Maand: oktober 2020

Vernieuwen fietspad – Paddenpad, Update oktober 2020

Het asfalt van het fietspad het Paddenpad is technisch gezien aan groot onderhoud toe. Bij vernieuwing van fietspaden in de gemeente is het fietsbeleidplan leidend in de vormgeving. Dit betekent dat het fietspad minimaal 3.00 meter breed moet zijn.


Het huidige Paddenpad is nu een fietspad zonder apart voetpad. Om tot een breedgedragen verbeterplan te komen is een enquête in 2019 gehouden onder de gebruikers en de inwoners. 

Nieuw plan
Aan de hand van de reacties uit de enquête is een nieuw plan uitgewerkt. De onderdelen van het nieuwe plan zijn een drie-meter breed fietspad met hiernaast een schelpenvoetpad.  Het voetpad volgt het huidige olifantenpad (een veelgebruikte route) aan de oever van de naastliggende sloot en om de veiligheid te verbeteren wordt het fietspad voorzien van middenstreep met LED-lampjes zoals al in de fietspad op de Kogendijk zijn toegepast.

Stikstof

Om aan het overheidsbeleid ten aanzien van Stikstofemissie te voldoen is er een zogenaamde Aeriusberekening uitgevoerd en bij een nieuwe omgevingsvergunningaanvraag toegevoegd dat eind september jl. is ingediend.   


Planning

  • April 2021: verwachting verlening omgevingsvergunning

Na verlening van de omgevingsvergunning: 

  • Voorjaar 2021: uitvoering van de voorgeschreven maatregelen aan het groen in verband met de compensatie stikstofuitstoot
  • Mei/juni 2021: asfalteren van het fietspad en het aanbrengen van het wandelpad langs het Paddenpad

Communicatie

  • De projectpagina van de gemeentelijke website is geüpdatet.
  • Zodra een vergunning is verleend wordt een banner opgehangen op locatie met verwijzing naar de website
  • Direct voor de start van de werkzaamheden, rekeninghoudend met de actuele Covid-19 maatregelen, worden passende (inloop) informatievoorzieningen ter plekke geplaatst.
  • Diverse publicaties in de Gemeentekrant en sociale media voor de start van de werkzaamheden.

Terugblik stappen grondstoffenplan

De gemeente Bergen wil de wijze waarin zij omgaat met grondstoffen naar een nieuw plan tillen. Dit doen wij vanuit bewustzijn van schaarste en impact op milieu, maar ook omdat het verbranden van afval zwaarder belast wordt. In augustus en september hebben wij twee momenten gehad waarmee we met u spraken over deze uitdaging. Dit bericht bevat een verslag van deze momenten, en een samenvatting van de input die wij van u hebben opgehaald. Indien u van mening bent dat de informatie niet klopt of onvolledig is, of wilt u de informatie aanvullen, dan nodigen wij u van harte uit deze feedback met ons te delen via grondstoffen@debuch.nl.

Technische avond

Op 27 augustus hebben we technische avond georganiseerd in De Blinkerd. De avond viel uiteen in twee onderdelen:

  • Evaluatierapport IPR-Normag aangaande de dienstverleningsovereenkomst Bergen met de HVC
  • Beleid grondstoffen – waar staat Bergen en waar wilt u het over hebben tijdens de expertsessie (17 september)

Sinds 2012 verzorgt de HVC de afvalinzameling in de gemeente Bergen. De samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer over deze periode is onderwerp van onderzoek geweest. De bevindingen zijn opgetekend in een evaluatierapport. De heer Boels van IPR Normag verzorgde het eerste deel van de avond een toelichting. Hij ging in op de consequenties van de nieuwe structuur met een eigen uitvoeringsorganisatie BUCH op de bestaande structuur van de DVO met HVC. Verder gaf hij een toelichting op het onderzoek dat zij hadden gedaan met betrekking tot de marktconformiteit van de huidige DVO.

Het tweede deel van de avond stond in het teken van nieuw beleid. Er is lang geen nieuw beleid  vastgesteld in Bergen, terwijl er wel degelijk uitdagingen liggen op het gebied van afval. Binnen de VNG hebben gemeenten met elkaar een doelstelling afgesproken van maximaal 30 kg per inwoner per jaar vanaf 2025.

In 2019 werd in Bergen 199kg fijn restafval en 31kg grof restafval ingezameld. Het fijne restafval bestaat voornamelijk uit recyclebare afvalstromen. Er zitten met name heel veel etensresten in de grijze restafval container.

Bergen staat met deze hoeveelheden op de 280ste plek van 348 gemeenten. Er is veel ruimte voor verbetering, en gemeenten die vergelijkbaar zijn met Bergen geven ons het goede voorbeeld. Horst aan de Maas zit bijvoorbeeld reeds op 34,3kg zit.

U gaf ons deze avond de volgende feedback

  • U staat achter de landelijke doelstelling en herkende de noodzaak voor nieuw beleid om een trendbreuk te organiseren om te komen tot een veel betere afvalscheiding
  • U vroeg ons om aandacht te hebben voor de diverse kernen en de mogelijkheden en gevoeligheden die in de diverse kernen leven, zowel qua inwoners als qua infrastructuur.
  • U gaf aan dat het toerisme een speciale rol heeft in Bergen. De toeristen zorgen voor extra afval zowel in de openbare ruimte (snacken en recreëren) als in het huishoudelijk afval bij de huur van vakantiewoningen.
  • U herkende de effectiviteit van financiële en serviceprikkels, en daagde ons uit niet te denken over een betaalstructuur maar over een beloonstructuur
  • U vond het belangrijk dat we samen met de inwoners het grondstoffenplan vormgeven.

