Voortgangsrapportage november maatregelen fase 3 Corona Steun en herstel

Maatschappelijke organisaties, verenigingen en ondernemers zijn getroffen door de effecten en maatregelen van het coronavirus. Het kabinet heeft een omvangrijk pakket aan maatregelen om de ondernemers zoveel mogelijk te ondersteunen. Ook vanuit de gemeente kijken wij hoe wij organisaties, verenigingen en ondernemers in onze gemeente (aanvullend) kunnen helpen, waarbij tegelijkertijd de blik vooruit gericht is. In juni 2020 heeft uw raad besloten tot uitvoering van een pakket aan steun- en herstelmaatregelen in fase 3 Uw raad wordt periodiek op de hoogte gesteld over de voortgang.

In de bijlage de gehele tekst:

Nieuwe prestatieafspraken

De prestatieafspraken Bergen 2021-2024 met het jaarplan 2021 is door het college vastgesteld en door alle partijen ondertekend.

Proces

Het afgelopen half jaar is er intensief gewerkt aan het opstellen van de bijgevoegde prestatieafspraken. Atrivé is namens de BUCH gemeenten en Kennemer Wonen gevraagd procesbegeleider te zijn voor de meerjarige prestatieafspraken 2021-2024. De thema’s waarop prestatieafspraken zijn gemaakt lijken op de thema’s in de prestatieafspraken 2017-2020. Er is voor gekozen om met alle partijen (Kennemer Wonen, huurdersorganisaties en de gemeenten Uitgeest, Castricum, Bergen en Heiloo) gezamenlijk de prestatieafspraken op te stellen. De prestatieafspraken 2021-2024 geven invulling aan de afzonderlijke gemeentelijke kaders en doelstellingen zoals is geformuleerd in het lokale woonbeleid van de afzonderlijke gemeenten.

Prestatieafspraken 2021-2024

De gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo, Kennemer Wonen en de huurdersorganisaties zien dat een duurzame samenwerking ofwel intensief partnerschap cruciaal is om de opgaven op te pakken en de ambities te realiseren. Dit partnerschap is verankerd in prestatieafspraken op middellange termijn (2021-2024) en het uitvoeringsgerichte jaarplan voor het komende jaar (2021). De drie partijen hebben vanuit een gelijkwaardige positie de prestatieafspraken vastgelegd. De bijgevoegde prestatieafspraken zijn door de colleges in de BUCH gemeenten vastgesteld en zijn door alle partijen ondertekend.

De prestatieafspraken 2021-2024 omvatten de ambities en afspraken voor de volkshuisvesting op de langere termijn en vormt de kapstok die aangeeft wat partijen willen bereiken. Lokaal woonbeleid vormt hiervoor de basis. Belangrijke thema’s waarop de prestatieafspraken zijn gemaakt zijn:

1.         Beschikbaarheid;

2.         Betaalbaarheid;

3.         Energiezuinige woningvoorraad;

4.         Wonen met Zorg;

5.         Huisvesting urgente doelgroepen;

6.         Leefbaarheid;

7.         Samenwerking.

De afspraken hebben een looptijd van vier jaar en worden jaarlijks geëvalueerd. De drie partijen overleggen vanuit een gelijkwaardige positie en formuleren gezamenlijke volkshuisvestelijke ambities. In de prestatieafspraken wordt vastgelegd welke bijdrage iedere partij levert aan de realisatie van de gestelde ambities.

Samenwerking

Er liggen belangrijke opgaven op het terrein van wonen: er is een toenemend tekort aan sociale huurwoningen, het aanbod voor de lagere middeninkomens is beperkt, het aantal kwetsbare bewoners neemt toe en onder bepaalde groepen bewoners is sprake van armoede en betaalbaarheidsproblemen. We maken afspraken om samen dingen voor elkaar te krijgen maar ook om elkaar op aan te spreken indien nodig. En zeker dat laatste is nodig voor het behalen van de prestatieafspraken met elkaar.

