Maand: maart 2023

Grondverkoop en sociale woningbouw

Matiging indexatie grondverkoop ten behoeve van bouw sociale huurwoningen

De gemeente heeft een maatschappelijke plicht om ook voor lagere inkomensgroepen betaalbare woningen te realiseren. Dat doet de gemeente Bergen in nauwe samenwerking met woningcorporatie Kennemer Wonen. Kennemer Wonen heeft alleen de afgelopen periode, naast de gestegen grondprijzen, ook te maken met door grondstoffen schaarste veroorzaakte stijging van bouwkosten. Daardoor dreigen ook sociale woningbouw projecten in Bergen onbetaalbaar te worden.  

Om de bouw van sociale huurwoningen in deze tijd alsnog mogelijk te maken, heeft Kennemer Wonen daarom aan de gemeente gevraagd om, specifiek voor de uitvoering van de projecten verzameld onder de naam ‘Small Five’, éénmalig af te wijken van de voorwaarde die gesteld worden in de anterieure overeenkomst. De “Small Five” zijn 100% sociale huurwoningen van Kennemer Wonen. Het betreft de volgende bouwplannen: Elkshove (Bergen), Tuin- en Oostdorp (Bergen), Oosterkimschool (Schoorl), voormalige Petrusschool (Groet en de voormalige Rabobank (Schoorl).

Op basis van de bepalingen in de anterieure overeenkomst zou de grondprijs voor sociale huurwoningen volgens de Nota Grondprijsbeleid 2020 namelijk worden geïndexeerd met de consumentenprijsindex (CPI).

Bij de notariële overdracht van de gronden voor de bouwplannen Tuin- en Oostdorp terrein (20 sociale huurwoningen en een buurthuis) en locatie Oosterkimschool (16 sociale huurwoningen) is gebleken dat de prijsontwikkeling op basis van de CPI dan uit zou komen op 19,3% voor de periode januari 2021 – oktober 2022. De grondprijs zou hierdoor zo aanzienlijk stijgen dat betaalbare bouw van sociale huurwoningen in het geding zou komen.

Het college heeft daarom besloten om de indexatie van de grondprijzen van sociale huurwoningen te matigen en te beperken tot het kerninflatie cijfer van 6,5% (inflatie exclusief voedsel en energie). Een argument voor het hanteren van het kerninflatie cijfer is dat het reguliere inflatiecijfer sterk is beïnvloed door de gestegen energie- en voedselprijzen. Deze zijn niet meegenomen in het kerninflatiecijfer.

Het risico van indexeren met het kerninflatiecijfer is gelegen in de stijging van de onderhoudskosten van het vastgoed. De kans bestaat dat de onderhoudskosten hoger stijgen dan het kerninflatiecijfer.

Het belang van het binnen een reële termijn realiseren van betaalbare sociale woningbouw woningen in Bergen weegt in dit geval voor het college zwaarder dan de inning van de tot nog toe contractueel verplichte CPI indexatie.

Huurprijsontwikkeling vastgoed Bergen

De gemeente Bergen verhuurt diverse accommodaties aan stichtingen en verenigingen voor het uitvoeren van activiteiten op het gebied van cultuur- sport en welzijn, waaronder museum Kranenburgh, sportcomplexen (buitensport), jongerencentrum en een buurtcentrum. De gemeente heeft daarnaast ook commerciële huurders, zoals bijvoorbeeld kinderdagverblijven, fysiotherapeuten, sportcentrum (binnensport) en strandexploitanten.

Zoals bekend hebben we nationaal, en dus ook als gemeente Bergen, momenteel te maken met een hoge inflatie die op verschillende fronten (loonindexatie, product-prijsindexaties) ook van gemeenten financiële armslag vereist. Conform de bepalingen in de vigerende huurovereenkomsten worden de huurprijzen van ons vastgoed daarom, voor ook al het gemeentelijk vastgoed, per 1 januari 2023 geïndexeerd met 14,5%. Deze indexatie van de huurprijs volgt automatisch uit de met alle partijen gesloten huurovereenkomsten. Hierin is opgenomen dat de huur jaarlijks wordt geïndexeerd conform het consumentenprijsindexcijfer (CPI).

Het college heeft besloten om voor maatschappelijke instellingen hier een uitzondering op te maken. Hogere uitgaven voor bijvoorbeeld huisvesting leiden ertoe dat er minder budget overblijft om in te zetten voor het maatschappelijk doel van die instellingen en mogelijk tot een hogere subsidieaanvraag  indien van toepassing.  Daarom heeft het college besloten om de indexatie van de huurprijs voor maatschappelijke huurders in 2023 eenmalig te beperken tot 6,5%. Het gaat hierbij  om 17 van de in totaal 121 huurders met deze wijze van indexatie.

Inzamelen huishoudelijk afval door de BUCH

1 januari 2023 markeerde niet alleen de start van het nieuwe jaar, maar ook de start van de BUCH-werkorganisatie als de inzamelaar van huishoudelijk afval in de gemeente Bergen.

De inzameldienst heeft er op ingezet om de impact van de overgang naar de nieuwe inzamelaar voor de inwoners te beperken en ze te bedienen met het vertrouwde: de bestaande routes en inzameldagen zijn 1 op 1 voortgezet daar waar mogelijk. Voor 35 adressen die alleen met een speciale kleine wagen zijn te bereiken is de inzameldag gewijzigd.

Het overnemen van de inzameling door de BUCH betreft een omvangrijk project waarbij ingecalculeerd is dat niet alles direct goed gaat. Dit is ook zo uitgekomen: er heeft zich een relatief klein aantal opstartproblemen voorgedaan. Hier is rekening mee gehouden door voorbereid te zijn en voldoende slagkracht beschikbaar te hebben. Deze capaciteit is aangesproken wanneer dat nodig bleek. Een voorbeeld van wat niet direct goed ging betreft dat het een aantal inwoners niet gelukt is om met gebruikmaking van hun postcode en huisnummer de afvalkalender te bekijken op de mijnafvalzaken.nl website/app. In de loop van januari is het bestand aangevuld met ontbrekende adressen.

Daarnaast is er heel veel meteen goed gegaan. Er zijn ook ontwikkelingen die direct verbeteringen inhouden: de nieuwe wijze van leegrijden van ondergrondse containers op basis van vulgraadmeting met sensoren in de ondergrondse container is duurzaam en draagt bij aan de opgave schoon, heel en veilig. Het scheelt nodeloos heen en weer rijden, draagt bij aan tijdelijke lediging als vol raken in zicht komt en daarmee aan het voorkomen van bijplaatsingen. De verzamelcontainers zijn nu eigendom van de gemeente Bergen. Nieuwe afspraken over beheer van en rond verzamelcontainers zijn in de plaats gekomen van oude. De collega’s van wijkbeheer hebben nu de mogelijkheid om een container te openen bij verstopping bijvoorbeeld. De wijkteams helpen mee met het voorkomen van en opruimen van bijplaatsingen. Het oppakken van de opschoning van bestanden betekent dat er binnenkort niet langer ‘spookbakken’ geleegd worden waar geen afvalstoffenheffing tegenover staat. En dat de invoering van een variabele heffing mogelijk wordt.

Milieustraten

Rond de jaarwisseling zijn de drie milieustraten uitgeruimd door HVC en heeft de BUCH zich geïnstalleerd. Op 2 januari zijn de milieustraten opengegaan voor de inwoners van Bergen. De dienstverlening is hervat op een wijze die inwoners gewend zijn. De openingstijden zijn gelijk gehouden. Twee medewerkers ontvangen inwoners, geleiden inwoners naar de juiste containers en houden toezicht. Naast brengen naar de milieustraat kunnen inwoners ook grof vuil op laten halen. Nieuw is de mogelijkheid om bruin- en witgoed op te laten halen door de inzameldienst.

De inzamelende dienst blijft zich de komende tijd inzetten om de processen goed in te regelen. De projectteams werken aan de voortzetting van de projecten. In april komen we naar u toe met een stand van zaken naar aanleiding van het eerste kwartaal.

Inzet op kwaliteit pmd: Complimenten-campagne

In het eerste kwartaal van dit jaar gaat er een pmd-campagne van start.

Aanleiding

Er zit veel vervuiling in de pmd-container. Mensen gooien verkeerde spullen in de container, zoals piepschuim, oud papier en ander soort afval. In sommige gevallen wordt er ook restafval in de pmd-container gegooid. Daarnaast willen we met de campagne voorkomen dat mensen zwarte en grijze zakken gebruiken om hun pmd-afval in te verzamelen, en (semi-)doorzichtige zakken gaan gebruiken.

Waarom is dit een probleem?

Vervuild pmd verpest de hele lading in de wagen. Bij de huisvuilcentrale wordt dan een hele pmd-lading afgekeurd. Dit kost geld en dat betekent uiteindelijk dat de afvalstoffenheffing van alle inwoners hoger wordt. Het is ook niet duurzaam: grondstoffen gaan verloren in de verbrandingsoven. De verbranding leidt tot uitstoot.

Doel van deze campagne?

Dat mensen alleen de spullen in de pmd-container gooien die erin horen. En dat ze ook de spullen die er niet in horen op de juiste plek weggooien of wegbrengen. Hiermee zorgen we dat de vervuiling in de pmd-containers zichtbaar afneemt. Ook willen we dat mensen geen restafval meer in de pmd-container gooien. En dat mensen geen donkere of grijze zakken gebruiken. De grijze zakken zelf zijn reden voor afkeur bij de verwerker. Daarnaast maken ze controle op inhoud voor inzamelaar en verwerker moeilijk. 

Aanpak

  • We plaatsen een eenduidige boodschap op de rolcontainer in de vorm van een containerkaart. De voorzijde vermeldt een compliment.
  • Gaat er iets niet goed dan markeren we dat: bijvoorbeeld geen zwarte zakken in de bak, geen hard plastic. Volgende keer risico dat uw container niet wordt geleegd.
  • We bieden een handelingsperspectief (wat verwachten we van je): gebruik doorzichtige zakken, en bijv. breng hard plastic en piepschuim gratis naar de milieustraat
  • De overall toon van de kaart is opbouwend en positief.
  • In Uitgeest, Castricum en Heiloo gebruiken we een zwart met oranje kaart. De kleur oranje triggert automatisch ‘dit is een waarschuwing’ bij mensen én refereert aan de kleur van de pmd-container. Voor Bergen wordt een nieuwe versie ontwikkeld.

Periode

We starten in het eerste kwartaal van 2023. Eventueel kan de actie een paar keer herhaald worden in 2023.

Containerkaart pmd-campagne (versie Uitgeest, Castricum en Heiloo. Bergen-versie is in ontwikkeling)

Bestemmingswijziging Saenehof

In het Saenehof staan 78 woningen in eigendom bij Viva Zorggroep. Van oudsher waren dit aanleunwoningen als onderdeel van het verzorgingshuis De Marke. Na de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in 2007 echter is een start gemaakt met het scheiden van wonen en zorg en inmiddels is dat ook verplicht.

Alle woningen in het Saenehof hebben daarom een zelfstandige huurovereenkomst. Daarmee is een vrije zorgkeuze van bewoners gegarandeerd. Onder vrije zorgkeuze wordt ook verstaan dat bewoners helemaal geen zorg hoeven af te nemen. De relatie tussen het verzorgingshuis en de woningen is daarmee verdwenen. Het zijn feitelijk reguliere woningen geworden. De woningen worden door Viva al sinds vele jaren regulier verhuurd zonder verplichte zorgafname aan mensen van 65 jaar en ouder.

