Maand: januari 2019

Stimuleren doorstroming voor herhaling vatbaar – update Alta Mira

De vorige keer bent u geïnformeerd over het project Alta Mira in Schoorl. Naar aanleiding van een bericht in de Alkmaarsche Courant en recent bekend geworden gegevens hierbij een update. Volgens Kennemer Wonen en de gemeente zijn de resultaten bemoedigend succesvol. Deze manier van toewijzing is in de toekomst voor herhaling vatbaar.

Appartementencomplex Alta Mira aan de Heereweg in Schoorl is sinds de zomer bewoond. In goede samenwerking met de gemeente Bergen is Alta Mira gebruikt als pilotproject om doorstroming te bevorderen. Met de pilot werd onderzocht of het mogelijk is om verhuisketens te realiseren bij gerichte toewijzing van nieuwbouwwoningen. Ondanks dat de evaluatie nog niet definitief is omdat nog niet alle verhuisketens zijn afgerond, kan wel worden geconcludeerd dat de resultaten succesvol zijn.

Eerste conclusie

De twee- en driekamerappartementen in Alta Mira zijn met voorrang verhuurd aan bewoners die een sociale eengezinshuurwoning in de gemeente Bergen achterlieten. Een eerste conclusie is dat voorrang geven aan doorstromers die een eengezinswoning in de huur achter laten, alleen zin heeft als de toe te wijzen woning over minimaal drie kamers beschikt. De animo om van een eengezinswoning naar een tweekamerappartement te verhuizen is zeer gering. Bij Alta Mira is 45% van de nieuwe huurders van een driekamerappartement afkomstig uit de gemeente Bergen via de voorrangsregeling van het project Doorstroming. Daarnaast komt 15% uit een andere sociale huurwoning die op basis van een inschrijving bij SVNK (Regio Noord-Kennemerland) is verhuurd.

Ter vergelijking

De resultaten van de pilot Alta Mira en de manier van toewijzing zijn bemoedigend succesvol. Zeker wanneer we kijken naar een vergelijkbaar project in Heiloo. Bij Oostweide werden ook twee- en driekamerwoningen toegewezen, waar geen extra aandacht was voor doorstroming. Hier lag het doorstromingspercentage uit een andere sociale huurwoning slechts op 6,25%. Zodra de evaluatie is afgerond, wordt deze wijze van toewijzen meegenomen in het voorstel voor de nieuwe huisvestingsverordening die op 1 juli 2019 in werking moet treden.

Beantwoording raadsvragen over de handhavingsprocedure inzake de MTB route in de Schoorlse duinen

Stichting Duinbes heeft op 16 april 2016 om handhaving verzocht tegen de aanleg van de bestaande MTB route in de Schoorlse duinen. Hierover zijn in de Algemene Raadscommissie van 15 januari 2019 vragen gesteld die het college hierbij beantwoordt.

Tijdens de Algemene Raadscommissie (ARC) van 15 januari 2019 heeft commissielid mevrouw Van Kranenburg van Gemeentebelangen BES de volgende vragen gesteld over de handhavingsprocedure inzake de MTB route in de Schoorlse duinen:

• Waarom is de gemeente Bergen in verweer gekomen tegen het bezwaarschrift van Staatsbosbeheer en de MTB Vereniging Noordwest?

 

Stichting Duinbes heeft op 16 april 2016 een verzoek om handhaving ingediend tegen de aanleg van de bestaande MTB route in de Schoorlse duinen. Dit verzoek om handhaving is in goed overleg met de verzoeker aangehouden tot er meer duidelijkheid zou zijn over de vraag of er nieuwe vergunningen door de Provincie en de gemeente worden verleend, hetgeen afhankelijk is van ecologisch onderzoek.

Op 16 maart 2018 heeft Stichting Duinbes een verzoek ingediend om verder te gaan met de behandeling van het handhavingsverzoek van 16 april 2016. Op 13 september 2018 stelt Stichting Duinbes het college in gebreke wegens niet tijdig beslissen op het verzoek om handhaving. Op 26 september 2018 besluit het college om Staatsbosbeheer een last onder dwangsom op te leggen. Uit de last volgt dat Staatsbosbeheer de werkzaamheden die zijn uitgevoerd om de bestaande MTB route mogelijk te maken en die zonder omgevingsvergunning zijn uitgevoerd, ongedaan moet (laten) maken, op straffe van een dwangsom. Tegen dit besluit hebben o.a. Staatsbosbeheer en de MTB vereniging Noord West bezwaar aangetekend. Ten behoeve van de hoorzitting bij de commissie van advies voor de bezwaarschriften is namens het college verweer gevoerd. Het besluit is tijdens de zitting toegelicht. Inmiddels is op donderdagmiddag 31 januari ambtelijk het advies van de commissie voor de bezwaarschriften ontvangen. Het advies wordt op dit moment bestudeerd, van advies voorzien en vervolgens ter besluitvorming voorgelegd aan het college.

Ontvankelijkheid Stichting Duinbes

Stichting Duinbes is door de bezwaarmakers aangemerkt als niet-ontvankelijk in haar verzoek om handhaving.

De organisatie zou een functionele of territoriale doelstelling hebben die te ruim is, dan wel onvoldoende feitelijke werkzaamheden verrichten, anders dan het voeren van procedures in bezwaar en beroep. De commissie van advies voor de bezwaarschriften zal binnenkort een advies aan het college over de ontvankelijkheid uitbrengen. Zoals bij het vorige punt aangegeven is het advies van de commissie op donderdagmiddag 31 januari ontvangen en wordt het nog bestudeerd.

Mountainbiken in de Schoorlse duinen toegestaan

Er is geen sprake van handhavend optreden tegen het gebruik van de Schoorlse duinen door de mountainbikers. De MTB Vereniging Noord West is geen overtreder. Het gebruik voor extensieve dagrecreatie, waaronder mountainbiken, is namelijk op grond van het bestemmingsplan toegestaan.

• Waarom voert de gemeente dit beleid, met andere woorden: waarom wordt handhavend opgetreden?

 

Het college heeft de wettelijke verplichting om in beginsel handhavend op te treden indien er wettelijke voorschriften zijn overtreden. Hierbij wordt ook altijd gekeken of de overtreding eventueel gelegaliseerd kan worden, bijvoorbeeld middels een vergunning.

Wij hebben vastgesteld dat in de Schoorlse duinen een mountainbikeroute is aangelegd zonder de daarvoor vereiste omgevingsvergunning. Het gaat hier om de bestaande MTB route, die al jaren terug is aangelegd. Dit is in strijd met de aanlegregels in het geldende bestemmingsplan (en ook met de regels van het vorige bestemmingsplan). Het college moet in dit geval handhavend optreden, zodat de overtreding ongedaan wordt gemaakt.

Legalisatie mogelijk

Uit het legalisatie onderzoek is gebleken dat de overtreding ongedaan kan worden gemaakt indien de overtreder, Staatsbosbeheer, een aanvraag indient met daarbij een flora- en fauna onderzoek. Het college kan dan de overtreding legaliseren door een omgevingsvergunning te verlenen. Het houden van een onderzoek is vereist. Voorwaarde voor een omgevingsvergunning is dat de natuur‐ en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast. Uit genoemd onderzoek kan blijken of beschermde planten en dieren in het gebied aanwezig zijn, door de activiteit worden verstoord en welke maatregelen er eventueel tegen een inbreuk op het beschermde belang worden genomen.

Het is bij Staatsbosbeheer bekend dat zij een omgevingsvergunning moeten aanvragen, maar tot op heden heeft Staatsbosbeheer nog geen (ontvankelijke) aanvraag ingediend.

Nieuwe delen MTB route

Overigens is Staatsbosbeheer (met behulp van vrijwilligers van MTB Noordwest) in 2016 ook begonnen met het aanleggen van delen van een nieuwe route. Hiertegen heeft het college reeds opgetreden door een bouwstop op te leggen op 5 februari 2016. Dit betekent dat de vergunningplichtige werkzaamheden pas weer doorgang mogen vinden, als hiervoor een omgevingsvergunning is verleend. Deze vergunning is ook nog niet aangevraagd door Staatsbosbeheer.

Reactie op toezegging aan de Raad over peuteropvangsubsidie

Op 11 december 2018 heeft wethouder Koster aan de Raad toegezegd nader inzicht te verschaffen in de wijze waarop de gemeente Bergen in relatie tot gemeente Beemster omgaat met de peuteropvangsubsidie. In de bijlage leest u de verschillen tussen de gemeenten en een nadere toelichting.