Expertsessie  

Op 17 september waren we opnieuw in De Blinkerd, met een sessie waarin een aantal externe experts aanschoven om een korte toelichting te geven op een aantal onderwerpen en uw vragen over deze onderwerpen te beantwoorden. Wij hadden tijdens de technische avond aan u gevraagd welke onderwerpen u graag behandeld wilde hebben, en op basis van uw antwoorden hebben we de avond verder vormgegevens.

Bron en Nascheiding:

 Jetse Oosterbaan van HVC kwam een toelichting geven op de discussie bron en nascheiding. In de media horen we regelmatig elkaar tegensprekende berichten over dit onderwerp, en HVC is bij uitstek een partij die hierover een duidelijke uitspraak kan doen, omdat zij beide vormen aanbieden aan hun gemeenten. 

Jetse lichtte toe dat alleen de afvalstroom Plastic, blik en drinkpakken in aanmerking komt voor nascheiding, en dat papier, gft en textiel alleen gerecycled kunnen worden als ze brongescheiden worden ingezameld.  Het plastic kan ook heel goed worden brongescheiden, maar in locaties waar er problemen ontstaan met beperkte ruimte is nascheiding een goede aanvulling.

HVC adviseert gemeenten dan ook om een combinatie van bron- en nascheiding in te voeren. Bronscheiding waar het kan (laagbouw) en nascheiding waar afvalscheiding lastig is (hoogbouw)

Uw vragen gingen onder andere over de stand van de techniek en de kwaliteit van het nagescheiden materiaal. Jetse lichtte toe dat de techniek in ontwikkeling is en dat HVC deze ontwikkelingen op de voet volgt. Op dit moment is de afvalscheiding in gemeenten die aan bronscheiding doen hoger dan in gemeenten die aan nascheiding doen. Dit heeft onder meer te maken met het psychologische effect dat uitgaat van bronscheiding van plastic. Inwoners beseffen beter hoe weinig restafval ze nog hebben. Daarnaast gaf hij aan dat  het brongescheiden materiaal schoner is, en hierdoor beter opnieuw gebruikt kan worden in de levensmiddelen industrie. Het nagescheiden materiaal is besmet doordat het samen met etensresten en poepluiers is ingezameld. Hierdoor heeft dit materiaal een lagere opbrengst en wordt het met name ingezet in de industrie.

Maatwerk
 Melvin Wals van de BUCH lichtte toe op welke manier de BUCH gebruik maakt van de specifieke kennis van het eigen gebied, en maatwerkoplossingen toepast daar waar ‘one size fits all’ niet werkt. Hij ging nader in op eigen signatuur van de diverse kernen in Bergen. Dit kwam met name tot uiting tijdens de enquête die in 2018 onder inwoners is gehouden over afvalscheiding. Het draagvlak voor bepaalde maatregelen is groter in de ene kern dan in de andere. Melvin ging verder ook in op kaders die de gemeentelijke infrastructuur aan de inzameling stelt (er is niet altijd een verzamelplek mogelijk vanwege kabels en leidingen) en wat wel mogelijk is, is niet altijd wijs. Hij gaf aan dat we bij het opstellen van het grondstoffenplan rekening houden met de leeftijdsopbouw van de inwoners en het toeristische karakter van de gemeente. Waarbij we met name in het kader van een schone stad ook nadrukkelijk de aansluiting zoeken met belanghebbende, zoals de ondernemers in het gebied.

U gaf ons mee dat u de flexibiliteit van de aanpak waardeerde maar vroeg ons ook oog te hebben voor de capaciteit. U benadrukte de noodzaak van het tijdig ledigen van verzamelcontainers en vroeg naar de mogelijkheden van afvalscheiding van GFT bij de hoogbouw. Melvin lichtte toe dat er inzamelmiddelen zijn en ook hulpmiddelen voor in huis. Qua communicatie gaf u ons de tip om inwoners alert te maken dat het spreiden van het aanbieden van afval bij de verzamelcontainers (niet alleen op zaterdag) kan helpen om overlast te verminderen.

Tariefprikkel

Peter Mom (Gemeente Lingewaard) en Sjaak Dreuning (zelfstandig adviseur) gaven een toelichting op het effect van een tariefprikkel op afvalscheiding.

Peter lichtte toe dat in de gemeente Lingewaard inmiddels diverse stappen zijn gezet om het restafval terug te dringen. Hij gaf aan dat de gemeente Lingewaard de laatste wijzigingen had begeleid door een gezamenlijke aanpak, waarbij input is gevraagd aan experts, inzamelaars, verwerkers, raadsleden en inwoners. Ondanks dat er zowel een verhoging van het diftar tarief is doorgevoerd als een verlaging van de inzamelfrequentie was door het aanvullende maatwerk in de gemeente de weerstand niet zeer groot.

Sjaak lichtte de algemene situatie in Nederland toe en liet zien dat in gemeenten met een tariefprikkel gemiddeld zo’n 100 kilogram restafval minder per inwoner per jaar werd ingezameld zonder tariefprikkel.

U vroeg naar het gemiddelde prijspeil in de gemeente Lingewaard. Peter gaf aan dat het vastrecht gemiddeld op 145,- euro per persoon ligt, en de prijs van een lediging op 8,- per keer.

Vervolg

Zoals eerder met u besproken gaat de werkgroep van het grondstoffenplan in eerste instantie aan de slag met de WAT vraag. Samen met de inwoners gaan we op zoek naar het optimum voor de gemeente Bergen binnen de gegeven kaders. Deze participatiesessies worden momenteel samen met beide wethouders vormgegeven.

Ook hiervan zullen we u natuurlijk op de hoogte houden.

Voorlopige cijfers voortijdig schoolverlaters schooljaar 2018/2019

De doelstelling van het huidige kabinet is het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters verder terug te brengen. In 2019 is een wet ingegaan waardoor de samenwerking tussen scholen en gemeenten verplicht is. Hiermee wil de Rijksoverheid het aantal uitvallers omlaag brengen tot 20.000 in 2021. Om dit te bereiken zijn meerjarige prestatieafspraken gemaakt met scholen en gemeenten.

Jaarlijks worden de nieuwe cijfers met betrekking tot voortijdig schoolverlaters (vsv-ers) door het Ministerie van OC&W naar buiten gebracht. Deze worden getoetst aan de streefnormen die voor het behalen van de landelijk gestelde doelstelling zijn bepaald. Zie bijgevoegde factsheets. Deze geven een beeld van de situatie in regio Noord-Kennemerland waaronder Bergen valt.

Leerplicht/kwalificatieplicht

Jongeren tussen de 5 en 18 jaar moeten in Nederland onderwijs volgen. Voor jongeren van 16 tot 18 jaar spreken we niet meer van leerplicht, maar kwalificatieplicht. Jongeren die na hun 16de nog geen startkwalificatie hebben, moeten tot hun 18de onderwijs volgen en ingeschreven staan op school. De kwalificatieplicht is ook geregeld in de Leerplichtwet.

Wat is een startkwalificatie

Een startkwalificatie is een HAVO- of VWO-diploma of MBO-diploma op niveau 2. Met alleen een VMBO-diploma ben je niet in het bezit van een startkwalificatie. Het Ministerie van Onderwijs noemt iedereen die geen startkwalificatie heeft behaald een voortijdig schoolverlater.

Wat is het RMC

Om ervoor te zorgen dat de jongeren zonder startkwalificatie alsnog een diploma halen is door de rijksoverheid de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) ingesteld.

De RMC heeft als kerntaken:

  • Monitoring: een sluitende melding en registratie van alle jongeren tussen 18 en 23 jaar die niet op school zitten en nog geen startkwalificatie behaald hebben.
  • Coördineren en initiëren van samenwerking tussen alle belangrijke partijen die te maken hebben met deze jongeren en het onderhouden van dit netwerk.
  • Doorverwijzen: benaderen en zorg dragen voor begeleiding van jongeren die zijn uitgevallen, gericht op terugleiden naar school, naar werk of een combinatie daarvan.

Per januari 2019 is de wetgeving aangepast om ook kwetsbare jongeren vanuit het Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs te kunnen monitoren en begeleiden vanuit het RMC.

De contactgemeente Alkmaar voert de RMC-functie uit voor de gemeenten in regio Noord-Kennemerland en werkt daarvoor samen met scholen. Zij krijgt als contactgemeente de financiën van het Rijk.

Op de voortgezet onderwijs (vo) scholen in de verschillende gemeenten voeren de lokale leerplichtambtenaren de kwalificatieplicht uit en krijgen daarvoor jaarlijks een bijdrage uit het RMC budget die de gemeente Alkmaar als contactgemeente ontvangt.

De gemeente Alkmaar heeft kwalificatieplichtambtenaren in dienst die zich voor regio Noord-Kennemerland richten op de studenten binnen het mbo.

Wat is de wettelijke grondslag

De wettelijke regeling aangaande het voortijdige schoolverlaten is niet vastgelegd in de

Leerplichtwet of in een aparte RMC-wet, maar in de volgende onderwijswetten:

  • Wet op het voorgezet onderwijs
  • Wet op de expertise centra
  • Wet Educatie en Beroepsonderwijs

Hierdoor wordt het beleid ten aanzien van voortijdig schoolverlaten een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de schoolbesturen en de gemeente.

Aanpak in regio Noord-Kennemerland

In regio Noord-Kennemerland is deze gezamenlijke verantwoordelijkheid serieus opgepakt.

Op 10 mei 2017 is het Thuiszitterspact 2017-2020  door de samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs en de gemeenten in regio Noord-Kennemerland getekend. Hierin is de ambitie uitgesproken dat vanaf 2020 geen enkel kind langer dan drie maanden thuis mag zitten, zonder passend aanbod van onderwijs en/of zorg. Aan die ambitie zijn activiteiten gekoppeld. Het Thuiszitterspact is inmiddels geïntegreerd in de Uitvoeringsagenda passend onderwijs, omdat de activiteiten uit het Thuiszitterspact een overlap hadden met de Uitvoeringsagenda passend onderwijs. Het uitvoeringsprogramma is vastgesteld door de colleges. Voor beide geldt dat preventie, vroegtijdig signaleren en de aansluiting onderwijs-jeugdhulp van groot belang is om schooluitval te voorkomen.

Naast de Uitvoeringsagenda passend onderwijs wordt er ook ingezet op:

  • Er wordt 4-jaarlijks een VSV programma opgesteld dat projecten bevat om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Ook dit is een samenwerking tussen onderwijs en gemeenten. Dit programma wordt separaat met de portefeuillehouders in de regio besproken, voordat het college van Alkmaar als regio gemeente hierover besluit.
  • De RMC-begroting met bijbehorende inzet en projecten wordt door gemeente Alkmaar in het PORA voorgelegd aan de portefeuillehouders onderwijs. Via de gemeente Alkmaar worden ook de jaarlijkse cijfers over (voortijdig) schooluitval aangeleverd.
  • Leerplicht, jaarlijks wordt er, conform de leerplichtwet, lokaal verslag uitgebracht aan college en de gemeenteraad over het in het afgesloten schooljaar gevoerde leerplichtbeleid en de stand van zaken in de gemeente m.b.t. thuiszitters en verzuim.

Cijfers en bevindingen 2018/2019

Begin maart zijn de voorlopige cijfers met betrekking tot de nieuwe VSV-ers over het schooljaar 2018-2019 door het Ministerie van OC&W bekend gemaakt. Zie bijgevoegde factsheet. In de factsheets is te zien hoe op de verschillende streef- versus prestatienormen in het voortgezet onderwijs (vo) en in het Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is gescoord. Het bepalen van de prestatienorm is bepalend voor subsidies waarop scholen recht hebben.

De definitieve cijfers worden altijd in november van het jaar erop bekend gemaakt.

Deze cijfers betreffen jongeren van 12 tot 23 jaar. De leerlingen van het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn hier niet in meegenomen.

Op  www.onderwijsincijfers.nl zijn naast de cijfermatige informatie, ook toelichtingen te vinden over de berekeningswijze van schooluitvalcijfers en over het beleid op dit gebied.

Er is een landelijke stijging van het aantal nieuwe VSV-ers. Het percentage VSV-ers is landelijk gestegen naar 2,01% (dit was 1,89%). Het gaat dan in absolute aantallen in totaal om 26.894 VSV-ers.

Uitval in regio Noord-Kennemerland

In totaal zijn er in de regio Noord-Kennemerland 433 nieuwe VSV-ers (1,81%) in het schooljaar 2018-2019. Dit is lager dan het landelijk gemiddelde (2,01%), maar wel 0,24% hoger dan in de definitieve cijfers van het schooljaar 2017/2018. In het schooljaar 2017-2018 waren het er 378 (1,57%).




Het vo in Noord-Kennemerland heeft in totaal 69 VSV-ers (was 75 in schooljaar 2017/2018).

Nader inzoomen op de deelpercentages zien we dat in het vo de streefnormen in onderbouw vo en bovenbouw havo/vwo nog niet zijn gerealiseerd.

Men dient zich hierbij te realiseren dat het om enorm lage streefaantallen gaat. Op alle deelpercentages scoort onze regio beter dan het landelijk gemiddelde.

De uitval in mbo 1 (Entree) van schooljaar 2017/2018 was 16,76%; deze stijgt nu naar 22,82%. Daarmee blijft het cijfer onder het landelijk gemiddelde van 23,17%.

De percentages VSV-ers in mbo 2 (7,97% → 9,39%) en mbo 3 (3,12% → 3,79%) zijn weliswaar gestegen ten opzichte van de definitieve cijfers van het schooljaar 2017/2018, maar liggen wel onder het landelijk gemiddelde van respectievelijk 9,92% en 4,12%.

MBO 4 laat een verdere stijging zien van 3,82% in 2017/2018 naar 4,08 in 2018/2019. Dit is boven het landelijk gemiddelde van 3,47%. 48% van deze jongeren is uitgevallen op een mbo school buiten de regio.

Uit landelijke onderzoek is gebleken dat de stijging van het aantal nieuwe VSV-ers o.a. heeft te maken met toenemende mulitproblematiek onder jongeren en de aantrekkende arbeidsmarkt. Jongeren kiezen er nu eerder voor om te stoppen met hun opleiding om te werken. In regio Noord-Kennemerland zien we dat 46% van het aantal nieuwe VSV- ers aan het werk is. Voor de nieuwe uitvallers van mbo 4 zien we dat 61% aan het werk is.

Op 12 maart 2020 is er een intentieverklaring getekend door VNO-NCW, MKB Nederland, de mbo Raad, Ingrado, JOB, SSB en OC&W om te voorkomen dat jongeren zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten om te gaan werken. Jongeren die dreigen uit te vallen om te gaan werken worden voorzien van een BBL-plek om langs die weg onderwijs en werk te combineren. 

Minister van Engelshoven heeft het CBS de opdracht gegeven om landelijk nader onderzoek te doen naar de stijging van het aantal jongeren met multiproblematiek en de aantrekkende arbeidsmarkt in relatie tot de stijging van het aantal nieuwe VSV-ers.

Uitval op gemeenteniveau

Als we kijken naar de cijfers per gemeente, dan zien we dat Bergen goed scoort vergeleken met het landelijk gemiddelde en de regio gemeenten. De grootste groep uitvallers zitten in het MBO. Dit heeft veelal te maken met de doorstroom van kwetsbare jongeren van entree naar niveau 2 die daar uitvallen. En jongeren die ongemotiveerd zijn c.q. de verkeerde opleidingskeuze hebben gemaakt.

Toch is iedere jongere er één te veel. Wij zullen naar oplossingen blijven zoeken om jongeren hun diploma te laten halen, om daarmee hun perspectief op arbeid te vergroten. Hierbij is de inzet op preventie, vroegsignalering en aansluiting onderwijs-jeugdhulp een belangrijk middel om schooluitval te beperken. Dit doen we enerzijds specifiek op opleidingsniveau, daar waar uit de cijfers blijkt dat de nood het hoogst is, en anderzijds specifiek op doelgroepen, bijvoorbeeld nieuwkomers.

Hoe nu verder

Met de inzet op preventie en vroeg signalering, de uitwerking van de activiteiten uit de Uitvoeringsagenda passend onderwijs en de maatregelen die in het kader van voortijdig schoolverlaten worden genomen is het streven het aantal VSV-ers te beperken.  

Ieder jaar zullen wij u in het voorjaar informeren over de nieuwste cijfers rond het voortijdig schoolverzuim. Wanneer er tussentijds significante wijzigingen zijn op eerdere voorlopige cijfers of andere ontwikkelingen, dan zullen wij u daarover direct informeren.

Bergen op weg naar een schuldenvrije gemeente

Op tijd erbij, hulp op maat en blijvend uit de schulden; op weg naar een schuldenvrij Bergen! Dit is de ambitie van de gemeente Bergen bij de uitvoering van de actie-agenda Bergen op weg naar een schuldenvrije gemeente. Dat doet de gemeente door armoedeproblematiek te verminderen, onderzoek te doen naar schuldenproblematiek, de bereikbaarheid van financiële ondersteuning te vergroten en door extra aandacht te hebben voor kinderen en armoede. De actie-agenda geeft uitvoering aan de actiepunten uit het formatieakkoord Nieuw Vertrouwen.

Het college heeft op 20 oktober 2020 de actie-agenda op weg naar een schuldenvrij Bergen vastgesteld. In de bijlage vindt u de agenda. Deze is tot stand gekomen in samenwerking met meer dan 50 betrokken medewerkers, partners en enkele inwoners. De agenda geeft de komende jaren gefaseerd invulling aan de ambitie ‘Op tijd erbij, hulp op maat en blijvend uit de schulden; op weg naar een schuldenvrij Bergen! Dit doen we door adequate dienstverlening, waardoor de financiële rust snel terugkeert in het huishouden’.

Op weg naar een schuldenvrij Bergen

Deze actie-agenda is een beweging waarbij armoede en schuldhulpverlening binnen het sociaal domein een prominente plek krijgen, om zo de negatieve spiraal van schulden te doorbreken. In deze beweging worden dwarsverbanden gelegd met andere gemeentelijke opgaven, zoals preventief jeugdbeleid, gezondheidsbevordering en arbeidsproductiviteit. Dit wil de gemeente bereiken door inwoners tijdig hulp aan te bieden, door samen te werken met professionals en vrijwilligers in de verschillende kernen én door nieuwe methoden en technieken te onderzoeken en mee te experimenteren. “We weten dat in onze gemeente ongeveer 300 kinderen opgroeien in armoede en 100 ouderen niet genoeg geld hebben om hun huis te verwarmen. Ik schrik nog altijd van die getallen, zeker in een rijke gemeente als Bergen. Voor hen en te veel andere mensen in Bergen is iedere maand dan ook een ratrace tegen een alsmaar oplopende rekening. Die mensen willen we helpen. Door samen te kijken naar de oorzaak en met bewezen en nieuwe hulpmiddelen de ratrace om te zetten in rust”, aldus wethouder Klaas Valkering.

Samen kom je verder

De actie-agenda is samen met meer dan 50 betrokken medewerkers van de gemeente, partners in de zorg en schuldhulpverlening en enkele inwoners tot stand gekomen. Op deze manier wordt er optimaal gebruik gemaakt van de kennis en kracht bij alle partijen. De actie-agenda geeft de komende jaren gefaseerd invulling aan het programma en richt zich extra op jongeren en ouderen. Enerzijds omdat we zien dat kinderen die opgroeien in armoede zich vaak moeilijk kunnen concentreren en het daarom minder goed doen op school. Anderzijds heeft de gemeente Bergen relatief veel oudere inwoners. Iemand die dan financiële problemen krijgt, heeft bijna geen mogelijkheden om de inkomsten te verhogen. Klaas Valkering: “dat we dit plan samen met zoveel partners, collega’s en inwoners gerealiseerd hebben, geeft een goed gevoel. Je moet deze thema’s, en vaak ook taboes, samen aanpakken. Dat is hartstikke nodig. En het is goed om te zien dat er zoveel partijen betrokken zijn, zodat de samenwerking straks naadloos op elkaar aansluit. Zo kunnen we samen juist in deze tijd een extra stap zetten voor inwoners die het financieel zwaar hebben”.

Eerste acties dit najaar

De actie-agenda is een meerjarenplan. In het najaar van 2020 worden de eerste stappen gezet voor de uitvoering ervan. Meer informatie staat op www.bergen-nh.nl/schuldhulp.

Ambitie gemeente

De ambitie van een schuldenvrij Bergen kan de gemeente niet alleen bereiken. Om de ambitie van de gemeente te realiseren zijn 6 pijlers met actiepunten (incl. uitvoerende partij(en)) geformuleerd. De pijlers gaan over het versterken en verbeteren van de schuldenaanpak. De 6 pijlers zijn:

  • Een schuldenvrije start;
  • Op tijd erbij!;
  • Adequate oplossing en innovatie;
  • Taboe doorbreken;
  • Een schuldenvrij pensioen;
  • Covid-19 en schuldhulpverlening.

In 2020 en 2021 ligt de aandacht voornamelijk bij uitvoering van de pijlers 2 en 6. “Op tijd erbij”, vanwege de nieuwe wettelijke taak per 1 januari 2021 en “Covid-19 en schuldhulpverlening”, vanwege de nieuwe doelgroepen die nu snel en adequaat hulp nodig hebben.

Vervolg

Met de actie-agenda geeft het college invulling aan de actiepunten uit het formatieakkoord Nieuw Vertrouwen. Om de voortgang van de actie-agenda te monitoren zijn indicatoren opgenomen in het stuk.

We komen de actie-agenda graag aan u toelichten.

Bijlage:

Resultaten vitaliteits- en transformatiescan gemeente Bergen

Het onderzoek onder de 120 verblijfsrecreatieve bedrijven in NHN is nog maar net uitgevoerd en ondertussen is er een totaal nieuwe werkelijkheid ontstaan waarbij deze sector keihard geraakt wordt. Voor nu is de voornaamste taak van de NHN-gemeenten zoveel mogelijk de schade zien te beperken en inzetten op de korte termijn gevolgen van de Corona-crisis.

Toch willen we ook stilstaan bij de onderzoeksresultaten. Een regionale aanpak voor de recreatiesector kan als economische motor in Noord-Holland Noord helpen in deze lastige tijd. Als onderdeel van de aanpak is in de afgelopen tijd de vitaliteit van ca. 120 verblijfsrecreatieve bedrijven onderzocht in de Regio Alkmaar en West-Friesland.

Gezamenlijke ambitie

In de Visie Verblijfsrecreatie NHN heeft de regio de ambitie uitgesproken om in 2030 de meest vitale verblijfsrecreatie sector van Nederland te zijn. Om te komen tot een regionaal programma en inzicht te krijgen in de opgave, zijn in de drie deelregio’s vitaliteitscans uitgevoerd. In de Kop is dit gebeurd voor vakantieparken en campings. Regio Alkmaar heeft samen met West-Friesland in 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de vitaliteit van de bestemmingen: vakantieparken, campings en hotels. In het eindrapport worden de uitkomsten van de vitaliteitsscan beschreven en delen we de uitkomsten van de transformatiescan. Daarmee hebben we in beeld wat de regionale en lokale opgave zijn.

Achtergrond                                                                                                                                  

In 2019 hebben de regio’s Alkmaar en West-Friesland aan Bureau Ruimte en Vrije Tijd (hierna te noemen BRVT) en BugelHajema de opdracht geven om de vitaliteits- en transformatiescans op te stellen.

Vitaliteitscan

Om uitspraken te kunnen doen over de vitaliteit van accommodaties en een regio is een vitaliteitsscan ontwikkeld. Deze vragenlijst, in combinatie met een bezoek aan de accommodatie, leidde tot een positie in het ontwikkelde vitaliteitsmodel. De bedrijfsbezoeken zijn samengevat in een kansenkaart.

Kansenkaart[1]

Van elk bedrijfsbezoek is een rapport opgemaakt. Wij noemen dit een kansenkaart. In de kansenkaart is een diagnose op het gebied van vitaliteit opgenomen inclusief een onderbouwing én een advies ten aanzien van de toekomstige vitaliteit. Alle bedrijven/parken hebben de kans gekregen om te reageren op de kansenkaart. Velen hebben daar gebruik van gemaakt; in dat geval vind je dat terug op de kansenkaart zelf. Veel ondernemers of parken hebben geen reactie gegeven. In dat geval staat dat ook vermeld op de kansenkaart.

De verdeling van de accommodaties over de vier vitaliteitssegmenten, in relatie tot de gegeven antwoorden, bieden inzicht in de opgaven voor de regio en de in te zetten instrumenten.

Naast voorliggend rapport, ontvangen de accommodaties en betreffende gemeentes, kansenkaarten van die accommodatie. De kansenkaarten geven inzicht in de vitaliteitspositie per accommodatie en bondige adviezen over hoe de vitaliteitspositie te handhaven of te verbeteren is. Omwille van vertrouwelijkheid worden de kansenkaarten niet breed gedeeld.

Belangrijkste conclusie Regio Alkmaar

  • Verdienmodel van hotels verbreden, door toestaan nevenverdiensten (zelfstandige horeca, vergaderfaciliteiten of verhuur van zalen).
  • Het verkrijgen van financiering. Het is lastig om financiering te verkrijgen voor investeringen (dit geldt voor 50% in West-Friesland en voor 25% in Regio Alkmaar, De Kop heeft sinds 2020 een financieringsfonds met input provincie).
  • 1/3e van de accommodaties heeft plannen voor uitbreiding, maar bij de helft van hen is dit nog niet geregeld in het bestemmingsplan. Ondernemers en beheerders ervaren meer belemmerende factoren bij in bedrijfsvoering in de Regio Alkmaar dan in West-Friesland. Vaak zijn de belemmerende factoren terug te voeren tot lokaal beleid, zo geven zij aan. 

Vervolg fase 2

Het uiteindelijke doel is te komen tot een samenhangend programma voor Noord-Holland Noord. Een gezamenlijke inzet en programmering op NHN-niveau is voor veel gemeenten of deelregio’s echter niet vanzelfsprekend.

Voorafgaand aan de opbouw van het programma is daarom aan de bestuurlijke trekkers voorgesteld om vanaf mei 2020 eerst een verkenning uit te voeren naar: 

  • Het draagvlak voor een gezamenlijke aanpak, en op welke elementen. Inzicht in waar de urgentie wordt gezien.
  • Een (globaal) overzicht van de inzet die nu al in gemeenten en op provinciaal niveau wordt gepleegd om aan de opgaven te werken. 
  • De ideeën van de bestuurders ten aanzien van de wenselijke situatie en wat daarvoor de randvoorwaarden zijn in samenwerking, facilitering en instrumenten.
  • Het onderbrengen van transformatie-opgave bij de focusagenda wonen. Het gaat hier immers om herbestemming van locaties (veelal naar wonen met of zonder ruimte voor ruimte regeling).

Fase 2 zal binnenkort worden afgerond. We zullen u daarover dan nader informeren.


