Maand: oktober 2019

Vergunningen vakantieparken Sanduyn en Duyndomein

In de raadsvergadering  van 3 oktober 2019 is er gevraagd naar de stand van zaken van de vergunningverlening met betrekking tot het park Sanduyn en park Duyndomein.

Voor park Sanduyn heeft het college in een beslissing op bezwaar besloten de vergunning alsnog te weigeren wegens strijd met de voorschriften van het Bouwbesluit 2012. 

Met betrekking tot park Duyndomein kan worden bericht dat de behandeling van de vergunning was opgeschort vanwege het feit dat de vergunningsaanvraag nog niet volledig was, de gegevens omtrent de natuurcomponent (waaronder stikstof) ontbraken. Inmiddels is er een separate vergunning aangevraagd bij de provincie in het kader van de Wet natuurbescherming, dus is de behandeling van de aanvraag hervat.

Cultureel erfgoed; burgemeesters op de bres voor ‘Korte banen’

In Nederland, met name in Noord en Zuid-Holland, worden van oudsher in veel plaatsen kortebaandraverijen georganiseerd. Onze gemeente is daar één van. Dit feestelijke evenement vindt eens per jaar plaats in Egmond aan den Hoef.

De populaire kortebaandraverijen staan onder toezicht van de NDR, de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport. De focus ligt op veiligheid en dierenwelzijn.

Nieuwe wetgeving, minder middelen      

De nieuwe wetgeving rond Kansspelbelasting die vanaf 2021 gaat gelden heeft  naar verwachting een negatief effect op de kortebaandraverijen.

Momenteel ontvangen de zogenoemde “kortebanen” gezamenlijk € 150.000,- uit de paardentotalisator. Dit wordt over de organisaties verdeeld afhankelijk van de lokale lasten en de spelresultaten.

Vanaf 2021 wordt op dit bedrag Kansspelbelasting geheven. In de praktijk betekent  dit dat het  bedrag per evenement een stuk omlaag gaat. Omdat dit -naast bijvoorbeeld een lokale sponsor- veelal de enige inkomstenbron van de organiserende vrijwilligersverenigingen is, komen de evenementen in gevaar.

Bescherm een eeuwenoude traditie!

Op initiatief van mw A.M. Spruit, burgemeester van Lisse, trekken 27 gemeentebesturen nu samen op richting de Tweede Kamer. De kritiek richt zich niet op de nieuwe wetgeving zelf, maar op het neveneffect dat de belastingdienst straks bijna de helft  int van het bedrag dat nu nog naar de lokale organisaties gaat.

Onze burgemeester Hafkamp steunt dit initiatief ook van harte. “Het is van groot belang om lokale tradities in stand te houden. Ik draag de kortebaandraverij een warm hart toe en hoop zo bij te dragen aan het behoud ervan.”

Er wordt gehoopt op een constructieve reactie uit Den Haag. Mocht deze uitblijven, dan stemmen de burgemeesters verder af wat zij kunnen doen ter bescherming van dit plaatselijk erfgoed.

Integraal Meerjarenbeleidsplan Veiligheid Noord-Holland 2019-2022

Bij deze informeren wij u over de definitieve versie van het Integraal Meerjarenbeleidsplan Veiligheid Noord-Holland 2019-2022 (IMV).

In uw overleg van 4 oktober 2018 is de 90 % versie besproken van het IMV. Op 22 november 2018 is het IMV vastgesteld door het Regionaal Bestuurlijk Overleg Politie. Destijds kon er nog geen definitieve versie verspreid worden, omdat de regionale verdeling van de veiligheidsagenda nog niet was vastgesteld door het ministerie Justitie & Veiligheid. Het is een wettelijke verplichting om deze aan het regionale beleidsplan toe te voegen. Eind september ontving de regioburgemeester van de minister de definitieve verdeling en deze is als bijlage aan het IMV toegevoegd. Dit IMV is op 3 oktober 2019 aan de minister en de korpschef aangeboden.

Bijlage:

Uitvoering toezicht en handhaving

Op 15 oktober 2019 heeft ons college het Uitvoeringsprogramma Vergunningen Toezicht en Handhaving (VTH) 2019 – 2020 vastgesteld. In bijgaand uitvoeringsprogramma beschrijven we de wijze waarop wij onze toezicht- en handhavingstaken invullen.

Praktische uitwerking van vastgesteld beleid

Dit uitvoeringsprogramma is de praktische uitwerking van het VTH beleid dat op 9 juli 2019 door ons college is vastgesteld. In het VTH beleid zijn beleidsregels en kwaliteitscriteria vastgelegd. Ook is vastgelegd op welk kwaliteitsniveau wij onze taken uitvoeren. In het Uitvoeringsprogramma becijferen wij welke inzet daarvoor nodig is. Het gaat uit van beschikbare uren voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Wij monitoren hiermee of de geformuleerde ambities ook daadwerkelijk kunnen worden gerealiseerd.

Met vertrouwen vooruit

Onlangs verscheen het rapport “Met vertrouwen vooruit” van de heer Schneiders. Hierin is beschreven dat raadsleden de indruk hebben dat de gemeente kwetsbaar is in haar ruimtelijke procedures en met name in handhaving. De aanbeveling luidt dat er moet worden gezorgd voor helder ruimtelijk beleid, teneinde de kwetsbaarheid te verminderen. Duidelijke regelgeving zorgt voor vertrouwen.

Het proces de afgelopen maanden rond het VTH beleid, alsook het beleidsstuk zelf én de daaruit voortvloeiende stukken zoals onderhavig uitvoeringsprogramma, zijn glashelder en transparant. De regels zijn uitgewerkt op het niveau van bestuurders, inwoners en ondernemers. Ons college is van mening dat dit een voorbeeld is van de duidelijke en betrouwbare regelgeving waar in het rapport ‘met vertrouwen vooruit’ over wordt gesproken. Om die reden zal begin 2020 hierover een informatieavond voor de raad worden gehouden.

Achtergrond beleid VTH

Het beleid voor Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) is vastgesteld voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. De gemeenten stellen dit beleid gezamenlijk op om slagvaardiger en efficiënter te kunnen werken.

Het beleid heeft betrekking op de taken van de gemeente in het omgevingsrecht: wat is de visie op de omgeving, hoe wordt er getoetst, hoe vindt het toezicht plaats en hoe wordt er gehandhaafd? Keuzes maken en prioriteiten stellen zijn daarbij onvermijdelijk.

Beleidscyclus

Het is een wettelijke verplichting om VTH-beleid en een uitvoeringsprogramma vast te stellen. De bestuursorganen die belast zijn met de uitvoering, het toezicht en de handhaving van bestuursrechtelijke aangelegenheden, bij en of krachtens de betrokken wetten en met het toezicht op de naleving door de onder hun gezag werkzame toezichthouders, stellen het (uitvoerings-) en handhavingsbeleid vast in een of meer documenten. Hierin wordt gemotiveerd aangegeven welke doelen zij zichzelf stellen bij de uitvoering en handhaving en welke activiteiten zij daartoe zullen uitvoeren (artikel 7.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor)).

Het VTH-beleid en het uitvoeringsprogramma maken onderdeel uit van een cyclus. In het VTH-beleid wordt aangegeven welke overtredingen prioriteit hebben en op basis hiervan wordt jaarlijks in een uitvoeringsprogramma beschreven hoeveel capaciteit voor dat jaar beschikbaar is, hoe deze capaciteit wordt ingezet en welke doelstellingen hiermee worden nagestreefd (artikel 7.3, eerste lid, van het Bor). Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks geëvalueerd (artikel 7.7 van het Bor).

De provinciebestuur houdt interbestuurlijk toezicht op de wettelijke taken die het gemeentebestuur uitvoert. De verplichting om een VTH-beleid op te stellenen het beleid zelf worden door het provinciebestuur getoetst. De gemeente Bergen wordt al jaren achtereen als adequaat beoordeeld.

Na vaststelling van het VTH beleid en uitvoeringsprogramma volgt er nog 1 stap:

1.    Monitoring en jaarverslag

De uitvoering leidt tot resultaten. In hoeverre deze resultaten bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen moet duidelijk worden door een cyclus van monitoring, evaluatie en verantwoording. De resultaten van de monitoring nemen komen in het jaarverslag. Dit jaarverslag is een afzonderlijk document met dezelfde structuur en opzet als het VTH-beleid. Dit jaarverslag voldoetaan de wettelijke plicht om een jaarverslag op te stellen en om de raad jaarlijks te informeren over de realisatie.

Zowel de beleidsvisie als de uitvoeringsprogramma’s en de jaarverslagen worden vastgesteld door het college en ter informatie aan de raad gestuurd.

Bijlagen:

Proces participatie actualiseren parkeerbeleid

Net voor de zomervakantie heeft een raadsinformatieavond plaats gevonden. Hierbij is de raad geïnformeerd over de voortgang in de actualisatie van het gemeentelijk parkeerbeleid.

Een belangrijk onderdeel van deze actualisatie is de participatie van inwoners en ondernemers in de gemeente. Bij de raadsinformatiebijeenkomst is aangegeven deze participatie op een innovatieve manier in te steken.

Vanaf 28 oktober 2019 is een online platform ingericht voor alle inwoners en ondernemers in de gemeente om hun mening over de actualisatie van het gemeentelijk parkeerbeleid te geven. Middels een twaalftal stellingen over parkeren in de gemeente worden participanten uitgenodigd hun mening te geven. En te onderbouwen middels voor- en tegenargumenten. De stellingen zijn als bijlage bij dit stuk toegevoegd.

Na de online ronde volgt in de tweede helft van november een afrondende bijeenkomst waar geïnteresseerden middels een World Café aanpak verder kunnen discussiëren over de meest spraakmakende stellingen van het online platform en/of andere urgente items.