Bijlage:

• Reactie op toezegging raad peuteropvangsubsidie

Motie ‘de haaf’ juridisch niet uitvoerbaar

Op 11 december 2018 heeft de raad het college opgedragen om villa de Haaf, Natteweg 9 te Bergen, aan te wijzen als gemeentelijk monument. De motie blijkt niet uitvoerbaar omdat de gemeente in 2017 schriftelijk aan de eigenaar heeft laten weten dat er geen aanwijzing zal plaatsvinden. Hiermee heeft de eigenaar rechtszekerheid gekregen.

Samenvatting

In 2017 is namens het college aan de eigenaar van de Haaf, Natteweg 9 te Bergen, meegedeeld dat zijn pand niet als monument wordt aangewezen. Het college heeft zich destijds laten adviseren door in 2016 een Cultuurhistorisch onderzoek uit te voeren.
De eigenaar heeft schriftelijke bevestiging ontvangen dat zijn pand, Natteweg 9, niet aangewezen wordt als gemeentelijk monument en mag hier dus rechtszekerheid aan ontlenen.
Zonder uitspraak te doen over cultuurhistorische argumenten om de Haaf wel aan te wijzen, is alleen al op basis van het boven vermelde juridische argument de uitvoering van de motie niet haalbaar.

Voorgeschiedenis

Het dossier ‘de Haaf’ kan niet losgezien worden van enkele onderzoeken die in het dorp Bergen uitgevoerd zijn naar de monumentwaardigheid van 53/58 panden en een tweetal onvoltooid gebleven aanwijzingsprocedures van gemeentelijke monumenten.

1996- herbouw na brand

Villa de Haaf, Natteweg 9, werd na een brand in 1996 herbouwd. Volgens berichten was de Haaf een rijksmonument, maar de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) kan dat desgevraagd niet bevestigen. De RCE meldt dat in die tijd zelden een pand van de monumentenlijst afgevoerd werd, tenzij vrijwel niets meer van het oorspronkelijke gebouw restte.

2006-2010 – aanhouden monumentaanwijzing

De Haaf is in 2006 onderdeel van een inventarisatie van 53 potentiële monumenten in Bergen door de Commissie Cultuurhistorische Kwaliteit (CCK). Villa de Haaf wordt positief gewaardeerd vanwege het oeuvre van de Bazel, maar met de mededeling dat het pand vrijwel geheel opnieuw opgetrokken werd naar oorspronkelijk ontwerp.
Hierna volgt in 2007 in overleg met de gemeente Bergen een extern onderzoek  naar 58 panden. Ook dit rapport adviseert positief met betrekking tot de Haaf.

In 2009 wordt de Haaf besproken tijdens vergaderingen van de CCK. Er blijken twijfels over de ouderdom. Het pand zou nader bekeken moeten worden. In een latere bespreking van de CCK wordt geadviseerd om aanwijzing van de Haaf aan te houden. De Haaf raakt hierna, achteraf bezien, enige tijd uit beeld.
De aanwijzingsprocedure die voor uiteindelijk 36 objecten volgt resulteert in een concrete aanwijzing van 15 objecten, zonder de Haaf. Het proces leidde in zijn algemeenheid tot het inzicht dat een toetsingskader ontbreekt waartegen alle panden in de gemeente duidelijk kunnen worden afgewogen. Objecten waarbij bezwaren speelden, of die in een breder kader beoordeeld moeten worden, werden niet aangewezen. Dit is in januari 2010 aan de raad gecommuniceerd.

2015 – bestemmingsplan de Haaf

Op 26 juni 2015 is bestemmingsplan ‘de Haaf’ onherroepelijk vastgesteld waarmee de ontwikkeling van drie appartementgebouwen mogelijk werd gemaakt op landgoed ‘de Haaf’. In de planregels is handhaving van de villa aan de Natteweg 9 niet opgenomen, al wordt daar op gezinspeeld in de toelichting. De toelichting heeft geen juridische zeggingskracht, de planregels wel.

2015-2017 – definitief geen monumentenstatus

In 2015 ontving de gemeente twee brieven, van het Cuypersgenootschap (CG) en SBBB, met het verzoek om alsnog over te gaan tot aanwijzing van de resterende objecten van de lijst van 35 waardevolle objecten. Natteweg 9 wordt in de brief van het Cuipersgenootschap genoemd.
De gemeente heeft in 2016 hierop geacteerd met een door onderzoeksbureau Polman Advies nieuw uitgevoerd cultuurhistorisch onderzoek. Het advies van Polman Advies was om Natteweg 9 niet te plaatsen op de gemeentelijke monumentenlijst onder andere vanwege de beperkte gaafheid (brand in 1996) en de inmiddels gerealiseerde grootschalige nieuwbouw op het terrein van landgoed de Haaf.

In 2016/2017 werd een proces tot aanwijzing gestart van de door Polman positief beoordeelde panden. In overleg met de wethouder en na melding in het college werden de eigenaren middels een brief geïnformeerd of hun pand al dan niet in aanmerking kwam voor een monumentenstatus. Voor de Haaf betekende dit dat de eigenaar op 7 april 2017 een schriftelijk bevestiging kreeg.

Het aanwijstraject werd overigens een fiasco vanwege de grote weerstand bij de eigenaren. Gesprekken waren niet mogelijk. Daarop is het proces in overleg met het college stopgezet, maar de raad is niet actief geïnformeerd. Voornemen was om een avond te houden voor de raad om aan te geven hoe de stand van zaken op monumentengebied was en hoe er over het beleid nagedacht wordt. Het is er onder de toenmalige wethouder niet meer van gekomen.

Planontwikkeling

De eigenaar van de Haaf onderzoekt sinds ontvangst van de kennisgeving uit 2017 de mogelijkheid van een nieuwe ontwikkeling, waarin behoud van villa de Haaf niet is voorzien.

Verzoeken tot aanwijzing monument

Niet alleen de raad heeft het college opgedragen om de Haaf aan te wijzen als gemeentelijk monument. Ook cultuurhistorische belangenverenigingen hebben hiertoe verzocht waarbij vooral inhoudelijke argumenten aangevoerd zijn om de monumentwaardigheid van villa de Haaf aan te tonen. Ook wordt verwezen naar het voornoemde cultuurhistorisch onderzoek uit 2007 waarin de Haaf positief beoordeeld wordt. Zoals gecommuniceerd met de raad in januari 2010, bleken er bij evaluatie van de onderzoeken en de aanwijsprocedures nieuwe inzichten te zijn ontstaan. De gemeente heeft hierom, toen de situatie zich in 2015 voordeed om opnieuw gemeentelijk monumenten aan te wijzen, nieuw onderzoek laten uitvoeren. Uit dit laatste onderzoek blijkt een negatief advies, dat leidend is geweest en waar de eigenaar van ‘de Haaf’ van op de hoogte is gesteld.

 

 

 

Duinweg 10

In de Algemene raadscommissie van 15 januari is een vraag gesteld over Duinweg 10. De vraag gaat om het verzoek om langs de Duinweg op nummer 10 een appartementencomplex te mogen bouwen. Volgens de aanvrager is het verzoek afgewezen omdat het quotum van het aantal te bouwen woningen al is bereikt.
Gevraagd is hoe het kan dat we aan de ene kant roepen dat er te weinig woningen zijn en aan de andere kant zeggen dat het quotum voor woningen in 2019 is bereikt.

Er is geen sprake van een jaarlijks quotum aan woningbouwcapaciteit. Wel moeten gemeente rekening houden met de prognoses over de woningbehoefte. We moeten niet te weinig, maar ook niet teveel bouwen.
Rekening houdend met de meest recente prognose rondom de huishoudensontwikkeling is de ruimte voor de gemeente Bergen om woningbouwplannen toe te voegen aan de programmering beperkt. Dit betekent dat we keuzes moeten maken. Goede plannen zullen voorrang moeten krijgen op minder goede plannen.

De taskforce wonen is bezig om een goed beeld te krijgen van de huidige harde en zachte plannen en mogelijke nieuwe woningbouwlocaties. Vanuit het beleidsveld wonen gezien is dit geen kansrijk plan. De laatste tijd dienen veel ontwikkelaars plannen met “zorgwoningen” in. Deze “zorgwoningen” tellen echter gewoon als woningen mee in de programmering.
Vanuit de Taskforce Wonen gezien is dit plan niet kansrijk:

•  “Probleemlocaties” zouden zoveel mogelijk voorrang moeten krijgen. Denk aan leegstaande panden / locaties, functieverandering, enz. De locatie Duinweg bestaat uit 2 vrijstaande woningen waar men 24 zorgappartementen wil realiseren.
• Het college is geen voorstander van zorgwoningen. In principe moet er in elke woning zorg geleverd kunnen worden. Daarnaast gaat de voorkeur uit naar gespikkeld wonen, niet naar clustering van “zorgwoningen”.
• Bij de Duinweg gaat het om luxe appartementen waarbij de zorgaanbieder wordt gekoppeld aan de woning. Met het scheiden van wonen en zorg is dit wettelijk niet toegestaan.
• Voor zover bekend gaat het om dure appartementen. Bij een locatie van dergelijke omvang zal er ook 20%  in categorie 1 en 20% in categorie 2 worden gebouwd.

Alles bij elkaar is dit vanuit het beleidsveld wonen bezien geen kansrijke locatie en is negatief op dit plan geadviseerd.

“De rechtbank heeft vorige week vrijdag uitspraak gedaan inzake het beroepschrift over het Wob-verzoek van Stichting Mooier Bergen. Het Wob-verzoek betrof (onder andere) het mailverkeer van de wethouder en de projectleider inzake de Harmonielocatie. De rechtbank volgt het betoog van de gemeente op de meeste punten en concludeert dat de gemeente volledig aan de strekking van het verzoek heeft voldaan en dat de gemeente aannemelijk heeft gemaakt dat zij voldoende onderzoek heeft gedaan. De gemeente hoeft niet verder onderzoek te doen naar eventuele relevante documenten. Daarnaast concludeert de rechtbank dat de gemeente op goede gronden de openbaarmaking van een aantal documenten heeft mogen weigeren.

De rechtbank oordeelt wel dat de gemeente een aantal documenten niet op deze manier had mogen weigeren. Het betreft documenten die door Schrama B.V. zijn aangeleverd. Het gaat over documenten van de VVE van de Rustende Jager en een juridisch advies van de advocaat aan Schrama B.V. Dit is het enige punt waarop het beroep gegrond is verklaard. De gemeente is gehouden om op dit punt een nieuw besluit te nemen met een nieuwe afweging. Voor een nieuw besluit heeft de gemeente een wettelijke beslistermijn van minimaal 12 weken. Gedurende deze periode zullen wij aan Schrama B.V. de gelegenheid bieden om een zienswijze in te dienen.

De gemeente ziet in de uitspraak geen aanleiding om hoger beroep aan te tekenen. “

Bijlage: 2019-01-21 uitspraak anoniem

In de ARC van 15 februari is het Integraal Veiligheidsbeleid (IVB)v2019-2022 besproken. Namens het CDA heeft de heer Valkering de opmerking gemaakt dat hij de aanrijtijden van de brandweer mist in het stuk. De wethouder heeft toegezegd dat zij positief aan de burgemeester zou adviseren om in het IVB een paar woorden te wijden aan de aanrijtijden van de hulpdiensten in zijn algemeenheid.

In het Uitvoeringsplan van het Integraal Veiligheidsbeleid wordt de volgende actie opgenomen:

–          Aan de hulpdiensten verzoeken onderzoek te verrichten naar het sneller of slimmer aanrijden waardoor deze tijden verbeterd kunnen worden. Vanuit de gemeente hier op blijven monitoren.

 

 

Naar aanleiding van de behandeling in de Commissie Bestemmingsplannen d.d. 15 januari 2019 van het raadsvoorstel over de vaststelling van het bestemmingsplan Sportlaan 2-4 (hospice, zorghotel, natuurontwikkeling), is een aantal technische vragen gesteld waarop het college heeft toegezegd om schriftelijk te reageren. U leest de antwoorden in de bijlage.

Bijlage: Memo Comissie vragen BP Sportlaan Zorghotel

 

Naar aanleiding van de raadsvergadering van 18 december 2018 inzake het bestemmingsplan ” De 7 Dorpelingen” heeft het college op 21 december2018  aan de Raad van State schriftelijk laten weten dat het betreffende bestemmingsplan door de gemeenteraad niet is ingetrokken.

Bijlage:

• Brief Raad van State 21122018