Maatschappelijke organisaties, verenigingen en ondernemers zijn getroffen door de effecten en maatregelen van het coronavirus. Het kabinet heeft een omvangrijk pakket aan maatregelen om de ondernemers zoveel mogelijk te ondersteunen. Ook vanuit de gemeente kijken wij hoe wij organisaties, verenigingen en ondernemers in onze gemeente (aanvullend) kunnen helpen, waarbij tegelijkertijd de blik vooruit gericht is. In juni 2020 heeft uw raad besloten tot uitvoering van een pakket aan steun- en herstelmaatregelen in fase 3 Uw raad wordt periodiek op de hoogte gesteld over de voortgang.
De
prestatieafspraken Bergen 2021-2024 met het jaarplan 2021 is door het college
vastgesteld en door alle partijen ondertekend.
Proces
Het afgelopen half jaar is er intensief gewerkt aan het opstellen van de
bijgevoegde prestatieafspraken. Atrivé is namens de BUCH gemeenten en Kennemer
Wonen gevraagd procesbegeleider te zijn voor de meerjarige prestatieafspraken
2021-2024. De thema’s waarop prestatieafspraken zijn gemaakt lijken op de
thema’s in de prestatieafspraken 2017-2020. Er is voor gekozen om met alle
partijen (Kennemer Wonen, huurdersorganisaties en de gemeenten Uitgeest,
Castricum, Bergen en Heiloo) gezamenlijk de prestatieafspraken op te stellen.
De prestatieafspraken 2021-2024 geven invulling aan de afzonderlijke
gemeentelijke kaders en doelstellingen zoals is geformuleerd in het lokale
woonbeleid van de afzonderlijke gemeenten.
Prestatieafspraken
2021-2024
De gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo, Kennemer
Wonen en de huurdersorganisaties zien dat een duurzame samenwerking ofwel
intensief partnerschap cruciaal is om de opgaven op te pakken en de ambities te
realiseren. Dit partnerschap is verankerd in prestatieafspraken op middellange
termijn (2021-2024) en het uitvoeringsgerichte jaarplan voor het komende jaar
(2021). De drie partijen hebben vanuit een gelijkwaardige positie de
prestatieafspraken vastgelegd. De bijgevoegde prestatieafspraken zijn door de
colleges in de BUCH gemeenten vastgesteld en zijn door alle partijen
ondertekend.
De prestatieafspraken 2021-2024 omvatten de ambities en
afspraken voor de volkshuisvesting op de langere termijn en vormt de kapstok
die aangeeft wat partijen willen bereiken. Lokaal woonbeleid vormt hiervoor de
basis. Belangrijke thema’s waarop de prestatieafspraken zijn gemaakt zijn:
1. Beschikbaarheid;
2. Betaalbaarheid;
3. Energiezuinige
woningvoorraad;
4. Wonen met
Zorg;
5. Huisvesting
urgente doelgroepen;
6. Leefbaarheid;
7. Samenwerking.
De afspraken hebben een looptijd van vier jaar en worden
jaarlijks geëvalueerd. De drie partijen overleggen vanuit een gelijkwaardige
positie en formuleren gezamenlijke volkshuisvestelijke ambities. In de
prestatieafspraken wordt vastgelegd welke bijdrage iedere partij levert aan de
realisatie van de gestelde ambities.
Samenwerking
Er liggen belangrijke opgaven op het terrein van wonen: er
is een toenemend tekort aan sociale huurwoningen, het aanbod voor de lagere
middeninkomens is beperkt, het aantal kwetsbare bewoners neemt toe en onder
bepaalde groepen bewoners is sprake van armoede en betaalbaarheidsproblemen. We
maken afspraken om samen dingen voor elkaar te krijgen maar ook om elkaar op
aan te spreken indien nodig. En zeker dat laatste is nodig voor het behalen van
de prestatieafspraken met elkaar.
