Nieuwe datum voor zorgvuldige start Omgevingswet: 1 juli 2022
Op 1 januari 2022 zou de Omgevingswet inwerkingtreden. De minister en de decentrale koepels hebben op 26 mei jl. gezamenlijk besloten dat de geplande invoeringsdatum uitgesteld wordt met een half jaar. Met dit uitstel naar 1 juli 2022 komt er extra tijd en ruimte voor een goede invoering van de wet. Zo is er langer de tijd om een opgeleverd, ingeregeld en stabiel werkend Digitaal Stelsel Omgevingswet (hierna: DSO) te krijgen en ermee te oefenen. In deze nieuwsbrief informeren wij u over de impact van het uitstel op onze voorbereidingen op de wet.
Voorwaarden voor een verantwoorde inwerkingtreding
Zoals in bijgaande kamerbrief van de minister is te lezen zijn aan de nieuwe invoeringsdatum enkele voorwaarden verbonden. Zo moet de continuïteit van primaire processen – de planvorming en de vergunningverlening – en van de dienstverlening aan inwoners en ondernemers zijn gegarandeerd. Waardoor belangrijke gebiedsontwikkelingen, waaronder woningbouw, niet worden gehinderd. Dat betekent dat er een stabiele landelijke voorziening van het DSO moet zijn, waarop bevoegd gezagen moeten aansluiten. In het najaar zal de minister met de koepels beoordelen of op tijd aan deze voorwaarden wordt voldaan.
Ook moet deze datum nog vastgelegd worden in een Koninklijk Besluit (hierna KB). Dat is de laatste stap waarmee de voorgenomen datum van inwerkingtreding definitief wordt. Alleen na instemming van de Eerste en Tweede Kamer kan de Omgevingswet in werking treden.
Wat betekent dit voor onze gemeente?
De voorbereidingen op de Omgevingswet in gemeente Bergenzijn in volle gang. Dit doen wij in samenwerking met de gemeenten Uitgeest, Castricum en Heiloo. Deze voorbereidingen zetten we onverminderd voort, binnen de kaders zoals begin 2019 door de raad vastgesteld in het Ambitiedocument Omgevingswet. Met dat besluit is de richting bepaald waarbinnen de invoering van de Omgevingswet plaatsvindt.
De invoering van de Omgevingswet is een omvangrijke en complexe opgave. We hebben al mooie stappen gezet in onze voorbereiding op de Omgevingswet. Een groot deel van de invoering staat ook los van de invoeringsdatum. Zoals het opstellen van de omgevingsvisie, de voorbereidingen voor het omgevingsplan en het aanpassen van onze manier van (samen)werken. Dit uitstel biedt ons wel extra tijd en ruimte om te oefenen en ons nog beter voor te bereiden. We gebruiken de extra tijd om beter vertrouwd te raken met de nieuwe manier van werken en onze dienstverlening te verbeteren voordat de Omgevingswet in werking treedt.
Het uitstel heeft uiteraard ook impact op onze voorbereidingen. Zo moeten we er nu rekening mee houden dat de nieuwe datum midden in het jaar en vlak na de gemeenteraads-verkiezingen valt.
Een aantal onderdelen lichten we hieronder nader toe.
Inzicht in de structurele effecten
Onderdeel van de implementatie van de Omgevingswet is het verkrijgen van inzicht in de structurele effecten van de Omgevingswet op de werkorganisatie en de gemeente. Een aantal effecten treedt direct na de inwerkingtreding op, maar een groot deel zal in de jaren daarna plaatsvinden. Deze effecten zijn namelijk afhankelijk van beleidskeuzes die onder andere in het omgevingsplan worden gemaakt. Ter voorbereiding op de gemeentebegroting 2022 wordt een eerste beeld van de structurele effecten voorbereid. Dit gebeurt wel met verschillende voorbehouden; veel van de gevolgen zijn immers nog onzeker.
Ook landelijk zijn de eenmalige en structurele directe financiële effecten in beeld gebracht. Dit heeft geresulteerd in het Integraal Financieel Beeld (IFB). Het IFB biedt een nulmeting voor de drie interbestuurlijk afgesproken financiële evaluaties van de stelselherziening in 2022, 2023 en 2027. Volgens het IFB komen de structurele effecten van de wet op jaarlijks 34 miljoen euro negatief tot 168 miljoen positief, afhankelijk van onder meer gemeentelijke beleidskeuzes.
Het uitstel brengt ook extra kosten met zich mee. Tijdens de eerste financiële evaluatie in 2022 zullen de minister en de koepels kijken welke extra kosten de nieuwe datum met zich mee heeft gebracht. Het uitgangspunt is dat de Omgevingswet budgetneutraal kan worden ingevoerd in een periode van 10 jaar. Het is nog zeer onzeker of dit uitgangspunt voor gemeenten reëel is. Vele gemeenten, waaronder gemeente Bergen, hebben bij de VNG aangedrongen om met het ministerie te komen tot financiële oplossingen, zodat de wettelijke invoering van de Omgevingswet niet lijdt tot een kostenverzwaring voor de inwoners. Het Rijk en de bestuurlijke partners hebben afgesproken dat zij in interbestuurlijk verband zullen zoeken naar oplossingen voor financiële knelpunten. Daar zijn op dit moment geen nadere toezeggingen op gedaan vanwege de demissionaire status van het kabinet. Naast andere oplossingen is ook financiële compensatie van een deel van de transitiekosten een optie als blijkt dat de Omgevingswet niet budgetneutraal kan worden ingevoerd.
Samenwerkingsafspraken
Door de Omgevingswet zal er een verschuiving plaats vinden in het takenpakket van de betrokken gemeenschappelijke regelingen – Omgevingsdienst, Veiligheidsregio en GGD – en zullen er nieuwe taken bijkomen. We hebben nauw contact met deze gemeenschappelijke regelingen om te komen tot afspraken over de samenwerking en de dienstverlening. De drie gemeenschappelijke regelingen zijn voornemens om gezamenlijk een regionale raadsinformatieavond te organiseren. Hiervoor ontvangt u te zijner tijd een uitnodiging.
Digitalisering
Belangrijke reden om de Omgevingswet uit te stellen is het DSO. In oktober 2021 gaat de minister met de koepels vaststellen of het DSO op het benodigde minimale niveau functioneert. Het lokaal werkend krijgen van het DSO is voor bevoegd gezagen en softwareleveranciers een complexe operatie. Met het uitstel hebben we genoeg tijd om het stelsel in te regelen en ermee te oefenen, zodat de ketens voor vergunningverlening en planvorming werken. Voor de BUCH-gemeenten hebben we de systemen voor planvorming en toepasbare regels aangesloten op het DSO. De aansluiting van het VTH-systeem wordt naar verwachting in het derde kwartaal van 2021 gerealiseerd. Dit biedt voldoende tijd om de software in te regelen en ermee te oefenen.
Afsluitend
Tot slot benadrukken we dat de inhoud van de wet niet ter discussie staat, die is al door de Eerste en Tweede Kamer aangenomen. Het uitstel heeft ook geen gevolgen voor de einddatum van de transitie. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is namelijk niet het eindpunt van onze implementatie. De transitie en daarmee gemoeide budgetten loopt door tot en met 2024. Daarbij is een zorgvuldige en verantwoorde inwerkingtreding essentieel, zodat de dienstverlening aan onze inwoners en ondernemers op peil blijft.