In de bijlage vindt u de prestatieafspraken voor de gemeente Bergen voor de periode 2021-2024 inclusief het jaarplan 2021.

Update Covid 19 steun 2020 Kranenburgh

Op 23 juni 2020 heeft Kranenburgh de gemeente om extra financiële ondersteuning verzocht ter compensatie van de financiële gevolgen van de coronamaatregelen. Op 24 september jl. heeft uw raad ingestemd met het verlenen van een eenmalige maximale subsidie van € 353.320 voor 2020.

Op 9 december jl. heeft Kranenburgh de gemeente geïnformeerd over de tussenstand van het tekort voor 2020. Daaruit blijkt dat de door Kranenburgh aangevraagde bedragen bij het Mondriaanfonds en het Kickstart Cultuurfonds beide zijn toegekend. Ook geeft het museum aan meer extra inkomsten te hebben dan verwacht door een hoger aantal bezoekers dan geraamd, extra donaties van bezoekers bij het boeken van een entreekaart, de geschonken opbrengst van de kunstveiling door de Rabobank, en door spontane donaties van particulieren. Kranenburgh is blij verrast met deze extra inkomsten. Ook ervaart Kranenburgh deze betrokkenheid van bezoekers en overige begunstigers als een extra stimulans om ook in deze tijd een zo goed mogelijke programmering te blijven bieden. Daarnaast is Kranenburgh gebruik blijven maken van de landelijke steunmaatregelen waar mogelijk. Tegelijkertijd geeft Kranenburgh aan dat er ook tegenvallers zijn. Bijvoorbeeld de kosten voor het online reserveringssysteem, de hogere inhuur van oproepkrachten, en de twee weken sluiting van onlangs. Ook nu moet het museum opnieuw tijdelijk sluiten.

Ondanks de tegenvallers en de huidige sluiting valt het tekort voor 2020 een stuk lager uit dan waar maximaal rekening mee was gehouden. De tussenstand van het tekort bedraagt tot begin december ongeveer €180.000. Het definitieve tekort zal blijken uit de jaarrekening 2020 van Kranenburgh.

Daarnaast hebben we als gemeente op 24 november jl. een bevestiging ontvangen van de provincie Noord Holland dat het aangevraagde bedrag bij het Provinciale Noodfonds (waaronder een bedrag voor Kranenburgh), eveneens is toegekend. Het college heeft de provincie een dankbrief gestuurd voor de steun uit het noodfonds. De dekking van het uiteindelijke tekort van Kranenburgh zal worden verdeeld over de gemeente (35%) en de provincie (65%), passend binnen de eerder verleende steunbedragen. Zoals het er nu uitziet, zal het daar dus zeker binnen blijven.

Tussenevaluatie JeugdzorgPlus 2020

Ter informatie de tussenevaluatie van JeugdzorgPlus voor de periode 4 februari 2020 – 19 oktober 2020

Deze tussenevaluatie vleit voort uit de toezegging om uw raad twee keer per jaar te informeren over de stand van zaken van de JeugdzorgPlus.

In de bijlage vindt u de tussenevaluatie JeugdzorgPlus van de periode van 4 februari 2020 tot 19 oktober 2020. Deze tussenevaluatie is opgesteld om te informeren over de stand van zaken van de JeugdzorgPlus aan de hand van de inkoopdoelstellingen

Omdat het aantal jeugdigen dat in de JeugdzorgPlus instelling van Horizon verblijft relatief laag is, is er voor gekozen om de periode waarover deze tussenevaluatie gaat te verlengen tot 9 maanden.

In het voorjaar van 2021 worden de resterende maanden verwerkt in een eindevaluatie JeugdzorgPlus van 1 jaar (periode 4 februari 2020 tot 4 februari 2021). In de eindevaluatie worden ook de transformatiedoelstellingen in de bespreking meegenomen, zoals dat in de versie in mei ook is gedaan.

