Maand: augustus 2022

Gebruik stamhout uit Herontwikkeling het Oude Hof

Wij hebben ingestemd met het hergebruik van het bij het herstel van de oude laanstructuur langs de vijvers uit het Oude Hof vrijkomend stamhout. Kunstenaars en belangstellenden die geïnteresseerd zijn in het vrijgekomen stamhout hebben inmiddels een verzoek kunnen doen voor deze boomstammen. Toekenning hiervan geschiedt op basis van de voorwaarden zoals deze in motie van 11 november 2021 zijn opgenomen. De toetsing ten behoeve van toekenning is afgerond.

Wij hebben ingestemd met het herstel van de oeverbelijning langs de vijvers in het Oude Hof en een gedeeltelijk herstel van de historische laanstructuur door middel van het kappen en herplanten van bomen. Deze werkzaamheden zijn intussen afgerond.

De bij deze werkzaamheden gekapte bomen vervallen volgens het bestek aan de aannemer. Een aantal kunstenaars en belangstellenden uit de gemeente Bergen is van mening dat de gekapte bomen een cultuurhistorische waarde hebben en dat deze niet in de bio centrale horen te eindigen. Met de motie van 11 november heeft uw raad ons college verzocht om het hout ter beschikking te stellen om er kunstobjecten van te maken en/of anderszins objecten die de maatschappij tot nut kunnen dienen. Er is contact gezocht met de verschillende partijen die in het voortraject interesse hebben getoond en leerbedrijven. Hierbij is gesteld dat de partijen kosteloos aan het project dienen mee te werken en dat het kunstwerk of werkstuk aan de gemeente overgedragen wordt om in de openbare ruimte te kunnen plaatsen. Veel partijen hebben aangegeven geen interesse (meer) te hebben. De hoeveelheid stamhout die uiteindelijke toegewezen wordt, is beperkt. Het resterend stamhout wordt vervolgens in het bos van het Oude Hof teruggeplaatst, lees; teruggegeven aan de natuur.

Van de in het kaphout geïnteresseerden, wordt stamhout toegewezen aan die partijen die aangegeven hebben geen kosten in rekening te brengen of anderszins vergoeding willen zien voor hun inzet.

Uitkomsten onderzoek “De casus door de keten”

Uitkomsten onderzoek “De casus door de keten” vanuit het nationale meerjarenprogramma Geweld hoort nergens thuis en invulling aan de aanbevelingen.

Aanleiding en doel van het onderzoek

Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid om de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling te organiseren. In 2020 stelden alle gemeenteraden in Noord-Holland Noord de visie Samen werken aan veiligheid, aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling vast. Hierin is de koers van de komende jaren voor de versterking van de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling bepaald. De vertaling van deze visie naar concrete acties werd gemaakt in het uitvoeringsprogramma 2021-2023 behorend bij deze visie. Op dit moment wordt hier uitvoering aan gegeven. Onderdeel van het uitvoeringsprogramma is het doen van onderzoek om meer zicht te krijgen op de effectiviteit van de ketenaanpak.

Naar aanleiding van landelijke en regionale onderzoeken waren er in 2019 zorgen over de effectiviteit van de ketenaanpak huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Er was behoefte aan specifieke informatie over waar de keten in Noord-Holland Noord versterkt kan worden. Naar aanleiding hiervan hebben de gemeenten vanuit van het programma Geweld hoort nergens thuis subsidie aangevraagd voor onderzoek. Dit onderzoek genaamd “De casus door de keten” is uitgevoerd door onderzoeksbureau Regioplan.

Het hoofddoel van het onderzoek was het in kaart brengen van de effectiviteit van de keten huiselijk geweld en kindermishandeling in Noord-Holland Noord. Het onderzoek is afgerond in november 2021. Naar aanleiding van het onderzoek zijn concrete aanbevelingen geformuleerd gericht op het versterken van de lokale en regionale aanpak.

In deze nieuwsbrief wordt aangeven hoe de aanbevelingen vanuit het onderzoek de komende periode zullen worden opgepakt en welke acties die aansluiten bij de aanbevelingen van het onderzoek er de afgelopen jaren zijn ingezet.

