Intentieovereenkomst klimaatbestendige nieuwbouw

In het weekend van 18-20 juni is in de regio rond gemeente Bergen extreem veel regenwater gevallen die zware overlast en schade heeft veroorzaakt. In de 1e helft van 2022 worden op 15 locaties maatregelen genomen om deze minder kwetsbaar te maken voor wateroverlast, zoals beschreven in de vorige nieuwsbrief eind december 2021. De kans op meer zware buien neemt toe naarmate de klimaatverandering doorgaat. Dat is ook wat voorspeld is in het nieuwste rapport van het IPCC (aug. 2021) en Klimaatsignaal ’21 van het KNMI. Daarnaast heeft Nederland, waaronder ook Bergen, door klimaatverandering steeds meer te maken met langdurige droogte en hittegolven (o.a. in 2018, 2019 en 2020), stijgende zeespiegel en afname van biodiversiteit. Hier moet op een langere termijn aan gewerkt worden.

Intentieovereenkomst klimaatbestendige nieuwbouw

De gemeente maakt het gemeentelijke beleid en uitvoeringsprogramma klimaatadaptatie om de omgeving tussen nu en 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te maken.

Met de regio Noord-Holland en MRA zijn op basis van de KNMI klimaatscenario’s 2050 regels opgesteld voor klimaatbestendige nieuwbouw die een basisveiligheid creëren tegen wateroverlast, droogte, hitte en overstromingen. Natuurinclusiviteit en (klimaatadaptieve) biodiversiteit zijn hier onderdeel van. Deze regels zijn eerder ook vastgesteld door Utrechtse en Zuid-Hollandse gemeentes, provincies en waterschappen. Het college van gemeente Bergen heeft besloten om deze intentieovereenkomst klimaatbestendige nieuwbouw te tekenen. Dat is een commitment aan de regio die hieraan werkt, en het geeft de ambtenaren de opdracht om dit verder uit te werken in het klimaatadaptatiebeleid met de financiële consequenties erbij: het klimaatadaptatiebeleid 2022-2026 & uitvoeringsprogramma klimaatadaptatie 2023. Daar kan de nieuwe gemeenteraad halverwege 2022 een besluit overnemen.

Het ondertekenen van de intentieovereenkomst klimaatbestendige nieuwbouw heeft geen consequenties voor bestaande projecten waarover al besluiten genomen zijn. Het gaat over de intentie om nieuwe projecten voldoende klimaatbestendig uit te voeren volgens de regels die te vinden zijn in hoofdstuk 3 van Metropool regio Amsterdam.

Bijlages:

  1. Aanbiedingsbrief Intentieovereenkomst klimaatbestendige nieuwbouw
  2. Afspraken Intentieovereenkomst klimaatbestendige nieuwbouw MRA en Noord-Holland
  3. Bestuurlijke samenvatting kosten en bekostiging klimaatbestendige nieuwbouw
  4. Eenzijdige Intentieverklaring Klimaatbestendige nieuwbouw Noord-Holland en MRA
  5. Uitgenodigde partijen Intentieovereenkomst Klimaatadaptieve nieuwbouw Noord-Holland en MRA

Herleiden van besluitvorming door verslaglegging en archivering

In de organisatie aandacht vragen voor het uitvoeren van de afspraken uit de ‘regeling verslaglegging Bergen’ uit 2019 voor het vastleggen van gemaakte afspraken binnen projecten.

Tijdens het vragenhalfuur voorafgaand aan de algemene raadscommissie van 3 februari 2022 is door de fractie van Gemeentebelangen een aantal vragen gesteld over het archief beleid van de gemeente. In deze nieuwsbrief treft u de antwoorden op deze vragen aan.

Vraag 1

Op 1 november 2018 heeft de raad de aanbevelingen uit een rapport van de rekenkamer van de BUCH op het gebied van archivering overgenomen.

Daarmee kreeg het college een opdracht om een aantal verbeteringen uit te voeren.

Kerndoel van archivering is dat de besluitvorming in het college en de raad te herleiden is.

Antwoord vraag 1

Wij zien deze tekst als een inleiding op de vragen die hierna volgen.

