Bestuursopdracht

Hierbij biedt het college het concept voor de ‘Bestuursopdracht aanbevelingen Evaluatie Samenwerking’ aan. Daarin is aangegeven hoe de aanbevelingen uit het Berenschot Rapport voor de Evaluatie BUCH-samenwerking op een goede manier kunnen worden geïmplementeerd.

Vanwege het grote belang van deze bestuursopdracht zendt het college alvast het concept. De vier colleges hebben nog aanvullingen meegegeven die in de definitieve opdracht worden verwerkt. Wij willen daarbij opmerken dat het een bestuursopdracht op hoofdlijnen betreft.

Na voltooiing van de bestuursopdracht wordt uw raad opnieuw hierover geïnformeerd.

Grip op omgevingswettaken

Antwoord BUCH-bestuur op de motie ‘Grip op omgevingswettaken’ van de raad van Heiloo

Op 15 februari 2021 heeft de raad van de gemeente Heiloo een motie aangenomen waarin zij het college verzoekt “de BUCH-organisatie opdracht te geven zich samen met de GR-en Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, de GGD en de Veiligheidsregio in te spannen, om tegelijkertijd met de aanbieding van de begrotingen 2022 van de GR-en, de gemeenteraad inzicht aan te bieden hoe de middelen en taken met de komst van de omgevingswet over de gemeente en de drie GR-en samen (Veiligheidsregio NHN, Omgevingsdienst NHN & GGD Hollands Noorden) worden verdeeld, zodat de raad een afweging kan maken betreffende de budgetneutraliteit van deze operatie”

13 april j.l. heeft het college van de gemeente Heiloo de BUCH-werkorganisatie de opdracht gegeven om in de BUCH- begroting uitdrukking te geven aan de financiële consequenties van deze samenwerking en daarvoor in overleg te treden met de drie betrokken gemeenschappelijke regelingen.

De vier gemeenteraden hebben eerder het Ambitiedocument Omgevingswet vastgesteld, waarmee de richting is bepaald waarbinnen de invoering van de Omgevingswet plaatsvindt. Er is gekozen voor een implementatie waarbij eerst de basis op orde is gebracht.

Inhoud brief
In de bijgevoegde brief wordt gememoreerd dat ambtelijk en bestuurlijk reeds wordt samengewerkt met de  Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, de GGD Hollands Noorden en de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. In het kader van de Omgevingswet bestaat echter nog een groot aantal onzekerheden. Voor de Omgevingsdienst en de GGD wordt op dit moment aan de gemeenteraad voorgesteld om een zienswijze af te geven over hun begroting 2022. In het geval van de Veiligheidsregio volgt een separaat zienswijzetraject voor de gemeenteraden over het voorstel voor de Omgevingswet.

De producten- en dienstencatalogus en bijbehorende financiering zijn in nauw overleg met de gemeenten nog in ontwikkeling.

Reactie BUCH bestuur

Reactie BUCH-bestuur op een motie van de gemeenteraad Castricum op een begrotingswijziging 2021

Naar aanleiding van een begrotingswijziging 2021 heeft de raad van de gemeente Castricum op 18 februari 2021 een motie aangenomen. Op 13 april j.l. heeft het college van Castricum het bestuur van de werkorganisatie BUCH laten weten zich achter deze motie te scharen.

2 juni 2021 heeft het BUCH-bestuur gereageerd op deze brief.

In de brief van het BUCH-bestuur staat:

  • Dat men graag wil meedenken om te komen tot een sluitende begroting, zoals de raad van de gemeente Castricum in een statement heeft uitgesproken;
  • Dat het BUCH-bestuur de werkorganisatie opdracht heeft gegeven om uiterlijk 1 september besparingsmogelijkheden aan te leveren, zodat de vier gemeenten deze informatie kunnen betrekken bij het opstellen van hun begroting;
  • Dat het algemene uitgangspunt is dat vast personeel structureel werk uitvoert, maar dat het soms nodig is om externen in te huren;
  • Dat de huidige dienstverleningsovereenkomst nog geldig is tot eind 2021 en dat binnenkort een traject wordt gestart tot een verdere doorontwikkeling.

