De oorlog in Oekraïne heeft er voor gezorgd dat er miljoenen Oekraïners op de vlucht zijn geslagen. Daarom heeft het kabinet de veiligheidsregio’s de opdracht gegeven om samen met de daarin liggende gemeenten, plannen te maken om minimaal 2000 Oekraïense vluchtelingen per veiligheidsregio op te vangen. Het gaat hierbij om het volledig realiseren van locaties, het inrichten van locaties en de daadwerkelijke zelfstandige exploitatie. De vraag naar en duur van de opvang zal nader moeten worden bezien en hangt af van de ontwikkelingen in Oekraïne. De gemeenten Bergen, Castricum en Heiloo vallen binnen de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord en de gemeente Uitgeest binnen de Veiligheidsregio Kennemerland. Dat betekent dat de BUCH-gemeenten afspraken over opvang hebben gemaakt in twee veiligheidsregio’s.
In deze memo wordt u geïnformeerd over de structuur, de processen en de actuele stand van de opvang.
Hulp Oekraïners Om de hulp binnen de BUCH te coördineren is er een BUCH-breed Kernteam Oekraïne opgericht. De werkgroep bestaat uit de burgemeester van Heiloo, een MT-lid, de gemeentesecretaris van Bergen en medewerkers vanuit de verschillende domeinen (Openbare Orde en Veiligheid, Communicatie, Samenleven en Regie en bedrijfsvoering). Daarnaast zijn er in alle vier de gemeenten lokale werkgroepen actief om lokaal contact te kunnen houden met het netwerk, de inwoners en de opvanglocaties in de vier gemeenten. Voor de uitvoering van de taken zijn BUCH brede werkgroepen ingesteld voor het realiseren van de opvanglocaties, de registratie van de vluchtelingen, het beantwoorden van de mails van de inwoners en de coördinatie van de vrijwilligers. Naast opvang is het ook van belang om onderwijs, sport en werk te organiseren voor deze mensen. Hierover worden zowel BUCH-breed als lokaal afspraken gemaakt. Het is nog een uitdaging om de lokale, BUCH brede en regionale overleggen en afspraken goed op elkaar aan te sluiten.
Opvanglocaties binnen de gemeenten
In onderstaand overzicht is het aantal te realiseren plekken per gemeente opgenomen, nu in totaal 2000 mensen moeten worden opgevangen per Veiligheidsregio. In kolom 2 het aantal bedden dat beschikbaar is voor opvang bij bedrijven en in kolom 3 het aantal bezette bedden. Dit is de stand van zaken op 24 maart 2022:
Particuliere opvang Daarnaast zijn er ook particulieren die opvang aan de vluchtelingen bieden. Deze opvang wordt gecoördineerd buiten de gemeenten om via takecarebnb.org of via inwoners die vrienden of familieleden direct opvangen. De gemeenten hebben nog geen zicht op hoeveel mensen er op deze wijze worden opgevangen. Door de registratie bij de gemeenten verwachten de gemeenten hier meer inzicht in te krijgen.
Registratie
Oekraïners kunnen zich vanaf deze week inschrijven bij de gemeenten en krijgen daarmee een BSN-nummer. De inschrijvingen vinden plaats in alle vier de gemeentes. Om het aantal inschrijvingen goed af te kunnen handelen zijn er extra inschrijvingsdagen in Uitgeest en Castricum.
Onderwijs, Sport & Cultuur
De Oekraïense overheid verzorgt online onderwijs op alle niveaus waardoor kinderen en studenten hun lessen ondanks een verblijf in het buitenland kunnen blijven volgen. Er zijn gesprekken met de schoolbesturen in onze regio over het opzetten van Schakelklassen en het opvangen van kinderen op school. Tot er structurele afspraken zijn gemaakt kunnen kinderen terecht op scholen in de buurt van de opvang, hierover zullen per kind en per school afspraken worden gemaakt.
In de gemeentes zien we een aanbod van sportactiviteiten voor de mensen uit Oekraïne ontstaan, via de verenigingen of via de buurtsportcoaches. Naar verwachting zal vanuit de culturele sector en de bibliotheken een soortgelijk aanbod ontstaan.
Mailadres
Er is een apart mailadres gecommuniceerd waar mensen terecht kunnen met vragen over de opvang van vluchtelingen in de BUCH gemeenten: opvangoekraine@debuch.nl.