Resultaten

Kenmerken van de onderzochte casussen
• In 90% van de casussen zijn minderjarige kinderen betrokken
• Meest voorkomende richting van geweld: tegen kinderen (51%), tegen (ex-) partner (48%)
• Aard geweld: psychisch (60%), fysiek (40%)
• Veilig Thuis is al eerder betrokken in 54% van de casussen
• Bij 59% van de casussen is er een geweldsgeschiedenis van gemiddeld vijf jaar

Recidive tot ± 2 jaar na melding
• Er is nieuw geweld bekend in 21% van alle casussen
• Er zijn nieuwe zorgen omtrent/vermoedens van huiselijk geweld/kindermishandeling in 28% van alle casussen
• Nieuw geweld/nieuwe zorgen of vermoedens zijn vaak niet bekend bij zowel Veilig Thuis als de hulpverlening, maar slechts bij 1 van deze partijen

Verloop van de hulpverlening: snelheid

Aard van de geboden hulpverlening

  • De hulp is met name ingezet op risicofactoren rondom opvoeden/opgroeien, relatie/echtscheiding en psychische problematiek van kinderen.
  • De hulp is veel minder gericht op geweldsgeschiedenis, psychische/verslavingsproblematiek en financiële problemen/werkloosheid van volwassenen.
Verloop van de hulpverlening: uitval

Aspecten van systeem gericht werken

  • Indien er meerdere hulpverleningstrajecten binnen een huishouden zijn, is er afstemming in 34% van de casussen.
  • In 49% van de casussen is sprake van casusregie.
  • In 29% van de casussen zijn alle partijen op de hoogte van het veiligheidsplan.
  • In 31% van de casussen zijn alle partijen op de hoogte van het hulpverleningsplan.
  • In 11% van de casussen zijn alle partijen op de hoogte van het herstelplan.

Aanbevelingen en vervolg

Aanbeveling 1: zorg voor een goede en eenduidige invulling van regie
Op dit moment is de invulling van regie in de regio gefragmenteerd. Dat belemmerend de ketensamenwerking en daarmee uiteindelijk ook op de effectiviteit van de aanpak.

Aanbeveling 2: stel werken aan veiligheid centraal in de aanpak van huiselijk geweld en/of kindermishandeling
Het onderzoek laat zien dat geweld en onveiligheid lang niet altijd geadresseerd worden in de hulpverlening. Werken volgens de visie gefaseerd samenwerken aan veiligheid betekent dat veiligheid centraal staat in de aanpak. Daarmee dus ook dat geweldsdynamiek en onveiligheid integraal onderdeel moeten zijn van de ingezette hulpverleningstrajecten.

Aanbeveling 3: overbrug de scheiding tussen hulp aan kinderen en hulp aan volwassenen
In de meeste casussen die gemeld worden bij Veilig Thuis zijn minderjarige kinderen betrokken. Echter hangt de problematiek van kinderen veelal samen met die van ouders en niet alle problematiek betreft gezinnen met minderjarige kinderen. De focus in de aanpak moet naar het hele systeem verschuiven en ook voor casussen zonder kinderen is passende hulp nodig. Dat betekent dat de scheidingen tussen de domeinen jeugd en volwassenen overbrugd moeten worden.

Aanbeveling 4: verbeter informatiedeling tussen samenwerkende partijen
Een effectieve aanpak van HGKM kan niet zonder een goede informatiedeling. Zonder informatiedeling zijn systeemgericht werken en het voeren van regie immers onmogelijk.

Aanbeveling 5: versterk het zicht op veiligheid
Een goede invulling van regie bevordert het zicht op veiligheid. De verantwoordelijkheid voor het zicht op veiligheid ligt niet alleen bij de regisseur en hulpverleners; de wetgever heeft die verantwoordelijkheid ook expliciet bij Veilig Thuis belegd middels de radarfunctie. Stel duidelijke afspraken op over wat Veilig Thuis en ketenpartners in dit kader op welk moment met elkaar delen.