De resultaten van de participatie en de al eerder uitgevoerde ambtelijke evaluatie van het huidig parkeerbeleid worden samengevoegd tot een nieuw concept beleidsplan parkeren. Dit plan is, naast beleidsvoornemens, voorzien van een uitvoeringsagenda voor het komende jaar om het nieuwe beleid ook in de praktijk te kunnen brengen. Het concept beleidsplan Parkeren wordt in december in het college behandeld. Na de verwerking van het commentaar van het college wordt het nieuwe beleidsplan Parkeren met de raad gedeeld.

Bijlage:

Visie Verblijfsrecreatie NHN

Aanleiding

  • Deze tekst wordt opgesteld als antwoord op een toezegging in de Gemeenteraad van 1 november 2018 door Wethouder Westerkamp, nu wethouder Bekkering
  • Op initiatief van het college als onderdeel van de actieve informatieplicht

In uw vergadering van 1 november 2018 is door u een amendement aangenomen met betrekking tot de Visie Verblijfsrecreatie NHN. Wij informeren u hierbij over de gemaakte afspraken met provincie Noord-Holland en regiogemeenten.

Tekst amendement

  1. Besluit in te stemmen met de voorliggende Regionale Visie Verblijfsrecreatie Noord-Holland Noord 2030 en het bijbehorend Ontwikkelkader.
  2. Het college op te dragen om de volgende punten mee te geven aan de Regio Alkmaar:
  3. Dat de gemeenteraad van Bergen de autonomie behoudt bij overige binnenstedelijke ontwikkelingen en daarover op de reguliere wijze informeert en afstemt binnen het Portefeuillehouders Overleg Regio Alkmaar (PORA) en eventueel binnen het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Noord-Holland Noord (BAO).
  4. Dat er in het plan een grens wordt aangebracht, waarmee microbedrijven (zie toelichting) worden ontheven van de verplichting om een business plan in te dienen zoals genoemd in bijlage 4 van de Regionale Visie Verblijfsrecreatie NHN.

Context

Conform het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moeten nieuwe stedelijke ontwikkelingen voldoen aan de Ladder voor duurzame verstedelijking. Het doel van de Ladder is zorgvuldig en duurzaam ruimtegebruik en voorkomen van leegstand door over-programmering. Verblijfsrecreatie valt volgens de Bro onder de categorie “overige stedelijke voorzieningen”. In aanvulling op de Bro stelt de Provincie Noord Holland in haar Provinciale Ruimtelijk Verordening (PRV) dat voor de categorie “overige stedelijke voorzieningen” regionale werkafspraken moeten worden gemaakt over de wijze van afstemming. Het gaat bij verblijfsrecreatie zowel om ontwikkelingen binnen als buiten bestaand stedelijk gebied. Werkafspraken betreffen uitvoering van beleid en zijn een bevoegdheid van het college.

Uitwerking

De Regionale Visie Verblijfsrecreatie Noord-Holland Noord 2030 en het bijbehorend Ontwikkelkader zijn in alle gemeenteraden vastgesteld. De uitwerking van besluit 2 van uw amendement is daarom gevonden in het aanpassen van de werkafspraken over de uitvoering van het beleid.

De colleges in Regio Alkmaar hebben voor de categorie “overige stedelijke voorzieningen” werkafspraken op- en vastgesteld. In de werkafspraak “overige stedelijke voorzieningen” hebben de colleges van Regio Alkmaar aangegeven, dat voor verblijfsrecreatie aparte werkafspraken gelden.

Het wijzigen van de aparte werkafspraak ‘Werkwijze Verblijfsrecreatie NHN” en deze opnieuw door 18 gemeenten te laten vaststellen, is een optie waar in de regio onvoldoende draagvlak voor bleek te bestaan (15 gemeenten waren hier tegen). Wel konden de regio gemeenten zich vinden in het voorstel dat gemeenten Bergen, Alkmaar en eventueel Langedijk enkele aanpassingen deden aan de Werkwijze Verblijfsrecreatie NHN: de LIGHT werkwijze.

Met de LIGHT-versie kan gemeente Bergen op reguliere afstemmen (op voor de regio gangbare werkwijze) en is autonomie (geen bestuurlijke inmenging van andere gemeenten en provincie) vastgelegd met de regel dat het ambtelijk advies vanuit de regionale ambtelijke advies commissie (RAC) wordt voorgelegd aan het betreffende college, waarna in dit college besluitvorming plaatsvindt.