In de bijlage vindt u de prestatieafspraken voor de gemeente Bergen voor de periode 2021-2024 inclusief het jaarplan 2021.
Op 23 juni 2020 heeft Kranenburgh de
gemeente om extra financiële ondersteuning verzocht ter compensatie van de
financiële gevolgen van de coronamaatregelen. Op 24 september jl. heeft uw raad
ingestemd met het verlenen van een eenmalige maximale subsidie van € 353.320 voor
2020.
Op 9 december jl. heeft Kranenburgh de
gemeente geïnformeerd over de tussenstand van het tekort voor 2020. Daaruit
blijkt dat de door Kranenburgh aangevraagde bedragen bij het Mondriaanfonds en
het Kickstart Cultuurfonds beide zijn toegekend. Ook geeft het museum aan meer
extra inkomsten te hebben dan verwacht door een hoger aantal bezoekers dan
geraamd, extra donaties van bezoekers bij het boeken van een entreekaart, de geschonken
opbrengst van de kunstveiling door de Rabobank, en door spontane donaties van particulieren.
Kranenburgh is blij verrast met deze extra inkomsten. Ook ervaart Kranenburgh
deze betrokkenheid van bezoekers en overige begunstigers als een extra stimulans
om ook in deze tijd een zo goed mogelijke programmering te blijven bieden.
Daarnaast is Kranenburgh gebruik blijven maken van de landelijke
steunmaatregelen waar mogelijk. Tegelijkertijd geeft Kranenburgh aan dat er ook
tegenvallers zijn. Bijvoorbeeld de kosten voor het online reserveringssysteem,
de hogere inhuur van oproepkrachten, en de twee weken sluiting van onlangs. Ook
nu moet het museum opnieuw tijdelijk sluiten.
Ondanks de
tegenvallers en de huidige sluiting valt het tekort voor 2020 een stuk lager
uit dan waar maximaal rekening mee was gehouden. De tussenstand van het tekort
bedraagt tot begin december ongeveer €180.000. Het definitieve tekort zal
blijken uit de jaarrekening 2020 van Kranenburgh.
Daarnaast
hebben we als gemeente op 24 november jl. een bevestiging ontvangen van de provincie
Noord Holland dat het aangevraagde bedrag bij het Provinciale Noodfonds
(waaronder een bedrag voor Kranenburgh), eveneens is toegekend. Het college
heeft de provincie een dankbrief gestuurd voor de steun uit het noodfonds. De
dekking van het uiteindelijke tekort van Kranenburgh zal worden verdeeld over
de gemeente (35%) en de provincie (65%), passend binnen de eerder verleende
steunbedragen. Zoals het er nu uitziet, zal het daar dus zeker binnen blijven.
Ter informatie de tussenevaluatie van JeugdzorgPlus voor de periode 4 februari 2020 – 19 oktober 2020
Deze tussenevaluatie
vleit voort uit de toezegging om uw raad twee keer per jaar te informeren over
de stand van zaken van de JeugdzorgPlus.
In de bijlage vindt
u de tussenevaluatie JeugdzorgPlus van de periode van 4 februari 2020 tot 19
oktober 2020. Deze tussenevaluatie is opgesteld om te informeren over de stand
van zaken van de JeugdzorgPlus aan de hand van de inkoopdoelstellingen
Omdat het aantal
jeugdigen dat in de JeugdzorgPlus instelling van Horizon verblijft relatief
laag is, is er voor gekozen om de periode waarover deze tussenevaluatie gaat te
verlengen tot 9 maanden.
In het voorjaar van
2021 worden de resterende maanden verwerkt in een eindevaluatie JeugdzorgPlus
van 1 jaar (periode 4 februari 2020 tot 4 februari 2021). In de eindevaluatie
worden ook de transformatiedoelstellingen in de bespreking meegenomen, zoals
dat in de versie in mei ook is gedaan.