Aanbeveling 6: monitor de aanpak
Bij het sturen op een effectieve aanpak hoort het hebben van zicht op de resultaten van de aanpak. Zet een monitor op die voortbouwt op de methodiek in dit onderzoek om het functioneren van de keten inzichtelijk te maken, koppel daaraan KPI’s en verbind dit aan contractmanagement.

Aanbeveling 7: vereenvoudig processen zodanig dat echte snelheid mogelijk wordt
Het proces dat een casus doorloopt is ingewikkeld georganiseerd. Dat belemmert de snelheid van handelen in casuïstiek waarin die snelheid er juist toe doet; vertragingen, herhaaldelijk moeten vertellen van het verhaal en wachtlijsten werken immers demotiverend. Veilig Thuis, lokale (wijk)teams en zorgaanbieders voeren ieder een stukje van het proces uit, waarbij de processen per gemeente sterk kunnen verschillen. Snelheid is gebaat bij versimpeling van het proces.

Aanbeveling 8: stem tussen gemeenten af over de opdracht aan regionale ketenpartners
De aanpak wordt belemmerd doordat gemeenten verschillende opdrachten aan regionale ketenpartners geven. Stem als gemeenten met elkaar af over wat van ketenpartners wordt verwacht en wat de verdeling van rollen en verantwoordelijkheden tussen gemeenten en ketenpartners is.

Aanbeveling 9: reflecteer op de inrichting van het lokaal veld
Hoe een lokaal team is ingericht doet ertoe. Gemeenten kunnen de effectiviteit van de aanpak van huiselijk geweld en/of kindermishandeling verhogen door binnen hun lokale teams de randvoorwaarden daarvoor te realiseren.
De aanbevelingen geven aan dat we op dit moment inzetten op de juiste elementen maar geven ook aan dat er aanvullende acties nodig zijn. Op regionaal niveau wordt binnen de bestaande overlegstructuren in samenwerking met ketenpartners gekeken hoe de acties het beste opgepakt kunnen worden. Door hierbij gebruik te maken van de bestaande overlegstructuren worden deze acties voor de lange termijn geborgd. Ook op lokaal niveau wordt nagegaan welke acties kunnen worden opgepakt in lijn met de aanbevelingen. Dit wordt gestuurd vanuit het programma Geweld hoort nergens thuis en in afstemming tussen de BUCH-gemeenten, Alkmaar en Dijkenwaard daar waar het de lokale en regionale aanpak ten goede komt.

Verder passen de aanbevelingen ook bij de ontwikkelingen rondom het toekomstscenario van de jeugdbeschermingsketen. Gemeenten onderschrijven de doelen en uitgangspunten van het toekomstscenario. De voorwaarden die hiervoor nodig zijn, sluiten aan bij de lijn die ingezet moet  worden voor de versterking van de aanpak bij huiselijk geweld en/of kindermishandeling. De komende tijd wordt daarom de verbinding gezocht met de ontwikkelingen rondom het toekomstscenario.

Ontwikkelingen sinds 2019 in lijn met de aanbevelingen

De data die verzameld is voor het onderzoek komt uit begin 2019, hierdoor was het mogelijk om naar recidive te kijken over een lange periode (namelijk vanaf begin 2019 tot juni 2021). Dit betekent dat de resultaten van de recente inzet niet zichtbaar zijn in dit onderzoek.
Sinds 2019 is er in de regio Noord-Holland Noord veel aandacht voor het versterken van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het programma Geweld hoort nergens thuis heeft hier actief aan bijgedragen. Dit onderzoek bevestigt dat de acties die zijn opgezet en worden opgezet gericht zijn op de juiste elementen van de aanpak van huiselijk geweld. Ook de grote beweging die ingezet wordt in de (jeugd)beschermingsketen als geheel sluit hierbij aan. Hieronder een kort overzicht van enkele van de ontwikkelingen sinds 2019:

  • Regiovisie aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling + bijbehorend uitvoeringprogramma. In 2020 hebben alle raden en colleges de regiovisie ‘Samen werken aan veiligheid’ vastgesteld. In de regiovisie en het bijbehorende uitvoeringsprogramma staat het werken aan veiligheid centraal. Veel van de uitgangspunten die in de visie staan beschreven sluiten aan bij de aanbevelingen uit het onderzoek. De acties uit het uitvoeringsprogramma worden regionaal opgepakt gedurende het jaar 2022 en 2023.
  • Kwaliteitskader werken aan veiligheid voor lokale teams met een actieplan. Het kwaliteitskader werken aan veiligheid voor lokale teams helpt gemeenten om te kijken op welke vlakken lokale teams nog verder versterkt kunnen worden, zodat zij nog beter kunnen werken aan veiligheid. In februari dit jaar hebben gesprekken plaatsgevonden om de zelfscan uit te voeren. De resultaten worden verwerkt in een lokaal actieplan gericht op het versterken van de lokale teams. Hierin worden ook de aanbevelingen uit dit onderzoek meegenomen.
  • Werken volgens de visie gefaseerde ketenzorg en de Top-3 methodiek. De afgelopen anderhalf jaar is er een grote investering gedaan in het trainen van professionals om te werken volgens de visie Gefaseerd samenwerken aan veiligheid. In deze visie staat het werken aan veiligheid voorop, de methode die hiervoor wordt gebruikt is de TOP-3 methodiek.
  • Afspraken over datadeling in Noord-Holland Noord bij huiselijk geweld en kindermishandeling. Er wordt op dit moment gewerkt aan het opstellen van een Data Protection Impact Assessment die juridische helderheid geeft over het delen van informatie bij casussen van huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Hierbij wordt de regio Noord-Holland Noord ondersteund door het landelijk programma team van Geweld hoort nergens thuis.
  • MDA++. Een multidisciplinaire aanpak (MDA) voor gezinnen waarin langdurig sprake is van structurele onveiligheid is opgezet in de regio’s Kop van Noord-Holland en West-Friesland en wordt doorontwikkeld in de regio Alkmaar. In MDA++ wordt met experts op het gebied van huiselijk geweld samen met het gezin gewerkt aan veiligheid.
  • Ervaringsdeskundigen op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Sinds 2021 wordt er actief samengewerkt met ervaringsdeskundigen op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling bij voorlichting en beleid, op deze wijze kan de hulpverlening nog beter aansluiten bij de daadwerkelijke leefwereld van cliënten.
  • Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De afgelopen 2 jaar zijn er met behulp van subsidies van het programma Geweld hoort nergens thuis meer dan 600 professionals getraind in het signaleren en handelen bij signalen van huiselijk geweld en/of kindermishandeling in Noord-Holland Noord. Ook zijn er bijna 80 aandachtsfunctionarissen opgeleid.
  • Blijf Veilig na opvang. Vrouwen die de opvang verlaten zijn kwetsbaar en er is vaak weinig zicht op hun veiligheid. Doormiddel van pilots wordt onderzocht hoe zij beter ondersteund kunnen worden.
  • Drakentemmers. Drakentemmers is een expertise platform voor trauma- en gehechtheidsbehandeling na huiselijk geweld. Met als doel om deze behandeling kwalitatief sterker en beter beschikbaar te maken. Traumascreening en –behandeling in een vroegtijdig stadium is essentieel om de spiraal van geweld en de intergenerationele overdracht te doorbreken.
  • Veilig Thuis in de gemeenschappelijke regeling van de GGD. Veilig Thuis is vanaf 2022 een gemeenschappelijke regeling van de GGD. Daarmee is de sturing op Veilig Thuis niet langer ondergebracht binnen het jeugddomein van gemeenten. Dit bekrachtigt de aansturing vanuit het 0-100 perspectief.
  • Commissie Zorg en Veiligheid Noord-Holland Noord. De Commissie Zorg en Veiligheid is in 2019 opgericht. De commissie vormt een bestuurlijk platform waar op regionaal niveau samengewerkt wordt op het gebied van zorg en veiligheid. In de commissie werken burgemeesters, wethouders en vertegenwoordigers van de politie, justitie en GGD aan lokale vraagstukken die regionale afstemming behoeven.

Jaarverslag klachten

Aanbieding jaarverslag klachten werkorganisatie-Buch 2021 & jaarverslag klachten gemeente Bergen.