In deze LIGHT-werkwijze is de gewenste microbedrijvengrens opgenomen, waarmee deze microbedrijven worden ontheven van de verplichting om een business plan in te dienen zoals genoemd in bijlage 4 van de Regionale Visie Verblijfsrecreatie Noord-Holland Noord 2030

Bijlagen

Stand van zaken wegmarkeringen

In juli 2019 is er gestart met een opfrisprogramma van de markeringen in de gemeente Bergen. De markeringen van de rotonde Bergerweg – Nesdijk en de rotonde Dreef zijn bijvoorbeeld in dit programma meegenomen. De twee voetgangersoversteken ter hoogte van de Bergerweg-Oosterweg zijn in eerste instantie niet meegenomen in het belijningsherstelprogramma van 2019 omdat deze zouden worden meegenomen in combinatie met de reconstructie van de Oude Bergerweg en het kruispunt met de Bergerweg. In eerste instantie zou deze reconstructie nog dit jaar plaatsvinden. De voorbereidingstijd heeft echter langer geduurd en de uitvoering staat nu voor 2020 op de planning.

Vanwege de slechte weersomstandigheden is het belijningsherstelprogramma echter nog niet geheel uitgevoerd. Het streven is nog altijd om het dit jaar af te maken. Uiteraard is dit sterk afhankelijk van het weer, zeker in de herfst en winter. Er is bij het uitvoerende bedrijf aangegeven om de oversteek Bergerweg ter hoogte van de Oosterweg alsnog mee te nemen bij het afronden van de laatste werkzaamheden. Mocht dit niet lukken, dan kan de oversteek in eigen beheer met wegenverf worden behandeld, om de tijd tot de geplande reconstructie te overbruggen. Ook het aanbrengen van deze verf is echter weersafhankelijk, dus kan pas worden uitgevoerd als de weersomstandigheden gunstig zijn.

verslagen audits informatiebeheer; de archief-KPI’s

Via de horizontale verantwoording en het interbestuurlijk toezicht wordt jaarlijks bekeken hoe de stand van zaken van het informatiebeheer van de vier gemeenten en de werkorganisatie BUCH is. Dit gebeurt in samenwerking met de archivaris en resulteert in het ‘verslag archief-KPI’s. De archivaris heeft het afgelopen jaar tevens een extra (aspect) inspectie uitgevoerd op de Omgevingsvergunningendossiers. Tenslotte inspecteert de werkorganisatie jaarlijks zelf via het zogenaamde Kwaliteitshandboek. De audit verslagen en de reactie hierop worden hierbij ter kennisneming aangeboden. Deze informatie gaat ook naar de Provincie en naar de Rekenkamercommissie van de werkorganisatie BUCH.

Inspectieverslagen 2019 over 2018

De jaarlijkse beoordeling van juni jl. (bijlage 2b) is dit jaar een overall verslag van de vier BUCH-gemeenten.

Dit kan voor verwarring zorgen omdat:

  1. elke gemeente zélf als zorgdrager en bestuurlijk verantwoordelijk is voor haar informatiebeheer (o.a. archief) en vanuit die positie ook apart is aangeschreven door de inspectie (tot vorig jaar ontving elke gemeente een eigen verslag) en elke gemeente staat apart vermeld op de interactieve kaart van de Provincie;
  2. het informatiebeheer en de archieven van de 5 organisaties separaat van elkaar zijn ingericht en dat deze kwalitatief nogal verschillen;
  3. de informatie-beheerprocessen nog niet zijn geharmoniseerd (o.a. nog steeds opslag in vier verschillende DMS-systemen (Documentair Management Systeem).

Daarnaast heeft

  1. het archief van de werkorganisatie nog geen structureel karakter (geen eigen systeem met vastgelegde werkprocessen volgens het informatiebeheerplan, waardoor veel informatie wordt opgeslagen op de verkenner); dit heeft te maken met de bijlagen 1a t/m d;
  2. Uitgeest te maken heeft met een andere archiefinspectie (Noord-Hollands Archief), geen deel uitmaakt van de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Historisch Centrum en daarom niet in alle verslagen is meegenomen.

In januari jl. is een gelijksoortig verslag uitgebracht over de werkorganisatie BUCH (bijlage 1a en b).

Tevens treft u de tweede (interne) rapportage kwaliteitszorg informatiebeheer team Samenleven Werkorganisatie BUCH aan (bijlage 3).

De verslagen van de uitgevoerde inspectie op de omgevingsvergunningendossiers treft u aan als bijlage 4 a t/m d. Uitgeest is hierbij per abuis niet meegenomen, want de vergunningen van de vier gemeenten worden allemaal gelijksoortig, in dezelfde systemen behandeld.

Benchmark

Jaarlijks maakt het Regionaal Archief Alkmaar een vergelijking van de uitkomsten van de verslagen van de overige gemeenten die deelnemen aan de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Historisch Centrum Alkmaar (RHCA). Dit resulteert in een benchmark waarin de beoordeling per deelnemer / gemeente is uitgewerkt en waarin duidelijk wordt hoe de gemeenten ten opzichte van elkaar presteren (bijlage 5a t/m c).

Vorig jaar was de verwachting dat de BUCH-gemeenten dit jaar zouden stijgen in de benchmark maar dit is niet gelukt. Dat komt voornamelijk omdat de harmonisatie van het huidige Document Management Systeem (D.M.S.) niet is gerealiseerd. Met de implementatie van een geheel nieuw zaaksysteem met D.M.S. hoopt de organisatie veel van de genoemde actiepunten volgend jaar opgelost te hebben.