In de
tussenevaluatie die voorligt wordt ingegaan op de inkoopdoelstellingen zoals de
achttien gemeenten hebben vastgelegd en wordt aan de hand van de
contractmanagementdata een toelichting gegeven op de voortgang van
JeugdzorgPlus. Deze tussenevaluatie is vooral een kwantitatieve weergave van de
afgelopen 9 maanden.
In het voorjaar van
2021 wordt de eindevaluatie van de periode 4 februari 2020-4 februari 2021 met
uw raad gedeeld.
Het
college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland heeft afgelopen
dinsdag besloten een vooraankondiging reactieve aanwijzing te versturen. Deze
vooraankondiging is een formeel onderdeel van de ruimtelijke procedure maar
heeft verder geen rechtsgevolgen. Vanuit de actieve informatieplicht die op het
college van Burgemeester en Wethouders ligt wordt de vooraankondiging ook met
uw raad gedeeld.
Op dit moment is de brief met
daarin de vooraankondiging nog niet formeel ontvangen, waarschijnlijk duurt de
postbezorging enkele dagen. De portefeuillehouders in beide colleges
onderhouden echter een open communicatielijn en informeren elkaar vooraf over het
versturen van brieven en het nemen van besluiten. Op die manier kan uw raad nu
ook bijtijds worden geïnformeerd.
De vooraankondiging komt niet als
een verrassing omdat zij onderdeel uitmaakt van de manier waarop de provincie
invulling geeft aan haar taken binnen de Wet ruimtelijke ordening. In de
vooraankondiging wordt opgemerkt dat onder meer de Nota van Beantwoording nog
niet aan de provincie is toegestuurd. De procedure rond de reactieve aanwijzing
ligt primair besloten in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening.[1] Het
college wenst die procedure zo zorgvuldig mogelijk te volgen omdat deze
ontwikkeling belangrijk is voor het terugbrengen van de rust in het centrum van
Bergen. Daarom kan de Nota van Beantwoording pas worden verstuurd na vaststelling
door uw raad. De provincie is eerder wel gewezen op de mogelijkheid de stukken
digitaal in te zien. Ambtelijk is inmiddels contact geweest met de provincie om
de verdere procedure beter op elkaar af te stemmen.
[1]Artikel 3.8, lid 4 van de Wet ruimtelijke
ordening: (…) indien door gedeputeerde staten, (…) een zienswijze is ingediend
en deze niet volledig is overgenomen of indien de gemeenteraad bij de
vaststelling van het bestemmingsplan daarin wijzigingen heeft aangebracht ten
opzichte van het ontwerp, anders dan op grond van zienswijzen van gedeputeerde
staten, (…). In zodanig geval zenden burgemeester en wethouders na de vaststelling onverwijld langs
elektronische weg het raadsbesluit aan gedeputeerde staten (…).
Bergen heeft momenteel 3 milieustraten in Schoorl, Egmond aan Zee en Bergen. Deze zijn verouderd. Ze voldoen niet aan alle huidige eisen. Regelgeving voor milieustraten is de laatste jaren strenger geworden en de verwachting is dat er de komende jaren nieuwe eisen bijkomen. Om aan de meeste nieuwe regelgeving te voldoen zijn op alle locaties forse investeringen nodig, terwijl veel knelpunten blijven bestaan en niet aan alle regelgeving voldaan kan worden. Daarnaast zijn alle locaties te klein om te voldoen aan toekomstige eisen en wensen met betrekking tot het landelijke afvalbeleid. Het opknappen of investeren in de huidige locaties is dus geen mogelijkheid. De urgentie om een nieuwe, toekomstbestendige milieustraat te ontwikkelen is hoog. In de overbruggingsperiode totdat een nieuwe milieustraat is gerealiseerd, worden de drie milieustraten met minimale investeringen en oog op de veiligheid, open gehouden.
Hieronder gaan we
uitgebreid in op het wat en waarom
Omdat de huidige milieustraten niet meer voldoen is het een
prioriteit om toe te werken naar een nieuwe milieustraat op een nieuwe locatie.
Geen van de huidige locaties is geschikt of groot genoeg om een nieuwe
milieustraat te realiseren. Locatie-onderzoek is in gang gezet en zal versneld
worden. Daarnaast wordt de bouw en ontwikkeling van een toekomstbestendige
milieustraat uitgewerkt, met bijhorende kosten. In het eerste kwartaal van 2021
komt hiervoor een bestuursopdracht. Hierbij wordt de samenwerking met de andere
gemeenten binnen de BUCH verder onderzocht.
Samenwerking BUCH
Onlangs is een start gemaakt met de samenwerking tussen de milieustraten binnen de BUCH: inwoners kunnen sinds 1 januari bij alle milieustraten terecht, hier wordt veelvuldig gebruik van gemaakt. Ook de exploitatie van de milieustraten in de UCH wordt steeds sterker verweven. Omdat belangrijke keuzes gemaakt moeten worden over de toekomst van een groot aantal van de milieustraten in de BUCH, biedt dit een kans om de samenwerking verder vorm te geven. Bij het locatie-onderzoek wordt de mogelijke samenwerking met Heiloo, Castricum en Uitgeest verder uitgewerkt.
Milieustraten en
grondstoffenbeleid
Milieustraten spelen een belangrijke rol in het terugdringen van grof restafval, het hergebruik van materialen en in bewustwording over het scheiden en de waarde van afval. In de toekomst gaan ze een grote rol spelen in de circulaire economie. Om het grof restafval verregaand terug te dringen, richting de landelijke doelstelling van 5 kg per inwoner per jaar in 2025, moet op een heel andere manier naar de functie en het uiterlijk van de milieustraat gekeken worden. De huidige milieustraten zijn gericht op afval scheiden en recycling. De milieustraat moet een plek worden waar hergebruik en reparatie voorop staan. Daarnaast moet het uiterlijk de waarde van de grondstoffen onderstrepen.
Landelijke wet- en regelgeving
De Rijksoverheid heeft als doel gesteld dat Nederland in 2050 een circulaire economie heeft. In het Uitvoeringsprogramma Nederland Circulair in 2050 zijn onder andere de doelstellingen geformuleerd om in 2025 tot 30 kg restafval per inwoner per jaar te komen, waarvan 5 kg grof restafval.
Lokaal beleid
Het ontwikkelen van
een nieuwe duurzame milieustraat sluit aan bij het grondstoffenbeleidsplan dat
nu ontwikkeld wordt voor de gemeente Bergen. De doelstelling is om in 2025 naar
30 kg restafval te gaan waarvan 5 kg grof. Het grondstoffenbeleidsplan geeft
invulling aan het terugbrengen van het fijn
huishoudelijk restafval. Dit voorstel heeft betrekking op het terugbrengen van
het grof huishoudelijk restafval.
Risico’s
De risico’s die de verouderde milieustraten met zich mee
brengen worden zorgvuldig onderzocht en in kaart gebracht. In januari komt hier
een overzicht van. Een aantal risico’s zoals de verkeersveiligheid in rondom de
milieustraat in Bergen wordt nu behandeld. De risico’s worden geminimaliseerd
tijdens de overbruggingsperiode, waarbij de milieustraten zo sober en doelmatig
mogelijk open gehouden worden.
Participatie
Participatie is integraal onderdeel van de ontwikkeling van
een nieuwe milieustraat, in de vorm van betrekken onderwijs, inwoners,
kringloopwinkels, repair-cafés, zorginstellingen en ondernemers bij het invullen
van de functionaliteiten van de milieustraat.
Duurzaamheid
De ontwikkeling van een nieuwe locatie is gericht op
duurzaamheid en circulariteit zowel met betrekking tot beleid als
bedrijfsvoering.
Het college van de
gemeente Bergen kiest ervoor om de inzameling van huishoudelijk afval ook in
2022 nog door de HVC te laten verzorgen. Het college verlengt de dienstverleningsovereenkomst met HVC met een
jaar. Het college overweegt om na 2022 de
afvalinzameling in eigen beheer te organiseren.
Grondstoffenbeleid
De gemeente is volop aan de slag met het opstellen van nieuw
grondstoffenbeleid. Nu ligt de
hoeveelheid restafval per inwoner nog rond de 230 kilo per jaar. Het doel is om
deze hoeveelheid terug te brengen naar 30 kilo. Daarnaast wil de
gemeente de milieustraten verbeteren.
Inwonerspanel
grondstoffenbeleidsplan
Wethouder Erik Bekkering: “We zijn een hele groene gemeente,
maar we hebben nog een slag te maken in de manier waarop we met ons afval en
onze grondstoffen omgaan. Hoe we dat gaan doen en welke maatregelen daarbij
passen, gaan we samen met een panel van inwoners bespreken. De verlenging van
de dienstverlening door HVC met een jaar geeft ons de ruimte om dat zorgvuldig
te doen.”
Inzameling in eigen beheer BUCH
De afgelopen tien jaar heeft HVC
de afvalinzameling en het beheer van de milieustraten voor de gemeente gedaan. Bergen
is daarmee een uitzondering binnen de vier BUCH-gemeenten; voor de gemeenten
Heiloo, Uitgeest en Castricum zamelt de ambtelijke werkorganisatie zelf het
afval in. Ook zijn de milieustraten in eigen beheer.
Op 22 oktober stelde de gemeenteraad de aanvullingen op de structuurvisie Bergen Oost over verkeer en beeldkwaliteit vast. De komende jaren vinden in dit gebied ontwikkelingen plaats; zo wordt op dit moment zwembad de Beeck herbouwd en komt er woningbouw op het BSV terrein. Ook zijn er locaties waar de huidige eigenaren of gebruikers naar verwachting vertrekken waardoor er mogelijkheden ontstaan voor nieuwbouw. Bewoners en andere belanghebbenden in het gebied maken zich zorgen over de omvang van het aantal nieuw te bouwen woningen, de verwachte toename van autoverkeer die dit met zich meebrengt en het vele bouwverkeer. Het college vervolgt daarom op korte termijn het gesprek met belanghebbenden over deze punten. Voor het huidige bouwverkeer van en naar De Beeck is inmiddels een oplossing gevonden.
Participatie definitieve ‘knip’ Molenweidtje
Een van de uitgangspunten
van de structuurvisie is dat de historische Kerkedijk wordt ontlast als het
gaat om autoverkeer. Verkeer naar en van de te ontwikkelen gebieden wordt
daarom in de toekomst deels via de Churchilllaan geleid. Hiervoor wordt het
Molenweidtje voor tweerichtingsverkeer ingericht en wordt een ‘knip’ in het
Molenweidtje aangebracht. Auto’s kunnen deze knip niet passeren. In de structuurvisie
staat niet waar de knip in het Molenweidtje precies komt te liggen. De gemeente
wil de locatie samen met de omgeving en belanghebbenden bepalen. Hiervoor
worden begin 2021 bijeenkomsten georganiseerd. In de eerste bijeenkomst wordt
met vertegenwoordigers van bewoners en eigenaren gesproken over wat men
verwacht van de participatie. Op basis hiervan wordt de invulling van de
volgende bijeenkomsten bepaald. De uitkomsten van de gesprekken en een advies
over de definitieve locatie van de knip worden in het tweede kwartaal van 2021
voorgelegd aan de raad.
Participatie verdichtingsvarianten BSV
Voor het BSV-terrein maakt
de gemeente drie scenario’s met verschillende dichtheden van de bebouwing,
namelijk 27, 31 en 35 woningen per hectare. Deze drie scenario’s worden voorgelegd
aan en besproken met omwonenden en belanghebbenden tijdens twee digitale
bijeenkomsten. De resultaten van deze gesprekken worden in het tweede kwartaal
van 2021 in de vorm van een ontwerp bestemmingsplan voorgelegd aan de raad.
Tijdelijke maatregelen bouwverkeer De Beeck
Voor de
bouw van het nieuwe zwembad de Beeck wordt veel materiaal aangevoerd met
vrachtauto’s. Bij de start van de bouw is een route afgesproken voor het
bouwverkeer; heen over de Kerkedijk en terug over de Churchilllaan. Helaas
ontstaat er in de praktijk overlast door het vrachtverkeer. De gemeente heeft
daarom de bouwroute aangepast en zet verkeersregelaars in. De betrokken
aannemer, omwonenden en deinstellingen langs het Molenweidtje zijn op
de hoogte gebracht van de maatregelen.
Om de
kwetsbare, historische Kerkedijk te ontlasten mag het bouwverkeer van De Beeck
met ingang van 7 december alleen nog via de Churchilllaan het gebied in en uit.
Om op de plaats van bestemming te komen moet dit verkeer tegen de rijrichting
in rijden op het Molenweidtje. Om dit veilig te laten verlopen, worden
verkeersregelaars ingezet gedurende werktijden van de aannemer van de Beeck
(7.00 – 16.00 uur). Voor het overige vrachtverkeer, autoverkeer en fietsverkeer
blijft de situatie ongewijzigd. Wel kunnen zij te maken krijgen met de
verkeersregelaars.
Voor de
scholieren van de Europese School was de oorspronkelijke route ook niet optimaal.
Daarom is afgesproken dat op tijden dat de school in- en uitgaat (dagelijks
tussen 08:30 – 09:30 en 16:00 – 17:00 en op dinsdag, woensdag en vrijdag ook
tussen 12:45 – 13:45) er geen transportbewegingen voor de school plaatsvinden.
Deze afspraak geldt niet alleen voor het bouwverkeer van De Beeck, maar voor al
het vrachtverkeer in het gebied.
Sinds de landelijke afspraken voor samenwerken in de waterketen (Bestuursakkoord Water 2011) hebben de zeven gemeenten en het hoogheemraadschap in de regio Alkmaar nauw samengewerkt om de in het bestuursakkoord voor 2020 vastgelegde doelen te halen. Aan het eind van 2020 loopt het Bestuursakkoord Water af. Daarmee lopen ook de convenanten, die voor de samenwerking zijn afgesloten tussen gemeenten, hoogheemraadschap en PWN, af. Vanwege de behaalde positieve resultaten is besloten om deze intensieve samenwerking in de waterketen voort te zetten en gezamenlijk in te spelen op de nieuwe ontwikkelingen op basis van nieuwe convenanten voor Noorderkwartier en voor de regiogemeenten. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan een gezonde en prettige leefomgeving.
Vanaf 2011 is gewerkt aan de doelen uit het Bestuursakkoord Water: het verlagen van de kosten, het verbeteren van de kwaliteit van het beheer van de keten en het verminderen van de kwetsbaarheid van de organisaties. Er is in de samenwerking in de regio veel bereikt:
Nauwe afstemming voor de invulling van de zorgplichten van de partijen op het gebied van water.
Een ‘moeder’-GRP (Gemeentelijk RioleringsPlan) als basis voor de gemeentelijke beleidsplannen.
Er is een team opgezet, waarin naast de rioolbeheerders, twee externe gegevensanalisten werkzaam zijn.
Inzicht in het functioneren van onderdelen van de waterketen is vergroot.
Gezamenlijk onderzoek is uitgevoerd naar grondwater en dan met name naar de zogenaamde onderlast ten gevolge van klimaatverandering.
De belangrijkste opgaven waar waterketenbeheerders voor
staan voor de komende jaren zijn:
Het verbeteren van het functioneren van de
gehele waterketen door optimalisatie en afstemming van maatregelen en
bijbehorende investeringsprogramma’s in de waterketen;
Aanpassen van de waterketen incl. openbare
ruimte en fysieke leefomgeving aan de klimaatverandering. Dit maakt onderdeel
uit van de opgave uit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie.
Een groot deel van de riolering is aangelegd
vanaf de jaren ’70 van de vorige eeuw. Deze riolen zullen de komende jaren aan
het eind van hun levensduur komen en vervangen of gerenoveerd moeten worden. Op
basis van verwachte levensduren zullen vervangingen de komende jaren snel
toenemen en een piek bereiken zo rond 2040 – 2050. Het moment waarop dit
plaatsvindt, is per gemeente verschillend.
Afstemming met andere ruimtelijke opgaven, zoals
de energietransitie die in bepaalde wijken mogelijk leidt tot de aanleg van
warmteleidingen.
Een specifiek probleem dat ook verergerd wordt
door klimaatverandering is fluctuatie van grondwaterstanden. In de winter zal
de grondwaterstand gemiddeld hoger worden en in de zomer lager dan nu
gebruikelijk met mogelijke gevolgen voor wegen, groen en houten funderingen van
woningen.
De afstemming van beleid direct in en om de
waterketen en de daaruit voortvloeiende maatregelen met overige beleidsvelden
als onderdeel van de regelgeving binnen de Omgevingswet.
Deze onderzoeken en ontwikkelingen vereisen een flinke
inspanning van de beheerders. Een verdere professionalisering van het beheer is
daarvoor een vereiste. Er valt veel winst te behalen door de werkzaamheden
gezamenlijk met alle gemeenten uit de regio en het hoogheemraadschap op te
pakken. Dit leidt niet alleen tot kostenreductie, maar door kennis te delen,
verbetert ook de kwaliteit van het beheer van de waterketen en de kwetsbaarheid
van de organisaties vermindert.
Eind oktober is de Kinderkrant gemeente Bergen verspreid. Alle bassischoolleerlingen van de groepen 5 t/m 8 in de gemeente Bergen kregen de krant via hun school. Dit om de kinderen een hart onder de riem te steken tijdens deze coronatijd en meer contact met de jeugd te krijgen. In de krant stond ook een vacature voor kinderburgemeester.
Vacaturetekst kinderburgemeester In de vacaturetekst
staat het volgende: ‘Onze burgemeester, Peter Rehwinkel, vindt de mening van
kinderen belangrijk. Zeker in deze gekke coronatijd. Daarom is hij op zoek naar
een kinderburgemeester. De kinderburgemeester praat en denkt mee met de
burgemeester en is betrokken bij activiteiten.’
Sollicitatieprocedure
Meerdere kinderen hebben inmiddels gesolliciteerd. In december worden vier
kinderen geselecteerd. Zij hebben een eerste gesprek met burgemeester Rehwinkel
en de kinderburgemeester van Heiloo of Uitgeest. Na deze gesprekken worden twee
kinderen gekozen die een tweede gesprek krijgen met de burgemeester en een
raadslid. In overleg met de griffier wordt dit raadslid nog benaderd.
Installatie door de gemeenteraad Als er een kinderburgemeester is gekozen, wordt deze ‘officieel’ geïnstalleerd door de raad. Over deze procedure volgt later meer. Het is de bedoeling dat de kinderburgemeester betrokken wordt bij verschillende activiteiten, zoals bijvoorbeeld bij het uitreiken van een koninklijke onderscheiding of het bijwonen van een werkbezoek. Daarnaast gaat de burgemeester regelmatig met de kinderburgemeester in gesprek om zijn of haar mening te horen over bepaalde onderwerpen.