Op 29 mei 2019 het de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het Programma Aanpak Stikstof (PAS) van tafel geveegd. Hierdoor is er stagnatie ontstaan in vergunningverlening en realisatie van bouwprojecten. Nadien zijn er door aanpassingen in de wet- en regelgeving en het berekeningsprogramma Aerius wel mogelijkheden ontstaan, maar er blijven nog beperkingen. In deze nieuwsbrief informeren wij uw raad over de stappen die het college sindsdien heeft gezet.
Het college heeft vorig jaar gepleit voor de oprichting van een ‘depositiebank’ een databank waarin stikstofdepositie geregistreerd kan worden en verminderingen in depositie tussen projecten kan worden uitgeruild. Dit concept is landelijk zo goed gevallen dat het haar weg heeft gevonden in de wijziging van de Wet natuurbescherming van 1 januari jl. De depositiebank is inmiddels op landelijk niveau operationeel en de eerste woningbouwprojecten profiteren nu al van dit systeem.
Inmiddels begint ook het provinciale stikstofbeleid steeds meer vorm te krijgen. De provincie kiest voor een gebiedsgerichte aanpak waarbij samen met alle stakeholders in en rond een N2000 gebied wordt gekeken naar de mogelijkheden om de stikstofproblematiek op te lossen en tegelijkertijd de natuur te versterken.
Als laatste begint zich ook steeds meer gemeentelijk beleid te vormen rond het oplossen van de stikstofproblematiek. Het college heeft daartoe de afgelopen weken weer twee belangrijke besluiten genomen.
Het eerste besluit betreft het vaststellen van de beleidslijn dat bij het gebruiken van een recreatiewoning voor tijdelijke permanente bewoning niet langer een uitgebreide stikstofbeoordeling wordt gevraagd. Het opstellen van deze beoordelingen is een kostbaar en tijdrovende procedure en de ervaring leert ons dat de uitkomst van zo een beoordeling altijd positief is nu het omzetten van een recreatiewoning naar een woning nauwelijks zorgt voor meer stikstofdepositie. De wet Natuurbescherming en de relevante jurisprudentie biedt de mogelijkheid om in dit soort gevallen af te zien van een stikstofbeoordeling.
In het tweede besluit heeft het college besloten om een beleidslijn vast te stellen voor ontwikkelingen/vergunningen die (in mindere mate) stikstofdepositie veroorzaken en waarbij ook gebruik kan worden gemaakt van rechten die door sloop en/of calamiteiten tijdelijk niet zijn of kunnen worden gebruikt. De negatieve effecten van de realisatie en het gebruik van sommige ontwikkelingen op de Natura 2000-gebieden zijn niet significant en zouden daarom toelaatbaar/vergunbaar moeten zijn. Dit wordt bevestigd in de nieuwe Spoedwet aanpak Stikstof en de jurisprudentie. Daarom heeft het college besloten om bij ontwikkelingen waar sprake is of kan zijn van niet significante negatieve effecten door stikstofdepositie op de Natura 2000-gebieden geen vergunning c.q. toestemming op grond van de Wet natuurbescherming meer te verlangen.
Het college wijkt met deze beiden besluiten af van de provinciale beleidsregels. Hierover is overleg gevoerd met de provincie. Hoewel bovengenoemde wet- en regelgeving ons deze mogelijkheid bieden is de provincie geen voorstander van deze besluiten. Het college meent echter dat het voor het oplossen van de stikstofproblematiek en het versterken van de natuur in onze gemeente noodzakelijk is om een reëel stikstofbeleid te voeren gebaseerd op landelijke en Europese regelgeving en jurisprudentie.