Reactie / Actieplan informatiebeheer 2019

Uit de hierboven genoemde verslagen komen ruim 100 aandachtpunten c.q. acties, die zijn opgenomen in de reactie / Actieplan informatiebeheer 2019. Met name de acties waarop oranje en rood is gescoord krijgen prioriteit. In het actieplan (bijlage 6) kunt u lezen welke acties het betreft en wat de prioritering is.

Daarnaast verzoekt de werkorganisatie, namens de vier gemeenten, de archiefinspectie om de jaarlijkse KPI-monitoring om te zetten naar een twee-jaarlijkse monitor. De werkorganisatie krijgt dan een jaar de tijd om een groot aantal actiepunten planmatig uit te werken. Het jaar dat dan niet wordt gemonitord zal een voortgangsrapportage worden uitgebracht aan de archiefinspectie en dus ook aan het College, de Raad, de Provincie en de Rekenkamer.

Bijlagen:

Projecten Klimaat

Stand van zaken projecten Klimaat

Het klimaat verandert. In Nederland nemen we onze verantwoordelijkheid om klimaatverandering zoveel als mogelijk tegen te gaan en zo ons land leefbaar te houden voor de toekomstige generaties. Een ambitieus klimaatbeleid biedt naast milieuwinst ook kansen voor onze economie, onze welvaart en ons duurzame verdienvermogen.

Graag informeren wij u middels dit artikel over de stand van zaken gerelateerd aan het klimaat.

De Nederlandse overheid wil klimaatverandering tegengaan en stelt daarom het doel dat Nederland in 2030 de CO2 productie met 49% reduceert en in 2050 met 95% t.o.v. 1990. Om deze doelstelling te realiseren, heeft het kabinet de Klimaatwet in mei 2019 vastgesteld. Deze wet verankert de wijze waarop het Nederlandse klimaatbeleid invulling geeft aan de Overeenkomst van Parijs.

Het Klimaatakkoord, dat momenteel door veel partijen onderschreven wordt, staat een nadere uitwerking van de Klimaatwet voor. De VNG is één van deze partijen en heeft haar leden in juli jl. geïnformeerd over de betekenis van het Klimaatakkoord voor gemeenten (zie bijlage). Op de VNG bestuurdersdag van 29 november 2019 is het klimaatakkoord onderdeel van een stemmingsronde.

In het formatieakkoord van de gemeente Bergen heeft u duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd op het gebied van de energietransitie, circulaire economie, ruimtelijke adaptatie, duurzame mobiliteit en duurzame bedrijfsvoering. Aan al deze onderwerpen wordt projectmatig gewerkt in BUCH verband. Dit doen wij in nauwe samenwerking met de omgevingsvisie en -plannen zodat de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van klimaat gefaciliteerd, gestimuleerd maar zeker ook worden gereguleerd.

Energietransitie

Woningen in de gemeente Bergen stoten jaarlijks 65 kiloton CO2 uit (bron: HVC energiemonitor 2017). Dit is het grootste aandeel van de in totaal 160 kiloton CO2 wat is uitgestoten in de gemeente. Daarnaast heeft minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat in 2018 besloten om de gaswinning in Groningen versneld af te bouwen. Dit vergroot de urgentie om het gebruik van aardgas in de gebouwde omgeving verder terug te dringen.Vast staat dat gemeenten de regie krijgen op de uitfasering van aardgas in de gebouwde omgeving. Deze uitfasering dient uiterlijk in 2050 te zijn voltooid. Gemeentes hebben dus de verantwoordelijkheid om een Regionale EnergieStrategie (RES) en een TransitieVisie Warmte (TVW) te realiseren.

De voorbereidingen voor de Regionale Energie Strategie (RES) zijn in volle gang. Onlangs heeft u de startnotitie RES ontvangen en is er een presentatie geweest op de raadsavond. U wordt samen met de inwoners/ondernemers komende tijd nadrukkelijk betrokken bij de totstandkoming van het eerste ‘voorstel’. In november 2019 wordt u als gemeenteraad uitgenodigd voor een vervolgbijeenkomst. In januari 2020 vindt de participatie op lokaal niveau plaats, waarvan u op de hoogte wordt gesteld. In mei 2020 krijgt u de ruimte voor een reactie op het concept-RES via het inbrengen van ‘wensen en bedenkingen’ tijdens een raadsoverleg.

Naast duurzaam opwekken is het besparen van energie belangrijk om de energietransitie succesvol te doorlopen. In september bent u geïnformeerd over de wijkgerichte energiebesparingsaanpak die nu gestart is. Het doel is om zoveel mogelijk inwoners besparingsmaatregelen zoals isolatie en zonnepanelen te laten nemen die zich op relatief korte termijn terugverdienen. Kenmerkend van dit type maatregelen is dat ze altijd verstandig zijn, ongeacht welke duurzame warmtebron in de toekomst voor warmte zal zorgen. De resultaten van dit project worden aan de gemeenteraad teruggekoppeld in de eerste helft van 2020.

Een derde project is het opstellen van de Transitie Visie Warmte (TVW; oftewel welke duurzame vorm van verwarmen, bijvoorbeeld warmtenet of warmtepomp, leent zich het beste voor welke wijk). Dit is een vervolg op de Warmte Transitie Atlas die eerder dit jaar is gepresenteerd. De eerste voorbereidingen voor de TVW zijn gestart. De samenleving wordt hier nauw bij betrokken. U, als gemeenteraad, neemt uiteindelijk het besluit over de TVW, naar verwachting in het derde kwartaal van 2020. In het eerste kwartaal 2020 stellen wij u graag op de hoogte van de eerste resultaten via een raadsbijenkomst. 

Duurzame mobiliteit

In de gemeente Bergen wordt jaarlijks 40kton CO2 uitgestoten door verkeer en vervoer. Dit is het op één na grootste aandeel van de in totaal 160 kiloton CO2, alleen woningen stoten meer uit (bron: energiemonitor HVC 2017).

Een belangrijke pijler in het klimaatakkoord is de “Nationale agenda laadinfrastructuur”. Naar verwachting zijn er in 2025 in heel Nederland zo’n 1,8 miljoen openbare laadpalen nodig. In de gemeente Bergen staan op dit moment 34 laadpalen. De prognose is dat er 157 openbare laadpalen nodig zijn in 2025. Er is in de gemeente al een duidelijke toename te zien in het aantal aanvragen voor openbare laadinfrastructuur. Momenteel faciliteert de gemeente haar inwoners en ondernemers in deze behoefte. Dit gebeurt vanuit haar zorg voor de publieke ruimte en haar verantwoordelijkheid voor waar laadinfrastructuur wordt gerealiseerd, wie de realisatie en exploitatie uitvoert, en onder welke voorwaarden dit mag gebeuren. Om de komende jaren een goed groeiproces te doorlopen, wordt er momenteel gewerkt aan een beleidsvisie Elektrisch Vervoer en Laadinfrastructuur. Daarnaast wordt er een Fietsbeleidsplan voorbereid in samenwerking met de regio waarin onder andere snelfietsroutes worden geadresseerd.

Circulaire Economie

In het landelijke programma ‘Nederland Circulair 2050’ heeft het kabinet doelstellingen geformuleerd om zo snel mogelijk naar een volledig circulaire economie te gaan. Nederland wil minder afhankelijk worden van steeds schaarser wordende nieuwe grondstoffen. Dit kan door zoveel mogelijk grondstoffen lokaal te benutten en te behouden. Hergebruik van grondstoffen levert daarnaast een CO2 besparing op; het delven van nieuwe grondstoffen leidt tot aanzienlijk meer CO2 uitstoot dan hergebruik.

De Rijksoverheid stimuleert de circulaire economie door aan te sturen op de volgende drie ontwikkelingen 1) hergebruik van bestaande grondstoffen en producten, 2) herontwerp: het circulair of modulair ontwerpen van producten zodat de grondstoffen opnieuw te gebruiken zijn aan het einde van de levensduur van een product; 3) nieuwe businessmodellen die zich richten op reparatie, uitlenen, een service in plaats van een product verkopen met een beperkte levensduur.

Het eerste doel van de Rijksoverheid is 50% minder verbruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) in 2030. Het grondstoffenplan van de gemeente Bergen draagt bij aan deze opgave en heeft als doel om de hoeveelheid restafval van 232kg per inwoner per jaar naar 30 kg per inwoner te brengen in 2025. Dit beleidsplan is vergevorderd in de gemeente Bergen, u bent hiervan op de hoogte gesteld tijdens raadsinformatieavonden.

Een andere ontwikkeling is het Circulair Centrum. De BUCH gemeenten hebben een prijsvraag van het ministerie van I&W gewonnen om hier een impuls aan te geven. In een Circulair Centrum wordt invulling gegeven aan een samenwerking tussen milieustraten, kringloopwinkels, atelier, sociale werkgelegenheid en leent de locatie zich voor educatiedoeleinden en workshops rondom de transitie van afval naar grondstoffen.

Ruimtelijke Klimaatadaptatie

Het klimaat in Nederland verandert. Het KNMI verwacht hogere temperaturen, nattere winters, hevigere regenbuien en kans op drogere zomers. Dit heeft gevolgen voor de stedelijke omgeving, bijvoorbeeld door meer wateroverlast, grondwaterproblemen en hittestress. Het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) en de Nationale Adaptatie Strategie (NAS) vormen instrumenten om Nederland de komende jaren klimaatbestendiger in te richten. Het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie stelt dat iedere gemeente eind 2020 een beleid Ruimtelijke Adaptatie en een uitvoeringsprogramma heeft vastgesteld.

