Maand: februari 2020

Actieplan Communicatie

Het college heeft op 25 februari 2020 ingestemd met het Actieplan voor communicatie in 2020. Hierin worden een aantal strategische keuzes gemaakt en de inzet van (extra) middelen toegelicht. Er wordt vooral ingezet op het aangaan van de dialoog in plaats van alleen informeren. Dat willen we bereiken door onder andere storytelling, door meer in beeld te communiceren en ambassadeurs aan het woord te laten.

Bijlage:

ARC 11 februari 2020

Hieronder de beantwoording van de vragen vanuit de commissie van 11 februari.

Vraag:

Is het wenselijk dat het secretariaat van de VVI gedaan wordt door het secretariaat van de HVC?

Antwoord: In 2018 heeft de raad van Bergen de herziene Gemeenschappelijke Regeling VVI vastgesteld. Inhoudelijk is deze regeling gelijk aan die van de overige gemeenten binnen de GR VVI. Hierin heeft de raad bepaald dat het algemeen bestuur de secretaris van het lichaam aanwijst. Deze secretaris heeft geen stemrecht en heeft enkel uitvoerende taken zoals bijvoorbeeld verslaglegging, agenda, etc.

Sinds het ontstaan van de VVI is dit altijd iemand geweest werkzaam bij de HVC. Overigens is de secretaris van de HVC niet dezelfde persoon als de secretaris van de VVI.

Tot op heden heeft deze situatie niet geleid tot het benoemen van een secretaris anders dan een medewerker van HVC.

Vraag:

Is in de nabije toekomst extra secretariële ondersteuning nodig?

Antwoord: Nee, in de nabije toekomst voorzien wij geen noodzaak tot inzet van extra secretariële ondersteuning.

Voortgang implementatie omgevingswet

In deze nieuwsbrief informeren wij u over de stand van zaken van de
Omgevingswet, zowel op landelijk als lokaal niveau.

Voortgang landelijk: inwerkingtreding per 01-01-2021

Dinsdag 11 februari heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Invoeringswet Omgevingswet. Ook zijn twee in het debat ingediende moties aangenomen. Met de eerste motie, van senator Nooren (PvdA), worden gemeenteraden verplicht om voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet participatiebeleid op te stellen. Participatie is een belangrijk thema in de
Omgevingswet, maar was volgens de Eerste Kamer onvoldoende vastgelegd in de Omgevingswet. Met de tweede motie, van senator Nicolaï (PvdD), wordt de regering verzocht te heroverwegen een conformiteitsverklaring op te nemen als na invoering van de wet uit de rechtspraak blijkt dat het aanvragen van een bouwvergunning niet leidt tot een voor beroep vatbare beschikking.

Tijdens het debat werden door de Eerste Kamerleden veel vragen gesteld en zorgen uitgesproken. Minister Van Veldhoven deed meerdere toezeggingen aan de Kamer, onder meer over het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Van Veldhoven zei: “Als we er halverwege het jaar erachter komen dat we er toch niet klaar voor zijn, dan zullen we
uitstellen. Alle gemeenten moeten er klaar voor zijn.” In de Invoeringswet is een extra tussenstap voor het bepalen van de ingangsdatum van de Omgevingswet opgenomen. In de Invoeringswet is vastgelegd dat de inwerkingtredingsdatum wordt vastgelegd in een Koninklijk Besluit (KB). Uiterlijk eind juni moet de Eerste Kamer met het KB besluiten of de
Omgevingswet inderdaad op 1 januari 2021 kan worden ingevoerd. Meer informatie hierover is te lezen in bijgaande Kamerbrief van 29 november 2019.

Voortgang lokaal
Begin 2019 heeft uw raad het Ambitiedocument Omgevingswet vastgesteld. Het ambitiedocument hebben we vertaald naar een programmaplan. Dit plan is gericht op de uitvoering van het programma binnen de kaders zoals door de raad is vastgesteld. Ook zijn de projecten binnen het programma voorbereid en gestart. Zo heeft uw raad eind 2019 het Plan van aanpak omgevingsvisie vastgesteld. Komend jaar, met de beoogde inwerkingtredingsdatum voor ogen, ligt de focus op de minimale acties. In de bijlage van de VNG staan de minimale acties beschreven. Ons programmaplan sluit hier goed op aan. We hebben vertrouwen dat we, mede door onze tijdige start met de voorbereidingen, de gefaseerde en gezamenlijke aanpak vanuit lokale kleur, tijdig kunnen voldoen aan deze
minimale eisen. Alleen maakt het opstellen van participatiebeleid (nog) geen onderdeel uit van het programmaplan, hetgeen na de recent aangenomen motie in de Eerste Kamer wel verplicht is. We gaan de impact van de motie nader beoordelen en bezien welke actie komend jaar nodig is om te kunnen voldoen aan deze plicht.

Tot slot informeren wij u over de voorbereidingen op de Jaarrekening BUCH 2019. Het budget was begin 2019 toegekend voor de periode tot en met 2024. We kunnen het programma nog altijd uitvoeren binnen dit financiële kader. Destijds zijn we tot een raming
van de invoeringskosten gekomen inclusief een aantal onzekerheden. Een van de aanname was de verdeling van de kosten over de jaren. In 2019 is gebleken dat hier inderdaad een verschil in zit. Waar het programma volgens planning werd uitgevoerd, bleven de bestedingen achter. Onder meer doordat het budget begin 2019 is toegekend en vervolgens
de projecten in voorbereidende fase kwamen. Hoe meer de projecten komende jaren een uitvoerend karakter krijgen hoe meer de uitgaven zullen toenemen. Daarnaast heeft de krappe arbeidsmarkt invloed gehad. Uit de voorbereidende fase is opnieuw gebleken dat, om te voldoen aan de minimale eisen van de Omgevingswet, we in 2020 nog veel werk moeten
verzetten. Om het programma volledig en volgens planning uit te kunnen voeren, blijft het totaal incidenteel budget nodig. Daarom wordt voorgesteld om het in 2019 niet uitgegeven budget opnieuw beschikbaar te stellen voor 2020.


NS-dienstregeling 2022

NS voert jaarlijks kleine wijzigingen uit in de dienstregeling. Het volgende moment voor een grotere optimalisatie van de dienstregeling is 2022. De voorbereidingen hiervoor zijn vorig jaar begonnen. In deze nieuwsbrief informeren wij u over de plannen van NS voor Noord-Holland boven het Noordzeekanaal en over onze inzet.

Proces

Bij voorgaande grote wijzigingen in de dienstregelingen konden gemeenten pas in een laat stadium in een formele inspraakprocedure op voorstellen reageren. De NS hebben er deze keer voor gekozen om gemeenten, regio en provincie vroegtijdig en vertrouwelijk ‘een kijkje in de keuken’ te geven om mee te kunnen denken over de dilemma’s bij het opstellen van een dienstregeling. De gemeente Bergen is via de BUCH en de regio Alkmaar ambtelijk aangehaakt bij de gesprekken met NS. Bestuurlijk is wethouder Bekkering in BUCH-verband vertegenwoordigd. Mede op basis van de input vanuit de BUCH heeft de Raad van Bestuur (RvB) van NS op 14 januari 2020 een besluit over een voorkeursvariant genomen.

Resultaat

Het eerste voorstel van de NS voor de dienstregeling 2022 week sterk af van de huidige dienstregeling en was per saldo nadelig voor onze hele regio en de rest van Noord-Holland Noord. Mede namens de gemeenten heeft de provincie een reactie gestuurd waarbij ze onder meer schreef: “Snelheid mag niet ten koste gaan van het bedieningsniveau van stations die worden overgeslagen.”

Bezwaar werd gemaakt tegen een verminderde bediening van o.a. Heerhugowaard, Castricum, Uitgeest, Krommenie-Assendelft en Zaandam.

Aan de hand van de reacties heeft NS een nieuwe opzet gemaakt, die op 14 januari 2020 is vastgesteld door de RvB van NS en deze komt in hoofdlijnen overeen met het huidige 2-treinensysteem. Daardoor gaat de bediening van de meeste stations in de regio niet achteruit. Onze regio heeft wel bezwaar tegen het verminderen van de spits-IC’s voorbij Alkmaar naar Schagen en Den Helder. Als regio gaan wij dit in onze reactie aan NS aangeven.

Meer informatie treft u aan in de bijlagen.

Veroordeling sportbedrijf i.v.m. instrooimateriaal buiten de velden

De rechtbank in Rotterdam heeft Sportaal, het sportbedrijf van de gemeente Enschede, op 19 december 2019 veroordeeld voor milieuvervuiling door instrooimateriaal. Volgens de rechter heeft Sportaal niet genoeg gedaan om de omgeving rondom de kunstgrasvelden vrij te houden van instrooimateriaal en is er sprake van opzettelijke vervuiling. Sportaal is veroordeeld voor een milieudelict. Justitie kondigde tijdens de zitting al aan dat de zaak tegen Sportaal moest worden beschouwd als een ‘startschot’ voor een reeks zittingen.

Om veroordeling in Bergen te voorkomen gaan wij de volgende acties ondernemen:

  1. Alle verenigingen ontvangen een brief waarin staat wat ze moeten doen om de omgeving van kunstgrasvelden vrij te houden van instrooimateriaal;
  2. Alle aannemers die werkzaamheden uitvoeren op de velden ontvangen ook een brief met deze strekking. Mogelijk zijn aan het op een andere wijze van het uitvoeren van het onderhoud extra kosten verbonden.
  3. We gaan éénmalig door een aannemer het instrooimateriaal dan nu al buiten de velden ligt laten verwijderen. Alleen door dit te laten verwijderen kunnen we nieuwe vervuiling signaleren en aannemer/vereniging hierop aanspreken. We gaan een inventarisatie uit (laten) voeren, wanneer de resultaten uit de inventarisatie bekend willen wij de financiële gevolgen in het eerstvolgende P&C-document aan u voorleggen.
  4. De sportveldenbeheerder gaat hierna regelmatig controleren of er geen instrooimateriaal buiten de velden ligt. Vereniging en/of aannemer wordt er direct op aangesproken wanneer instrooimaterieel buiten het veld ligt.