Het college heeft op 22 maart 2022 besloten het bestuursconvenant regio Alkmaar vast te stellen en aan te gaan. Door de regio Alkmaar is een overdrachtsdocument opgesteld voor de colleges.
Focusagenda Regio Alkmaar
Vanuit de wens om de samenwerking strategisch te versterken hebben de gemeenten in de regio Alkmaar samen de Focusagenda Regio Alkmaar 2019-2022 opgesteld. Deze is in 2019 door alle gemeenteraden in de regio vastgesteld en in 2020 gestart. De agenda brengt focus aan en geeft richting aan de regionale samenwerking.
Bestuursconvenant
Onderdeel van de afspraken Focusagenda is het opstellen van een bestuursconvenant, waarin de governance wordt geregeld. Het concept-bestuursconvenant is in de tweede helft van 2021 voorgelegd aan alle gemeenteraden regio Alkmaar. Begin februari 2022 is de laatste zienswijze ontvangen.
Ons college heeft op 22 maart kennisgenomen van de zienswijzen en opvattingen van de regio Alkmaar raden over het concept bestuursconvenant en het advies van de stuurgroep. Wij hebben besloten het bestuursconvenant, waarin op basis van de raadsconsultatie enkele aanpassingen zijn gedaan, vast te stellen en aan te gaan. Ook hebben wij de stuurgroep als opdracht meegegeven om vanuit de regierol toe te zien op het borgen en verder brengen van de handreikingen als het gaat over de rol en betrokkenheid van de gemeenteraden als hoogste orgaan in de samenwerking.
Nieuwsbrief
Enkele keren per jaar ontvangt u een nieuwsbrief waarin u wordt geïnformeerd over de voortgang op de drie focuspunten: wonen, bereikbaarheid en energie-innovatie. Bijgaand ontvangt de editie van maart 2022.
Overdracht nieuwe colleges
De regio heeft een overdrachtsdocument voor de colleges opgesteld. Ons college heeft op 22 maart besloten het overdrachtsdocument vast te stellen voor wat betreft de terugblik en resultaten. Naast een terugblik bevat het overdrachtsdocument ook een aantal handreikingen voor de nieuwe bestuursperiode. De huidige colleges hebben hun reflecties gegeven op deze handreikingen en kennisgenomen van elkaars reflecties.
Hoe verder
Het overdrachtsdocument, inclusief de handreikingen en reflecties van de colleges daarop, wordt overgedragen aan het nieuwe college. De regionale raadswerkgroep stelt voor alle raden ook enkele handreikingen op vanuit het raadsperspectief.
Samen met het nieuwe college, de nieuwe raad, de ambtelijke organisatie en de regio bouwt uw portefeuillehouder graag door op de reeds behaalde resultaten en de handreikingen.
Regio Alkmaar wil een netwerk van doorfietsroutes in de regio realiseren om een goede concurrentiepositie te ontwikkelen ten opzichte van het gebruik van de auto. In het onderzoek ‘Uitwerking Doorfietsroutes regio Alkmaar’ is een nadere uitwerking gedaan van het regionale doorfietsroutenetwerk waarbij enerzijds is gevraagd om de prioritaire route die eerder bestuurlijk is vastgesteld verder uit te werken in een ontwerp en kostenraming en anderzijds een nadere verkenning uit te voeren naar het regionale doorfietsnetwerk om te komen tot een prioritering hiervan.
Duurzame Bereikbaarheid is een van de drie focuspunten van regio Alkmaar. Het Ontwikkelbeeld Mobiliteit regio Alkmaar biedt hiervoor een integraal kader. De fiets speelt daarbij een belangrijke rol als verplaatsingsmiddel in het mobiliteitssysteem en als onderdeel in de ketenverplaatsing. Onder meer door de opkomst van de elektrische fiets is ook voor middellange verplaatsingen de fiets een veel gebruikt verplaatsingsmiddel.
Een veilige en comfortabele fietsinfrastructuur vormt hierbij een vanzelfsprekende randvoorwaarde. Om hiertoe te komen is gezamenlijk een (concept) doorfietsnetwerk opgesteld (zie figuur 1).
Binnen regio Alkmaar is behoefte ontstaan aan een nadere uitwerking van dit regionale doorfietsnetwerk, waarbij enerzijds is gevraagd om de prioritaire route (= rode route) verder uit te werken in een ontwerp en kostenraming en anderzijds een nadere verkenning uit te voeren naar het regionale doorfietsnetwerk (= oranje routes) om te komen tot een prioritering hiervan. In opdracht van de regio en de provincie Noord-Holland, die in dit traject als samenwerkingspartner optreedt, heeft Royal Haskoning DHV deze nadere uitwerking gedaan. De daaruit voortvloeiende rapportage ‘Uitwerking Doorfietsroutes regio Alkmaar’ wordt betrokken bij de uitwerking van de doorfietsroutes binnen onze regio.
Ter uitvoering van een aangenomen motie bij de vaststelling van de structuurvisie voor Bergen-Oost is door het bureau Goudappel-Coffeng onderzoek gedaan naar mogelijke gevolgen van de vastgestelde verkeersstructuur voor Bergen-Oost. Daaruit blijkt dat kan worden volstaan met het treffen van enkele kleine maatregelen.
Bij de vaststelling van de structuurvisie Bergen – Oost / Oudtburghpolder heeft uw raad aan ons college door middel van het aannemen van moties, enkele aanvullende vragen gesteld. De vragen hadden betrekking op sluipverkeer via de Kerkdijk / Baakmeerdijk / Schapenlaantje richting Alkmaar, eventuele noodzakelijk maatregelen om de snelheid op de Churchilllaan te verlagen en de verkeersveiligheid op de aansluitingen van de Landweg met de Churchilllaan en de Kerkedijk te vergroten. De laatste vraag van uw raad had betrekking op de fietsverbinding door het gebied heen vanaf de Oudtburghweg naar het Molenweidtje.
In een door een extern bureau (Goudappel) uitgevoerd onderzoek wordt geconcludeerd dat de kans op sluipverkeer door de polder vrijwel nihil is omdat de route richting Alkmaar via de Kogendijk sneller en korter is dan de route’s via de Kerkedijk en de Baakmeerdijk.
De Churchilllaan is ingericht conform (landelijke) richtlijnen waardoor extra maatregelen niet noodzakelijk zijn. Op de aansluiting van de Churchilllaan met de Landweg zijn enkele kleine aanpassingen nodig waardoor de verkeersveiligheid kan worden vergroot en op de kruising van de Kerkedijk met de Landweg kan de snelheid worden verlaagd door snelheidsverlagende maatregelen zoals het aanbrengen van een drempel of plateau. Deze maatregelen worden medio dit jaar uitgewerkt en uitgevoerd.
De fietsverbinding vanaf de Oudtburghweg via het BSV-terrein en de Beeck naar het Molenweidtje moet volgens het rapport worden doorgetrokken via het terrein van Oudtburgh naar de Hoekweid zodat een logische verbinding ontstaat.
Ons college heeft op 1 maart 2022 ingestemd met de dienstverleningsovereenkomst (DVO) tussen de gemeente Bergen en de BUCH-werkorganisatie voor het jaar 2022. In deze nieuwsbrief informeren wij u over de stand van zaken.
Samen Sterk en de DVO’s De BUCH-werkorganisatie is in 2020 na vier jaar geëvalueerd. Dit heeft geresulteerd in het rapport “BUCH-gemeenten samen in zee”. In het rapport zijn aanbevelingen gedaan gericht op de voortgang van de samenwerking. Deze zijn in 2021 nader uitgewerkt in het programmaplan ‘Samen Sterk’. Het programma kent zes onderdelen, die in samenhang met elkaar worden opgepakt. Het project “Dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s) / Inhoudelijke stip op de horizon” is één van de onderdelen. Dit project is vervolgens uitgewerkt in een plan van aanpak. In dat plan van aanpak is vastgelegd welke concrete resultaten het project gaat opleveren, wanneer resultaten behaald worden en wat hier voor nodig is.
De doelstelling zoals geformuleerd in het plan van aanpak DVO is:
De huidige DVO’s actualiseren en hierin een duidelijker onderscheid maken wat de basistaken en de plustaken per gemeente zijn.
Het resultaat dat volgens het plan van aanpak begin 2022 er moet liggen is:
een geactualiseerde DVO per gemeente;
een beschrijving van de basistaken en hierbij inzichtelijk de beschikbare capaciteit;
een beschrijving van de plustaken en bijbehorende middelen;
een overzicht van de belangrijkste speerpunten per gemeente voor het jaar 2022 en de benodigde capaciteit.
Vaststelling van de DVO De vier colleges hebben op 1 maart 2022, tijdens een gezamenlijke collegevergadering de DVO’s 2022 besproken en met elkaar afgestemd, waarna de DVO’s in de individuele colleges zijn vastgesteld. De DVO van Bergen ontvangt u als bijlage bij deze nieuwsbrief. Tevens zijn bij de DVO de hieronder genoemde bijlagen B, C en D vastgesteld. Bijlagen A en E zijn ter kennisname aan de colleges aangeboden.
De reden dat bijlage E niet is vastgesteld maar ter kennisgeving is aangeboden, is gelegen in het feit dat dit document een momentopname is voor de werkorganisatie. De speerpunten worden de komende tijd opnieuw doorgenomen om te kijken of een speerpunt een basistaak, een plustaak, of juist een combinatie daarvan is.
Hoe verder? De uitvoering van het DVO wordt gemonitord en verantwoord via de reguliere P&C-cyclus. Per gemeente wordt hier een stuurgroep en een projectgroep voor in het leven geroepen.
Het vaststellen van de DVO’s 2022 van de vier BUCH-gemeenten, wordt gezien als een eerste stap in de verfijning en verduidelijking van de DVO’s. Met de verkiezingen in maart 2022, onstaan er per gemeente nieuwe coalities met nieuwe speerpunten. Dit betekent dat na de verkiezingen de speerpunten en de benodigde capaciteit opnieuw moet worden bepaald. In de kadernota en begroting van 2023, worden deze nieuwe speerpunten verwerkt. Dit is dan de basis voor een nieuwe en verbeterde versie van de DVO’s voor het jaar 2023.
Er zijn meerdere aanleidingen voor een nieuwe aanbesteding Huishoudelijke Ondersteuning. Ten eerste, van 2016 tot maart van dit jaar was de huishoudelijke dienstverlening in het kader van de Wmo onderverdeeld in Algemene voorziening Schoonmaakondersteuning (SO) en Maatwerkvoorziening Hulp bij Huishouden (HbH). Door de Algemene Maatregel van Bestuur Reële Prijs Wmo (oktober 2018) en cao-ontwikkelingen met 1 HV-loonschaal voor alle huishoudelijk ondersteuners is het kostprijsverschil tussen beide voorzieningen nagenoeg verdwenen. Ten tweede, is door de aanzuigende werking van het Abonnementstarief een boven verwachting groot aantal extra cliënten SO aangevraagd. Door het laagdrempelige karakter van SO heeft de gemeente nauwelijks mogelijkheden om de instroom van inwoners in te perken – en dan met name van hen die tot voor kort op eigen kracht deden of een particuliere hulp hadden. Ten derde, hebben raadsleden uit de BUCH-brede klankbordgroep sociaal domein aangegeven het belangrijk te vinden dat het sociaal team maatwerk kan leveren en de inwoner ontmoet, om zo een breed gesprek aan de keukentafel te kunnen voeren waarin integraal naar de ondersteuningsbehoefte van de inwoner gekeken kan worden. Vervolgens, werd via een marktverkenning duidelijk wat de visie van onze huidige, maar ook onbekende aanbieders, is op de noodzakelijke ontwikkeling van huishoudelijke ondersteuning.
Door de coronapandemie is de geplande aanbesteding uitgesteld. Inmiddels zijn ook korte en lange termijn beheersmaatregelen over de kostenontwikkeling in het sociaal domein vastgesteld door uw college en raad. Dit betrof ook maatregelen inzake de huishoudelijke ondersteuning. Deze beheersmaatregelen zijn als kader gebruikt om te kunnen versnellen met de aanbesteding.
Huishoudelijk Ondersteuning: iedereen maatwerk De nieuwe benaming van de gevraagde dienstverlening is Huishoudelijke Ondersteuning (HO). In de vorm van HO+ kan aanvullend maatwerk worden geleverd. Denk daarbij aan regietaken, zorg voor kinderen, of taken waarvoor anders (duurdere) lichte begeleiding zou worden geïndiceerd, maar die prima door dezelfde huishoudelijk ondersteuner kunnen worden uitgevoerd.
Er is gekozen om met 10 aanbieders in het BUCH werkgebied nieuwe contracten per 1 maart 2022 te gunnen. Door ruimte voor nieuwe toetreders te maken is de keuzevrijheid voor inwoners vergroot (bij de algemene voorziening was er zelfs geen keuze). De verwachting is dat hiermee ook wachtlijsten en personeelstekorten beter voorkomen kunnen worden. De beheersmaatregelen hebben gezorgd dat er een contractmanager is aangesteld, die met 10 partijen goede afspraken en samenwerking kan organiseren. Ook zijn de beheersmaatregelen duidelijk in dat er niet te veel aanbieders moeten zijn, om grip en sturing te kunnen houden. Vandaar dat voor de aanbesteding een maximum van 10 gunningen gesteld is. Daarnaast zijn de inschrijvers beoordeeld op o.a. de volgende vragen:
Wat doet uw organisatie in de uitvoering van uw werk (bij de Cliënten thuis) om te voorkomen dat problemen verergeren?
Hoe onderscheidt uw organisatie zich van andere organisaties en waarom zou een Inwoner voor uw organisatie kiezen?
Beschrijf kort hoe uw organisatie ruimte biedt aan innovatie en duurzaamheid
Hoe ziet u uw rol in het werkgebied en hoe vindbaar bent u voor de inwoners?
Hoe zorgt u ervoor dat u te allen tijde voldoende personeel, voorzieningen en/of (vernieuwende) werkwijzen ter beschikking heeft om wachtlijsten te voorkomen?
Aan één bestaande aanbieder is helaas geen gunning verleend. Dit betreft Zorgcirkel, die de laagste beoordeling van alle inschrijvers ontving. Zorgcirkel bood in de Egmonden aan ongeveer 60 cliënten huishoudelijke ondersteuning. In de gemeente Bergen maakten eind 2021 in totaal ongeveer 700 inwoners gebruik van een vorm van huishoudelijke ondersteuning.
Voor de bewoners van huis Agnes in Egmond aan Zee die Wmo ondersteuning ontvangen wordt maatwerk geleverd. Zij zijn administratief ondergebracht bij Tzorg maar er worden afspraken met Zorgcirkel gemaakt over onderaannemerschap, zodat alle bewoners integraal door Zorgcirkel ondersteund blijven worden.
Wat betreft de medewerkers van Zorgcirkel heeft de zorgaanbieder besloten iedereen in dienst te houden. Hierdoor ontvangen de betrokken cliënten niet allen van een andere organisatie maar ook van een andere medewerker huishoudelijke ondersteuning. Bij deze overgang is ons doel continuïteit van ondersteuning voor de inwoners. Daarom heeft de gemeente al deze inwoners per brief geïnformeerd en zijn gebeld door een nieuwe aanbieder. Gelukkig heeft het merendeel van de cliënten inmiddels een nieuwe hulp.
Doordat continuïteit voorop stond, hebben we de cliënten op postcodegebied toegewezen aan een nieuwe aanbieder. Wanneer zij willen overstappen naar een andere aanbieder naar hun eigen keuze, dan is dat alsnog mogelijk.
Brief bestuurder Zorgcirkel
Uw raad heeft een brief ontvangen van het Zorgcirkel bestuur, geadresseerd aan wethouder Tromp. Het college ziet deze brief als een uiting van teleurstelling over de uitkomst van de aanbesteding. De bestuurder van Zorgcirkel zal voor een gesprek met wethouder Tromp worden uitgenodigd voor een mondelinge reactie namens het college. Tevens zal in dat gesprek de aanbestedingsprocedure en de inhoud van de brief besproken worden. In het kader van lokale samenwerking op andere vlakken (Wmo Begeleiding, Sociale benadering dementie, etc.) hecht het college waarde aan een goede onderlinge relatie tussen Zorgcirkel en de gemeente. De inzet van het gesprek zal daar dan ook op gericht zijn.
Er is een grote vraag naar nieuwbouwwoningen en de woningmarkt is oververhit. Voor jongeren, starters en andere woningzoekenden wordt het steeds moeilijker om een (t)huis te bemachtigen. Het is steeds lastiger een sociale huurwoning te bemachtigen en er is een toename van kwetsbare personen en huishoudens in de wijken. Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat de in de regio werkzame woningcorporaties, de gemeente Alkmaar en de BUCH-gemeenten aan Companen hebben gevraagd om een nieuw woningmarktonderzoek uit te voeren. Het onderzoek laat met name zien wat de verwachte bevolkings-en huishoudensontwikkeling is en welke woningbehoefte daar bij past. De uitkomsten van het marktonderzoek kunt u lezen in de bijlage: Woningmarktonderzoek Companen 2021.
Trends en ambities Bepalend voor de toekomstige woningbehoefte, zowel kwantitatief als kwalitatief, is hoe de bevolking in de regio Alkmaar zich gaat ontwikkelen. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de prognoses van de provincie Noord-Holland. Deze prognoses gaan uit van een gemiddelde ontwikkeling van de bevolking en de huishoudens in de gemeenten. Specifiek voor de gemeente Bergen is er aanvullende woonbehoefte voor jonge huishoudens, aldus de notitie Bergense Behoefte. De ambities van de regio Alkmaar gaan veel verder dan het voorzien in de gemiddelde woningbehoefte. Regio Alkmaar heeft samen met de provincie het Woonakkoord gesloten. De ambitie is om jaarlijks in de regio minstens 2.000 woningen toe tevoegen om te voorzien in de reguliere behoefte. Daarnaast ligt er een ambitie voor het huisvesten van woningzoekenden uit de Metropoolregio Amsterdam (MRA), vergunninghouders, arbeidsmigranten en spoedzoekers. Dit advies gaat in op de reguliere woonbehoefte van de gemeente Bergen. Over de verdeling van de extra ambitie worden in de regio nadere afspraken gemaakt.
Het aantal huishoudens gaat de komende 10 jaar toenemen met 490 uit de provinciale prognose en daarbovenop ruim 500 alleenstaande en stellen jonger dan 35 jaar, wanneer de gemeente zich volgens de notitie Bergense Behoefte inzet om jongere huishoudens te behouden. Dat maakt een totale toename van het aantal huishoudens tussen 2021 en 2029 met 990 huishoudens.
Samenstelling en ontwikkeling van de woningvoorraad In de gemeente Bergen staan 14.750 woningen. 70% daarvan is koop, 19% corporatiesector en 11% vrije sector huur. Het meest voorkomende woningtype is de rij-hoekwoning en vrijstaande woning, samen 64% van de voorraad. De gemiddelde verkoopprijs is tussen 2017 en 2020 toegenomen van €493.000 naar €550.000. Het aantal verkochte woningen van rond de 400 per jaar is desondanks behoorlijk gelijk gebleven in dezelfde periode. Binnen de regio Alkmaar zijn de huizen in Bergen gemiddeld het duurst. Ruim 40% van de voorraad is meer waard dan €500.000 euro. Dat is fors in vergelijking tot de voorraad tot €325.000 euro (26%).
Behoefte aan nieuwbouw tussen 2021 tot 2030 De behoefte aan nieuwbouw voor de gemeente Bergen bestaat naast de provinciale prognose ook uit de behoefte die voortkomt uit de notitie Bergense Behoefte. Door inzetten op de betaalbaarheid van de voorraad ontstaat daarmee nog een aanvullende behoefte aan nieuwbouw van bijna 500 alleenstaanden en stellen jonger dan 35 jaar.
De woningbehoefte tussen 2021 en 2030 ziet er als volgt uit:
Woningbehoefte door toename huishoudens: +360
Bergense behoefte: +480
Inlopen woningtekort: +195
Toename frictieleegstand*: +10
Totaal: +1.050
*Frictieleegstand is de ruimte die nodig is in de woningvoorraad voor verbouwing en of verhuizingen en bedraagt in dit onderzoek 1,5% van de woningvoorraad.
Behoefte aan sociale huurwoningen De gewenste toevoeging van sociale huurwoningen bevindt zich binnen een marge van +388 en + 433, afhankelijk van de uiteindelijke economische groei. Bij de behoefte is rekening gehouden met inlopen op het woningtekort en de afspraken uit het Pact woonzorg Regio Alkmaar. Dit pact is erop gericht om mensen met begeleiding sneller zelfstandig te kunnen laten wonen. Als gezegd is er aanvullende behoefte vanuit de MRA en vraag van vergunninghouders, arbeidsmigranten en spoedzoekers.
Middensegment Het aanbod van goedkope en betaalbare koopwoningen is ten opzichte van het aantal huishoudens met een middeninkomen klein. Deze groep maakt geen aanspraak op een sociale huurwoning. Om een gemiddelde rijwoning te kunnen betalen in Bergen is op het moment daarentegen een bruto jaarinkomen van €69.000 nodig. De groep middeninkomens valt daardoor tussen wal en schip. Ze verdienen te veel voor de sociale huurmarkt, maar over het algemeen te weinig om goede kans te maken op de koopmarkt. Naar verwachting stijgt het gemiddelde prijsniveau nog even door en neemt de groep middeninkomens toe. Het is daarom ook belangrijk woningen in het middensegment te realiseren.
