Het asfalt van het fietspad het Paddenpad is technisch gezien aan groot onderhoud toe. Bij vernieuwing van fietspaden in de gemeente is het fietsbeleidplan leidend in de vormgeving. Dit betekent dat het fietspad minimaal 3.00 meter breed moet zijn.
Het huidige Paddenpad is nu een fietspad zonder apart voetpad. Om tot een breedgedragen verbeterplan te komen is een enquête in 2019 gehouden onder de gebruikers en de inwoners.
Nieuw
plan Aan de hand van de reacties
uit de enquête is een nieuw plan uitgewerkt. De onderdelen van het nieuwe plan
zijn een drie-meter breed fietspad met hiernaast een schelpenvoetpad. Het voetpad volgt het huidige olifantenpad
(een veelgebruikte route) aan de oever van de naastliggende sloot en om de
veiligheid te verbeteren wordt het fietspad voorzien van middenstreep met
LED-lampjes zoals al in de fietspad op de Kogendijk zijn toegepast.
Stikstof
Om aan het overheidsbeleid ten aanzien van Stikstofemissie
te voldoen is er een zogenaamde Aeriusberekening uitgevoerd en bij een nieuwe omgevingsvergunningaanvraag
toegevoegd dat eind september jl. is ingediend.
Planning
April 2021: verwachting verlening
omgevingsvergunning
Na verlening van de
omgevingsvergunning:
Voorjaar 2021: uitvoering van de voorgeschreven
maatregelen aan het groen in verband met de compensatie stikstofuitstoot
Mei/juni 2021: asfalteren van het fietspad en het
aanbrengen van het wandelpad langs het Paddenpad
Communicatie
De projectpagina van de gemeentelijke website
is geüpdatet.
Zodra een vergunning is verleend wordt een
banner opgehangen op locatie met verwijzing naar de website
Direct voor de start van de werkzaamheden,
rekeninghoudend met de actuele Covid-19 maatregelen, worden passende (inloop)
informatievoorzieningen ter plekke geplaatst.
Diverse publicaties in de Gemeentekrant en
sociale media voor de start van de werkzaamheden.
De gemeente
Bergen wil de wijze waarin zij omgaat met grondstoffen naar een nieuw plan
tillen. Dit doen wij vanuit bewustzijn van schaarste en impact op milieu, maar
ook omdat het verbranden van afval zwaarder belast wordt. In augustus en
september hebben wij twee momenten gehad waarmee we met u spraken over deze
uitdaging. Dit bericht bevat een verslag van deze momenten, en een samenvatting
van de input die wij van u hebben opgehaald. Indien u van mening bent dat de
informatie niet klopt of onvolledig is, of wilt u de informatie aanvullen, dan
nodigen wij u van harte uit deze feedback met ons te delen via grondstoffen@debuch.nl.
Technische avond
Op 27
augustus hebben we technische avond georganiseerd in De Blinkerd. De avond viel
uiteen in twee onderdelen:
Evaluatierapport IPR-Normag aangaande de
dienstverleningsovereenkomst Bergen met de HVC
Beleid grondstoffen – waar staat Bergen en waar
wilt u het over hebben tijdens de expertsessie (17 september)
Sinds 2012
verzorgt de HVC de afvalinzameling in de gemeente Bergen. De samenwerking
tussen opdrachtgever en opdrachtnemer over deze periode is onderwerp van
onderzoek geweest. De bevindingen zijn opgetekend in een evaluatierapport. De
heer Boels van IPR Normag verzorgde het eerste deel van de avond een toelichting.
Hij ging in op de consequenties van de nieuwe structuur met een eigen
uitvoeringsorganisatie BUCH op de bestaande structuur van de DVO met HVC.
Verder gaf hij een toelichting op het onderzoek dat zij hadden gedaan met
betrekking tot de marktconformiteit van de huidige DVO.
Het tweede
deel van de avond stond in het teken van nieuw beleid. Er is lang geen nieuw
beleid vastgesteld in Bergen, terwijl er
wel degelijk uitdagingen liggen op het gebied van afval. Binnen de VNG hebben
gemeenten met elkaar een doelstelling afgesproken van maximaal 30 kg per
inwoner per jaar vanaf 2025.
In 2019 werd in Bergen 199kg fijn restafval en 31kg grof restafval ingezameld. Het fijne restafval bestaat voornamelijk uit recyclebare afvalstromen. Er zitten met name heel veel etensresten in de grijze restafval container.
Bergen staat met deze hoeveelheden op de 280ste plek van 348 gemeenten. Er is veel ruimte voor verbetering, en gemeenten die vergelijkbaar zijn met Bergen geven ons het goede voorbeeld. Horst aan de Maas zit bijvoorbeeld reeds op 34,3kg zit.
U gaf ons
deze avond de volgende feedback
U staat achter de landelijke doelstelling en herkende
de noodzaak voor nieuw beleid om een trendbreuk te organiseren om te komen tot
een veel betere afvalscheiding
U vroeg ons om aandacht te hebben voor de
diverse kernen en de mogelijkheden en gevoeligheden die in de diverse kernen
leven, zowel qua inwoners als qua infrastructuur.
U gaf aan dat het toerisme een speciale rol
heeft in Bergen. De toeristen zorgen voor extra afval zowel in de openbare
ruimte (snacken en recreëren) als in het huishoudelijk afval bij de huur van
vakantiewoningen.
U herkende de effectiviteit van financiële en
serviceprikkels, en daagde ons uit niet te denken over een betaalstructuur maar
over een beloonstructuur
U vond het belangrijk dat we samen met de
inwoners het grondstoffenplan vormgeven.
Expertsessie
Op 17 september waren we opnieuw in De Blinkerd, met een sessie waarin een aantal externe experts aanschoven om een korte toelichting te geven op een aantal onderwerpen en uw vragen over deze onderwerpen te beantwoorden. Wij hadden tijdens de technische avond aan u gevraagd welke onderwerpen u graag behandeld wilde hebben, en op basis van uw antwoorden hebben we de avond verder vormgegevens.
Bron en
Nascheiding:
Jetse Oosterbaan van
HVC kwam een toelichting geven op de discussie bron en nascheiding. In de media
horen we regelmatig elkaar tegensprekende berichten over dit onderwerp, en HVC
is bij uitstek een partij die hierover een duidelijke uitspraak kan doen, omdat
zij beide vormen aanbieden aan hun gemeenten.
Jetse lichtte toe dat alleen de afvalstroom Plastic, blik en
drinkpakken in aanmerking komt voor nascheiding, en dat papier, gft en textiel
alleen gerecycled kunnen worden als ze brongescheiden worden ingezameld. Het plastic kan ook heel goed worden
brongescheiden, maar in locaties waar er problemen ontstaan met beperkte ruimte
is nascheiding een goede aanvulling.
HVC adviseert gemeenten dan ook om een combinatie van bron-
en nascheiding in te voeren. Bronscheiding waar het kan (laagbouw) en
nascheiding waar afvalscheiding lastig is (hoogbouw)
Uw vragen
gingen onder andere over de stand van de techniek en de kwaliteit van het
nagescheiden materiaal. Jetse lichtte toe dat de techniek in ontwikkeling is en
dat HVC deze ontwikkelingen op de voet volgt. Op dit moment is de
afvalscheiding in gemeenten die aan bronscheiding doen hoger dan in gemeenten
die aan nascheiding doen. Dit heeft onder meer te maken met het psychologische
effect dat uitgaat van bronscheiding van plastic. Inwoners beseffen beter hoe
weinig restafval ze nog hebben. Daarnaast gaf hij aan dat het brongescheiden materiaal schoner is, en
hierdoor beter opnieuw gebruikt kan worden in de levensmiddelen industrie. Het
nagescheiden materiaal is besmet doordat het samen met etensresten en
poepluiers is ingezameld. Hierdoor heeft dit materiaal een lagere opbrengst en
wordt het met name ingezet in de industrie.
Maatwerk Melvin Wals van de BUCH lichtte toe
op welke manier de BUCH gebruik maakt van de specifieke kennis van het eigen
gebied, en maatwerkoplossingen toepast daar waar ‘one size fits all’ niet
werkt. Hij ging nader in op eigen signatuur van de diverse kernen in Bergen.
Dit kwam met name tot uiting tijdens de enquête die in 2018 onder inwoners is
gehouden over afvalscheiding. Het draagvlak voor bepaalde maatregelen is groter
in de ene kern dan in de andere. Melvin ging verder ook in op kaders die de
gemeentelijke infrastructuur aan de inzameling stelt (er is niet altijd een
verzamelplek mogelijk vanwege kabels en leidingen) en wat wel mogelijk is, is
niet altijd wijs. Hij gaf aan dat we bij het opstellen van het grondstoffenplan
rekening houden met de leeftijdsopbouw van de inwoners en het toeristische karakter
van de gemeente. Waarbij we met name in het kader van een schone stad ook
nadrukkelijk de aansluiting zoeken met belanghebbende, zoals de ondernemers in
het gebied.
U gaf ons mee dat u de flexibiliteit van de aanpak waardeerde maar vroeg ons ook oog te hebben voor de capaciteit. U benadrukte de noodzaak van het tijdig ledigen van verzamelcontainers en vroeg naar de mogelijkheden van afvalscheiding van GFT bij de hoogbouw. Melvin lichtte toe dat er inzamelmiddelen zijn en ook hulpmiddelen voor in huis. Qua communicatie gaf u ons de tip om inwoners alert te maken dat het spreiden van het aanbieden van afval bij de verzamelcontainers (niet alleen op zaterdag) kan helpen om overlast te verminderen.
Tariefprikkel
Peter Mom
(Gemeente Lingewaard) en Sjaak Dreuning (zelfstandig adviseur) gaven een
toelichting op het effect van een tariefprikkel op afvalscheiding.
Peter
lichtte toe dat in de gemeente Lingewaard inmiddels diverse stappen zijn gezet
om het restafval terug te dringen. Hij gaf aan dat de gemeente Lingewaard de
laatste wijzigingen had begeleid door een gezamenlijke aanpak, waarbij input is
gevraagd aan experts, inzamelaars, verwerkers, raadsleden en inwoners. Ondanks
dat er zowel een verhoging van het diftar tarief is doorgevoerd als een verlaging
van de inzamelfrequentie was door het aanvullende maatwerk in de gemeente de
weerstand niet zeer groot.
Sjaak
lichtte de algemene situatie in Nederland toe en liet zien dat in gemeenten met
een tariefprikkel gemiddeld zo’n 100 kilogram restafval minder per inwoner per
jaar werd ingezameld zonder tariefprikkel.
U vroeg naar het gemiddelde prijspeil in de gemeente Lingewaard. Peter gaf aan dat het vastrecht gemiddeld op 145,- euro per persoon ligt, en de prijs van een lediging op 8,- per keer.