Het ‘samenwerkingsverband Waterketen, Noord-Kennemerland-Noord’ werkt aan het beleid en het uitvoeringsprogramma om de openbare ruimte anders in te richten (de ruimtelijke adaptatie). Dit betreft de BUCH + HAL gemeenten, HHNK en PWN. Er is een projectgroep klimaatadaptatie opgezet, waarin de BUCH gemeenten vertegenwoordigd zijn.

De opgaven en maatregelen worden momenteel in beeld gebracht met behulp van stresstesten. Vervolgens worden gesprekken (‘risicodialogen’) met betrokkenen gevoerd. Eind 2019/ begin 2020 wordt het gesprek gevoerd met het college B&W en u als gemeenteraad. De vraag is dan: tot welk niveau en tegen welke kosten gaan we inspanning leveren om hinder/overlast/schade te voorkomen, bijvoorbeeld in kelders, souterrains, begane grond, aan groen, op straat? Wat vinden we onaanvaardbaar, onwenselijk, acceptabel? Deze stap is nodig om de doelstellingen en de strategie te formuleren.

Het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie leidt tot een uitvoeringsprogramma in 2020. Het uitgangspunt is om hierin een aantal kansrijke projecten in de openbare ruimte op te nemen, waarbij werkzaamheden gecombineerd kunnen worden (werk-met-werk maken). De uitvoeringsprogramma’s van energietransitie, klimaatadaptatie en riolering worden slim samengesteld.

Duurzame Bedrijfsvoering

De gemeente doet er goed aan om zelf het goede voorbeeld geven zodat inwoners en ondernemers overtuigd zijn van het belang en de haalbaarheid van de ambities van de overheid. Hiertoe is het programma duurzame bedrijfsvoering opgericht. Dit omvat een aantal thema’s. In het programma wordt een duurzaamheidsambitie opgesteld voor gemeentelijke gebouwen en complexen en de interne afvalinzameling en –scheiding wordt verbeterd. Ook het verduurzamen van het wagenpark en het door ontwikkelen van duurzaam inkopen maakt hier onderdeel van uit. Hieronder een toelichting.

Aan de interne mobiliteit wordt ook aandacht besteed. Hieronder wordt verstaan het woonwerk verkeer van de medewerkers, de dienstreizen tijdens werkuren en het gebruik van gemeentelijke of eigen voertuigen voor het werk. Met dit vele gereis gaat CO2 uitstoot gepaard en dat moet minder.

Verder is een rode draad in het programma het bewust worden van duurzaamheid. Iedereen die werkt voor de Werkorganisatie zal zijn steentje bij kunnen/moeten dragen aan een schonere wereld en het zijn van een goed voorbeeld. Om te kunnen verduurzamen moet je weten wat het concreet kan inhouden. Het delen van ervaringen, onderzoeksgegevens en behaalde resultaten creëert een bepaalde bewustwording. Doel is om op verschillende manieren te vertellen en laten zien wat er in de Werkorganisatie BUCH allemaal gebeurt op het gebied van duurzaamheid.

Een duurzaam wagenpark is een toekomstbestendig wagenpark. Minder uitstoot van CO2 en well-to-wheel (bron-eindgebruiker) is het doel. Op dit moment wordt er een notitie geschreven en een advies opgesteld. Op basis van deze notitie wordt er een ambitie geformuleerd.

Voor de ambitie voor het verduurzamen van gemeentelijke gebouwen en complexen worden er nu diverse zaken onderzocht, maar ook al praktisch uitgevoerd. Op basis van deze ontwikkelingen wordt een duidelijker beeld verkregen van de huidige situatie en doelen om naartoe te werken. Ook samenwerkingen met bijvoorbeeld stichtingen en initiatieven vanuit de maatschappij worden hierbij beoordeeld. De afvalinzameling en verwerking van afval in de gemeentehuizen en dependances heeft een vlucht genomen. De puntjes worden op de i gezet en aan de stimulering en bewustwording van de medewerkers wordt gewerkt.

Het door ontwikkelen van duurzaam inkopen is ook een belangrijk thema binnen het programma. Inkopen vormt een soort ruggengraat in de organisatie. Bijna elke team of afdeling heeft er mee te maken. Bovendien koopt de Werkorganisatie voor tientallen miljoenen aan diensten en materialen in. Verduurzamen is hier dus zeer relevant.

De Gemeente Bergen heeft eind 2016 het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) ondertekent. Eind 2017 is het manifest MVI namens de gehele Werkorganisatie BUCH ondertekend. MVI is voor de gemeente dé manier om te laten zien dat zij de klimaat en milieu uitdagingen serieus aanpakt. Dat gebeurt door eisen te stellen aan de milieu impact van wat er ingekocht wordt. De scope hierbij is breed, van potloden tot woonwijken. Op dit moment wordt aan borging, kennis deling en communicatie van goede voorbeelden gewerkt binnen de BUCH gemeenten. Daarnaast is de werkorganisatie bij nationale initiatieven geïnitieerd door de Rijksoverheid en regionale initiatieven van de MRA om circulair in te kopen.