Jaarverslag klachten van de werkorganisatie-Buch

Hierbij ontvangt u het jaarverslag klachten van de werkorganisatie-Buch over het jaar 2021.
Het jaarverslag van de werkorganisatie BUCH bevat klachten die in 2021 zijn afgehandeld.

Uit het jaarverslag blijkt dat we zowel positieve als negatieve ontwikkelingen hebben in het aantal klachten. Het totaal aantal aangemelde klachten in 2021 is gestegen ten opzichte van 2020. Het aantal gegronde klachten uitgedrukt in een percentage van het aantal gemelde klachten is in 2021 gedaald.

Per gemeente wordt inzicht gegeven in het aantal en soort klachten die per domein zijn afgehandeld. Hierbij wordt ook een apart overzicht gegeven van de klachten die zijn afgehandeld door de Nationale ombudsman.

Totalen

In 2021 zijn er 425 klachten behandeld. Daarvan waren er 224 gegrond. Ten opzichte van de vele klantencontacten is dit een relatief laag aantal. Het aantal klantcontacten via het KCC bedraagt in 2021: 83100. Via de balie zijn er 30952 geregistreerde klantcontacten en via Fixi zijn er 18207 meldingen. Het aantal gegronde klachten t.o.v. het aantal geregistreerde klantcontacten bedraagt 0,17 %.

Klachten bestemd voor andere organisaties

In 2021 zijn 154 klachten ingediend die bedoeld zijn voor andere organisaties zoals: HVC, Cocensus, politie, Connexxion, provincie, schuldhulpverlening, Hoogheemraadschap etc.
Deze klachten zijn doorverwezen en waar nodig heeft er bemiddeling plaatsgevonden door de klachtencoördinator van de BUCH.

Doorlooptijden klachten

Er zijn 3 klachten niet binnen de wettelijk gestelde termijn afgehandeld. Dit zijn er 9 minder dan vorig jaar.

Aantal gegronde klachten per gemeente
Gemeente Bergen: 58
Gemeente Uitgeest: 22
Gemeente Castricum: 97
Gemeente Heiloo: 47

Nationale ombudsman

Er zijn in totaal 52 klachten bij de N.O. aangemeld. Bij 1 van deze klachten heeft de N.O. een nader onderzoek verricht met de uitkomst ‘gegrond’. Dit heeft betrekking op een onderwerp Ruimtelijke Ordening vergunningverlening/handhaving.
Bij drie klachten heeft de klachtencoördinator bemiddeld en heeft het niet verder geleid tot nader onderzoek.
De overige klachten die bij de N.O. zijn aangemeld, zijn terugverwezen naar de klachtencoördinator voor verdere afhandeling of zijn verwezen naar een andere (overheid) instantie / bezwaar/beroepsmogelijkheid.

Klachtencommissie Jeugd

Formele klachten over jeugdzaken worden behandeld door een onafhankelijke klachtencommissie Jeugd volgens paragraaf 4.2.a van de Jeugdwet. In 2021 zijn er vijf zaken in behandeling genomen. Van deze klachten zijn er 3 informeel in een voortraject afgedaan. Eén klacht is niet doorgezet wegens het niet reageren op een verzoek om gegevens aan te vullen.
Er is één klacht formeel door de commissie afgedaan en gegrond verklaard.

Complimenten

Naast de mondelinge complimenten zijn er ook inwoners die de moeite nemen om digitale en schriftelijke complimenten te geven. In 2021 zijn er 40 complimenten aangemeld

Duiding gemeente Bergen

Er zijn minder klachten binnen gekomen over voorlichting en gevolgde procedures bij het domein Inwoners & Ondernemers. Deze positieve uitkomst is ontstaan door meer ervaring op de werkvloer en een stabielere bezetting t.o.v. 2020.

De stijging bij Beheer Openbare Ruimte is te herleiden naar de invoering van digitale parkeerkaarten.

De daling bij Ruimtelijke Ordening is te herleiden naar minder klachten in de categorie bejegening. De overgang naar een andere (parkeer) organisatie heeft hier positief aan bijgedragen.
Ook zijn er ten opzichte van 2020 minder overschrijdingen van de reactietermijn geweest.