In de tussenevaluatie die voorligt wordt ingegaan op de inkoopdoelstellingen zoals de achttien gemeenten hebben vastgelegd en wordt aan de hand van de contractmanagementdata een toelichting gegeven op de voortgang van JeugdzorgPlus. Deze tussenevaluatie is vooral een kwantitatieve weergave van de afgelopen 9 maanden.

In het voorjaar van 2021 wordt de eindevaluatie van de periode 4 februari 2020-4 februari 2021 met uw raad gedeeld.

Vooraankondiging reactieve aanwijzing onderweg

Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland heeft afgelopen dinsdag besloten een vooraankondiging reactieve aanwijzing te versturen. Deze vooraankondiging is een formeel onderdeel van de ruimtelijke procedure maar heeft verder geen rechtsgevolgen. Vanuit de actieve informatieplicht die op het college van Burgemeester en Wethouders ligt wordt de vooraankondiging ook met uw raad gedeeld.   

Op dit moment is de brief met daarin de vooraankondiging nog niet formeel ontvangen, waarschijnlijk duurt de postbezorging enkele dagen. De portefeuillehouders in beide colleges onderhouden echter een open communicatielijn en informeren elkaar vooraf over het versturen van brieven en het nemen van besluiten. Op die manier kan uw raad nu ook bijtijds worden geïnformeerd.

De vooraankondiging komt niet als een verrassing omdat zij onderdeel uitmaakt van de manier waarop de provincie invulling geeft aan haar taken binnen de Wet ruimtelijke ordening. In de vooraankondiging wordt opgemerkt dat onder meer de Nota van Beantwoording nog niet aan de provincie is toegestuurd. De procedure rond de reactieve aanwijzing ligt primair besloten in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening.[1] Het college wenst die procedure zo zorgvuldig mogelijk te volgen omdat deze ontwikkeling belangrijk is voor het terugbrengen van de rust in het centrum van Bergen. Daarom kan de Nota van Beantwoording pas worden verstuurd na vaststelling door uw raad. De provincie is eerder wel gewezen op de mogelijkheid de stukken digitaal in te zien. Ambtelijk is inmiddels contact geweest met de provincie om de verdere procedure beter op elkaar af te stemmen.

Download hier de brief van de provincie:



[1]Artikel 3.8, lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening: (…) indien door gedeputeerde staten, (…) een zienswijze is ingediend en deze niet volledig is overgenomen of indien de gemeenteraad bij de vaststelling van het bestemmingsplan daarin wijzigingen heeft aangebracht ten opzichte van het ontwerp, anders dan op grond van zienswijzen van gedeputeerde staten, (…). In zodanig geval zenden burgemeester en wethouders na de vaststelling onverwijld langs elektronische weg het raadsbesluit aan gedeputeerde staten (…).

Hoge urgentie nieuwe milieustraat

Wat is er aan de hand?

Bergen heeft momenteel 3 milieustraten in Schoorl, Egmond aan Zee en Bergen. Deze zijn verouderd. Ze voldoen niet aan alle huidige eisen. Regelgeving voor milieustraten is de laatste jaren strenger geworden en de verwachting is dat er de komende jaren nieuwe eisen bijkomen. Om aan de meeste nieuwe regelgeving te voldoen zijn op alle locaties forse investeringen nodig, terwijl veel knelpunten blijven bestaan en niet aan alle regelgeving voldaan kan worden. Daarnaast zijn alle locaties te klein om te voldoen aan toekomstige eisen en wensen met betrekking tot het landelijke afvalbeleid. Het opknappen of investeren in de huidige locaties is dus geen mogelijkheid. De urgentie om een nieuwe, toekomstbestendige milieustraat te ontwikkelen is hoog. In de overbruggingsperiode totdat een nieuwe milieustraat is gerealiseerd, worden de drie milieustraten met minimale investeringen en oog op de veiligheid, open gehouden.

