Kadernota WNK 2020

Tijdens de behandeling van de kadernota 2020 van WNK Personeelsdiensten in de vergadering van de Algemene Raadscommissie op 14 februari 2019 zijn twee technische vragen gesteld. Hieronder treft u de vragen en de antwoorden hierop aan.

Vraag 1

De gemeenteraad van Bergen heeft op 28 juni 2018 bij de behandeling van de jaarrekening 2017 en de programmabegroting 2019 de zienswijze kenbaar gemaakt, dat het bestuur van WNK Personeelsdiensten met een plan van aanpak voor het wegwerken van het stuwmeer aan vakantiedagen komt, en dit voortaan opneemt in de risicoparagraaf. De vraag is wat de voortgang is van de behandeling van de zienswijze door het bestuur van WNK Personeelsdiensten.

Antwoord:

Er is een nieuwe regeling vastgesteld waarin wordt bepaald dat aan het eind van het jaar het maximaal tegoed aan vakantieverlof dat kan worden meegenomen naar het nieuwe jaar zes weken bedraagt. De bestaande stuwmeren dienen uiterlijk 31 december 2020 te zijn afgebouwd conform een opgesteld individueel plan van aanpak. Eventueel resterend bovenmatig verloftegoed komt per die datum te vervallen.

Vraag 2

Met ingang van 2019 is het budget klassiek WWB (voor re-integratie) niet meer herleidbaar. Als onderdeel van de integratie-uitkering Sociaal Domein valt het weg in de algemene uitkering. De nieuwe budgetten Wajong en begeleiding zijn vooralsnog wel bekend. Waar berekenen we de 60% van?

Antwoord:

Een regionale ambtelijke werkgroep heeft zich al over dit thema gebogen. Eind januari 2019 werd bekend, dat WWB klassiek weliswaar is verplaatst naar het gemeentefonds, maar dat hij nog steeds inzichtelijk is. In het rekenmodel van de septembercirculaire 2018 wordt voor het uitkeringsjaar 2019 t/m 2023 de hoogte van het WWB klassiek getoond.
Als gevolg hiervan stelt de werkgroep aan het bestuur van WNK Personeelsdiensten voor:

  1. Voor de begroting 2019 en 2020 alsmede de meerjarenbegroting 2021 t/m 2023 van WNK Personeelsdiensten 60% van de totale budgetten WWB klassiek, nieuwe Wajong en nieuwe begeleiding zoals genoemd in het rekenmodel van de septembercirculaire 2018 als uitgangspunt te hanteren.
  2. Voor 2024 het bedrag vooralsnog bevriezen op die van 2023.
    Bij de rekenmodellen van de volgende circulaires de bekendheid van de budgetten toetsen en desgewenst de bedragen aan te passen.

Comments are closed.