Rectificatie

In de nieuwsbrief van 9 juni jl. stond een aantal vragen en antwoorden op de op 8 april 2021 door uw raad aangenomen motie met vragen voor de BUCH-werkorganisatie.

In een van de antwoorden stond een fout.

Vraag uit de motie:

Wat op basis van het Bedrijfsplan en de latere groei van de beschikbare budgetten de formatie is die voor Bergen beschikbaar dient te zijn;

In het antwoord moet het woord ‘programmamanagement’ worden vervangen door ‘programmabudget’:

Op 31 maart 2015 is door de gemeente Bergen 36 fte ingebracht in de formatie van het domein RO, zoals vermeld in het Bedrijfsplan BUCH 2015 bijlagen A-I, datum 31-3-2015, hoofdstuk C, het gedetailleerde taken en formatieoverzicht. Daarbij zijn alle specifieke onderdelen bij elkaar opgeteld, die in 2021 onder het domein RO vallen. Dat is exclusief het teammanagement en het in formatie omgezette programmabudget omdat dit niet aan domeinen is toebedeeld.

Omgevingswet

Nieuwe datum voor zorgvuldige start Omgevingswet: 1 juli 2022

Op 1 januari 2022 zou de Omgevingswet inwerkingtreden. De minister en de decentrale koepels hebben op 26 mei jl. gezamenlijk besloten dat de geplande invoeringsdatum uitgesteld wordt met een half jaar. Met dit uitstel naar 1 juli 2022 komt er extra tijd en ruimte voor een goede invoering van de wet. Zo is er langer de tijd om een opgeleverd, ingeregeld en stabiel werkend Digitaal Stelsel Omgevingswet (hierna: DSO) te krijgen en ermee te oefenen. In deze nieuwsbrief informeren wij u over de impact van het uitstel op onze voorbereidingen op de wet.

Voorwaarden voor een verantwoorde inwerkingtreding
Zoals in bijgaande kamerbrief van de minister is te lezen zijn aan de nieuwe invoeringsdatum enkele voorwaarden verbonden. Zo moet de continuïteit van primaire processen – de planvorming en de vergunningverlening – en van de dienstverlening aan inwoners en ondernemers zijn gegarandeerd. Waardoor belangrijke gebiedsontwikkelingen, waaronder woningbouw, niet worden gehinderd. Dat betekent dat er een stabiele landelijke voorziening van het DSO moet zijn, waarop bevoegd gezagen moeten aansluiten. In het najaar zal de minister met de koepels beoordelen of op tijd aan deze voorwaarden wordt voldaan.

Ook moet deze datum nog vastgelegd worden in een Koninklijk Besluit (hierna KB). Dat is de laatste stap waarmee de voorgenomen datum van inwerkingtreding definitief wordt. Alleen na instemming van de Eerste en Tweede Kamer kan de Omgevingswet in werking treden.

Wat betekent dit voor onze gemeente?
De voorbereidingen op de Omgevingswet in gemeente Bergenzijn in volle gang. Dit doen wij in samenwerking met de gemeenten Uitgeest, Castricum en Heiloo. Deze voorbereidingen zetten we onverminderd voort, binnen de kaders zoals begin 2019 door de raad vastgesteld in het Ambitiedocument Omgevingswet. Met dat besluit is de richting bepaald waarbinnen de invoering van de Omgevingswet plaatsvindt.

De invoering van de Omgevingswet is een omvangrijke en complexe opgave. We hebben al mooie stappen gezet in onze voorbereiding op de Omgevingswet. Een groot deel van de invoering staat ook los van de invoeringsdatum. Zoals het opstellen van de omgevingsvisie, de voorbereidingen voor het omgevingsplan en het aanpassen van onze manier van (samen)werken. Dit uitstel biedt ons wel extra tijd en ruimte om te oefenen en ons nog beter voor te bereiden. We gebruiken de extra tijd om beter vertrouwd te raken met de nieuwe manier van werken en onze dienstverlening te verbeteren voordat de Omgevingswet in werking treedt.

Het uitstel heeft uiteraard ook impact op onze voorbereidingen. Zo moeten we er nu rekening mee houden dat de nieuwe datum midden in het jaar en vlak na de gemeenteraads-verkiezingen valt.

Een aantal onderdelen lichten we hieronder nader toe.

Inzicht in de structurele effecten
Onderdeel van de implementatie van de Omgevingswet is het verkrijgen van inzicht in de structurele effecten van de Omgevingswet op de werkorganisatie en de gemeente. Een aantal effecten treedt direct na de inwerkingtreding op, maar een groot deel zal in de jaren daarna plaatsvinden. Deze effecten zijn namelijk afhankelijk van beleidskeuzes die onder andere in het omgevingsplan worden gemaakt. Ter voorbereiding op de gemeentebegroting 2022 wordt een eerste beeld van de structurele effecten voorbereid. Dit gebeurt wel met verschillende voorbehouden; veel van de gevolgen zijn immers nog onzeker.

Ook landelijk zijn de eenmalige en structurele directe financiële effecten in beeld gebracht. Dit heeft geresulteerd in het Integraal Financieel Beeld (IFB). Het IFB biedt een nulmeting voor de drie interbestuurlijk afgesproken financiële evaluaties van de stelselherziening in 2022, 2023 en 2027. Volgens het IFB komen de structurele effecten van de wet op jaarlijks 34 miljoen euro negatief tot 168 miljoen positief, afhankelijk van onder meer gemeentelijke beleidskeuzes.
Het uitstel brengt ook extra kosten met zich mee. Tijdens de eerste financiële evaluatie in 2022 zullen de minister en de koepels kijken welke extra kosten de nieuwe datum met zich mee heeft gebracht. Het uitgangspunt is dat de Omgevingswet budgetneutraal kan worden ingevoerd in een periode van 10 jaar. Het is nog zeer onzeker of dit uitgangspunt voor gemeenten reëel is. Vele gemeenten, waaronder gemeente Bergen, hebben bij de VNG aangedrongen om met het ministerie te komen tot financiële oplossingen, zodat de wettelijke invoering van de Omgevingswet niet lijdt tot een kostenverzwaring voor de inwoners. Het Rijk en de bestuurlijke partners hebben afgesproken dat zij in interbestuurlijk verband zullen zoeken naar oplossingen voor financiële knelpunten. Daar zijn op dit moment geen nadere toezeggingen op gedaan vanwege de demissionaire status van het kabinet. Naast andere oplossingen is ook financiële compensatie van een deel van de transitiekosten een optie als blijkt dat de Omgevingswet niet budgetneutraal kan worden ingevoerd.

Samenwerkingsafspraken
Door de Omgevingswet zal er een verschuiving plaats vinden in het takenpakket van de betrokken gemeenschappelijke regelingen – Omgevingsdienst, Veiligheidsregio en GGD – en zullen er nieuwe taken bijkomen. We hebben nauw contact met deze gemeenschappelijke regelingen om te komen tot afspraken over de samenwerking en de dienstverlening. De drie gemeenschappelijke regelingen zijn voornemens om gezamenlijk een regionale raadsinformatieavond te organiseren. Hiervoor ontvangt u te zijner tijd een uitnodiging.

Digitalisering
Belangrijke reden om de Omgevingswet uit te stellen is het DSO. In oktober 2021 gaat de minister met de koepels vaststellen of het DSO op het benodigde minimale niveau functioneert. Het lokaal werkend krijgen van het DSO is voor bevoegd gezagen en softwareleveranciers een complexe operatie. Met het uitstel hebben we genoeg tijd om het stelsel in te regelen en ermee te oefenen, zodat de ketens voor vergunningverlening en planvorming werken. Voor de BUCH-gemeenten hebben we de systemen voor planvorming en toepasbare regels aangesloten op het DSO. De aansluiting van het VTH-systeem wordt naar verwachting in het derde kwartaal van 2021 gerealiseerd. Dit biedt voldoende tijd om de software in te regelen en ermee te oefenen.

Afsluitend
Tot slot benadrukken we dat de inhoud van de wet niet ter discussie staat, die is al door de Eerste en Tweede Kamer aangenomen. Het uitstel heeft ook geen gevolgen voor de einddatum van de transitie. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is namelijk niet het eindpunt van onze implementatie. De transitie en daarmee gemoeide budgetten loopt door tot en met 2024. Daarbij is een zorgvuldige en verantwoorde inwerkingtreding essentieel, zodat de dienstverlening aan onze inwoners en ondernemers op peil blijft.

JeugdzorgPlus

De achttien Noord-Holland-Noord gemeenten zijn op 4 februari 2019 een contract aangegaan met Horizon voor de uitvoering van de JeugdzorgPlus. Gemeenteraden hebben de toezegging gekregen dat zij geïnformeerd worden over de stand van zaken van de JeugdzorgPlus in Antonius.

De evaluatie is uitgevoerd door de bovenregionale ambtelijke werkgroep JeugdzorgPlus. Er is gebruikt gemaakt van data, informatie uit contractgesprekken en informatie van Horizon.

In de evaluatie worden conclusies ten aanzien van de beoogde inkoop en transformatiedoelstellingen weergegeven. Daarmee is de evaluatie tevens een sturingsinstrument voor gemeenten.

De evaluatie is tevens aanvullend op het inspectierapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De IGJ beoordeeld aan de hand van kwaliteitscriteria. Zij toetst in totaal 52 kernverwachtingen hangende onder vijf thema’s uit het toetsingskader verantwoorde jeugdhulp. Deze vijf thema’s zijn Uitvoering hulp, Veiligheid, Leefklimaat, Cliëntenpositie en Bestuurlijke organisatie. Daar waar verbeterpunten van de IGJ ook de gemaakte (contractuele) afspraken met de achttien NHN- gemeenten raken, zal contractmanagement dit oppakken. Daarnaast vinden er door de ambtelijke werkgroep ook inhoudelijke kwartaalgesprekken plaats, waarin de inhoudelijke doorontwikkeling van de JeugdzorgPlus centraal staat.

Voor de hoofdlijnen van de evaluatie willen wij verwijzen naar de samenvatting die in het begin van de evaluatie is opgenomen.

Aanleg glasvezelnetwerk geheel Bergen

Na een jarenlange wens van bewoners, ondernemers en politiek is ons college er in geslaagd om door middel van samenwerkingsovereenkomst (SOK) met glasvezelexploitant E-Fiber te komen tot de aanleg van een glasvezelnetwerk voor de gehele gemeente Bergen inclusief haar buitengebieden. De start van het project is al gepland in 2021 en wordt naar alle waarschijnlijkheid afgerond in het derde kwartaal van 2022.

Op 30 maart 2021 hebben wij besloten een Samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met E-Fiber voor de aanleg van een glasvezelnetwerk. De ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst vindt in april plaats en markeert hiermee de start van het project.
Digitale bereikbaarheid is tegenwoordig onmisbaar. Steeds meer diensten gaan digitaal. Niet alleen diensten van de gemeente, maar ook van scholen, zorgverzekeraars en de Belastingdienst. Ook bij thuiswerken of als zzp’er is snel internet belangrijk. Daarom is het belangrijk dat alle inwoners de mogelijkheid krijgen voor snel internet. De meest toekomst
vaste mogelijkheid voor snel internet is een glasvezelnetwerk waar alle huizen en bedrijven binnen een gemeente op zijn aangesloten.
Op 9 juli 2019 heeft u een motie aangenomen inzake aanleg glasvezelnetwerk in de gemeente Bergen.

De opdracht aan ons college was:
– Het gesprek te starten met verschillende partijen om in kaart te brengen wat de mogelijkheden en de daar aan verbonden kosten zijn om een glasvezelinfrastructuur in de gemeente Bergen te realiseren.
– Dit per woonkern en het buitengebied in kaart te brengen.
– In kaart brengen bij welke werkzaamheden al infrastructurele voorzieningen getroffen kunnen worden.
– De raad van de voortgang van dit overleg op de hoogte te houden.
– Met dien verstande dat de Coöperatie Bergen Breedband hierbij betrokken wordt en onderzocht wordt wat de mogelijkheden/voordelen zijn in regionaal (BUCH)verband.

Eerder heeft de raad in februari 2013, na het laten uitvoeren van een uitgebreid onderzoek, besloten het aanleggen van een glasvezelnetwerk over te laten aan de markt.
In de gemeente is vanuit de bewoners in 2014 met steun van de provincie een initiatiefgroep opgericht. Deze initiatiefgroep Breedband Bergen heeft de intentie om glasvezel te realiseren in de hele gemeente Bergen. De provincie en Bergen Breedband zijn dan ook al lange tijd met elkaar verbonden. Echter is het tot aan medio 2020 niet gelukt om Bergen en haar
buitengebieden verglaasd te krijgen.

Daar is nu echter verandering in gekomen.
Door de jaren heen hebben verschillende marktpartijen aangeklopt om te praten over de aanleg van een glasvezelnetwerk. De laatste keer was in 2019, toen KPN en een nieuwe partij, E-Fiber, contact hebben gezocht met de BUCH organisatie om te praten over verglazing van de drie overgebleven gemeenten. E-Fiber heeft de BUCH organisatie dit jaar
opnieuw en met succes benaderd met het verzoek om te praten over verglazing van de gemeente Bergen NH (inclusief de buitengebieden). Dit maakt een groot verschil met KPN die op korte termijn geen buitengebieden wil verglazen en dat is juist een grote wens van de gemeente Bergen. Inmiddels heeft ons college besloten de overeengekomen Samenwerkingsovereenkomst met E-Fiber aan te gaan.

E-Fiber legt het glasvezelnetwerk aan voor eigen rekening en risico. De gemeente heeft een (wettelijke) coördinatietaak in dit proces. Daarbij is het gebruikelijk dat er een Samenwerkingsovereenkomst met de gemeente wordt afgesloten. Er is voor gekozen om in het voortraject een extern bureau in te schakelen bij de totstandkoming van de Samenwerkingsovereenkomst.

Voor de functionaliteit van het glasvezelnetwerk dienen er op diverse locaties PoP’s (Point of Presence) in de openbare ruimte gerealiseerd te worden. Deze PoP’s zijn feitelijke kleine glasvezel centrales/ computer ruimte waar zo een 2500 tot 3000 aansluitingen in samen
komen. Deze Pop’s (5 stuks) vallen binnen de regelgeving van vergunningsvrij bouwen. Voor ‘één Pop de zogezegde city Pop wordt een omgevingsvergunning aangevraagd omdat deze qua grootte valt buiten de richtlijnen van het vergunning vrij bouwen. Partijen stellen in
gezamenlijk overleg de locaties van deze PoP’s vast. Het uitgangspunt is dat de gemeente voor deze PoP’s, en de zogenaamde City-PoP’s in het bijzonder, gronden in recht van opstal aanbiedt aan E-Fiber conform de model opstalovereenkomst van de samenwerkingsovereenkomst.

In de Telecommunicatiewet is opgenomen dat er een vergoeding aan de aanbieder mag worden gevraagd voor zover de vergoeding verband houdt met de werkzaamheden. Wij hebben juridisch gezien recht op een aantal te innen kosten, één en ander gebaseerd op de gemeentelijke legesverordening en de (landelijk) gehanteerde beheer- en
degeneratievergoedingen. Daarnaast maken wij kosten om extern toezicht en projectleiding in te huren. Wij hebben met E-Fiber overeenstemming gezocht en bereikt over alle door de gemeente te maken kosten. De aanleg van het glasvezelnetwerk wordt financieel gezien volledig door E-Fiber gerealiseerd. Vanuit de gemeente wordt hier dus niet aan bijgedragen.

Stand van zaken Subsidiescan

Ons college informeert uw raad over de uitvoering van het amendement voor het houden van een subsidiescan.

U raad heeft op 29 oktober 2020 een amendement met de volgende strekking aangenomen:

Als beslispunt toe te voegen:

–           Een extra mutatie toe te voegen voor het in 2021 beschikbaar stellen van een incidenteel budget € 9.000,- voor een inventariserend onderzoek (scan) naar Europese (en nationale) subsidiegelden inclusief een uitvoeringsparagraaf hoe deze aan te vragen en op welke wijze de gemeente Bergen hier gevolg aan kan geven.

–           De uitkomsten van dit onderzoek in commissieverband te presenteren en voorafgaand deze presentatie te voorzien van een advies van de Commissie van Onderzoek.

–           Het bedrag ten laste van het begrotingssaldo te brengen.

Ons college heeft 1 juni 2021 opdracht gegeven aan BMC om een subsidiescan uit te voeren en met een voorstel te komen op welke wijze subsidieverwerving op een structurele wijze kan worden geïmplementeerd in de organisatie.

De kernvraag van het onderzoek luidt:

Welke subsidiemogelijkheden zijn er voor de gemeente Bergen en voldoet de gemeente aan de noodzakelijke (subsidie)voorwaarden om deze subsidie(s) te kunnen verwerven?

BMC heeft een offerte gemaakt voor een op stellen plan van aanpak dat als volgt wordt opgebouwd:

Plan van aanpak met een gefaseerde aanpak (uit de offerte)

1. Gericht op het nu – De eerste fase bestaat primair uit de subsidiescan en resulteert in een overzicht van de bestaande en toegankelijke subsidiemogelijkheden. Na fase 1 wordt een go/no-go-beslissing opgenomen.

2. Gericht op de korte termijn – De tweede fase richt zich op de wijze waarop subsidieverwerving door de gemeente Bergen meer structureel kan worden ingericht. Fase 2 geeft inzicht in de wijze waarop subsidieverwerving op dit moment is georganiseerd en leidt tot verbetervoorstellen.

3. Gericht op de lange termijn – De derde fase is nog als PM-post opgenomen in de kostenberekening maar wordt wel op hoofdlijnen uitgewerkt in het plan van aanpak.

Als de gemeente op basis van de uitkomsten van fase 2 aanleiding ziet om de subsidieverwerving binnen de gemeente Bergen structureel in te richten, dan wordt dit in fase 3 geïmplementeerd.

Onderzoeksplanning

Bij de planning gaat BMC er vanuit dat het afronden van fase 1 (incl. go/no-go-beslissing) voor het zomerreces plaatsvindt. De analyse en eindrapportage als slot van fase 2 wordt dan gepland na het zomerreces.

We houden uw raad op de hoogte van de uitvoering en de resultaten de scan en van het plan van aanpak. 

Uitvoering motie Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden

Op 4 maart 2021 is door de gemeenteraad van Bergen een motie aangenomen met betrekking tot de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (Wgs). Deze wet maakt informatie-uitwisseling mogelijk in het kader van de bestrijding van (zware) criminaliteit.

In de motie wordt aangegeven dat burgers via een formulier bezwaar kunnen maken tegen de verstrekking van hun gegevens aan derden. Dit formulier is echter alleen van toepassing voor een beperking van de gegevensverstrekking aan een beperkt aantal met name genoemde organisaties in het kader van een andere wet: de wet Basisregistratie Personen (BRP). Het is niet van toepassing op gegevensuitwisseling in het kader van de bestrijding van criminaliteit op basis van de Wgs. De gemeente heeft hierin geen beleidsvrijheid. Van deze wet kan niet worden afgeweken.

De opdracht voor het college om de zorg bij de Eerste Kamer te uiten over de uitvoering van de Wgs staat op gespannen voet met de integrale aanpak criminaliteit binnen Veilgheidsregio Noord-Holland-Noord.

Op grond van bovengenoemde overwegingen is de motie niet uitvoerbaar.

Onderdeel motie “Constaterende dat”

Onder de zesde bullet bij het onderdeel “Constaterende dat” wordt aangegeven dat “de gemeente Bergen de mogelijkheid biedt om deze gegevens niet te delen via het actief aangeven door een inwoner via het invullen van een formulier.”

Verstrekkingsbeperking op grond van de wet Basisregistratie Personen (BRP)

In de motie verwijst de raad naar het invullen van een formulier om een verzoek te doen om persoonsgegevens niet te delen met derden. Dit formulier heeft alleen betrekking op het indienen van een verzoek tot beperking van de verstrekking van persoonsgegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP).   

Op grond van hoofdstuk 3 van de wet BRP is de verstrekking van gegegevens door het college uit de Basisregistratie personen verplicht gesteld. Bijvoorbeeld aan Belastingdienst, Kamer van Koophandel, Waterschap, etc.

Via het betreffende formulier is het mogelijk om, in een zeer beperkt aantal gevallen, hierop beperking aan te vragen door inwoners. Deze beperking geldt uitsluitend voor gegevensverstrekking aan:

  • de stichting Interkerkelijke Ledenadministratie (SILA);
  • organisaties die gezondheidszorg verlenen aan patiënten in een instelling;
  • organisaties waaraan een gemeente persoonsgegevens zou willen geven op basis van de gemeentelijke verordening BRP, bijvoorbeeld een sportvereniging of een goed doel, zoals het Rode Kruis.

Doel van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (Wgs)

De motie van de raad is gericht op de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden. Het doel van deze wet is integrale aanpak van essentiële maatschappelijke vraagstukken, zoals inbreuken op de integriteit van het financiële stelsel, van witwas- of fraudeconstructies, van georganiseerde criminaliteit en van complexe problemen rond personen op het vlak van zorg en veiligheid.

Aanwijzing van een samenwerkingsverband bij amvb is uitsluitend mogelijk als doeleinden worden omschreven die passen binnen het raamwerk van hoofdstuk 3 van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden:

  1. het voorkomen en bestrijden van ernstige vormen van criminaliteit;
  2. het voorkomen van grootschalig of systematisch onrechtmatig gebruik van over-heidsgelden en overheidsvoorzieningen; of
  3. het voorkomen van grootschalige of systematische ontduiking van wettelijke ver-plichtingen tot betaling van belastingen, retributies en rechten bij in- en uitvoer.

Opdracht aan het college

  1. “Onze ernstige bezorgheid over te brengen aan de Eerste Kamer en hen te verzoeken deze wet niet aan te nemen, omdat deze strijdig is met artikel 10 van de Grondwet.”

Toelichting

De vaststelling van de Wgs is nog in procedure. Uit de consultaties die reeds hebben plaatsgevonden blijkt dat de strijdigheid met de grondwet nog ter discussie staat.

Wel is het in dit kader van belang op te merken dat als de gemeenteraad van Bergen zich hier expliciet tegen uitspreekt, dit haaks staat op de wijze waarop we als gemeente en in samenwerking met partners (bijv. Veiligheidsregio, OM, Politie) proberen een vuist te maken tegen ondermijnende activiteiten in de samenleving. Zowel bij lopende en nieuwe casuïstiek, maar ook bij de projecten die opgestart zijn of gaan worden vanuit de samenwerking binnen Noord-Holland Samen Veilig (www.nh-sv.nl).

  • “Onderzoek te doen naar de mogelijkheid om gegevensdeling via de samenwerkingsverbanden om te draaien: dus niet door middel van het actief moeten aangeven gegevens deling te weigeren, maar door middel van het actief moeten aangeven akkoord te gaan met de gegevensdeling aan samenwerkingsverbanden.”

Toelichting

Toestemming vooraf vragen voor gegevensdeling op basis van de Wgs staat op haaks op het doel van de wet. Deze wet is specifiek gericht op een integrale aanpak van en onderzoek naar criminele activiteiten en fraudezaken. Een wet met “omgedraaide” werking zou zijn doel voorbij schieten en op geen enkele wijze nog een bijdrage leveren aan de aanpak van ondermijnende activiteiten.

De wet biedt overigens (tezamen met andere wetgeving) diverse kaders en criteria waaraan voldaan moet worden om gegevens te mogen delen en zorgvuldig om te gaan met privacygevoelige informatie. Dit vereist onder meer een uitgewerkt werkproces waarin diverse waarborgen moeten worden georganiseerd die recht doen aan de geuite zorgen zonder daarmee het doel van de wet teveel in te perken.

  • “Uitdrukkelijk de communicatie rondom bescherming van persoonsgegevens richting inwoners te intensiveren en transparant te maken en hen actief te wijzen op het bestaande formulier waarin deling van persoonsgegevens wordt geweigerd.”

Toelichting

Ook hier verwijst de gemeenteraad naar het aanvragen van verstrekkingsbeperking op de inschrijving in de basisregistratie personen op grond van de Wet BRP (die dus niet van toepassing is op de hier nu voorliggende wet). Over de verstrekkingsbeperking in het kader van de Wet BRP informeert de gemeente de inwoners jaarlijks via het gemeenteblad. De informatie staat ook op de gemeentelijke website.