Vervolg
Zoals eerder
met u besproken gaat de werkgroep van het grondstoffenplan in eerste instantie
aan de slag met de WAT vraag. Samen met de inwoners gaan we op zoek naar het
optimum voor de gemeente Bergen binnen de gegeven kaders. Deze
participatiesessies worden momenteel samen met beide wethouders vormgegeven.
Ook hiervan zullen we u natuurlijk op de hoogte houden.
De doelstelling van het huidige kabinet is het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters verder terug te brengen. In 2019 is een wet ingegaan waardoor de samenwerking tussen scholen en gemeenten verplicht is. Hiermee wil de Rijksoverheid het aantal uitvallers omlaag brengen tot 20.000 in 2021. Om dit te bereiken zijn meerjarige prestatieafspraken gemaakt met scholen en gemeenten.
Jaarlijks worden de nieuwe cijfers met betrekking tot
voortijdig schoolverlaters (vsv-ers) door het Ministerie van OC&W naar
buiten gebracht. Deze worden getoetst aan de streefnormen die voor het behalen
van de landelijk gestelde doelstelling zijn bepaald. Zie bijgevoegde
factsheets. Deze geven een beeld van de situatie in regio Noord-Kennemerland
waaronder Bergen valt.
Leerplicht/kwalificatieplicht
Jongeren tussen de 5 en 18 jaar moeten in Nederland
onderwijs volgen. Voor jongeren van 16 tot 18 jaar spreken we niet meer van
leerplicht, maar kwalificatieplicht. Jongeren die na hun 16de nog
geen startkwalificatie hebben, moeten tot hun 18de onderwijs volgen
en ingeschreven staan op school. De kwalificatieplicht is ook geregeld in de
Leerplichtwet.
Wat is een
startkwalificatie
Een
startkwalificatie is een HAVO- of VWO-diploma of MBO-diploma op niveau 2. Met
alleen een VMBO-diploma ben je niet in het bezit van een startkwalificatie. Het
Ministerie van Onderwijs noemt iedereen die geen startkwalificatie heeft
behaald een voortijdig schoolverlater.
Wat is het RMC
Om ervoor te zorgen dat de jongeren zonder startkwalificatie alsnog een
diploma halen is door de rijksoverheid de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie
(RMC) ingesteld.
De RMC heeft als kerntaken:
Monitoring: een sluitende melding en registratie van alle jongeren tussen 18 en 23 jaar die niet op school zitten en nog geen startkwalificatie behaald hebben.
Coördineren en initiëren van samenwerking tussen alle belangrijke partijen die te maken hebben met deze jongeren en het onderhouden van dit netwerk.
Doorverwijzen: benaderen en zorg dragen voor begeleiding van jongeren die zijn uitgevallen, gericht op terugleiden naar school, naar werk of een combinatie daarvan.
Per januari 2019 is de wetgeving aangepast om ook kwetsbare jongeren vanuit het Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs te kunnen monitoren en begeleiden vanuit het RMC.
De contactgemeente Alkmaar voert de RMC-functie uit voor de
gemeenten in regio Noord-Kennemerland en werkt daarvoor samen met scholen. Zij
krijgt als contactgemeente de financiën van het Rijk.
Op de voortgezet onderwijs (vo) scholen in de verschillende
gemeenten voeren de lokale leerplichtambtenaren de kwalificatieplicht uit en
krijgen daarvoor jaarlijks een bijdrage uit het RMC budget die de gemeente
Alkmaar als contactgemeente ontvangt.
De gemeente Alkmaar heeft kwalificatieplichtambtenaren in
dienst die zich voor regio Noord-Kennemerland richten op de studenten binnen
het mbo.
Wat is de wettelijke grondslag
De wettelijke regeling aangaande het voortijdige schoolverlaten is niet
vastgelegd in de
Leerplichtwet of in een
aparte RMC-wet, maar in de volgende onderwijswetten:
Wet op het voorgezet onderwijs
Wet op de expertise centra
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
Hierdoor wordt het beleid ten aanzien van voortijdig schoolverlaten een
gezamenlijke verantwoordelijkheid van de schoolbesturen en de gemeente.
Aanpak in regio
Noord-Kennemerland
In regio Noord-Kennemerland is deze gezamenlijke verantwoordelijkheid
serieus opgepakt.
Op 10 mei 2017 is het Thuiszitterspact
2017-2020 door de samenwerkingsverbanden
primair en voortgezet onderwijs en de gemeenten in regio Noord-Kennemerland
getekend. Hierin is de ambitie uitgesproken dat vanaf 2020 geen enkel kind langer dan drie maanden thuis mag zitten, zonder
passend aanbod van onderwijs en/of zorg. Aan die ambitie zijn activiteiten
gekoppeld. Het Thuiszitterspact is inmiddels geïntegreerd in de Uitvoeringsagenda
passend onderwijs, omdat de activiteiten uit het Thuiszitterspact een overlap
hadden met de Uitvoeringsagenda passend onderwijs. Het uitvoeringsprogramma is
vastgesteld door de colleges. Voor beide geldt dat preventie, vroegtijdig
signaleren en de aansluiting onderwijs-jeugdhulp van groot belang is om
schooluitval te voorkomen.
Naast de Uitvoeringsagenda passend onderwijs wordt er ook ingezet op:
Er wordt 4-jaarlijks een VSV programma opgesteld dat projecten bevat om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Ook dit is een samenwerking tussen onderwijs en gemeenten. Dit programma wordt separaat met de portefeuillehouders in de regio besproken, voordat het college van Alkmaar als regio gemeente hierover besluit.
De RMC-begroting met bijbehorende inzet en projecten wordt door gemeente Alkmaar in het PORA voorgelegd aan de portefeuillehouders onderwijs. Via de gemeente Alkmaar worden ook de jaarlijkse cijfers over (voortijdig) schooluitval aangeleverd.
Leerplicht, jaarlijks wordt er, conform de leerplichtwet, lokaal verslag uitgebracht aan college en de gemeenteraad over het in het afgesloten schooljaar gevoerde leerplichtbeleid en de stand van zaken in de gemeente m.b.t. thuiszitters en verzuim.
Cijfers
en bevindingen 2018/2019
Begin maart zijn de
voorlopige cijfers met betrekking tot de nieuwe VSV-ers over het schooljaar
2018-2019 door het Ministerie van OC&W bekend gemaakt. Zie bijgevoegde
factsheet. In de factsheets is te zien hoe op de verschillende streef- versus
prestatienormen in het voortgezet onderwijs (vo) en in het Middelbaar
beroepsonderwijs (mbo) is gescoord.
Het bepalen van de prestatienorm is bepalend voor subsidies waarop scholen
recht hebben.
De definitieve
cijfers worden altijd in november van het jaar erop bekend gemaakt.
Deze cijfers betreffen jongeren van 12 tot 23 jaar. De
leerlingen van het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn hier
niet in meegenomen.
Op www.onderwijsincijfers.nl
zijn naast de cijfermatige informatie, ook toelichtingen te vinden over de
berekeningswijze van schooluitvalcijfers en over het beleid op dit gebied.
Er is een landelijke stijging van het aantal nieuwe VSV-ers. Het percentage VSV-ers is landelijk gestegen naar 2,01% (dit was 1,89%). Het gaat dan in absolute aantallen in totaal om 26.894 VSV-ers.
Uitval in regio
Noord-Kennemerland
In totaal zijn er in de regio Noord-Kennemerland 433 nieuwe VSV-ers (1,81%) in het schooljaar 2018-2019. Dit is lager dan het landelijk gemiddelde (2,01%), maar wel 0,24% hoger dan in de definitieve cijfers van het schooljaar 2017/2018. In het schooljaar 2017-2018 waren het er 378 (1,57%).
Het vo in
Noord-Kennemerland heeft in totaal 69 VSV-ers (was 75 in schooljaar 2017/2018).
Nader inzoomen op
de deelpercentages zien we dat in het vo de streefnormen in onderbouw vo en
bovenbouw havo/vwo nog niet zijn gerealiseerd.
Men dient zich hierbij te realiseren dat het om enorm lage streefaantallen gaat. Op alle deelpercentages scoort onze regio beter dan het landelijk gemiddelde.
De uitval in mbo 1
(Entree) van schooljaar 2017/2018 was 16,76%; deze stijgt nu naar 22,82%.
Daarmee blijft het cijfer onder het landelijk gemiddelde van 23,17%.
De percentages
VSV-ers in mbo 2 (7,97% → 9,39%) en mbo 3 (3,12% → 3,79%) zijn weliswaar
gestegen ten opzichte van de definitieve cijfers van het schooljaar 2017/2018,
maar liggen wel onder het landelijk gemiddelde van respectievelijk 9,92% en
4,12%.
MBO 4 laat een
verdere stijging zien van 3,82% in 2017/2018 naar 4,08 in 2018/2019. Dit is
boven het landelijk gemiddelde van 3,47%. 48% van deze jongeren is uitgevallen
op een mbo school buiten de regio.
Uit landelijke
onderzoek is gebleken dat de stijging van het aantal nieuwe VSV-ers o.a. heeft
te maken met toenemende mulitproblematiek onder jongeren en de aantrekkende
arbeidsmarkt. Jongeren kiezen er nu eerder voor om te stoppen met hun opleiding
om te werken. In regio Noord-Kennemerland zien we dat 46% van het aantal nieuwe VSV- ers aan het werk is. Voor de nieuwe
uitvallers van mbo 4 zien we dat 61% aan het werk is.
Op 12 maart 2020 is
er een intentieverklaring getekend door VNO-NCW, MKB Nederland, de mbo Raad,
Ingrado, JOB, SSB en OC&W om te voorkomen dat jongeren zonder
startkwalificatie het onderwijs verlaten om te gaan werken. Jongeren die
dreigen uit te vallen om te gaan werken worden voorzien van een BBL-plek om
langs die weg onderwijs en werk te combineren.
Minister van
Engelshoven heeft het CBS de opdracht gegeven om landelijk nader onderzoek te
doen naar de stijging van het aantal jongeren met multiproblematiek en de
aantrekkende arbeidsmarkt in relatie tot de stijging van het aantal nieuwe
VSV-ers.
Uitval op
gemeenteniveau
Als we kijken naar de cijfers per gemeente, dan zien we dat Bergen
goed scoort vergeleken met het landelijk gemiddelde en de regio gemeenten. De
grootste groep uitvallers zitten in het MBO. Dit heeft veelal te maken met de
doorstroom van kwetsbare jongeren van entree naar niveau 2 die daar uitvallen.
En jongeren die ongemotiveerd zijn c.q. de verkeerde opleidingskeuze hebben
gemaakt.
Toch is iedere jongere er één te veel. Wij zullen naar oplossingen blijven zoeken om jongeren hun diploma te laten halen, om daarmee hun perspectief op arbeid te vergroten. Hierbij is de inzet op preventie, vroegsignalering en aansluiting onderwijs-jeugdhulp een belangrijk middel om schooluitval te beperken. Dit doen we enerzijds specifiek op opleidingsniveau, daar waar uit de cijfers blijkt dat de nood het hoogst is, en anderzijds specifiek op doelgroepen, bijvoorbeeld nieuwkomers.
Hoe nu verder
Met de inzet op preventie en vroeg signalering, de uitwerking van de
activiteiten uit de Uitvoeringsagenda passend onderwijs en de maatregelen die
in het kader van voortijdig schoolverlaten worden genomen is het streven het
aantal VSV-ers te beperken.
Ieder jaar zullen wij u in het voorjaar
informeren over de nieuwste cijfers rond het voortijdig schoolverzuim. Wanneer
er tussentijds significante wijzigingen zijn op eerdere voorlopige cijfers of
andere ontwikkelingen, dan zullen wij u daarover direct informeren.
Op
tijd erbij, hulp op maat en blijvend uit de schulden; op weg naar een
schuldenvrij Bergen! Dit is de ambitie van de gemeente Bergen bij de uitvoering
van de actie-agenda Bergen op weg naar een schuldenvrije gemeente. Dat doet de
gemeente door armoedeproblematiek te verminderen, onderzoek te doen naar
schuldenproblematiek, de bereikbaarheid van financiële ondersteuning te
vergroten en door extra aandacht te hebben voor kinderen en armoede. De
actie-agenda geeft uitvoering aan de actiepunten uit het formatieakkoord Nieuw
Vertrouwen.
Het college heeft op 20 oktober 2020 de actie-agenda op weg naar een schuldenvrij Bergen vastgesteld. In de bijlage vindt u de agenda. Deze is tot stand gekomen in samenwerking met meer dan 50 betrokken medewerkers, partners en enkele inwoners. De agenda geeft de komende jaren gefaseerd invulling aan de ambitie ‘Op tijd erbij, hulp op maat en blijvend uit de schulden; op weg naar een schuldenvrij Bergen! Dit doen we door adequate dienstverlening, waardoor de financiële rust snel terugkeert in het huishouden’.
Op weg naar een schuldenvrij Bergen
Deze
actie-agenda is een beweging waarbij armoede en schuldhulpverlening binnen het
sociaal domein een prominente plek krijgen, om zo de negatieve spiraal van
schulden te doorbreken. In deze beweging worden dwarsverbanden gelegd met
andere gemeentelijke opgaven, zoals preventief jeugdbeleid,
gezondheidsbevordering en arbeidsproductiviteit. Dit wil de gemeente bereiken
door inwoners tijdig hulp aan te bieden, door samen te werken met professionals
en vrijwilligers in de verschillende kernen én door nieuwe methoden en
technieken te onderzoeken en mee te experimenteren. “We weten dat in onze
gemeente ongeveer 300 kinderen opgroeien in armoede en 100 ouderen niet genoeg
geld hebben om hun huis te verwarmen. Ik schrik nog altijd van die getallen,
zeker in een rijke gemeente als Bergen. Voor hen en te veel andere mensen in
Bergen is iedere maand dan ook een ratrace tegen een alsmaar oplopende
rekening. Die mensen willen we helpen. Door samen te kijken naar de oorzaak en
met bewezen en nieuwe hulpmiddelen de ratrace om te zetten in rust”, aldus
wethouder Klaas Valkering.
Samen
kom je verder
De
actie-agenda is samen met meer dan 50 betrokken medewerkers van de gemeente,
partners in de zorg en schuldhulpverlening en enkele inwoners tot stand
gekomen. Op deze manier wordt er optimaal gebruik gemaakt van de kennis en
kracht bij alle partijen. De actie-agenda geeft de komende jaren gefaseerd
invulling aan het programma en richt zich extra op jongeren en ouderen.
Enerzijds omdat we zien dat kinderen die opgroeien in armoede zich vaak
moeilijk kunnen concentreren en het daarom minder goed doen op school.
Anderzijds heeft de gemeente Bergen relatief veel oudere inwoners. Iemand die
dan financiële problemen krijgt, heeft bijna geen mogelijkheden om de inkomsten
te verhogen. Klaas Valkering: “dat we dit plan samen met zoveel partners,
collega’s en inwoners gerealiseerd hebben, geeft een goed gevoel. Je moet deze
thema’s, en vaak ook taboes, samen aanpakken. Dat is hartstikke nodig. En het
is goed om te zien dat er zoveel partijen betrokken zijn, zodat de samenwerking
straks naadloos op elkaar aansluit. Zo kunnen we samen juist in deze tijd een
extra stap zetten voor inwoners die het financieel zwaar hebben”.
Eerste
acties dit najaar
De
actie-agenda is een meerjarenplan. In het najaar van 2020 worden de eerste
stappen gezet voor de uitvoering ervan. Meer informatie staat op www.bergen-nh.nl/schuldhulp.
Ambitie
gemeente
De
ambitie van een schuldenvrij Bergen kan de gemeente niet alleen bereiken. Om de
ambitie van de gemeente te realiseren zijn 6 pijlers met actiepunten (incl.
uitvoerende partij(en)) geformuleerd. De pijlers gaan over het versterken en
verbeteren van de schuldenaanpak. De 6 pijlers zijn:
Een schuldenvrije start;
Op tijd erbij!;
Adequate oplossing en innovatie;
Taboe doorbreken;
Een schuldenvrij pensioen;
Covid-19 en schuldhulpverlening.
In
2020 en 2021 ligt de aandacht voornamelijk bij uitvoering van de pijlers 2 en
6. “Op tijd erbij”, vanwege de nieuwe wettelijke taak per 1 januari 2021 en “Covid-19
en schuldhulpverlening”, vanwege de nieuwe doelgroepen die nu snel en adequaat
hulp nodig hebben.
Vervolg
Met
de actie-agenda geeft het college invulling aan de actiepunten uit het
formatieakkoord Nieuw Vertrouwen. Om de voortgang van de actie-agenda te
monitoren zijn indicatoren opgenomen in het stuk.
Het onderzoek onder de 120
verblijfsrecreatieve bedrijven in NHN is nog maar net uitgevoerd en ondertussen
is er een totaal nieuwe werkelijkheid ontstaan waarbij deze sector keihard
geraakt wordt. Voor nu is de voornaamste taak van de NHN-gemeenten zoveel
mogelijk de schade zien te beperken en inzetten op de korte termijn gevolgen
van de Corona-crisis.
Toch willen we ook stilstaan bij de
onderzoeksresultaten. Een regionale aanpak voor de recreatiesector kan als
economische motor in Noord-Holland Noord helpen in deze lastige tijd. Als
onderdeel van de aanpak is in de afgelopen tijd de vitaliteit van ca. 120
verblijfsrecreatieve bedrijven onderzocht in de Regio Alkmaar en
West-Friesland.
Gezamenlijke ambitie
In de Visie Verblijfsrecreatie NHN heeft de
regio de ambitie uitgesproken om in 2030 de meest vitale verblijfsrecreatie
sector van Nederland te zijn. Om te komen tot een regionaal programma en
inzicht te krijgen in de opgave, zijn in de drie deelregio’s vitaliteitscans
uitgevoerd. In de Kop is dit gebeurd voor vakantieparken en campings. Regio
Alkmaar heeft samen met West-Friesland in 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de
vitaliteit van de bestemmingen: vakantieparken, campings en hotels. In het
eindrapport worden de uitkomsten van de vitaliteitsscan beschreven en delen we
de uitkomsten van de transformatiescan. Daarmee hebben we in beeld wat de
regionale en lokale opgave zijn.
Achtergrond
In 2019 hebben de regio’s Alkmaar en West-Friesland aan
Bureau Ruimte en Vrije Tijd (hierna te noemen BRVT) en BugelHajema de opdracht
geven om de vitaliteits- en transformatiescans op te stellen.
Vitaliteitscan
Om uitspraken te kunnen doen over de vitaliteit van accommodaties en een regio is een vitaliteitsscan ontwikkeld. Deze vragenlijst, in combinatie met een bezoek aan de accommodatie, leidde tot een positie in het ontwikkelde vitaliteitsmodel. De bedrijfsbezoeken zijn samengevat in een kansenkaart.
Van elk
bedrijfsbezoek is een rapport opgemaakt. Wij noemen dit een kansenkaart. In de
kansenkaart is een diagnose op het gebied van vitaliteit opgenomen inclusief
een onderbouwing én een advies ten aanzien van de toekomstige
vitaliteit. Alle bedrijven/parken hebben de kans gekregen om te reageren
op de kansenkaart. Velen hebben daar gebruik van gemaakt; in dat geval vind je
dat terug op de kansenkaart zelf. Veel ondernemers of parken hebben geen reactie
gegeven. In dat geval staat dat ook vermeld op de kansenkaart.
De
verdeling van de accommodaties over de vier vitaliteitssegmenten, in relatie
tot de gegeven antwoorden, bieden inzicht in de opgaven voor de regio en de in
te zetten instrumenten.
Naast voorliggend rapport, ontvangen de accommodaties en betreffende
gemeentes, kansenkaarten van die accommodatie. De kansenkaarten geven inzicht
in de vitaliteitspositie per accommodatie en bondige adviezen over hoe de
vitaliteitspositie te handhaven of te verbeteren is. Omwille van
vertrouwelijkheid worden de kansenkaarten niet breed gedeeld.
Belangrijkste
conclusie Regio Alkmaar
Verdienmodel van hotels verbreden, door toestaan
nevenverdiensten (zelfstandige horeca, vergaderfaciliteiten of verhuur van
zalen).
Het verkrijgen van financiering. Het is lastig
om financiering te verkrijgen voor investeringen (dit geldt voor 50% in West-Friesland
en voor 25% in Regio Alkmaar, De Kop heeft sinds 2020 een financieringsfonds
met input provincie).
1/3e van de accommodaties heeft plannen voor
uitbreiding, maar bij de helft van hen is dit nog niet geregeld in het
bestemmingsplan. Ondernemers en beheerders ervaren meer belemmerende factoren
bij in bedrijfsvoering in de Regio Alkmaar dan in West-Friesland. Vaak zijn de
belemmerende factoren terug te voeren tot lokaal beleid, zo geven zij aan.
Vervolg fase 2
Het uiteindelijke doel is te komen tot een samenhangend
programma voor Noord-Holland Noord. Een gezamenlijke inzet en programmering op
NHN-niveau is voor veel gemeenten of deelregio’s echter niet vanzelfsprekend.
Voorafgaand aan de opbouw van het programma is daarom aan de
bestuurlijke trekkers voorgesteld om vanaf mei 2020 eerst een verkenning uit te
voeren naar:
Het draagvlak voor een gezamenlijke aanpak, en op
welke elementen. Inzicht in waar de urgentie wordt gezien.
Een (globaal) overzicht van de inzet die nu al in
gemeenten en op provinciaal niveau wordt gepleegd om aan de opgaven te werken.
De ideeën van de bestuurders ten aanzien van de
wenselijke situatie en wat daarvoor de randvoorwaarden zijn in samenwerking,
facilitering en instrumenten.
Het onderbrengen van transformatie-opgave bij de
focusagenda wonen. Het gaat hier immers om herbestemming van locaties (veelal
naar wonen met of zonder ruimte voor ruimte regeling).
Fase 2 zal binnenkort worden afgerond. We zullen u daarover dan nader informeren.
[1] Omdat we de inhoud van de kansenkaarten niet openbaar (bedrijfsgevoelige informatie) kunnen maken, zijn de kansenkaarten in het bezit van de portefeuillehouder.
N.a.v. een vraag uit de raad (ARC) m.b.t. de gemaakte keuzen over de indeling van de zones in de parkeernormennota wordt in dit document e.e.a. toegelicht.
Onderbouwing gebiedsindeling nota parkeernormen Bij de behandeling van de nota parkeernormen heeft een van de raadsleden de vraag gesteld waarom op sommige locaties de grenzen tussen de normen voor de parkeernormengebieden over de straat lopen en niet achter de woningen.
In de nota parkeernormen is een gebiedsindeling aangegeven die mede bepalend is voor de te stellen parkeereis. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in een centrumgebied, een schilgebied rondom het centrum en een gebied rest bebouwde kom gebied. Buiten de bebouwde kom ligt het buitengebied. In het algemeen geldt dat hoe verder een voorziening (woning, winkel of iets anders dat verkeer aantrekt) van het centrumgebied af staat, hoe meer autogebruik een voorziening veroorzaakt en hoe meer ruimte er nodig is voor het parkeren van voertuigen. In twee kernen is van deze indeling afgeweken omdat bij deze kernen dit onderscheid niet logisch is omdat het centrumgebied of heel klein, of zo goed als niet aanwezig is.
Bij het maken van de indeling van deze gebieden is zoveel mogelijk geprobeerd om deze grenzen zo te trekken dat deze over duidelijk herkenbare structuren lopen die ook in de toekomst niet veel veranderen. Dit om te voorkomen dat als er ergens een woning of pand met een andere gebruiksfunctie tussen de bestaande panden wordt ontwikkeld, het onduidelijk is in welk gebied de ontwikkeling ligt. Daar waar mogelijk is gekozen voor straten die een duidelijke logische ruimtelijke grens vormen.
Helaas zijn niet overal deze straten aanwezig terwijl het wel noodzakelijk is om verschillende gebieden te onderscheiden. Er is daar toch voor de weg zelf als grens gekozen en niet voor de achter de woningen liggende tuinen omdat er dan vaak een grens moet worden getrokken tussen twee tegen elkaar aan staande woningen of op de erfgrens van twee naast elkaar gelegen woningen. Nabij kruisingen van wegen met aan alle kanten bebouwing wordt deze grens nog meer arbitrair als deze aan de achterzijde van de woning wordt gelegd. Waar mogelijk en logisch liggen de grenzen wel achter de panden.
In het voorjaar van 2020 zijn in de gemeente task forces per voormalige kern gestart. In de uitvoering van de externe Task forces Egmond, Bergen en Schoorl is het belangrijkste uitgangspunt om inwoners en bezoekers een ‘Veilig welkom’ te heten. Een ander belangrijk onderdeel van de task forces is de opgave om ondernemers naar de toekomst toe sterker uit corona te laten komen. Op 25 juni 2020 heeft de raad ingestemd met het voorstel inzake corona-maatregelen fase 3. Onderdeel van dit voorstel is dat de raad regelmatig op de hoogte gehouden wordt van de voortgang.
Het college heeft een Economisch Herstelfonds opgericht. Vanuit dit fonds – met daarin in totaal 300.000 euro – kunnen maatregelen worden genomen om het maatschappelijke en economische verkeer in de dorpen weer veilig op gang te krijgen. Met als kader de landelijke richtlijnen vanuit de overheid zoeken we naar een juiste balans. Hoe we enerzijds vasthouden aan de noodzakelijke maatregelen in verband met de verspreiding van het virus en anderzijds langzamerhand over gaan naar een intelligente hervatting van het maatschappelijke en economische verkeer.
Op 25 augustus is de raad via de nieuwsbrief op de hoogte gesteld over de voortgang. In dit bericht krijgt u een nieuwe stand van zaken. Vanuit de raad is tevens de vraag gekomen om gemaakte keuzes te verantwoorden.
Voor de korte termijn zijn acties uitgevoerd die vooral te maken hebben met vriendelijk en veilig ontvangst. Dit gaat om randvoorwaarden: als je deze niet op orde hebt voelen bezoekers en inwoners zicht niet veilig. Basis op orde: hoe gaan we nu personeel, bezoekers en inwoners een welkom en veilig gevoel geven.
Op termijn profileren we de dorpen Bergen, Egmond en Schoorl via branding en marketing actie.
De afgelopen weken heeft u over de toenemende coronabesmettingen kunnen lezen en horen. De cijfers liegen er helaas niet om, het virus grijpt ook in onze regio weer om zich heen. Waar we in de zomer samen een modus hadden gevonden voor alternatieve oplossingen in de horeca en in de winkels, zijn de maatregelen nu weer opnieuw aangescherpt. Dit heeft ook effect op de door de task forces ingezette maatregelen.
Bergen In Bergen is volop ingezet op de marketing voor het dorp. De marketing- gegevens zijn inzichtelijk gemaakt en besproken met de filmmaker. Het zomerpromotiefilmpje is gereed en zou via verschillende kanalen getoond worden. De officiële lancering van de promotiefilm zou samen vallen met de start van de Kunst10Daagse. Corona is echter de laatste weken zeer actief. Hierom is besloten de lancering van het filmpje uit te stellen. Het is nog niet bekend wanneer de promotiecampagne wordt vervolgd. Een lid van de taskforce buigt zich met klein clubje winkeliers over plekken waar de winterverlichting het best tot zijn recht komt. Signing is naar nieuwe inzichten aangepast. Voortschrijdend inzicht heeft geleid tot het cancelen van de toiletunits. Horeca-eigenaren en winkeliers hebben daaraan geen behoefte. Zij stellen hun eigen toiletten ter beschikking.
Schoorl Veilig welkom: In Schoorl is de keuze gemaakt om de aandacht te vestigen op de ruimte die Schoorl biedt. Op welke wijze kunnen we bezoekers en inwoners attent maken op de ruimte die Schoorl te bieden heeft en ervoor zorgen dat ze ook gebruik maken van deze ruimte.
Onder veilig welkom zijn de volgende acties ingezet: Bebording gericht op het gebruik maken van de ruimte:
Hierna is een campagne van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord gestart, gericht op de ondersteuning van de hulpdiensten; ‘Voor wie blijf jij thuis?’. Deze posters zijn opgehangen op strategische plekken binnen de hele gemeente.
Hostes: Poppenspeelster Ellen Scholten van Poppentheater Belletje Sterk heeft op de zondagen in Schoorl bezoekers welkom geheten, gewezen op de 1,5 meter en bezoekers wegwijs gemaakt in Schoorl. Ellen is ondernemer in Schoorl. Door haar te vragen is sprake van een win-win situatie. De theater/kunst wereld is zwaar getroffen door corona. Ondanks de zware tijden heeft ze nu toch enige inkomsten gegenereerd. Ellen zegt zelf over haar klus: Daarnaast is het een enorm positieve daad om een poppenspeler te vragen om mensen welkom te heten in Schoorl. De outfit van boerin met pop werkt als blikvanger, maakt nieuwsgierig en schudt mensen even wakker: Huh, wat is dat? In dat moment is er de mogelijkheid voor contact met iedereen; van peuter tot weduwe, hangjongeren en toeristen. Door grapjes te maken, gesprekken te voeren over alles, kun je betekenis geven aan het contact. Kun je iets betekenen voor de gemeenschap, hoe klein ook. Mensen vinden het bijzonder dat er in Schoorl zoiets is als “straattheater”.
Spreiden bezoekers:
Verbinding tussen huisjesverhuurder en lokale ondernemer voor een startpakket van boodschappen voor nieuwe gasten.
Extra wandelroutes: uitbreiding van het wandelroutenetwerk. Er wordt een extra verbinding gemaakt voor een slimme route tussen Schoorl en Bergen.
De Duindorp Schoorl app: Er is een app gemaakt waarin routes gemaakt kunnen worden. Door vaste routes te maken, lopen mensen één richting op. In de app is nu één route opgenomen die wandelaars van het buitencentrum leidt naar het centrum van Schoorl.
Er worden meerdere routes in de app opgenomen.
Niet gelukt:
Openbare toiletten; het bleek moeilijk te zijn om een toiletvoorziening corona-proof in te richten. In Schoorl bleek een bemand toilet niet realiseerbaar;
Vlakken op het strand: Ondernemers hebben aangegeven dat in Schoorl de bezoekers op het strand automatisch de ruimte zoeken.
Hoe komt Schoorl sterker uit corona? Binnen de task force is nagedacht over de boodschap die uitgestraald moet worden. Wie wil je zijn als Schoorl en wie wil je bereiken. Het doel is om een campagne te beginnen gericht op het bereiken van de Nederlandse bezoeker in de herfst en de winter.
In de eerste fase wordt de focus gelegd op het (opnieuw) bekendmaken van Duindorp Schoorl. Hierin worden de diverse doelgroepen (primair 55+ stellen en secundaire gezinnen met jonge kinderen), highlights en kenmerken van Duindorp Schoorl zowel tekstueel als in beeld weergeven. Het concept ‘Vrij’ staat hierbij centraal. ● Rust versus ‘veel te doen’ (doenig). ● Luxe (hoogsegment) versus ‘middensegment’ in doelgroepen aanspreken. ● Aktiesport versus ‘fietsen en wandelen’.
Dit is als basis genomen om de website Duindorp Schoorl verder te ontwikkelen en een ondersteunend filmpje te maken.
‘Ontspannen of inspannen? In Duindorp Schoorl ben je vrij. Maak een wandeling, en verdwaal in onze witte duinvallei. Een zee van zand. Bezoek het unieke dorpscentrum met haar terrassen gelegen aan de voet van het hoogste duin van Nederland. Ontdek de adembenemende Schoorlse natuur te voet, per fiets, te paard of zwemmend. Met snelheid door de duinen of juist even ‘op de rem’ en niemand tegenkomen. Hier ben je vrij. Met meer dan 60km aan wandel en fietspaden door duin en bos ben je van een ding verzekerd: een onvoorspelbaar mooi verblijf in Duindorp Schoorl’
Bijgaand de link naar het concept- filmpje Schoorl onvoorspelbaar mooi: https://vimeo.com/453323863/88e6b7c1a8
De campagne is in juni gestart met het doorontwikkeling van de website en berichten via social media. Het starten van de campagne rond het filmpje is uitgesteld, omdat Schoorl merkt dat het seizoen is verlengd. Tot heden is het druk in Schoorl.
Een aantal kosten
van Beheer openbare ruimte is in dit overzicht nog niet verwerkt. Ook is
financiële ondersteuning toegezegd aan Cultureel Bergen (€15.000).
Een aantal zaken
zijn nog in ontwikkeling en daarvoor zijn nog facturen onderweg.