Meer informatie

Op 27 november 2019 is er een BUCH raadsinformatieavond waar het thema klimaat op de agenda staat. Daarnaast krijgt u binnenkort een uitnodiging voor een aantal werkbezoeken aan interessante projecten die aansluiten bij de thema’s in deze brief. U kunt zich dan verder verdiepen in de verschillende onderwerpen.

Wijziging Wet gemeenschappelijke regelingen

We willen u informeren over de reactie vanuit het college op de internetconsultatie van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Toelichting

In het regeerakkoord is opgenomen dat de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) wordt aangepast om de politieke verantwoording over gemeentelijke samenwerking te verbeteren. Besluitvorming in gemeenschappelijke regelingen moet transparanter zijn en betrokken gemeenteraden moeten hun controlerende rol beter kunnen uitvoeren en zo nodig kunnen ingrijpen. Daarnaast wil de regering de voorbereiding, opleiding en toerusting van de leden van gemeenteraden en Provinciale Staten versterken.

Dit voorjaar is aan de Tweede Kamer een tweetal notities gepresenteerd:

  1. Democratische legitimiteit bij interbestuurlijke samenwerking; Analyse van knelpunten en mogelijke oplossingen rondom effectiviteit en legitimiteit van interbestuurlijke samenwerking
  2. Versterking gemeenteraden bij effectieve samenwerking; Analyse van mogelijkheden tot wijziging van de Wgr ter versterking van de positie van de raad.

Met de voorgestelde wetswijzigingen, wordt getracht oplossingen te bieden aan de volgende knelpunten:

  • Meer participatiemogelijkheden; Versterk de mogelijkheden voor de raden, burgers en triple helix-partijen om passend te participeren in de samenwerking
  • Verbeteren kwaliteit door verruiming termijnen; Faciliteer de verbetering van de inhoudelijke kwaliteit van de stukken door minder verplichtingen inzake termijnen op te leggen
  • Meer zienswijzemogelijkheden; Voorzie in mogelijkheden voor raden om middels zienswijzen hun invloed te versterken
  • Opnemen periodieke evaluatie; Verplicht samenwerkingen tot het maken van afspraken over periodieke evaluatie
  • Faciliteer regiofunctie raadsleden; Faciliteer raadsleden die een regiofunctie vervullen, door een extra financiële vergoeding mogelijk te maken
  • Meer instrumenten raad; Voorzie in mogelijkheden om regionale organen waarin raden samenwerking extra instrumenten voor kaderstelling, controle en volksvertegenwoordiging te geven
  • Opnemen artikelen inzake uittreding; Verplicht samenwerkingen tot het maken van afspraken over een aantal cruciale aspecten bij uittreding. Hierbij denken wij in elk geval aan afspraken over personeel, contracten, huisvesting en investeringen.

Wijzigingsvoorstellen

Meer participatiemogelijkheden:

  1. In het algemeen bestuur van een, door het college ingestelde, regeling kunnen zowel wethouders als raadsleden, na instemming van de raad, zitting nemen. Dit dient wel in de regeling te zijn vastgelegd.
  2. De mogelijkheid om een raadscommissie in te stellen om besluitvorming van de raden van deelnemende gemeenten voor te bereiden of de raden te adviseren.

Verbeteren kwaliteit door verruiming termijnen:

  1. Begroting moet uiterlijk 15 september i.p.v. 1 augustus bij de Gedeputeerde Staten zijn ingediend
  1. Het dagelijks bestuur van de regeling levert begroting uiterlijk 30 april i.p.v. 15 april aan bij deelnemende gemeenten.
  2. Termijn voor zienswijze wordt verlengd van 8 naar 10 weken.

Zienswijzemogelijkheden:

  1. Mogelijkheid om zienswijze af te geven op wijziging, toetreding of opheffing van de gemeenschappelijke regeling binnen 8 weken na toezending.
  2. Het algemeen bestuur van de regeling stelt de raden van de deelnemende gemeenten schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze. Zowel bij zienswijze op de GR als zienswijze op de begroting.

Opnemen periodiek evaluatie:

  1. De regeling bevat bepalingen omtrent de evaluatie van de regeling

Faciliteer regiofunctie raadsleden:

  1. Tegenover deelname aan een raadscommissie kan een vergoeding komen te staan

Meer instrumenten raad:

  1. De informatieplicht van het algemeen bestuur wordt uitgebreid. In de regeling moet worden opgenomen hoe aan deze informatieplicht wordt voldaan.
  1. Recht van onderzoek
  1. Inzet lokale rekenkamers

Opnemen artikelen inzake uittreding:

  1. De regeling neemt bepalingen op die betrekking hebben over wijziging, opheffing, toetreding en de gevolgen van uittreding.

In de bijlage kunt u de reactie van het college van B&W van de gemeente Bergen terugvinden op de internetconsultatie van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wgr.

Meer informatie is terug te vinden op https://www.internetconsultatie.nl/democratischelegitimatiegemeenschappelijkeregelingen

Bijlage: