Ter informatie de tussenevaluatie van JeugdzorgPlus voor de periode 4 februari 2020 – 19 oktober 2020
Deze tussenevaluatie
vleit voort uit de toezegging om uw raad twee keer per jaar te informeren over
de stand van zaken van de JeugdzorgPlus.
In de bijlage vindt
u de tussenevaluatie JeugdzorgPlus van de periode van 4 februari 2020 tot 19
oktober 2020. Deze tussenevaluatie is opgesteld om te informeren over de stand
van zaken van de JeugdzorgPlus aan de hand van de inkoopdoelstellingen
Omdat het aantal
jeugdigen dat in de JeugdzorgPlus instelling van Horizon verblijft relatief
laag is, is er voor gekozen om de periode waarover deze tussenevaluatie gaat te
verlengen tot 9 maanden.
In het voorjaar van
2021 worden de resterende maanden verwerkt in een eindevaluatie JeugdzorgPlus
van 1 jaar (periode 4 februari 2020 tot 4 februari 2021). In de eindevaluatie
worden ook de transformatiedoelstellingen in de bespreking meegenomen, zoals
dat in de versie in mei ook is gedaan.
In de
tussenevaluatie die voorligt wordt ingegaan op de inkoopdoelstellingen zoals de
achttien gemeenten hebben vastgelegd en wordt aan de hand van de
contractmanagementdata een toelichting gegeven op de voortgang van
JeugdzorgPlus. Deze tussenevaluatie is vooral een kwantitatieve weergave van de
afgelopen 9 maanden.
In het voorjaar van
2021 wordt de eindevaluatie van de periode 4 februari 2020-4 februari 2021 met
uw raad gedeeld.
Het
college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland heeft afgelopen
dinsdag besloten een vooraankondiging reactieve aanwijzing te versturen. Deze
vooraankondiging is een formeel onderdeel van de ruimtelijke procedure maar
heeft verder geen rechtsgevolgen. Vanuit de actieve informatieplicht die op het
college van Burgemeester en Wethouders ligt wordt de vooraankondiging ook met
uw raad gedeeld.
Op dit moment is de brief met
daarin de vooraankondiging nog niet formeel ontvangen, waarschijnlijk duurt de
postbezorging enkele dagen. De portefeuillehouders in beide colleges
onderhouden echter een open communicatielijn en informeren elkaar vooraf over het
versturen van brieven en het nemen van besluiten. Op die manier kan uw raad nu
ook bijtijds worden geïnformeerd.
De vooraankondiging komt niet als
een verrassing omdat zij onderdeel uitmaakt van de manier waarop de provincie
invulling geeft aan haar taken binnen de Wet ruimtelijke ordening. In de
vooraankondiging wordt opgemerkt dat onder meer de Nota van Beantwoording nog
niet aan de provincie is toegestuurd. De procedure rond de reactieve aanwijzing
ligt primair besloten in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening.[1] Het
college wenst die procedure zo zorgvuldig mogelijk te volgen omdat deze
ontwikkeling belangrijk is voor het terugbrengen van de rust in het centrum van
Bergen. Daarom kan de Nota van Beantwoording pas worden verstuurd na vaststelling
door uw raad. De provincie is eerder wel gewezen op de mogelijkheid de stukken
digitaal in te zien. Ambtelijk is inmiddels contact geweest met de provincie om
de verdere procedure beter op elkaar af te stemmen.
[1]Artikel 3.8, lid 4 van de Wet ruimtelijke
ordening: (…) indien door gedeputeerde staten, (…) een zienswijze is ingediend
en deze niet volledig is overgenomen of indien de gemeenteraad bij de
vaststelling van het bestemmingsplan daarin wijzigingen heeft aangebracht ten
opzichte van het ontwerp, anders dan op grond van zienswijzen van gedeputeerde
staten, (…). In zodanig geval zenden burgemeester en wethouders na de vaststelling onverwijld langs
elektronische weg het raadsbesluit aan gedeputeerde staten (…).
Bergen heeft momenteel 3 milieustraten in Schoorl, Egmond aan Zee en Bergen. Deze zijn verouderd. Ze voldoen niet aan alle huidige eisen. Regelgeving voor milieustraten is de laatste jaren strenger geworden en de verwachting is dat er de komende jaren nieuwe eisen bijkomen. Om aan de meeste nieuwe regelgeving te voldoen zijn op alle locaties forse investeringen nodig, terwijl veel knelpunten blijven bestaan en niet aan alle regelgeving voldaan kan worden. Daarnaast zijn alle locaties te klein om te voldoen aan toekomstige eisen en wensen met betrekking tot het landelijke afvalbeleid. Het opknappen of investeren in de huidige locaties is dus geen mogelijkheid. De urgentie om een nieuwe, toekomstbestendige milieustraat te ontwikkelen is hoog. In de overbruggingsperiode totdat een nieuwe milieustraat is gerealiseerd, worden de drie milieustraten met minimale investeringen en oog op de veiligheid, open gehouden.
Hieronder gaan we
uitgebreid in op het wat en waarom
Omdat de huidige milieustraten niet meer voldoen is het een
prioriteit om toe te werken naar een nieuwe milieustraat op een nieuwe locatie.
Geen van de huidige locaties is geschikt of groot genoeg om een nieuwe
milieustraat te realiseren. Locatie-onderzoek is in gang gezet en zal versneld
worden. Daarnaast wordt de bouw en ontwikkeling van een toekomstbestendige
milieustraat uitgewerkt, met bijhorende kosten. In het eerste kwartaal van 2021
komt hiervoor een bestuursopdracht. Hierbij wordt de samenwerking met de andere
gemeenten binnen de BUCH verder onderzocht.
Samenwerking BUCH
Onlangs is een start gemaakt met de samenwerking tussen de milieustraten binnen de BUCH: inwoners kunnen sinds 1 januari bij alle milieustraten terecht, hier wordt veelvuldig gebruik van gemaakt. Ook de exploitatie van de milieustraten in de UCH wordt steeds sterker verweven. Omdat belangrijke keuzes gemaakt moeten worden over de toekomst van een groot aantal van de milieustraten in de BUCH, biedt dit een kans om de samenwerking verder vorm te geven. Bij het locatie-onderzoek wordt de mogelijke samenwerking met Heiloo, Castricum en Uitgeest verder uitgewerkt.
Milieustraten en
grondstoffenbeleid
Milieustraten spelen een belangrijke rol in het terugdringen van grof restafval, het hergebruik van materialen en in bewustwording over het scheiden en de waarde van afval. In de toekomst gaan ze een grote rol spelen in de circulaire economie. Om het grof restafval verregaand terug te dringen, richting de landelijke doelstelling van 5 kg per inwoner per jaar in 2025, moet op een heel andere manier naar de functie en het uiterlijk van de milieustraat gekeken worden. De huidige milieustraten zijn gericht op afval scheiden en recycling. De milieustraat moet een plek worden waar hergebruik en reparatie voorop staan. Daarnaast moet het uiterlijk de waarde van de grondstoffen onderstrepen.
Landelijke wet- en regelgeving
De Rijksoverheid heeft als doel gesteld dat Nederland in 2050 een circulaire economie heeft. In het Uitvoeringsprogramma Nederland Circulair in 2050 zijn onder andere de doelstellingen geformuleerd om in 2025 tot 30 kg restafval per inwoner per jaar te komen, waarvan 5 kg grof restafval.
Lokaal beleid
Het ontwikkelen van
een nieuwe duurzame milieustraat sluit aan bij het grondstoffenbeleidsplan dat
nu ontwikkeld wordt voor de gemeente Bergen. De doelstelling is om in 2025 naar
30 kg restafval te gaan waarvan 5 kg grof. Het grondstoffenbeleidsplan geeft
invulling aan het terugbrengen van het fijn
huishoudelijk restafval. Dit voorstel heeft betrekking op het terugbrengen van
het grof huishoudelijk restafval.
Risico’s
De risico’s die de verouderde milieustraten met zich mee
brengen worden zorgvuldig onderzocht en in kaart gebracht. In januari komt hier
een overzicht van. Een aantal risico’s zoals de verkeersveiligheid in rondom de
milieustraat in Bergen wordt nu behandeld. De risico’s worden geminimaliseerd
tijdens de overbruggingsperiode, waarbij de milieustraten zo sober en doelmatig
mogelijk open gehouden worden.