Hieronder gaan we uitgebreid in op het wat en waarom

Omdat de huidige milieustraten niet meer voldoen is het een prioriteit om toe te werken naar een nieuwe milieustraat op een nieuwe locatie. Geen van de huidige locaties is geschikt of groot genoeg om een nieuwe milieustraat te realiseren. Locatie-onderzoek is in gang gezet en zal versneld worden. Daarnaast wordt de bouw en ontwikkeling van een toekomstbestendige milieustraat uitgewerkt, met bijhorende kosten. In het eerste kwartaal van 2021 komt hiervoor een bestuursopdracht. Hierbij wordt de samenwerking met de andere gemeenten binnen de BUCH verder onderzocht.

Samenwerking BUCH

Onlangs is een start gemaakt met de samenwerking tussen de milieustraten binnen de BUCH: inwoners kunnen sinds 1 januari bij alle milieustraten terecht, hier wordt veelvuldig gebruik van gemaakt. Ook de exploitatie van de milieustraten in de UCH wordt steeds sterker verweven. Omdat belangrijke keuzes gemaakt moeten worden over de toekomst van een groot aantal van de milieustraten in de BUCH, biedt dit een kans om de samenwerking verder vorm te geven. Bij het locatie-onderzoek wordt de mogelijke samenwerking met Heiloo, Castricum en Uitgeest verder uitgewerkt.

Milieustraten en grondstoffenbeleid

Milieustraten spelen een belangrijke rol in het terugdringen van grof restafval, het hergebruik van materialen en in bewustwording over het scheiden en de waarde van afval. In de toekomst gaan ze een grote rol spelen in de circulaire economie. Om het grof restafval verregaand terug te dringen, richting de landelijke doelstelling van 5 kg per inwoner per jaar in 2025, moet op een heel andere manier naar de functie en het uiterlijk van de milieustraat gekeken worden. De huidige milieustraten zijn gericht op afval scheiden en recycling.  De milieustraat moet een plek worden waar hergebruik en reparatie voorop staan. Daarnaast moet het uiterlijk de waarde van de grondstoffen onderstrepen.

Landelijke wet- en regelgeving

De Rijksoverheid heeft als doel gesteld dat Nederland in 2050 een circulaire economie heeft. In het Uitvoeringsprogramma Nederland Circulair in 2050 zijn onder andere de doelstellingen geformuleerd om in 2025 tot 30 kg restafval per inwoner per jaar te komen, waarvan 5 kg grof restafval.

Lokaal beleid

Het ontwikkelen van een nieuwe duurzame milieustraat sluit aan bij het grondstoffenbeleidsplan dat nu ontwikkeld wordt voor de gemeente Bergen. De doelstelling is om in 2025 naar 30 kg restafval te gaan waarvan 5 kg grof. Het grondstoffenbeleidsplan geeft invulling aan het terugbrengen van het fijn huishoudelijk restafval. Dit voorstel heeft betrekking op het terugbrengen van het grof huishoudelijk restafval.

Risico’s

De risico’s die de verouderde milieustraten met zich mee brengen worden zorgvuldig onderzocht en in kaart gebracht. In januari komt hier een overzicht van. Een aantal risico’s zoals de verkeersveiligheid in rondom de milieustraat in Bergen wordt nu behandeld. De risico’s worden geminimaliseerd tijdens de overbruggingsperiode, waarbij de milieustraten zo sober en doelmatig mogelijk open gehouden worden.  

Participatie

Participatie is integraal onderdeel van de ontwikkeling van een nieuwe milieustraat, in de vorm van betrekken onderwijs, inwoners, kringloopwinkels, repair-cafés, zorginstellingen en ondernemers bij het invullen van de functionaliteiten van de milieustraat.

Duurzaamheid

De ontwikkeling van een nieuwe locatie is gericht op duurzaamheid en circulariteit zowel met betrekking tot beleid als bedrijfsvoering.

Afvalinzameling blijft tot eind 2022 bij HVC

Het college van de gemeente Bergen kiest ervoor om de inzameling van huishoudelijk afval ook in 2022 nog door de HVC te laten verzorgen. Het college verlengt de  dienstverleningsovereenkomst met HVC met een jaar. Het college overweegt om na 2022 de afvalinzameling in eigen beheer te organiseren.

Grondstoffenbeleid

De gemeente is volop aan de slag met het opstellen van nieuw grondstoffenbeleid. Nu ligt de hoeveelheid restafval per inwoner nog rond de 230 kilo per jaar. Het doel is om deze hoeveelheid terug te brengen naar 30 kilo. Daarnaast wil de gemeente de milieustraten verbeteren.

Inwonerspanel grondstoffenbeleidsplan

Wethouder Erik Bekkering: “We zijn een hele groene gemeente, maar we hebben nog een slag te maken in de manier waarop we met ons afval en onze grondstoffen omgaan. Hoe we dat gaan doen en welke maatregelen daarbij passen, gaan we samen met een panel van inwoners bespreken. De verlenging van de dienstverlening door HVC met een jaar geeft ons de ruimte om dat zorgvuldig te doen.”

Inzameling in eigen beheer BUCH

De afgelopen tien jaar heeft HVC de afvalinzameling en het beheer van de milieustraten voor de gemeente gedaan. Bergen is daarmee een uitzondering binnen de vier BUCH-gemeenten; voor de gemeenten Heiloo, Uitgeest en Castricum zamelt de ambtelijke werkorganisatie zelf het afval in. Ook zijn de milieustraten in eigen beheer.

Vervolg structuurvisie Bergen Oost

Op 22 oktober stelde de gemeenteraad de aanvullingen op de structuurvisie Bergen Oost over verkeer en beeldkwaliteit vast. De komende jaren vinden in dit gebied ontwikkelingen plaats; zo wordt op dit moment zwembad de Beeck herbouwd en komt er woningbouw op het BSV terrein. Ook zijn er locaties waar de huidige eigenaren of gebruikers naar verwachting vertrekken waardoor er mogelijkheden ontstaan voor nieuwbouw. Bewoners en andere belanghebbenden in het gebied maken zich zorgen over de omvang van het aantal nieuw te bouwen woningen, de verwachte toename van autoverkeer die dit met zich meebrengt en het vele bouwverkeer. Het college vervolgt daarom op korte termijn het gesprek met belanghebbenden over deze punten. Voor het huidige bouwverkeer van en naar De Beeck is inmiddels een oplossing gevonden.

Participatie definitieve ‘knip’ Molenweidtje

Een van de uitgangspunten van de structuurvisie is dat de historische Kerkedijk wordt ontlast als het gaat om autoverkeer. Verkeer naar en van de te ontwikkelen gebieden wordt daarom in de toekomst deels via de Churchilllaan geleid. Hiervoor wordt het Molenweidtje voor tweerichtingsverkeer ingericht en wordt een ‘knip’ in het Molenweidtje aangebracht. Auto’s kunnen deze knip niet passeren. In de structuurvisie staat niet waar de knip in het Molenweidtje precies komt te liggen. De gemeente wil de locatie samen met de omgeving en belanghebbenden bepalen. Hiervoor worden begin 2021 bijeenkomsten georganiseerd. In de eerste bijeenkomst wordt met vertegenwoordigers van bewoners en eigenaren gesproken over wat men verwacht van de participatie. Op basis hiervan wordt de invulling van de volgende bijeenkomsten bepaald. De uitkomsten van de gesprekken en een advies over de definitieve locatie van de knip worden in het tweede kwartaal van 2021 voorgelegd aan de raad.

Participatie verdichtingsvarianten BSV

Voor het BSV-terrein maakt de gemeente drie scenario’s met verschillende dichtheden van de bebouwing, namelijk 27, 31 en 35 woningen per hectare. Deze drie scenario’s worden voorgelegd aan en besproken met omwonenden en belanghebbenden tijdens twee digitale bijeenkomsten. De resultaten van deze gesprekken worden in het tweede kwartaal van 2021 in de vorm van een ontwerp bestemmingsplan voorgelegd aan de raad.

Tijdelijke maatregelen bouwverkeer De Beeck

Voor de bouw van het nieuwe zwembad de Beeck wordt veel materiaal aangevoerd met vrachtauto’s. Bij de start van de bouw is een route afgesproken voor het bouwverkeer; heen over de Kerkedijk en terug over de Churchilllaan. Helaas ontstaat er in de praktijk overlast door het vrachtverkeer. De gemeente heeft daarom de bouwroute aangepast en zet verkeersregelaars in. De betrokken aannemer, omwonenden en deinstellingen langs het Molenweidtje zijn op de hoogte gebracht van de maatregelen.

Om de kwetsbare, historische Kerkedijk te ontlasten mag het bouwverkeer van De Beeck met ingang van 7 december alleen nog via de Churchilllaan het gebied in en uit. Om op de plaats van bestemming te komen moet dit verkeer tegen de rijrichting in rijden op het Molenweidtje. Om dit veilig te laten verlopen, worden verkeersregelaars ingezet gedurende werktijden van de aannemer van de Beeck (7.00 – 16.00 uur). Voor het overige vrachtverkeer, autoverkeer en fietsverkeer blijft de situatie ongewijzigd. Wel kunnen zij te maken krijgen met de verkeersregelaars.

Voor de scholieren van de Europese School was de oorspronkelijke route ook niet optimaal. Daarom is afgesproken dat op tijden dat de school in- en uitgaat (dagelijks tussen 08:30 – 09:30 en 16:00 – 17:00 en op dinsdag, woensdag en vrijdag ook tussen 12:45 – 13:45) er geen transportbewegingen voor de school plaatsvinden. Deze afspraak geldt niet alleen voor het bouwverkeer van De Beeck, maar voor al het vrachtverkeer in het gebied.

Samenwerken in de Waterketen 2021-2030 – Regio Alkmaar

Sinds de landelijke afspraken voor samenwerken in de waterketen (Bestuursakkoord Water 2011) hebben de zeven gemeenten en het hoogheemraadschap in de regio Alkmaar nauw samengewerkt om de in het bestuursakkoord voor 2020 vastgelegde doelen te halen. Aan het eind van 2020 loopt het Bestuursakkoord Water af. Daarmee lopen ook de convenanten, die voor de samenwerking zijn afgesloten tussen gemeenten, hoogheemraadschap en PWN, af. Vanwege de behaalde positieve resultaten is besloten om deze intensieve samenwerking in de waterketen voort te zetten en gezamenlijk in te spelen op de nieuwe ontwikkelingen op basis van nieuwe convenanten voor Noorderkwartier en voor de regiogemeenten. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan een gezonde en prettige leefomgeving.

Vanaf 2011 is gewerkt aan de doelen uit het Bestuursakkoord Water: het verlagen van de kosten, het verbeteren van de kwaliteit van het beheer van de keten en het verminderen van de kwetsbaarheid van de organisaties. Er is in de samenwerking in de regio veel bereikt:

  • Nauwe afstemming voor de invulling van de zorgplichten van de partijen op het gebied van water.
  • Een ‘moeder’-GRP (Gemeentelijk RioleringsPlan) als basis voor de gemeentelijke beleidsplannen.
  • Er is een team opgezet, waarin naast de rioolbeheerders, twee externe gegevensanalisten werkzaam zijn.
  • Inzicht in het functioneren van onderdelen van de waterketen is vergroot.
  • Gezamenlijk onderzoek is uitgevoerd naar grondwater en dan met name naar de zogenaamde onderlast ten gevolge van klimaatverandering.