Wonen en Zorg De toename van 65-plushuishoudens zal voornamelijk leiden tot een toename van de vraag naar regulier wonen voor ouderen. Doordat er straks meer 75-plussers wonen in de gemeente zal de behoefte aan geclusterd wonen (met of zonder zorg) echter naar verhouding sterker gaan toenemen. Het aantal oudere huishoudens (65+) in een reguliere woning neemt in de periode tot 2030 toe met 400. Daarvoor zijn dus 400 reguliere woningen benodigd. Het aantal oudere huishoudens in een geclusterde woonvorm neemt in deze periode toe met 560. Dit gaat vooral om kamers/appartementen rond een (zorg)voorziening. Naar verwachting verschuift de vraag onder verstandelijk gehandicapten deels van geclusterd wonen naar individueel wonen, van ongeveer 30 naar 60. De totale zorgvraag onder verstandelijk gehandicapten blijft ongeveer gelijk, namelijk 320 personen. Voor lichamelijk gehandicapten verandert er nagenoeg niets in de zorgvraag. De totale woonbehoefte blijft ongeveer 35, waarvan 30 geclusterd en 5 individueel.
Confrontatie woonbehoefte met huidige planning Het instrument dat de gemeente gebruikt om de voortgang van plannen bij te houden is plancapaciteit.nl Om de zoveel tijd wordt op basis van plancapaciteit de realisatiecapaciteit bepaald. Dit is het verwachte aantal woningen dat gebouwd gaat worden op basis van de plannen (tot 2029), er rekening mee houdend dat een deel van de plannen niet door zal gaan. In oktober 2021 staan er 1.474 woningen op plancapaciteit. Dat levert een realisatiecapaciteit op van circa 944 woningen. Als gesteld is de reguliere behoefte tot 2030 1.050 woningen. Er is dus nog ruimte om plannen toe te voegen om aan de uiteindelijke behoefte te voldoen.
Conclusie De Woonbehoefte van de gemeente Bergen tot 2030 bestaat uit 1.050 woningen. De belangrijkste doelgroepen zijn jongeren en ouderen. Momenteel worden er naar verwachting circa 944 woningen gebouwd tot 2030. De gemeente is dus hard op weg om in de reguliere, gemeentelijke behoefte tot 2030 te voorzien. Een opmerking die geplaatst moet worden is dat ook de realisatiecapaciteit een schatting blijft. Bovendien zijn er altijd toekomstige ontwikkelingen die zich voordoen waar bevolkings- en woningbouwprognoses op bijgesteld moeten worden. Daarom wordt er regelmatig een woonbehoefteonderzoek gedaan en houden we plannen continu in de gaten.
De woonbehoefte vertaalt zich vooral naar gewenste realisatie in het betaalbare koopsegment en het sociale huursegment. Mogelijk ontstaat er een overschot aan woningen in het dure segment (meer dan 500.000 euro), maar dit is ook afhankelijk van economische ontwikkeling en de hoeveelheid huishoudens met een grote portemonnee die vanuit andere gemeenten en de MRA regio naar Bergen willen verhuizen.
Ook al ligt de grootste opgave in het realiseren van betaalbare koop- en huurwoningen, betekent dat niet dat er geen woningen in andere segmenten worden toegevoegd. In de praktijk zijn er ook woningen in het midden- en dure segment nodig om de exploitatie van plannen rond te krijgen. Bovendien willen we ook bouwen in het middensegment. Daar is ook behoefte aan, zei het iets minder. Bouwen in het middensegment doen we voor de huishoudens die momenteel in het sociale segment zitten maar een inkomensontwikkelingen hebben doorgemaakt, de middeninkomens die net teveel verdienen voor het sociale segment, maar bijvoorbeeld ook voor de oudere die kleiner maar kwalitatief goed wil wonen.
De resultaten van dit onderzoek gaan gebruikt worden voor beleidsvorming. Voor de gemeente Bergen wordt het onderzoek gebruikt voor beleidskeuzes die we willen maken voor de nieuwe woonvisie van Bergen.