Brief P1

P1 heeft naar aanleiding van de quasi-inbestedingsprocedure de raad van de gemeente Bergen een brief geschreven waarin – kort samengevat- de volgende zaken zijn opgenomen:

  • Marktconforme prijs;
  • Geen zekerheid over de kosten;
  • Geen minimaal te realiseren dienstverleningsniveau.

Alvorens inhoudelijk op de argumenten van P1 in te gaan wenst het college op te merken dat het haar bevreemdt dat P1 nu met deze brief komt en niet eerder al actief contact heeft gezocht. Het is namelijk P1 al lange tijd bekend dat de gemeente Bergen overweegt om lid te worden van de Coöperatie Parkeerservice (hierna coöperatie). Het contract met P1 is om die reden namelijk al twee opeenvolgende jaren verlengd.

Marktconforme prijs

P1 schrijft dat de werkzaamheden voor veel minder kunnen worden uitgevoerd. Het bedrag is opvallend laag, zeker omdat zij nu €327.000, – ontvangen voor álleen handhaving en geldinning van muntgeld (digitale geldstromen, vergunningverlening [structureel en digitalisering eenmalig], beheer en onderhoud van de automaten, softwarelicenties en aansluiting zoals SHPV/NPR en begeleiding bij uitbesteding zitten hier niet in).

Bedrag genoemd door P1 is opvallend laag en heeft geen rechtskracht

Bedrag genoemd door P1 is opvallend laag. Bovendien kan P1 dit ook makkelijk roepen. Het heeft namelijk geen enkele rechtskracht! Dat is pas het geval als naar aanleiding van een Europese aanbestedingsprocedure een gunning heeft plaatsgevonden. De bedragen overschrijden de Europese aanbestedingsdrempels. Daarom moet bij uitbesteden (bij quasi-inbesteding gelden andere regels) worden voldaan aan de regels van de Aanbestedingswet en de Europese richtlijnen.

Bedrag genoemd door P1 is niet onderbouwd

Het bedrag dat P1 aangeeft is niet onderbouwd. Ook laat het zich raden of zij rekening hebben gehouden met de extra kosten die wij moeten maken voor een aanbesteding en/of er ook kosten in zitten voor begeleiding van aanbestedingen bij andere partijen, apparatuur en dergelijke, zie hiervoor. In een wereld waarin de prijzen alleen maar stijgen, lijkt dit te mooi om waar te zijn en dat is het ongetwijfeld ook. P1 vergelijkt hier namelijk appels met peren en is op geen enkele wijze gebonden aan wat in de brief is opgenomen.

Uitstel van besluitvorming betekent risico’s voor de gemeente

Uitstel van toetreding en het starten van een Europese aanbestedingsprocedure betekent dat de gemeente tegen hoge kosten aanloopt. Deze extra kosten bedragen minimaal €10.000, – per maand, omdat er medewerkers moeten worden ingehuurd voor vergunningen (inhuur is duurder dan vaste krachten). Dit geldt ook voor beheer en onderhoud. Hiervoor wordt een gepensioneerde medewerker ingehuurd. Zijn contract loopt tot 1 juli a.s. Het mag niet meer worden verlengd, omdat dan sprake is van in dienst treding.

Naast de hiervoor genoemde kosten is er ook sprake van risico’s waar de gemeente tegen aan kan lopen. Het huidige softwarepakket voor vergunningen is end-of-life (met de softwareleverancier zijn afspraken hierover en over de beëindiging van de samenwerking gemaakt).

We werken met papieren vergunningen die fraudegevoelig zijn. Dit geldt helemaal voor vergunningen zonder kenteken. Ten slotte is er niet of nauwelijks inzet beschikbaar bij Klantencontactcentrum.