Vraag 2

Kan het college duiden of de verbeterpunten uitgevoerd zijn en zoals beschreven in het rapport constant worden gecontroleerd op de uitvoering.

Antwoord vraag 2:

  • Op 26 februari 2019 heeft het college de ‘regeling verslaglegging Bergen’, vastgesteld.

In deze regeling is een onderscheid gemaakt in de soorten overleggen, de wijze

van vastlegging van de afspraken en het aanwijzen van een verantwoordelijke voor de uitvoering van de verslaglegging en archivering.

Dat begint bij projecten al door afspraken over verslaglegging te maken in projectopdrachten, startnotities of plannen van aanpak.

  • Het informatiebeheer van de (BUCH-)gemeente(n) is jaarlijks onderhevig aan Interbestuurlijk Toezicht door de Provincie. Hier wordt de raad via de nieuwsbrief van op de hoogte gehouden.  De gemeente wordt continue gecontroleerd. Het informatiebeheerbeleid bestaat uit een zeer complex netwerk van wet- en regelgeving, dat zowel intern als extern is opgelegd. Het is niet eenvoudig gebleken om de applicaties waarin de informatie wordt opgeslagen te harmoniseren en de procedures bij  (externe) medewerkers te integreren.

Vraag 3

Bent u het met ons eens dat gespreksverslagen essentieel zijn voor een goede uitvoering van transparant en herleidbaar bestuur.

Antwoord op vraag 3:

Zeker. Het in 2018 vastgestelde informatiebeheerplan van de BUCH begint ook met het beantwoorden van de Waarom-vraag van een het plan:

De digitale beheeromgeving is voor onze informatie van essentieel belang voor:

  • een goede bedrijfsvoering;
  • het afleggen van (bestuurlijke) verantwoording;
  • het bedienen van de recht- en bewijszoekende burger;
  • democratische controle;
  • historisch erfgoed.

Het belang wordt ook onderkend door de Provincie; informatiebeheer is één van de 4 onderdelen waar Interbestuurlijk Toezicht op van toepassing is (naast Financiën, Omgeving en huisvesting verblijfsgerechtigden).

Vraag 4

Bent u het met ons eens dat een overleg met de provincie en bijvoorbeeld projectontwikkelaars niet vrijblijvend is en voor een goede verslaglegging moet worden genotuleerd. Alleen op die wijze kan de raad de zorgvuldigheid van de proces herleiden en beoordelen.

Antwoord op vraag 4:

Gelet op bovengenoemde antwoorden is het antwoord bevestigend.

Wij vragen bij de organisatie nogmaals aandacht voor het uitvoeren van de afspraken uit de regeling verslaglegging Bergen.

Update planschade Westdorp

Op 18 december 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State  (hierna: de Afdeling)  finaal uitspraak gedaan in de hoger beroepen in ruim 30 ‘Westdorpse’ planschadezaken, waarvan de aanvragen in 2012-2013 zijn ingediend. Door verzoekers werd € 25.500.453,- aan planschade geclaimd. Uiteindelijk is € 1.529.000,- aan planschade vastgesteld verspreid over vier gevallen.

Deze is planschade is ‘in natura’ vergoed. Dit betekent, kort gezegd, dat verzoekers een aanvraag om omgevingsvergunning kunnen indienen, indien de door hen beoogde (bouw)ontwikkeling volgens het vroeger geldende Uitbreidingsplan 1937 mogelijk was, maar volgens het daarna in werking getreden bestemmingsplan Bergen Dorpskern Zuid niet meer.

Voor indiening van een vergunningaanvraag werd een termijn van twee jaar gegeven, vanaf het moment dat het planschadebesluit onherroepelijk werd. Dat is in drie van de vier gevallen vanaf de datum uitspraak van de Afdeling.

De genoemde tweejaartermijn is in die drie gevallen op 18 december 2021 verstreken. Het planschadebesluit is daarmee voor deze aanvragers ‘uitgewerkt’. Het is voor hen nog steeds mogelijk om een verzoek om afwijkingsvergunning in te dienen. Een dergelijke aanvraag wordt dan echter volgens de ‘gewone’ regels en leges, en met de bij de gemeente gebruikelijke anterieure overeenkomst afgewikkeld.

In één geval is de termijn voor eventuele indiening van een vergunningaanvraag als compensatie ‘in natura’ nog niet verstreken, omdat in die zaak door het college een nieuwe beslissing op bezwaar is genomen na de uitspraak van de Afdeling. Daartegen is opnieuw beroep bij de Afdeling ingesteld, maar dat is verworpen. De indieningstermijn in deze zaak loopt nu medio 2023 af.

In 13 gevallen is door verzoekers een verzoek tot herziening van de uitspraken van 18 december 2019 ingediend bij de Afdeling. Die verzoeken zijn op 25 juni 2021 afgewezen. Op 15 december 2021 is het verzet tegen die, wijzen van, afdoening eveneens afgewezen.

Bovenstaande brengt met zich mee dat het project van de ‘Westdorpse’ planschadezaken tot een einde komt. Wethouder Valkering heeft vaker in de media zijn complimenten uitgesproken richting de ambtelijke organisatie die zich al die jaren heeft ingezet op dit project. Die complimenten worden in deze nieuwsbrief herhaald, de positieve afhandeling van deze 30 zaken geeft eens te meer weer hoe professioneel en kundig onze mensen, en specifiek de juristen die aan de project hebben gewerkt, zijn.

Bepalend erfgoed

Onderstaand bericht informeert de raad dat een nota beeldbepalend erfgoed wordt opgesteld. Dit wordt mede uitgevoerd op verzoek van de raad zoals vastgelegd in het formatieakkoord. Het beleid moet leiden tot een beheer van
ons erfgoed dat aansluit bij de wensen en eisen voor vandaag en morgen. De vaststelling van de nota wordt aan de volgende raad overgelaten.

Het erfgoed van de gemeente Bergen is een belangrijk onderdeel van de identiteit van Bergen, Egmond en Schoorl. Vele mensen en verenigingen spreken zich veelvuldig uit over het behoud van ons gemeentelijk erfgoed. Het
is een deel van onze geschiedenis, een bron van inspiratie en maakt de sfeer in onze dorpen. In het belang van ons allemaal gaat de gemeente zorgvuldig om met onze historische waarden. Hiermee wordt niet alleen het beeld bepaald maar ook onze economie versterkt. Unieke waarden die we allemaal koesteren.

Zienswijzen Bestuurlijke regie Schiphol

De Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) heeft in 2021 zienswijzen ingediend ten aanzien van de ontwerpwijziging Luchthavenverkeerbesluit Schiphol en de ontwerpwijziging Luchthavenindelingbesluit Schiphol. In dit bericht wordt u geïnformeerd over deze zienswijzen.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft in het eerste kwartaal van 2021 zowel de ontwerpwijziging van het Luchthavenverkeerbesluit (LVB) met onderliggend milieueffectrapport (MER), als de ontwerpwijziging Luchthavenindelingbesluit Schiphol openbaar gemaakt. De gemeente Bergen heeft hierop gereageerd met zienswijzen via de BRS. De zienswijzen sluiten aan op de bestuurlijk vastgestelde BRS-inzet en op de standpunten uit de Bestuurlijke Agenda Schiphol, regio Alkmaar-BUCH-IJmond-Haarlem. In dit bericht wordt een toelichting gegeven op deze zienswijzen en de BRS-inzet.

Objectieve norm en een nieuwe rekensystematiek

Het LVB gaat uit van 500.000 vluchten op jaarbasis. Daarnaast stelt het LVB dat zoveel als mogelijk gebruik wordt gemaakt van de primaire banen, waaronder de Polderbaan. Het nadrukkelijker inzetten van de Polderbaan leidt tot meer vliegverkeer boven onze gemeente, meer hinder en een grotere hinderbeleving. De gemeente Bergen zet in op de bescherming van een gezonde leefomgeving. Om mensen te beschermen tegen blootstelling aan geluid gelden er voor weg-, spoor- en industrielawaai normen voor (individuele) woningen. Mensen weten waar ze aan toe zijn. Voor luchtvaart heeft de wetgever een andere systematiek gekozen. Hier gelden grenzen aan het totale aantal woningen dat per saldo een bepaalde geluidbelasting mag hebben (dosiseffect relaties). Mensen hebben hierdoor geen zekerheid over het maximale geluid waaraan ze blootgesteld kunnen worden. De gemeente Bergen roept via deze zienswijze de Minister op transparant te zijn over de mate van belasting en hinder die zij acceptabel vindt voor individuele omwonenden, zodat ook helder is of en wanneer benadeelden (inwoners, grondeigenaren, ontwikkelaars) aanspraak kunnen maken op compensatie, wanneer normen worden overschreden. Daarnaast roept de regio op om te komen tot een nieuwe systematiek voor het bepalen van geluidhinder waarbij naast het huidige (voorgeschreven) jaargemiddelde ook gekeken wordt naar andere aspecten, zoals het aantal rustmomenten, de hoogte van de piekbelasting, het tijdstip op de dag, etc.

Luchthavenverkeerbesluit (LVB)

Het nieuwe Luchthavenverkeerbesluit (LVB) legt de milieugrenzen en de regels vast voor het baangebruik voor Schiphol. Deze worden in de praktijk al sinds 2012 toegepast, maar nu voorzien van een wettelijke basis en de daarbij behorende handhaving door de Inspectie Leefomgeving en Transport.

Belangrijke onderdelen in het LVB:

  • Het Nieuwe Normen- en handhavingsstelsel (NNHS) zorgt ervoor dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de start- en landingsbanen die de minste hinder veroorzaken.
  • De beperking van het aantal nachtvluchten op Schiphol wordt aangescherpt van maximaal 32.000 nachtvluchten per jaar naar 29.000.
  • Het LVB gaat uit van een gefaseerd herstel van het huidige aantal vluchten terug naar 500.000 vluchten op jaarbasis.
  • Introductie van een streefwaarde voor de reductie van het aantal ernstig gehinderden binnen de 48Lden contour.

Nieuw element in het Luchthavenverkeerbesluit is de introductie van een streefwaarde voor de reductie van het aantal ernstig gehinderden binnen de 48Lden contour. Op deze manier maakt het LVB inzichtelijk of de luchtvaartsector zich voortdurend blijft inspannen voor een afname van hinder in de omgeving van Schiphol. Als gevolg van de sterke terugval van het aantal vliegbewegingen door de covid-19-pandemie ontstaan kansen om een beheerste ontwikkeling terug naar de maximale capaciteit van 500.000 vliegbewegingen te accommoderen. Deze streefwaarden zijn nog niet nader uitgewerkt in de ontwerpwijziging LVB. 

Toelichting zienswijze BRS

De BRS benadrukt met haar zienswijze het belang om nu eerst dit LVB, met de wettelijke verankering van het NNHS op basis van 500.000 vluchten, vast te leggen alvorens er besluiten worden genomen over de toekomstige ontwikkeling van Schiphol na 2020. Tegelijkertijd benadrukt de BRS met haar zienswijze dat het wenselijk is om, op basis van voortschrijdend inzicht zo snel mogelijk toe te werken naar een nieuw LVB; het LVB2. De BRS dringt aan op een integrale visie op de (internationale) netwerkkwaliteit en selectief om te gaan met de capaciteit waarbij de openstelling van Lelystad Airport een rol zou moeten spelen. Ten aanzien van de streefwaarden roept de BRS op om hinderreductie niet alleen te koppelen aan geluid maar naar hinder in de volle breedte te kijken en ook andere emissies hierin af te wegen.

Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB)

Luchthaven Schiphol werkt aan de verdubbeling van rijbaan Quebec en het viaduct over de A4. Om de verdubbeling mogelijk te maken, is een aanpassing van de begrenzing van het luchthavengebied in het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) nodig.

Toelichting zienswijze BRS

De aanleiding voor deze zienswijze is de intentie om wel alle binnengrenzen van de LIB gebieden aan te passen, maar niet de buitengrenzen. Terwijl het bijbehorende Milieueffectrapport aantoont dat er tal van locaties zijn waar de begrenzing van de beperkingengebieden niet op de goede plek liggen. Deze ontwerpwijziging biedt volgens de BRS aanleiding om ook relevante knelpunten in het LIB mee te nemen en op te lossen. Knelpunten met betrekking tot het begrip bestaand stedelijk gebied, externe veiligheid en de oproep om maatwerk toe te passen conform het beleidskader LIB. Belangrijkste standpunt uit deze zienswijze is de oproep dat het LVB en het LIB onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en dat daarmee een wijziging van het LVB ook tot een wijziging van het LIB moet leiden. De BRS vindt het niet uit te leggen dat het LIB niet wordt aanpast en dat er wordt vastgehouden aan ‘oude’ contouren die qua grootte en vorm niet meer aansluiten bij de huidige operatie van Schiphol. De aanpassing van het LIB is in het bijzonder van belang in het kader van de rechtszekerheid en de informatievoorziening van eigenaren, initiatiefnemers en gebruikers binnen het LIB-gebied. Maar is ook noodzakelijk ten behoeve van een zorgvuldige, transparante en uitlegbare afweging over nieuwe ontwikkelingen op specifieke locaties.

BRS-inzet

De zienswijzen zijn gestoeld op de BRS-inzet. De BRS-inzet, vastgesteld en bestendigd in 2018 en geconcretiseerd in september 2020, bestaat uit twee visie-documenten:

  • Visie op de toekomstige ontwikkeling van Schiphol;
  • Visie op governance; interbestuurlijke afstemming, participatie en omgevingsmanagement.

Het doel van beide visiedocumenten is om vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid voor een leefbare woon- en werkomgeving overeenkomstige uitgangspunten van de diverse decentrale overheden samen te brengen in één document. Uitgangspunten waaraan het toekomstig beleid voor luchtvaart en de ontwikkeling van Schiphol dient te voldoen.

Vervolg

De commissie MER heeft advies uitgebracht over de Milieueffectrapportage die is uitgevoerd ten behoeve van het LVB1. De commissie doet een aantal aanbevelingen die nadere aandacht vragen. Daarbij springen de stikstofberekeningen en de geluidbelasting van Schiphol in relatie tot andere geluidbronnen (cumulatie) in het oog.

In verband met de (voormalige) demissionaire status van het kabinet zijn diverse ontwikkelingen, waaronder de Luchtvaartnota 2020–2050, maar ook het LVB en LIB controversieel verklaard. Wat dit betekent voor de doorlooptijd van de besluitvorming is nog niet bekend. Momenteel worden wel alle zienswijzen verwerkt.

Voor de verdere inhoud wordt verwezen naar de onderstaand vermelde zienswijzen en visie-documenten.

1- Visie BRS op toekomstige ontwikkeling Schiphol

2- Visie BRS toekomstige governance

3- Zienswijze BRS ontwerpwijziging LVB

4- Zienswijze BRS ontwerpwijziging LIB

Gesprekken Rijk

Alliander informeert de aandeelhouders regelmatig over gesprekken met het Rijk over de vraag of en hoe het Rijk mede invulling kan geven aan de kapitaalbehoefte van regionale netwerkbedrijven. Deze gesprekken verlopen constructief. In het introductiedossier voor de nieuwe bewindspersonen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) wordt dit onderwerp als één van de beleidsprioriteiten benoemd.

Op dit moment worden door een technische werkgroep verschillende opties voor financiële steun vanuit het Rijk in kaart gebracht. Daarbij vindt ook inhoudelijke aftstemming met een vertegenwoordiging van de aandeelhouders plaats.

Bijlage:

Brief update gesprekken Rijk 21 januari 2022

Overzicht aangenomen amendementen en moties Haromonielocatie

Uw raad heeft op 8 juli 2021 het bestemmingsplan Harmonielocatie Bergen vastgesteld. Bij de bespreking in uw raad is gevraagd naar een overzicht van de aangenomen amendementen en moties bij de behandeling van de verschillende plannen voor de Harmonielocatie in het centrum van Bergen vanaf 2014. En, uw wilde zien wat de stand van zaken was van de uitvoering van deze amendementen en moties. Bijgaand treft u dit overzicht aan. Wij willen de griffie hartelijk bedanken voor het samenstellen van het overzicht. Bij de laatste drie moties is door ons college de actuele stand van zaken weergegeven die wij nog niet eerder via de halfjaarlijkse rapportages met u hebben gedeeld.

Bijlage:

Overzicht stand van zaken aangenomen amendementen en moties, Harmonielocatie