De bestemmingswijziging naar het huidige gebruik (wonen), als gevolg van scheiding tussen wonen en zorg, is nooit doorgevoerd. Met een bestemmingswijziging verdwijnen geen zorgwoningen. Die zijn met de invoering van de WMO, voor zover daar nog sprake van was,  al verdwenen. Met de bestemmingswijziging wordt enkel het bestaande gebruik juist bestemd. Als gemeente kunnen wij in een nieuw bestemmingsplan niet bepalen dat de woningen enkel aan senioren mogen worden verhuurd. De Raad van State heeft hierover bepaald dat dit ruimtelijk niet relevant is.

Met de Woonzorgvisie zal geen verandering in het bovenstaande komen. In de Woonzorgvisie zal niet op perceel niveau worden bepaald hoe bestemmingen moeten luiden en hoe panden moeten worden gebruikt. Wel zal in de Woonzorgvisie aandacht aan de (steeds groter wordende) doelgroep worden besteed.

Kapvergunning

PWN heeft oktober vorig jaar een omgevingsvergunning aangevraagd voor de uitvoering van natuurherstelmaatregelen in het duingebied ten noorden van Bergen aan Zee. Onderdeel van de voorgenomen werkzaamheden is kap van 16,2 ha dennenbos. Het college heeft vrijdag 24 februari besloten om de vergunning toe te kennen.

Natuurherstelmaatregelen

De werkzaamheden die PWN gaat uitvoeren, vloeien voort uit het beheerplan Natura-2000. PWN zegt hierover: “Het dennenbos op deze plek nabij Bergen aan Zee blokkeert de wind en daarmee de aanvoer van zand en zout. Hierdoor gaat het open duin aan de windluwe oostkant van het bos snel achteruit. Teveel stikstofneerslag zorgt voor een extra bemesting en snelle verzuring van de bodem. Dit is nadelig voor planten en insecten. Typische duinsoorten die juist van een schrale bodem houden, worden hierdoor verdrongen door snelgroeiende plantensoorten, vooral grassen en ook braam, brandnetel en Amerikaanse vogelkers. Dit leidt tot dichtgroei van de duinen, afname van biodiversiteit en een verzwakt duinecosysteem.”

Waarom is er een vergunning nodig?

Volgens de APV is voor het kappen van bomen een vergunning van het college van burgemeester en wethouders vereist. Vanwege de omvang valt het plan niet onder de uitzonderingen voor de vergunningplicht.

Ook op grond van het bestemmingsplan ‘Duingebied’ is een omgevingsvergunning nodig in verband met verwijderen, kappen of rooien van bomen, het verwijderen van de stobben en het uitvoeren van grondbewerkingen.

Toetsing

Het bestemmingsplan schrijft voor dat een onafhankelijke deskundige de toetsing op natuur- en landschapswaarden uitvoert. Wij hebben een extern bureau gevraagd deze toetsing uit te voeren. Uit de toetsing is gebleken dat er geen sprake is van een onevenredige aantasting van natuurwaarden, landschappelijke waarden of cultuurhistorische waarden.

Het bestemmingsplan schrijft ook voor dat de werkzaamheden toelaatbaar zijn als blijkt dat er geen archeologische waarden worden geschaad. PWN heeft hiervoor onderzoek laten uitvoeren. Uit de toetsing van dit onderzoek is gebleken dat er geen belemmering is voor het verstrekken van de vergunning. Wel is er een vervolgonderzoek nodig. Dit vervolgonderzoek kan later plaatsvinden. Het is als voorwaarde in de vergunning opgenomen.

Verder is getoetst aan de weigeringsgronden uit de APV. Artikel 4:11b van de APV stelt dat de gevraagde vergunning geweigerd kan worden of dat nadere voorwaarden gesteld kunnen worden in het belang van:

  • ecologische waarden;
  • landschappelijke / stedenbouwkundige waarden;
  • cultuurhistorische waarden;
  • waarden voor recreatie en leefbaarheid;
  • waarden van dorpsschoon;
  • beeldbepalende waarden.

Ook hier bleek dat er geen gronden zijn voor weigering van de vergunning.

Compensatie

De volledige 16,2 ha wordt gecompenseerd door aanplant van bos op een andere locatie. Compensatie na kap van bos in verband met het behalen van Natura 2000-doelen is een verplichting binnen de Bossenstrategie van het Rijk. Het Rijk heeft de uitvoering hiervan neergelegd bij de provincies. Compensatie is waarschijnlijk voor een klein deel mogelijk binnen de gemeentegrenzen. De overige compensatie vindt elders plaats binnen de provincie.

Toegankelijkheid fietspad

Door PWN is toegezegd dat het fietspad ter plaatse van de te kappen bosgedeelten toegankelijk blijft. In de vergunning is dit als voorwaarde opgenomen.

Besluit

Omdat er geen weigeringsgronden zijn en aan alle voorschriften van het bestemmingsplan wordt voldaan heeft het college besloten om de vergunning voor de natuurherstelmaatregelen te verlenen. De vergunning ligt vanaf de besluitdatum zes weken ter inzage. In deze periode is er de mogelijkheid om eventueel een bezwaar in te dienen.

Bestuurlijke reactie op het rapport van de Radbouduniversiteit over onteigeningen en rechtsherstel van Joods burgers in Bergen

Het college informeert u over het voltooid onderzoek van de Radbouduniversiteit over onteigeningen en rechtsherstel van Joodse burgers in Alkmaar, Den Helder en zeven andere Noord-Hollandse gemeenten.

Naar aanleiding van publicaties en raadsvragen (2020), hebben enkele gemeenten, waaronder de gemeente Bergen, een verkennend onderzoek laten uitvoeren naar onteigeningen en rechtsherstel van Joods inwoners tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Het bleek dat in alle bekende gevallen rechtsherstel had plaatsgevonden.

Uit het verkennend onderzoek bleek echter niet welke rol de onderzochte gemeenten hadden gespeeld. De gemeenten, binnen het werkingsgebied van het Regionaal Archief Alkmaar, hebben gezamenlijk een onderzoek laten uitvoeren om vragen hierover te beantwoorden.

Het onderzoek moest 3 vragen beantwoorden:

  • Heeft de gemeente gebruikgemaakt van de ontrechting van haar Joodse burgers door onteigend vastgoed aan te kopen, wel wetend waarom deze panden tegen een vaak lage prijs te koop aangeboden werden?
  • Heeft de gemeente naheffingen en eventuele boetes opgelegd aan Joodse huiseigenaren of hun nabestaanden, zoals straatbelasting?
  • Over de bejegening van de Joodse bewoners door de gemeente: hoe gaven de gemeenten zich rekenschap van hun bijzondere slachtofferschap?

Het college concludeert dat alle onderzoeksvragen helder en genuanceerd zijn beantwoord. De uitkomsten leiden tot de volgende bevindingen:

  • Uit het rapport blijkt dat er geen aanwijzingen zijn dat de gemeente Bergen, noch één van de rechtsvoorgangers, zelf onteigend Joods vastgoed heeft verworven, dan wel na de oorlog achterstallige belasting heeft teruggevorderd;
  • In Schoorl, nu gemeente Bergen, heeft NSB-burgemeester Arie Eriks op persoonlijke titel een onteigende woning gekocht. Na de oorlog heeft rechtsherstel plaatsgevonden;
  • Voor al het vastgoed van Joodse eigenaren dat tijdens de oorlog werd onteigend, ongeveer 20 percelen, heeft rechtsherstel plaatsgevonden. Dat gebeurde met een (snelle) minnelijke schikking, of na een uitspraak van de Raad voor het Rechtsherstel;
  • Net als in andere gemeenten hebben de uitvoerende diensten van de gemeente actief meegeholpen met het administreren van de Joodse bevolking en het leeghalen van hun woningen;
  • Na de oorlog werd het Joodse slachtofferschap nog nauwelijks benoemd, niet door bestuurders en ook niet in de pers.

Bejegening

Het rapport beschrijft heel goed de context van de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw:

  • De gehoorzame en correcte uitvoering van de opdrachten van de Nazi’s en het NSB-bestuur door gemeentebestuurders, ambtenaren en politiefunctionarissen;
  • Nauwelijks (en zeker niet collectief) verzet en protest;
  • Na de oorlog: een kil en afstandelijk rechtsherstel, omdat er nog geen besef was van een bijzondere mate van Joods slachtofferschap. Het rapport beschrijft de historische context daarvan. Een citaat:

Met onze 21e-eeuwse blik op de Tweede Wereldoorlog vinden we het bijzondere slachtofferschap van de Joodse bevolking vanzelfsprekend. De conclusies van dit rapport, en ook de bredere vakliteratuur, laten zien dat Nederlandse bestuurders daar tijdens en vlak na de oorlog anders naar keken. Het besef dat Joodse burgers in bijzondere mate slachtoffers waren, leefde nauwelijks. Sterker nog: een van de leidende principes was juist dat niemand bevoordeeld of benadeeld mocht worden door het rechtsherstel. In de praktijk betekende dat voor Joodse burgers nog meer indirect onrecht en benadeling”

Kennis en bewustwording

Het college beseft dat geschiedenis nooit af is, ook al heeft het rechtsherstel voor Joodse burgers al decennia geleden plaatsgevonden. Weliswaar heeft er formeel rechtsherstel plaatsgevonden, maar dat doet geen afbreuk aan de verschrikkingen van deze periode voor Joodse- en andere inwoners van de huidige gemeente Bergen en daarbuiten.

Pas vanaf de jaren zestig kreeg de Holocaust de publieke en emotionele betekenis, die voor Nederlanders van nu vanzelfsprekend is. Dit onderzoek laat zien dat ook na de oorlog de benadeling bleef voortduren, omdat er nog geen besef was van een bijzonder Joods slachtofferschap. Dit rapport is een verdieping van onze kennis over deze tijd en draagt bij aan de geschiedschrijving, documentatie, bezinning en herdenking.

Bewustwording en kennis over de Holocaust is echter niet vanzelfsprekend en moet steeds weer opnieuw onder de aandacht gebracht worden. In de gemeente Bergen zetten burgers zich vrijwillig in, om deze periode onder de aandacht te blijven brengen. Zij zijn vaak verbonden aan een lokale historische vereniging of een lokaal 4 & 5 mei comité. De gemeente heeft in het verleden initiatieven en herdenkingen ondersteund en zal dat in de toekomst van harte blijven doen.

Proces

Respectievelijk de onderzoeksopzet, het conceptrapport en dit definitieve rapport zijn voorgelegd aan de Klankbordgroep die bestond uit vertegenwoordigers van de Joodse Gemeenschap en van herdenkingsstichtingen. Ambtelijk en bestuurlijk is een procesvoorstel gedeeld met de overige opdracht-gevende gemeenten, om een gelijktijdige bespreking van dit rapport in alle betrokken gemeentebesturen en gelijktijdige openbaarmaking te realiseren op 7 en 10 februari.

Reactie klankbordgroep

Van de leden van de klankbordgroep hebben wij enkele positieve opmerkingen ontvangen. Van het lid namens het Centraal Joods Overleg ontvingen we nog een nagekomen reactie, die als bijlage mee gaat. Het Centraal Joods Overleg heeft waardering voor de kwaliteit van het onderzoek, maar heeft ook behoefte voor aanvullingen, met name voor Den Helder en Alkmaar, die een verdiepend onderzoek vragen.

De onderzoekers hebben op het moment van schrijven van dit bericht nog niet inhoudelijk kunnen reageren.