Coöperatie is uitgesloten van deelneming aan Europese aanbestedingen

De coöperatie is uitgesloten van deelname (hier gelden wettelijke beperkingen voor, maar dit is ook vastgelegd in de statuten) aan de Europese aanbestedingen. Vorenstaande betekent ook dat als u besluit wel wensen en bedenkingen in te brengen en besluit het gevraagde budget niet beschikbaar te stellen, de optie coöperatie afvalt.

Geen zekerheid over de kosten en het dienstverleningsniveau

Dit is een non-argument. Net als met commerciële partijen en andere gemeenschappelijke regelingen, zullen er ook met de coöperatie afspraken worden gemaakt over de kosten, de dienstverlening en de kritieke prestatie-indicatoren(kpi’s).

Tarieven van de coöperatie zijn transparant

De tarieven van de coöperatie zijn transparant, liggen vast en zijn voor alle deelnemers – op productniveau – hetzelfde. De tarieven worden bovendien in de Algemene Ledenvergadering vastgesteld (artikel 11, lid 5, onderdeel a van de statuten. Alle deelnemers hebben overigens een gelijkwaardige stemverhouding.

Coöperatie heeft geen winstoogmerk

De coöperatie heeft geen winstoogmerk (artikel 3, lid 5 van de statuten).

De Algemene Ledenvergadering (ALV) kan besluiten nettoresultaat anders te besteden

De Algemene Ledenvergadering kan besluiten dat het nettoresultaat niet aan de algemene reserve van de coöperatie wordt toegevoegd, maar anders moet worden aangewend (artikel 19, lid 8 van de statuten).

De coöperatie is van de deelnemers en daarom ook flexibeler

Vanwege Coronacrisis zijn parkeercontroleurs ingezet voor handhaving voor Corona-gerelateerde handhavingstaken. Hier zijn geen extra kosten voor in rekening gebracht. Bij een commerciële partij zullen aan dit soort veranderingen kosten aan vastzitten. Het programma van eisen en de gunning geldt hier als uitgangspunt. Alles wat daar niet inpast, betekent meerwerk tegen de marktconforme tarieven die (fors) hoger kunnen liggen dan de initiële inschrijving.

Het coöperatieve gedachtegoed

De coöperatie is van en voor de deelnemers. Men hanteert geen uurtje factuurtje mentaliteit en alles is gericht op dienstverlening en klantgerichtheid voor en namens de gemeenten. Verder doet niet alleen de coöperatie aan kennisdeling maar ook de deelnemers (onderling).

Deelnemers zijn niet aansprakelijk

De coöperatie Parkeerservice is een coöperatie met een zogenaamde uitgesloten aansprakelijkheid (U.A.). Dit betekent dat de deelnemers geen enkele aansprakelijkheid dragen voor de verplichtingen van de coöperatie, mocht de coöperatie niet aan haar verplichtingen kunnen voldoen. De leden draaien niet op voor het verlies, echter mocht de coöperatie een overschot hebben, dan kan dit – via stemming in ALV – terugvloeien naar de leden (artikel 19, lid 8 van de statuten).

Conclusie

Brief van P1 geeft een veel te rooskleurig beeld, het klinkt te mooi om waar te zijn en dat is het ongetwijfeld ook! P1 is juridisch niet gebonden aan wat in de brief is opgenomen. Pas na een Europese aanbestedingstraject en gunning ontstaat een juridisch bindende afspraak.

Wat betreft zekerheid van de kosten en het dienstverleningsniveau van de coöperatie wordt opgemerkt dat de tarieven van de coöperatie transparant zijn en op productniveau voor alle deelnemers hetzelfde zijn. De tarieven worden bepaald voor de leden in de ALV en dat kan ook inhouden dat een taakstelling wordt opgenomen.

De coöperatie is van en voor de deelnemers en flexibel in haar werkzaamheden en activiteiten. Er is sprake van kennisdeling, niet alleen door de coöperatie, maar ook de deelnemers onderling. Daarom neemt het college kennis van de brief van P1 en ziet zij geen aanleiding om een ander standpunt in te nemen.

Comments are closed.