De belangrijkste opgaven waar waterketenbeheerders voor staan voor de komende jaren zijn:

  1. Het verbeteren van het functioneren van de gehele waterketen door optimalisatie en afstemming van maatregelen en bijbehorende investeringsprogramma’s in de waterketen;
  2. Aanpassen van de waterketen incl. openbare ruimte en fysieke leefomgeving aan de klimaatverandering. Dit maakt onderdeel uit van de opgave uit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie.
  3. Een groot deel van de riolering is aangelegd vanaf de jaren ’70 van de vorige eeuw. Deze riolen zullen de komende jaren aan het eind van hun levensduur komen en vervangen of gerenoveerd moeten worden. Op basis van verwachte levensduren zullen vervangingen de komende jaren snel toenemen en een piek bereiken zo rond 2040 – 2050. Het moment waarop dit plaatsvindt, is per gemeente verschillend.
  4. Afstemming met andere ruimtelijke opgaven, zoals de energietransitie die in bepaalde wijken mogelijk leidt tot de aanleg van warmteleidingen.
  5. Een specifiek probleem dat ook verergerd wordt door klimaatverandering is fluctuatie van grondwaterstanden. In de winter zal de grondwaterstand gemiddeld hoger worden en in de zomer lager dan nu gebruikelijk met mogelijke gevolgen voor wegen, groen en houten funderingen van woningen.
  6. De afstemming van beleid direct in en om de waterketen en de daaruit voortvloeiende maatregelen met overige beleidsvelden als onderdeel van de regelgeving binnen de Omgevingswet.

Deze onderzoeken en ontwikkelingen vereisen een flinke inspanning van de beheerders. Een verdere professionalisering van het beheer is daarvoor een vereiste. Er valt veel winst te behalen door de werkzaamheden gezamenlijk met alle gemeenten uit de regio en het hoogheemraadschap op te pakken. Dit leidt niet alleen tot kostenreductie, maar door kennis te delen, verbetert ook de kwaliteit van het beheer van de waterketen en de kwetsbaarheid van de organisaties vermindert.

Kinderkrant en sollicitatie kinderburgemeester

Eind oktober is de Kinderkrant gemeente Bergen verspreid. Alle bassischoolleerlingen van de groepen 5 t/m 8 in de gemeente Bergen kregen de krant via hun school. Dit om de kinderen een hart onder de riem te steken tijdens deze coronatijd en meer contact met de jeugd te krijgen. In de krant stond ook een vacature voor kinderburgemeester.

Vacaturetekst kinderburgemeester
In de vacaturetekst staat het volgende: ‘Onze burgemeester, Peter Rehwinkel, vindt de mening van kinderen belangrijk. Zeker in deze gekke coronatijd. Daarom is hij op zoek naar een kinderburgemeester. De kinderburgemeester praat en denkt mee met de burgemeester en is betrokken bij activiteiten.’

Sollicitatieprocedure
Meerdere kinderen hebben inmiddels gesolliciteerd. In december worden vier kinderen geselecteerd. Zij hebben een eerste gesprek met burgemeester Rehwinkel en de kinderburgemeester van Heiloo of Uitgeest. Na deze gesprekken worden twee kinderen gekozen die een tweede gesprek krijgen met de burgemeester en een raadslid. In overleg met de griffier wordt dit raadslid nog benaderd.

Installatie door de gemeenteraad
Als er een kinderburgemeester is gekozen, wordt deze ‘officieel’ geïnstalleerd door de raad. Over deze procedure volgt later meer. Het is de bedoeling dat de kinderburgemeester betrokken wordt bij verschillende activiteiten, zoals bijvoorbeeld bij het uitreiken van een koninklijke onderscheiding of het bijwonen van een werkbezoek. Daarnaast gaat de burgemeester regelmatig met de kinderburgemeester in gesprek om zijn of haar mening te horen over bepaalde onderwerpen.

Bijlage: