Maand: april 2019

Brandweerauto’s uitrusten met AED’s

In de gemeenten Alkmaar en Heerhugowaard gaan vanuit de gemeenteraden geluiden op om een voorstel in te dienen om alle brandweerauto’s in Noord-Holland Noord uit te rusten met AED’s. Dit komt voort uit de wens om zoveel mogelijk AED’s beschikbaar te hebben en de kans op een succesvolle reanimatie zo groot mogelijk te maken.

Op dit moment zijn ongeveer 40 van de 72 tankautospuiten in de regio Noord-Holland Noord uitgerust met een AED. Op termijn worden alle tankautospuiten voorzien van een AED. De Veiligheidsregio heeft geen aparte planning om dit versneld te realiseren, maar heeft besloten bij elke vervanging van een brandweerwagen een AED aan de standaardbepakking toe te voegen. In de looptijd van de huidige mantelovereenkomst (2016-2024) wordt meer dan de helft van alle tankautospuiten vervangen. Daarbij is ook een groot aantal auto’s dat nu nog geen AED heeft. Dat komt omdat de AED niet behoorde tot de standaardbepakking en niet alle gemeenten voor de regionalisering een AED voor hun brandweerauto’s hebben aangeschaft. Het besluit van de Veiligheidsregio om de bepakking uit te breiden komt uit het oogpunt van goed werkgeverschap, niet vanwege uitbreiding van taken. Primair is het voor het eigen personeel vanwege de risico’s. Uiteraard kan de brandweer dan ook optreden daar waar zij met een reanimatie te maken krijgt. Omdat de kosten niet begroot zijn is gekozen voor de weg van de geleidelijkheid.

Het uitrusten van brandweerauto’s met een AED betekent niet dat de brandweer de vervanging zal worden van het huidige burgerAED netwerk. Standaard wordt de brandweer niet meegealarmeerd voor een reanimatie. Een van de redenen is dat een tankautospuit in veel gevallen niet sneller zal zijn dan burgerhulpverleners of ambulance en/of politie. Immers, het opkomen van de vrijwilligers naar de kazerne kost tijd. De kracht van burgerAED blijft daarom voorop staan in deze. Er zijn gebieden in de regio waar het wel van belang is om te overwegen de brandweer mee te alarmeren bij een reanimatie. Dat zijn gebieden waar de aanrijtijden van de ambulance en politie lang(er) zijn of er sprake is van een gekazerneerde brandweer. In 2016 heeft de Veiligheidsregio dit onderzocht. Daaruit is de wens voortgekomen om in de Rijp een pilot te starten vanwege de lange aanrijtijden van ambulance en politie. Dat vergt een aanpassing in de Meldkamer. Daarom is besloten de pilot na de verhuizing van de Meldkamer naar Haarlem op te pakken. Overigens kunnen de brandweervrijwilligers die zich aangemeld hebben als burgerAED-er, de alarmering voor burgerAED inmiddels via hun pager ontvangen.

Om een mogelijk voorstel vanuit de gemeenten Alkmaar en Heerhugowaard voor het beschikbaar stellen van AED’s aan de brandweer en het uitrukken van de brandweer naar reanimaties in het juiste kader te kunnen plaatsen, wordt er vanuit de Veiligheidsregio momenteel aanvullend onderzoek gedaan. Dit is voornamelijk op het gebied van de beschikbaarheid van AED’s en burgerhulpverleners. Dit onderzoek wordt nog dit voorjaar afgerond.

Vermeende staatssteun

Op 18 februari 2019 ontving de gemeente Bergen een Engelstalige brief van de Europese Commissie inzake een klacht van de Stichting Mooier Bergen. De klacht heeft betrekking op vermeende staatssteun bij een grondtransactie tussen de gemeente Bergen en Schrama B.V. inzake de Harmonielocatie.

Op 20 februari 2019 is de gemeente gestart met de voorbereidingen van het opstellen van een reactie op deze klacht van vermeende staatssteun. Advocatenkantoor Houthoff ondersteunt de gemeente bij het opstellen van deze reactie.

Klachten over vermeende staatssteun kunnen worden ingediend bij de nationale rechter en/of bij de Commissie. Zodra een klacht is ingediend, beoordeelt de Europese Commissie deze en stuurt ze deze door naar de lidstaat. De lidstaat moet vervolgens informatie overleggen dan wel vragen van de Europese Commissie beantwoorden die de klacht kunnen weerleggen. Als de informatie voldoende is om de klacht te weerleggen dan wordt deze gesloten. Het is anderzijds ook mogelijk dat de Europese Commissie op grond van de antwoorden en aangeleverde informatie het vermoeden van onverenigbare steun heeft. In dat geval kan ze een formele procedure starten.

Het Coördinatiepunt Staatssteun Decentrale Overheden (CSDO) van het ministerie van Binnenlandse Zaken begeleidt de klachtenprocedures voor de decentrale overheden in Nederland. Het Coördinatiepunt is de schakel tussen de gemeente Bergen en de Europese Commissie (DG Mededinging). Dit houdt in dat het CSDO een adviserende rol heeft: de gemeente Bergen is zelf verantwoordelijk voor het naleven van de staatssteunregels en voor het zelfstandig opstellen van een antwoord aan de Commissie. Het Coördinatiepunt bekijkt dit antwoord vervolgens ‘door de bril van de Commissie’ en kan (eventueel) advies geven over de formulering, om uiteindelijk een zo goed mogelijk antwoord te kunnen geven.

De officiële deadline voor de reactie aan de Europese Commissie is 20 werkdagen na ontvangst van de Nederlandse versie van de brief. Echter ontving Houthoff op 3 april 2019 bericht van het Coördinatiepunt van BZK dat er kennelijk iets mis is gegaan met de bezorging van de Nederlandstalige brief van de Commissie inzake de vragen naar aanleiding van de ontvangen klacht van de Stichting Mooier Bergen. Kennelijk is deze brief al op 19 februari door de Commissie aan de permanente vertegenwoordiging van BZK in Brussel verzonden, maar heeft deze het Coördinatiepunt staatssteun bij BZK nooit bereikt. BZK zoekt nog uit wat er precies mis is gegaan. Intussen had de Commissie op 2 april een reminder verstuurd, omdat de termijn voor beantwoording van de brief van 19 februari jl. op 20 maart is verstreken.

Naar aanleiding van deze omissie, die buiten de verantwoordelijkheid van de gemeente Bergen ligt, heeft de Europese Commissie nu de deadline gesteld op 19 april 2019. Dit biedt de gemeente Bergen ruimschoots de mogelijkheid om een reactie aan te leveren binnen deze gestelde termijn.

Duurzaamheid

In de Algemene Raadscommissievergadering van 19 maart heeft de wethouder toegezegd dat het onderdeel duurzaamheid zal worden opgenomen in het beeldkwaliteitsplan voor de herbouw van de Beeck. Om geen nieuwe editie van het beeldkwaliteitsplan te hoeven maken wordt in het programma van eisen de volgende tekst opgenomen:

In het beeldkwaliteitsplan dient op blz.3 onder het hoofdstuk ‘Algemene ambities’ de toegevoegde tekst gelezen te worden:

Duurzaamheid

De duurzaamheid van de nieuwe accommodatie is geregeld middels uitgangspunten in het Programma van Eisen. Zo wordt een Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) van 0,0 vereist, waarmee het gebouw energieneutraal en gasloos zal worden. Naast energie worden eisen gesteld aan de thema’s milieu, gezondheid gebruikskwaliteit en toekomstwaarde middels de genormaliseerde Gemeentelijke Prestatie Richtlijn (GPR). Hierin is ook de circulariteit van bouwmaterialen opgenomen. Deze technische eisen zijn niet perse van invloed op het uiterlijk van het gebouw. Daarvoor wordt het volgende uitgangspunt meegegeven:

  • Het gebouwontwerp moet duurzaamheid uitstralen, bijvoorbeeld door zichtbare duurzaamheidsvoorzieningen en materiaalgebruik.