[1] Omdat we de inhoud van de kansenkaarten niet openbaar (bedrijfsgevoelige informatie) kunnen maken, zijn de kansenkaarten in het bezit van de portefeuillehouder.

Bijlage:

Grenzen parkeernormen parkeernota 2020

N.a.v. een vraag uit de raad (ARC) m.b.t. de gemaakte keuzen over de indeling van de zones in de parkeernormennota wordt in dit document e.e.a. toegelicht.

Onderbouwing gebiedsindeling nota parkeernormen
Bij de behandeling van de nota parkeernormen heeft een van de raadsleden de vraag gesteld waarom op sommige locaties de grenzen tussen de normen voor de parkeernormengebieden over de straat lopen en niet achter de woningen.

In de nota parkeernormen is een gebiedsindeling aangegeven die mede bepalend is voor de te stellen parkeereis. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in een centrumgebied, een schilgebied rondom het centrum en een gebied rest bebouwde kom gebied. Buiten de bebouwde kom ligt het buitengebied. In het algemeen geldt dat hoe verder een voorziening (woning, winkel of iets anders dat verkeer aantrekt) van het centrumgebied af staat, hoe meer autogebruik een voorziening veroorzaakt en hoe meer ruimte er nodig is voor het parkeren van voertuigen. In twee kernen is van deze indeling afgeweken omdat bij deze kernen dit onderscheid niet logisch is omdat het centrumgebied of heel klein, of zo goed als niet aanwezig is.

Bij het maken van de indeling van deze gebieden is zoveel mogelijk geprobeerd om deze grenzen zo te trekken dat deze over duidelijk herkenbare structuren lopen die ook in de toekomst niet veel veranderen. Dit om te voorkomen dat als er ergens een woning of pand met een andere gebruiksfunctie tussen de bestaande panden wordt ontwikkeld, het onduidelijk is in welk gebied de ontwikkeling ligt. Daar waar mogelijk is gekozen voor straten die een duidelijke logische ruimtelijke grens vormen.

Helaas zijn niet overal deze straten aanwezig terwijl het wel noodzakelijk is om verschillende gebieden te onderscheiden. Er is daar toch voor de weg zelf als grens gekozen en niet voor de achter de woningen liggende tuinen omdat er dan vaak een grens moet worden getrokken tussen twee tegen elkaar aan staande woningen of op de erfgrens van twee naast elkaar gelegen woningen. Nabij kruisingen van wegen met aan alle kanten bebouwing wordt deze grens nog meer arbitrair als deze aan de achterzijde van de woning wordt gelegd. Waar mogelijk en logisch liggen de grenzen wel achter de panden.

Verantwoording en keuzes task forces ‘Steun- en Herstelfonds’ Corona

In het voorjaar van 2020 zijn in de gemeente task forces per voormalige kern gestart. In de uitvoering van de externe Task forces Egmond, Bergen en Schoorl is het belangrijkste uitgangspunt om inwoners en bezoekers een ‘Veilig welkom’ te heten. Een ander belangrijk onderdeel van de task forces is de opgave om ondernemers naar de toekomst toe sterker uit corona te laten komen. Op 25 juni 2020 heeft de raad ingestemd met het voorstel inzake corona-maatregelen fase 3. Onderdeel van dit voorstel is dat de raad regelmatig op de hoogte gehouden wordt van de voortgang.

Het college heeft een Economisch Herstelfonds opgericht. Vanuit dit fonds – met daarin in totaal 300.000 euro – kunnen maatregelen worden genomen om het maatschappelijke en economische verkeer in de dorpen weer veilig op gang te krijgen.
Met als kader de landelijke richtlijnen vanuit de overheid zoeken we naar een juiste balans. Hoe we enerzijds vasthouden aan de noodzakelijke maatregelen in verband met de verspreiding van het virus en anderzijds langzamerhand over gaan naar een intelligente hervatting van het maatschappelijke en economische verkeer.

Op 25 augustus is de raad via de nieuwsbrief op de hoogte gesteld over de voortgang. In dit bericht krijgt u een nieuwe stand van zaken. Vanuit de raad is tevens de vraag gekomen om gemaakte keuzes te verantwoorden.

Voor de korte termijn zijn acties uitgevoerd die vooral te maken hebben met vriendelijk en veilig ontvangst. Dit gaat om randvoorwaarden: als je deze niet op orde hebt voelen bezoekers en inwoners zicht niet veilig. Basis op orde: hoe gaan we nu personeel, bezoekers en inwoners een welkom en veilig gevoel geven.
Op termijn profileren we de dorpen Bergen, Egmond en Schoorl via branding en marketing actie.

De afgelopen weken heeft u over de toenemende coronabesmettingen kunnen lezen en horen. De cijfers liegen er helaas niet om, het virus grijpt ook in onze regio weer om zich heen. Waar we in de zomer samen een modus hadden gevonden voor alternatieve oplossingen in de horeca en in de winkels, zijn de maatregelen nu weer opnieuw aangescherpt. Dit heeft ook effect op de door de task forces ingezette maatregelen.

Bergen
In Bergen is volop ingezet op de marketing voor het dorp. De marketing- gegevens zijn inzichtelijk gemaakt en besproken met de filmmaker.
Het zomerpromotiefilmpje is gereed en zou via verschillende kanalen getoond worden. De officiële lancering van de promotiefilm zou samen vallen met de start van de Kunst10Daagse. Corona is echter de laatste weken zeer actief. Hierom is besloten de lancering van het filmpje uit te stellen. Het is nog niet bekend wanneer de promotiecampagne wordt vervolgd.
Een lid van de taskforce buigt zich met klein clubje winkeliers over plekken waar de winterverlichting het best tot zijn recht komt.
Signing is naar nieuwe inzichten aangepast. Voortschrijdend inzicht heeft geleid tot het cancelen van de toiletunits. Horeca-eigenaren en winkeliers hebben daaraan geen behoefte. Zij stellen hun eigen toiletten ter beschikking.

Schoorl
Veilig welkom: In Schoorl is de keuze gemaakt om de aandacht te vestigen op de ruimte die Schoorl biedt. Op welke wijze kunnen we bezoekers en inwoners attent maken op de ruimte die Schoorl te bieden heeft en ervoor zorgen dat ze ook gebruik maken van deze ruimte.

Onder veilig welkom zijn de volgende acties ingezet:
Bebording gericht op het gebruik maken van de ruimte:

Hierna is een campagne van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord gestart, gericht op de ondersteuning van de hulpdiensten; ‘Voor wie blijf jij thuis?’. Deze posters zijn opgehangen op strategische plekken binnen de hele gemeente.

Hostes: Poppenspeelster Ellen Scholten van Poppentheater Belletje Sterk heeft op de zondagen in Schoorl bezoekers welkom geheten, gewezen op de 1,5 meter en bezoekers wegwijs gemaakt in Schoorl. Ellen is ondernemer in Schoorl. Door haar te vragen is sprake van een win-win situatie. De theater/kunst wereld is zwaar getroffen door corona. Ondanks de zware tijden heeft ze nu toch enige inkomsten gegenereerd.
Ellen zegt zelf over haar klus: Daarnaast is het een enorm positieve daad om een poppenspeler te vragen om mensen welkom te heten in Schoorl. De outfit van boerin met pop werkt als blikvanger, maakt nieuwsgierig en schudt mensen even wakker: Huh, wat is dat? In dat moment is er de mogelijkheid voor contact met iedereen; van peuter tot weduwe, hangjongeren en toeristen. Door grapjes te maken, gesprekken te voeren over alles, kun je betekenis geven aan het contact. Kun je iets betekenen voor de gemeenschap, hoe klein ook. Mensen vinden het bijzonder dat er in Schoorl zoiets is als “straattheater”.

Spreiden bezoekers:

  • Verbinding tussen huisjesverhuurder en lokale ondernemer voor een startpakket van boodschappen voor nieuwe gasten.
  • Extra wandelroutes: uitbreiding van het wandelroutenetwerk. Er wordt een extra verbinding gemaakt voor een slimme route tussen Schoorl en Bergen.
  • De Duindorp Schoorl app: Er is een app gemaakt waarin routes gemaakt kunnen worden. Door vaste routes te maken, lopen mensen één richting op. In de app is nu één route opgenomen die wandelaars van het buitencentrum leidt naar het centrum van Schoorl.
    Er worden meerdere routes in de app opgenomen.
    Niet gelukt:
  • Openbare toiletten; het bleek moeilijk te zijn om een toiletvoorziening corona-proof in te richten. In Schoorl bleek een bemand toilet niet realiseerbaar;
  • Vlakken op het strand: Ondernemers hebben aangegeven dat in Schoorl de bezoekers op het strand automatisch de ruimte zoeken.

Hoe komt Schoorl sterker uit corona?
Binnen de task force is nagedacht over de boodschap die uitgestraald moet worden. Wie wil je zijn als Schoorl en wie wil je bereiken. Het doel is om een campagne te beginnen gericht op het bereiken van de Nederlandse bezoeker in de herfst en de winter.

In de eerste fase wordt de focus gelegd op het (opnieuw) bekendmaken van Duindorp Schoorl. Hierin worden de diverse doelgroepen (primair 55+ stellen en secundaire gezinnen met jonge kinderen), highlights en kenmerken van Duindorp Schoorl zowel tekstueel als in beeld weergeven. Het concept ‘Vrij’ staat hierbij centraal.
● Rust versus ‘veel te doen’ (doenig).
● Luxe (hoogsegment) versus ‘middensegment’ in doelgroepen aanspreken.
● Aktiesport versus ‘fietsen en wandelen’.

Dit is als basis genomen om de website Duindorp Schoorl verder te ontwikkelen en een ondersteunend filmpje te maken.

‘Ontspannen of inspannen? In Duindorp Schoorl ben je vrij. Maak een wandeling, en verdwaal in onze witte duinvallei. Een zee van zand. Bezoek het unieke dorpscentrum met haar terrassen gelegen aan de voet van het hoogste duin van Nederland. Ontdek de adembenemende Schoorlse natuur te voet, per fiets, te paard of zwemmend. Met snelheid door de duinen of juist even ‘op de rem’ en niemand tegenkomen. Hier ben je vrij. Met meer
dan 60km aan wandel en fietspaden door duin en bos ben je van een ding verzekerd: een onvoorspelbaar mooi verblijf in Duindorp Schoorl’

Bijgaand de link naar het concept- filmpje Schoorl onvoorspelbaar mooi: https://vimeo.com/453323863/88e6b7c1a8

De campagne is in juni gestart met het doorontwikkeling van de website en berichten via social media. Het starten van de campagne rond het filmpje is uitgesteld, omdat Schoorl merkt dat het seizoen is verlengd. Tot heden is het druk in Schoorl.

Poster Taskforce Egmond als pfd downloaden


Een aantal kosten van Beheer openbare ruimte is in dit overzicht nog niet verwerkt. Ook is financiële ondersteuning toegezegd aan Cultureel Bergen (€15.000).

Een aantal zaken zijn nog in ontwikkeling en daarvoor zijn nog facturen onderweg.