Nieuwsbrief van het college

Jaarlijkse evaluatie Camperduin en plan van aanpak voor de toekomst van de lagune.

Bij de vaststelling van de structuurvisie voor Camperduin is afgesproken jaarlijks de ontwikkelingen rondom het strand van Camperduin te evalueren. In dit kader was er in het eerste kwartaal van 2019 een avond met betrokken partijen. Bewoners, gebruikers, ondernemers, de Schoorls reddingsbrigade (SRB), het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK), en Staatsbosbeheer (SBB) waren aanwezig.

De volgende vier zaken waren onderwerp van gesprek:

• Hoe is het afgelopen jaar gegaan?
• Verkeerstellingen
• Wat staat op stapel voor dit jaar
• Toekomst lagune

Bij deze informeren wij u aan de hand van deze vier onderwerpen graag over het verloop en de uitkomsten van dit gesprek.

Camperduin

Hoe is het afgelopen jaar gegaan?

Extra vooroever- en zand suppletie

In het voorjaar van 2018 is extra zand gesuppleerd omdat meer zand was ‘verdwenen’ dan de verwachting was. Het kustsysteem moet een nieuwe balans vinden. De ontwikkelingen worden door de aannemers gemonitord en door RWS gecontroleerd. Komend najaar wordt de stand van zaken opnieuw bekeken.

De suppletie heeft in overleg met inwoners en ondernemers plaatsgevonden. In het gesprek bleek dat de gebruikers en inwoners zorgen blijven houden over de zandige kustversterking.

Overige ontwikkeling van de natuur

De jonge duinen ontwikkelen zich goed. De begroeiing begint geleidelijk aan steeds meer aan te slaan en krijgt een natuurlijk karakter. Door het stuiven van zand krijgen de duinen natuurlijke vormen.

Het kwelwater direct achter de dijk wordt iets zoeter.

Omdat het kustvak Hondsbossche Duinen door de mens is aangelegd in een dynamische natuur, moet de natuur ter plaatse een nieuw evenwicht vinden.

Lagune

Het is gebleken dat de lagune volledig verzandt als deze niet onderhouden wordt. Het verzanden komt enerzijds door stuifzand en anderzijds door zand dat met de vloedstroom mee komt. Als er geen actie wordt ondernomen, neemt de omvang en waterdiepte significant af. De gesprekspartners gaven aan dat de lagune een welkome aanvulling is voor Camperduin en dat deze voor de toekomst behouden moet blijven.

Veiligheid

De reddingsbrigade meldt geen bijzonderheden. Een punt van zorg is of het fysiek haalbaar blijft om langs de lagune te rijden. Een ander punt van zorg is de toenemende druk van fiets parkeren. De fietsenstalling stuift vol zand, zodat fietsers lukraak hun fiets parkeren en de doorgang van en naar de strand wordt gestremd.

Terugblik op projecten

Alle gemeentelijke projecten uit de Samenwerkingsovereenkomst zijn in 2017 uitgevoerd. Het afgelopen jaar is als laatste het fietspad Hargerstrandweg aangelegd.

Sinds afgelopen jaar staat er elk jaar een openbaar toilet op het strand.

Bij het standbeeld van de Strandjutter is een extra bankje geplaatst.

Verkeerstellingen

Er zijn geen bijzondere verkeersontwikkelingen

Het verkeer richting Camperduin en richting Petten is in september geteld, evenals de voorgaande vier jaar. De gemiddelden zijn vrijwel hetzelfde gebleven. Het verkeer veroorzaakt geen extra overlast.

Het verkeer in Schoorl stokt op warme dagen voor de voorrangskruising Voorweg, Laanweg en Damweg (bij de apotheek). Voorstel is te onderzoeken of verkeersregelaars (vooral op zondagen en bij heel mooi weer) aan het eind van de dag voor een oplossing kunnen zorgen.

Wat staat op stapel in 2019?

Drie projecten

Natuurmonumenten gaat twee projecten uitvoeren. Een oversteekplaats op de Hondsbosscheweg ter hoogte van strandopgang De Putten en een Vogeluitkijkpunt bij De Putten.

De gemeente maakt, bij het standbeeld van de Strandjutter, een uitkijkpunt. Het bestaande plateau wordt uitgebreid. Dit is een wens van mensen met een beperking, die gebonden zijn aan een rolstoel of scootmobiel. Nu is er voor hen geen goede plek waar op zee uitgekeken kan worden.

Jaarlijkse evaluatie niet meer nodig.

Alle gemeentelijke projecten van het project Kust op Kracht zijn uitgevoerd. Het strand en Hondsbossche Duinen ontwikkelen zich sinds 2015. Er zijn geen bijzondere projecten die nog vragen om aandacht of om overleg met de bewoners en gebruikers. Daarom kan gestopt worden met de jaarlijkse evaluatie van Camperduin.

Het strand van Camperduin maakt onderdeel uit van het reguliere strandoverleg. Als er bijzonderheden zijn kan de gemeente altijd een bijeenkomst voor betrokkenen organiseren. Is er behoefte vanuit de inwoners voor een gesprek dan kan dat via de gebiedsregisseur worden georganiseerd.

De erosie van het zand blijft een aandachtspunt en voor de monitoring hiervan zijn aparte afspraken gemaakt.

Lagune

Toekomst lagune

Instandhouden of niet?

De lagune is aangelegd als “extraatje” van de aannemer toen de plannen voor het gebied werden gemaakt. De aannemer onderhoudt de lagune tot en met het strandseizoen 2020. Daarna wordt, volgens het contact met RWS/HHNK, de lagune dichtgeschoven. Hiervoor worden de voorduinen gebruikt, die zijn aangelegd aan de westkant van de lagune.

De ondernemers, die zich hebben verenigd in de Stichting Speelboot, hebben contact met de gemeente opgenomen om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de lagune open te houden. Hiervoor hebben ze een document opgesteld waarin de kansen en bedreigingen van de lagune worden beschreven.

Ons college wil meewerken aan dit onderzoek vanuit het volgende vertrekpunt:

“Vanuit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit de lagune in stand houden. Het project Kust op Kracht is niet alleen bedoeld om de kust te versterken maar ook om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. Het geheel is meer dan de som der delen en de lagune is een onderdeel van het geheel. Camperduin is door de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit toeristisch en economisch aantrekkelijk geworden en dat willen we graag zo houden. Maar niet tegen elke prijs, in samenwerking met andere partijen en met toestemming van andere overheden.”

Met de ondernemers is het volgende afgesproken:

• De verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van de lagune ligt bij de ondernemers.
• Financiering voor de instandhouding van de lagune kan niet alleen van de gemeente komen. De ondernemers en derden, wellicht bijvoorbeeld de provincie, moeten bijdragen.

Er is een onderzoek gestart op welke manier en tegen welke kosten de lagune open gehouden kan worden. Dit onderzoek wordt gedaan door een studente van de TU Delft in het kader van haar afstudeeropdracht. Dit onderzoek wordt naar verwachting medio juli afgerond. De volgende stap van de gemeente is met andere overheden in overleg treden onder welke voorwaarden zij kunnen instemmen met het voortbestaan van de lagune.

De lagune wordt tot na het zomerseizoen van 2020 onderhouden door de aannemer. Dit betekent praktisch dat het beheer en onderhoud per 1 januari 2021 kan worden overgedragen. Om tot een besluit te komen over de toekomst van de lagune worden de volgende stappen doorlopen.

Stap 1

Onderzoek naar de wijze waarop de lagune in stand kan worden gehouden en tegen welke kostenOverleg met andere overheden over het in standhouden van de lagune

Stap 2

Bespreken uitkomst onderzoek naar openhouden lagune Besluiten op welke wijze de zwemwaterkwaliteit wordt gemonitord.

Stap 3 (vierde kwartaal 2019)

Samen brengen van alle kosten en voorwaarden van andere overheden voor openhouden lagune.Juridische gevolgen onderzoeken:VergunningenOvereenkomst met ondernemers over instandhouding lagune.

Stap 4 (tweede kwartaal 2020)

Besluit over instandhouding van de lagune.

• 

Autovrij rondom de Ruïnekerk

In het kader van de actieve informatieplicht stellen wij u graag op de hoogte van de stand van zaken in dit dossier.

Aanleiding Formatieakkoord

In het formatieakkoord is onder het hoofdstuk “Duurzaamheid” opgenomen dat de straten rondom de Ruïnekerk autovrij moeten worden, als éen van de maatregelen om de gemeente Bergen fietsvriendelijker en een meer duurzame gemeente te maken

Eventuele afsluiting voor autoverkeer is onderdeel van een groter plan voor een duurzaam, veilig en gezellig centrum van het dorp Bergen.

Aanleiding Verkeersveiligheid en zorgen omzet en bereikbaarheid

Op 5 maart jl. is er een bewonersavond gehouden n.a.v. een online enquête van bezorgde bewoners over de verkeersveiligheid op de kruising Karel de Grotelaan / Kerkstraat / Breelaan op marktdagen. De bedoeling van deze avond was om aan de hand van mogelijke oplossingen met inwoners en ondernemers van gedachten te wisselen over deze situatie. Op deze avond heeft een aantal ondernemers aangegeven te vrezen voor omzetverlies wanneer er minder verkeer door de straten rondom de Ruïnekerk zou rijden. Deze signalen zijn, eveneens als de signalen van anderen die zich zorgen maken over de bereikbaarheid van het centrum van Bergen, belangrijk.

Beide partijen, inwoners en ondernemers, hebben zich op dit punt inmiddels ook via petities geroerd.

Proces

Het college is zich er van bewust dat er een vraagstuk ligt waarvan elke mogelijke oplossing voor- en tegenstanders zal kennen. Daarom wil het in overleg met de betrokken partijen en de raad zorgvuldig en niet overhaast onderzoeken welke (tussen)stappen er mogelijk zijn.

Te denken valt bijvoorbeeld aan een pilot gedurende een (beperkte) periode, een gedeeltelijke afsluiting en alleen op vast te stellen weekdagen.

De verwachting is dat er na het zomerreces een advies met concreet procesvoorstel ligt, waarbij aandacht is voor de verschillende belangen. Uiteraard houden wij u op de hoogte.

Tijdens de raadsinformatieavond op 6 maart en in de nieuwsbrief sociaal domein die daar op volgde bent u geïnformeerd over het inkooptraject Wmo begeleiding, Beschermd wonen en Beschermd thuis. In dit artikel kunt u de huidige stand van zaken lezen, geven wij u een toelichting op de veranderingen rondom de financiering van het resultaatgericht werken binnen de Wmo begeleiding en leest u over de veranderingen met betrekking tot Beschermd wonen en het nieuwe product Beschermd thuis.
Zoals u weet lopen op 31 december 2019 de overeenkomsten met de gecontracteerde aanbieders voor Wmo begeleiding en Beschermd wonen af. De zeven gemeenten in de regio Alkmaar kopen deze producten gezamenlijk in, onder andere vanwege de schaalvoordelen. Zij hanteren tevens dezelfde beleidsvisie en uitgangspunten. Voor de Wmo-producten worden regionale tarieven vastgesteld. Met oog en ruimte voor lokale belangen is regionale samenwerking gewenst en noodzakelijk om de ondersteuning voor onze inwoners goed en duurzaam te regelen.

Stand van zaken inkoop 2020
Vóór de start van het inkooptraject heeft een ‘marktverkenning reële tarieven’ plaatsgevonden. De aanbieders kregen tijdens de marktverkenning de mogelijkheid te reageren op de opbouw van de gestelde tarieven. Een aantal aanbieders heeft hierop gereageerd. Naar aanleiding van hun input is een aantal aanpassingen doorgevoerd. In de colleges van dinsdag 30 april en dinsdag 7 mei zijn de reële tarieven inclusief indexering 2020 vastgesteld.

De inkoopdocumenten zijn op donderdag 2 mei op het inkoopplatform TenderNed gepubliceerd. De tarieven zijn op woensdag 8 mei gepubliceerd. Vervolgens kunnen (potentiële) aanbieders vragen stellen. Gemeenten nemen de maanden mei tot medio juni voor de beantwoording van alle vragen. Tot 1 juli 2019 kan worden ingeschreven. Een gedetailleerde planning is te vinden aan het einde van dit document.

Wmo-begeleiding
In 2017 is resultaatgericht werken ingevoerd. In het ‘keukentafelgesprek’ dat gemeente en cliënt voeren, worden op maat doelen en resultaten opgesteld. De gemeente bepaalt de resultaten van de ondersteuning. De aanbieder heeft de ruimte om hier invulling aan te geven.

Tevens zijn we in 2017 gaan werken met arrangementen. Tot 2017 was het ‘uurtje factuurtje’ oftewel de daadwerkelijk ingezette zorguren werden vergoed. Een arrangement biedt maatwerk voor een cliënt en flexibiliteit voor een aanbieder. Afhankelijk van de complexiteit van de hulpvraag en de intensiteit van de ondersteuning wordt een arrangement geboden waaraan een bepaalde brandbreedte qua uren/dagdelen is gekoppeld. De zorg kan zo flexibel worden ingezet. De ene week wat minder, de andere week wat meer. Aansluitend bij de behoefte van de cliënt. We hebben geconstateerd dat deze werkwijze hogere kosten met zich meebrengt. En dat gemeenten geen inzicht meer hebben in de daadwerkelijke ingezette uren/ondersteuning.

We staan nu voor een nieuwe inkoop per 2020. We willen de goede onderdelen van de huidige systematiek behouden, maar hebben ook behoefte aan meer inzicht in de geleverde ondersteuning. Voor de nieuwe contractperiode wordt om die reden het huidige model van resultaatfinanciering aangepast naar een bekostigingssystematiek op basis van ‘prijs x hoeveelheid’ (PxQ). Deze bekostigingssystematiek is ook het logische gevolg van de vereiste wijze van indiceren zoals eind vorig jaar door de Centrale Raad van Beroep is uitgesproken. De cliënt heeft een duidelijker inzicht in de hoeveelheid ondersteuning die hij zal ontvangen. Het belangrijke inhoudelijke element van het resultaatgericht werken – de flexibiliteit voor aanbieder en cliënt – blijft behouden.Samengevat
De positieve ervaringen met resultaatgericht indiceren worden gecontinueerd in de nieuwe contractperiode. Met de nieuwe bekostigingssystematiek wordt meer inzicht en grip verkregen op de daadwerkelijk geleverde (uren)inzet van aanbieders. Inzicht wat gemeenten met de huidige systematiek niet meer hebben. Dit geeft gemeenten meer monitorings- en sturingsmogelijkheden.  

Beschermd wonen en Beschermd thuis

Beschermd wonen wordt uitgevoerd en gefinancierd door gemeente Alkmaar. Het Rijk wil Beschermd wonen in 2021 ‘doordecentraliseren’ van centrumgemeente naar lokale gemeenten. Momenteel wordt onderzocht in hoeverre dat mogelijk is en op welke wijze. Vooruitlopend op de plannen van het Rijk worden in regio Alkmaar nog voor de zomer 2019 eerste afspraken gemaakt over hoe om te gaan met deze ontwikkeling.

Zelfstandig wonen met ondersteuning komt steeds meer centraal te staan. De gemeenten in regio Alkmaar zetten daarom in op meer samenhang tussen Wmo begeleiding, Beschermd wonen en Beschermd thuis.Beschermd thuis draait sinds 2018 in een pilot en wordt met ingang van 2020 voor het eerst ingekocht. Met Beschermd thuis bevorderen we de uitstroom uit Beschermd wonen en voorkomen we zoveel mogelijk de instroom in Beschermd wonen. De pilot Beschermd thuis (bestaande uit Wmo begeleiding en toezicht) wordt op dit moment door centrumgemeente Alkmaar gefinancierd. Zo lang centrumgemeente Alkmaar de financiële middelen vanuit het Rijk ontvangt voor Beschermd wonen, financiert Alkmaar de indicaties Beschermd thuis. Wanneer het Rijk overgaat tot (financiële) decentralisatie van Beschermd wonen, zullen gemeenten ook financieel verantwoordelijk worden voor het financieren van indicaties Beschermd thuis.

• 

Op 5 juni 2019 vindt in Barneveld de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de VNG plaats. Tijdens de ALV wordt aan de leden voor een aantal zaken instemming of goedkeuring gevraagd. Op basis van de agenda volgt hierna per agendapunt een overzicht van onderwerp, gevraagde beslissing en het standpunt van het college.

Bijlage: agenda

Momenteel kent ontmoetingscentrum T&O 38 vaste huurders. Daarnaast zijn er nog tal van incidentele gebruikers, die worden ingepast op basis van beschikbaarheid van ruimtes.
Ten gevolge van de onduidelijke berichtgeving in het voorjaar van 2019 , over de datum van sluiting van T&O in verband met de nieuwbouwplannen op de locatie T&O, hebben inmiddels een 4-tal (grote) huurders hun huurcontract opgezegd en zijn vetrokken naar alternatieve accommodaties. Gezamenlijk huurden deze 4 huurders 488 uren per jaar een ruimte in T&O.

Op 15 april zijn alle huurders/gebruikers van T&O uitgenodigd en door een collectief van Kennemer Wonen, gemeente Bergen en SWB geïnformeerd over de feitelijke plannen en afspraken m.b.t. de planning rond T&O.
Deze afspraken zijn in het kort:
• T&O kan in gebruik blijven totdat de omgevingsvergunning voor de nieuwbouw definitief is. Naar verwachting zal dit plaatsvinden medio 2021.
• Er komt een nieuw T&O gebouw in de nieuwbouw. Deze nieuwbouw zal kleiner zijn dan het huidig gebouw (van 330m2 naar plm. 180 of 240 m2). Op grond hiervan zullen naar verwachting niet alle huidige gebruikers terug kunnen keren in de nieuwbouw.
• Huurders die niet terug kunnen keren in T&O zullen worden gewezen op de mogelijkheden van de nieuwe Beeck
• De gemeente start een zoektocht naar eventuele locaties om:

• Te dienen als overbrugging tussen sloop van het huidige T&O en oplevering nieuwbouw T&O;
• Mogelijkerwijs huurders te kunnen huisvesten die niet in het nieuwe T&O en ook niet in de nieuwe Beeck terecht kunnen. Voor wat betreft dit laatste, blijft de eigen verantwoordelijk van deze huurders voor vervangende huisvesting, primair.

Op 8 mei is er op initiatief van een aantal bewoners van T&O een brainstormavond georganiseerd. Deze avond werd goed bezocht door huurders en buurtbewoners. Er is gesproken over wensen en functies m.b.t. het nieuwe T&O gebouw. De aanwezigen hebben zich georganiseerd in een bestuur/vrijwilligersgroep om mee te denken over de verdere ontwikkelingen rondom T&O. Hiermee is een goed draagvlak gecreëerd vanuit bewoners/huurders en een spreekbuis namens alle betrokkenen. In beide overleggen is toegezegd dat medio november weer een brede bijeenkomst wordt georganiseerd om iedereen bij te praten over de stand van zaken. Duidelijk moet dan in ieder geval worden of huurders in het nieuwe T&O terugkomen of naar elders verhuizen.

Kwartaalrapportage handhaving permanente bewoning recreatiewoningen

Bijlage:

• 20190504 kwartaalrapportage Q1 2019

Het college heeft het jaarverslag 2017 van de welstandscommissie vastgesteld. Het integrale jaarverslag vindt u als bijlage.

Op grond van de Woningwet artikel 12c leggen burgemeester en wethouders eenmaal per jaar ter informatie aan de gemeenteraad een verslag voor waarin zij uiteenzetten op welke wijze zij willen omgaan met de adviezen van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK), de voormalige welstandscommissie. Voor de BUCH-gemeenten wordt de ARK geleverd door de stichting MOOI Noord-Holland).

• De adviezen van de ARK aan ons college zijn alle overgenomen;
• Er zijn geen gevallen geweest waarin niet is of wordt voldaan aan redelijke eisen van welstand en er is dus niet overgegaan tot oplegging van een last onder bestuursdwang of oplegging van een last onder dwangsom.

Het jaarverslag is in het voorjaar 2018 besproken met een vertegenwoordiging van de ARK, Mooi Noord-Holland, de wethouder en de plantoelichter van de werkorganisatie BUCH.

Samengevat komen de aanbevelingen van de ARK neer op het volgende waarbij de reactie van ons college cursief is toegevoegd:

De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Bergen adviseert uw gemeente ook over omgevingskwaliteit in brede zin en wordt ingezet als klankbord voor grote en beeldbepalende ruimtelijke ontwikkelingen, beeldkwaliteitsplannen en cultuurhistorische opgaven. Het blijft van belang dat dit in een zo vroeg mogelijk stadium en periodiek gebeurt.

Van deze mogelijkheden wordt in toenemende mate gebruik gemaakt.

De laatste plannen voor het Landgoed Merici in Bergen laten wijzigingen zien ten aanzien van het vastgestelde beeldkwaliteitsplan. De commissie vraagt daarom om een geactualiseerde versie van het bestaande bkp die meteen kan dienen als toetsingskader voor de toekomst.

De voorgestelde wijzigingen in het bouwplan zijn in relatie tot het beeldkwaliteitsplan aan de ARK toegelicht. Omdat het plan geheel zal worden voltooid is aanpassing van het beeldkwaliteitsplan minder zinvol.

 Ook in dit jaarverslag doet de ARKB de nadrukkelijke aanbeveling om de (verouderde) welstandsnota uit 2004 te actualiseren.

Voor de actualisatie is een plan van aanpak in uitwerking waarin enerzijds de noodzaak voor een snelle bijwerking en anderzijds de inbedding in omgevingsvisie en omgevingsplan wordt afgewogen.

Organiseer in uw gemeente een maatschappelijk debat over de maatschappelijke doelstellingen van de Omgevingswet: een gezonde en veilige leefomgeving met een goede omgevingskwaliteit. Wat vindt men belangrijk? Bedenk hoe een kwaliteitsstelsel onder de Omgevingswet eruit zou kunnen zien en welke instrumenten en processen daarvoor nodig zijn.

De omgevingsvisie is in voorbereiding en is aanleiding om een discussie te gaan voeren over het beleid op kwaliteit.

Bijlagen

• Jaarverslag

 

De samenwerking in de arbeidsmarktregio Noord-Holland Noord werpt zichtbaar vruchten af. Er zijn de afgelopen periode aansprekende resultaten behaald en er zijn nieuwe, ambitieuze doelstellingen vastgelegd in het convenant ‘Voor een werkende arbeidsmarkt’. De doelstellingen worden op dit moment uitgewerkt in een regionale arbeidsmarktagenda 2019-2025. In de bijlage met de resultaten, ambities en governance van RPAnhn kunt u hier meer over lezen.

Bijlage:

• Resultaten en ambities 2018-2019

In de gemeenten Alkmaar en Heerhugowaard gaan vanuit de gemeenteraden geluiden op om een voorstel in te dienen om alle brandweerauto’s in Noord-Holland Noord uit te rusten met AED’s. Dit komt voort uit de wens om zoveel mogelijk AED’s beschikbaar te hebben en de kans op een succesvolle reanimatie zo groot mogelijk te maken.

Op dit moment zijn ongeveer 40 van de 72 tankautospuiten in de regio Noord-Holland Noord uitgerust met een AED. Op termijn worden alle tankautospuiten voorzien van een AED. De Veiligheidsregio heeft geen aparte planning om dit versneld te realiseren, maar heeft besloten bij elke vervanging van een brandweerwagen een AED aan de standaardbepakking toe te voegen. In de looptijd van de huidige mantelovereenkomst (2016-2024) wordt meer dan de helft van alle tankautospuiten vervangen. Daarbij is ook een groot aantal auto’s dat nu nog geen AED heeft. Dat komt omdat de AED niet behoorde tot de standaardbepakking en niet alle gemeenten voor de regionalisering een AED voor hun brandweerauto’s hebben aangeschaft. Het besluit van de Veiligheidsregio om de bepakking uit te breiden komt uit het oogpunt van goed werkgeverschap, niet vanwege uitbreiding van taken. Primair is het voor het eigen personeel vanwege de risico’s. Uiteraard kan de brandweer dan ook optreden daar waar zij met een reanimatie te maken krijgt. Omdat de kosten niet begroot zijn is gekozen voor de weg van de geleidelijkheid.

Het uitrusten van brandweerauto’s met een AED betekent niet dat de brandweer de vervanging zal worden van het huidige burgerAED netwerk. Standaard wordt de brandweer niet meegealarmeerd voor een reanimatie. Een van de redenen is dat een tankautospuit in veel gevallen niet sneller zal zijn dan burgerhulpverleners of ambulance en/of politie. Immers, het opkomen van de vrijwilligers naar de kazerne kost tijd. De kracht van burgerAED blijft daarom voorop staan in deze. Er zijn gebieden in de regio waar het wel van belang is om te overwegen de brandweer mee te alarmeren bij een reanimatie. Dat zijn gebieden waar de aanrijtijden van de ambulance en politie lang(er) zijn of er sprake is van een gekazerneerde brandweer. In 2016 heeft de Veiligheidsregio dit onderzocht. Daaruit is de wens voortgekomen om in de Rijp een pilot te starten vanwege de lange aanrijtijden van ambulance en politie. Dat vergt een aanpassing in de Meldkamer. Daarom is besloten de pilot na de verhuizing van de Meldkamer naar Haarlem op te pakken. Overigens kunnen de brandweervrijwilligers die zich aangemeld hebben als burgerAED-er, de alarmering voor burgerAED inmiddels via hun pager ontvangen.

Om een mogelijk voorstel vanuit de gemeenten Alkmaar en Heerhugowaard voor het beschikbaar stellen van AED’s aan de brandweer en het uitrukken van de brandweer naar reanimaties in het juiste kader te kunnen plaatsen, wordt er vanuit de Veiligheidsregio momenteel aanvullend onderzoek gedaan. Dit is voornamelijk op het gebied van de beschikbaarheid van AED’s en burgerhulpverleners. Dit onderzoek wordt nog dit voorjaar afgerond.

Op 18 februari 2019 ontving de gemeente Bergen een Engelstalige brief van de Europese Commissie inzake een klacht van de Stichting Mooier Bergen. De klacht heeft betrekking op vermeende staatssteun bij een grondtransactie tussen de gemeente Bergen en Schrama B.V. inzake de Harmonielocatie.

Op 20 februari 2019 is de gemeente gestart met de voorbereidingen van het opstellen van een reactie op deze klacht van vermeende staatssteun. Advocatenkantoor Houthoff ondersteunt de gemeente bij het opstellen van deze reactie.

Klachten over vermeende staatssteun kunnen worden ingediend bij de nationale rechter en/of bij de Commissie. Zodra een klacht is ingediend, beoordeelt de Europese Commissie deze en stuurt ze deze door naar de lidstaat. De lidstaat moet vervolgens informatie overleggen dan wel vragen van de Europese Commissie beantwoorden die de klacht kunnen weerleggen. Als de informatie voldoende is om de klacht te weerleggen dan wordt deze gesloten. Het is anderzijds ook mogelijk dat de Europese Commissie op grond van de antwoorden en aangeleverde informatie het vermoeden van onverenigbare steun heeft. In dat geval kan ze een formele procedure starten.

Het Coördinatiepunt Staatssteun Decentrale Overheden (CSDO) van het ministerie van Binnenlandse Zaken begeleidt de klachtenprocedures voor de decentrale overheden in Nederland. Het Coördinatiepunt is de schakel tussen de gemeente Bergen en de Europese Commissie (DG Mededinging). Dit houdt in dat het CSDO een adviserende rol heeft: de gemeente Bergen is zelf verantwoordelijk voor het naleven van de staatssteunregels en voor het zelfstandig opstellen van een antwoord aan de Commissie. Het Coördinatiepunt bekijkt dit antwoord vervolgens ‘door de bril van de Commissie’ en kan (eventueel) advies geven over de formulering, om uiteindelijk een zo goed mogelijk antwoord te kunnen geven.

De officiële deadline voor de reactie aan de Europese Commissie is 20 werkdagen na ontvangst van de Nederlandse versie van de brief. Echter ontving Houthoff op 3 april 2019 bericht van het Coördinatiepunt van BZK dat er kennelijk iets mis is gegaan met de bezorging van de Nederlandstalige brief van de Commissie inzake de vragen naar aanleiding van de ontvangen klacht van de Stichting Mooier Bergen. Kennelijk is deze brief al op 19 februari door de Commissie aan de permanente vertegenwoordiging van BZK in Brussel verzonden, maar heeft deze het Coördinatiepunt staatssteun bij BZK nooit bereikt. BZK zoekt nog uit wat er precies mis is gegaan. Intussen had de Commissie op 2 april een reminder verstuurd, omdat de termijn voor beantwoording van de brief van 19 februari jl. op 20 maart is verstreken.

Naar aanleiding van deze omissie, die buiten de verantwoordelijkheid van de gemeente Bergen ligt, heeft de Europese Commissie nu de deadline gesteld op 19 april 2019. Dit biedt de gemeente Bergen ruimschoots de mogelijkheid om een reactie aan te leveren binnen deze gestelde termijn.