Jaarrapportage Vergunningen, Toezicht en Handhaving 2020
Op 22 juni 2021 heeft ons college de Jaarrapportage Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) 2020 vastgesteld. In bijgaande jaarrapportage wordt de wijze waarop de vergunningen, toezicht- en handhavingstaken in 2020 zijn ingevuld beschreven.
Achtergrond
Mensen die (bouw)activiteiten uitvoeren zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor een juiste uitvoering. Mogelijke schade, hinder en overlast moeten echter wel worden voorkomen of hersteld. Dit is soms erg complex en daarom stelt de overheid regels, geeft ze vergunningen (V) af, houdt ze toezicht (T) en handhaaft (H) ze als dat nodig is. Dit zijn de VTH-taken.
De wet VTH[1] verplicht ons beleidsdoelen te stellen, jaarlijks vooruit te kijken en terug te kijken op vergunningen, toezicht en handhaving. Het Besluit omgevingsrecht verplicht daarbij ons bekend te maken hoe uitvoering wordt gegeven aan de bestuursrechtelijke handhaving van de regels. En ook de Wet revitalisering generiek toezicht (interbestuurlijk toezicht) verplicht ons verantwoording af te leggen middels een jaarrapportage.
Jaarrapportage 2020
In deze rapportage kijken we terug en wordt verslag gedaan van de resultaten bij het bereiken van de gestelde doelen en de uitvoering van de voorgenomen activiteiten in verhouding tot de prioriteitenstelling in 2020. De ervaringen worden meegenomen in 2021. Het gaat hierbij om de uitvoering van taken en instrumenten die zijn ingezet voor onze vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH).
Met deze rapportage wordt voldaan aan de bepalingen van het Besluit omgevingsrecht en de kwaliteitscriteria 2.1 van het Programma Uitvoering met Ambitie (PUmA). Verder wordt met de rapportage invulling gegeven aan de wettelijke verplichting van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij burgemeester en wethouders inzicht geven in de wijze waarop de gemeente is omgegaan met de verplichtingen en de bevoegdheden voor een goede ruimtelijke ordening. De jaarrapportage is tevens ter verantwoording van de verplichtingen in het kader van de Wet revitalisering generiek toezicht (interbestuurlijk toezicht).
De rapportage geeft een transparant beeld aan burgers en bedrijven, de gemeentelijke organisatie en onze samenwerkingspartners over hoe wordt omgegaan met de uitvoering van het omgevingsbeleidsplan.
Naast verslaglegging over de resultaten van 2020, evalueren we in deze rapportage ook ons VTH beleid. In het VTH-beleid zijn de algemene beleidsuitgangspunten geformuleerd. In eerste instantie is het beleid intern geëvalueerd. Deze evaluatie is tot stand gekomen in samenwerking met de BUCH gemeenten, de OD NHN en de Veiligheidsregio. De uitkomst van de evaluatie valt te lezen in de conclusies onder de rapportages in de hoofdstukken 3.1 en 3.2 van de jaarrapportage. Deze evaluatie is onderdeel van de wettelijk voorgeschreven beleidscyclus. De evaluatie gaat over het jaar 2020.
Achtergrond beleid VTH
Het beleid voor Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) is vastgesteld voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. De gemeenten stellen dit beleid gezamenlijk op om slagvaardiger en efficiënter te kunnen werken.
Het beleid heeft betrekking op de taken van de gemeente in het omgevingsrecht: wat is de visie op de omgeving, hoe wordt er getoetst, hoe vindt het toezicht plaats en hoe wordt er gehandhaafd? Keuzes maken en prioriteiten stellen zijn daarbij onvermijdelijk.
Beleidscyclus
Het is een wettelijke verplichting om VTH-beleid, een uitvoeringsprogramma en een jaarrapportage vast te stellen. De bestuursorganen die belast zijn met de uitvoering, het toezicht en de handhaving van bestuursrechtelijke aangelegenheden, bij en of krachtens de betrokken wetten en met het toezicht op de naleving door de onder hun gezag werkzame toezichthouders, stellen het (uitvoerings-) en handhavingsbeleid vast in een of meer documenten. Hierin wordt gemotiveerd aangegeven welke doelen zij zichzelf stellen bij de uitvoering en handhaving en welke activiteiten zij daartoe zullen uitvoeren (artikel 7.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor)).
Het VTH-beleid, het uitvoeringsprogramma en de jaarrapportage maken onderdeel uit van een cyclus. In het VTH-beleid wordt aangegeven welke overtredingen prioriteit hebben en op basis hiervan wordt jaarlijks in een uitvoeringsprogramma beschreven hoeveel capaciteit voor dat jaar beschikbaar is, hoe deze capaciteit wordt ingezet en welke doelstellingen hiermee worden nagestreefd (artikel 7.3, eerste lid, van het Bor). Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks geëvalueerd in de jaarrapportage (artikel 7.7 van het Bor).
De provinciebestuur houdt interbestuurlijk toezicht op de wettelijke taken die het gemeentebestuur uitvoert. De verplichting om een VTH-beleid op te stellen en het beleid zelf worden door het provinciebestuur getoetst. De gemeente Bergen wordt al jaren achtereen als adequaat beoordeeld hetgeen ons tot een van de koplopers in de Provincie maakt. In 2020 zijn slechts 24 van de 47 gemeenten adequaat beoordeeld waarvan 3 BUCH gemeenten. De beleidsmatige inpassing van de VTH taken is dus goed geborgd binnen de BUCH.
[1] De wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (wet VTH; een wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wabo)
Bijlagen