegelijkertijd is een traject met Stichting de Nieuwe Winkelstraat (SDNW) gestart. Samen met de ondernemers is hierin een plan gemaakt om de samenhang tussen de ondernemers en de vitaliteit van de ondernemingen in het dorp te versterken. Naar aanleiding van het traject met ondernemers en SDNW is in 2021 een nieuw bestuur van de ondernemersvereniging aan de slag gegaan samen met een tijdelijke inhuur door de gemeente van een ondernemersmanager om de samenwerking te verbeteren. Dit heeft een positief effect gehad op de samenwerking. Beide maken onderdeel uit van het plan van SDNW. Voor de ondernemers in Schoorl e.o. is het uiteindelijke doel dat er ook in Schoorl e.o. een goed functionerende ondernemersvereniging komt in de vorm van een Bedrijven Investeringszone (BIZ) per 1 januari 2023.

Kern Egmond

De kern Egmond heeft tijdens Corona eendrachtig samengewerkt en sedert 1 januari 2021 heeft deze geresulteerd in een Bedrijveninvesteringszone. De gemeente heeft daarbij ondersteuning geboden bij het juridische traject. In de BIZ werken ondernemers samen aan het verder jaarrond laten floreren van de lokale economie. Echter is de huidige organisatiekracht van de BIZ nog niet groot genoeg en blijft de betrokkenheid van de ondernemers bij collectieve activiteiten achter. De wens van het huidige bestuur is het aantrekken van een centrummanager. In afstemming met ondernemers en inwoners wordt er een activiteitenplan opgesteld en wordt dit voortvarend uitgevoerd. Hierbij valt te denken aan o.a. de invulling van de wintermaanden en het inzetten op kwaliteitstoerisme. Verder zal het BIZ-bestuur worden ondersteund bij verdere professionalisering.

Kern Bergen

Met de tijdelijke inzet van een kwartiermaker tot eind 2022 wordt beoogd om de onderlinge samenhang tussen de ondernemers in de kern Bergen te verbeteren. De kwartiermaker is verantwoordelijk voor het opzetten van een centrum brede ondernemerssamenwerking en het versterken van het organiserend vermogen van ondernemers in Bergen. Het uiteindelijke doel is om in 2023 een Bedrijven Investeringszone op te richten.