Participatie
Participatie is integraal onderdeel van de ontwikkeling van
een nieuwe milieustraat, in de vorm van betrekken onderwijs, inwoners,
kringloopwinkels, repair-cafés, zorginstellingen en ondernemers bij het invullen
van de functionaliteiten van de milieustraat.
Duurzaamheid
De ontwikkeling van een nieuwe locatie is gericht op
duurzaamheid en circulariteit zowel met betrekking tot beleid als
bedrijfsvoering.
Het college van de
gemeente Bergen kiest ervoor om de inzameling van huishoudelijk afval ook in
2022 nog door de HVC te laten verzorgen. Het college verlengt de dienstverleningsovereenkomst met HVC met een
jaar. Het college overweegt om na 2022 de
afvalinzameling in eigen beheer te organiseren.
Grondstoffenbeleid
De gemeente is volop aan de slag met het opstellen van nieuw
grondstoffenbeleid. Nu ligt de
hoeveelheid restafval per inwoner nog rond de 230 kilo per jaar. Het doel is om
deze hoeveelheid terug te brengen naar 30 kilo. Daarnaast wil de
gemeente de milieustraten verbeteren.
Inwonerspanel
grondstoffenbeleidsplan
Wethouder Erik Bekkering: “We zijn een hele groene gemeente,
maar we hebben nog een slag te maken in de manier waarop we met ons afval en
onze grondstoffen omgaan. Hoe we dat gaan doen en welke maatregelen daarbij
passen, gaan we samen met een panel van inwoners bespreken. De verlenging van
de dienstverlening door HVC met een jaar geeft ons de ruimte om dat zorgvuldig
te doen.”
Inzameling in eigen beheer BUCH
De afgelopen tien jaar heeft HVC
de afvalinzameling en het beheer van de milieustraten voor de gemeente gedaan. Bergen
is daarmee een uitzondering binnen de vier BUCH-gemeenten; voor de gemeenten
Heiloo, Uitgeest en Castricum zamelt de ambtelijke werkorganisatie zelf het
afval in. Ook zijn de milieustraten in eigen beheer.
Op 22 oktober stelde de gemeenteraad de aanvullingen op de structuurvisie Bergen Oost over verkeer en beeldkwaliteit vast. De komende jaren vinden in dit gebied ontwikkelingen plaats; zo wordt op dit moment zwembad de Beeck herbouwd en komt er woningbouw op het BSV terrein. Ook zijn er locaties waar de huidige eigenaren of gebruikers naar verwachting vertrekken waardoor er mogelijkheden ontstaan voor nieuwbouw. Bewoners en andere belanghebbenden in het gebied maken zich zorgen over de omvang van het aantal nieuw te bouwen woningen, de verwachte toename van autoverkeer die dit met zich meebrengt en het vele bouwverkeer. Het college vervolgt daarom op korte termijn het gesprek met belanghebbenden over deze punten. Voor het huidige bouwverkeer van en naar De Beeck is inmiddels een oplossing gevonden.
Participatie definitieve ‘knip’ Molenweidtje
Een van de uitgangspunten
van de structuurvisie is dat de historische Kerkedijk wordt ontlast als het
gaat om autoverkeer. Verkeer naar en van de te ontwikkelen gebieden wordt
daarom in de toekomst deels via de Churchilllaan geleid. Hiervoor wordt het
Molenweidtje voor tweerichtingsverkeer ingericht en wordt een ‘knip’ in het
Molenweidtje aangebracht. Auto’s kunnen deze knip niet passeren. In de structuurvisie
staat niet waar de knip in het Molenweidtje precies komt te liggen. De gemeente
wil de locatie samen met de omgeving en belanghebbenden bepalen. Hiervoor
worden begin 2021 bijeenkomsten georganiseerd. In de eerste bijeenkomst wordt
met vertegenwoordigers van bewoners en eigenaren gesproken over wat men
verwacht van de participatie. Op basis hiervan wordt de invulling van de
volgende bijeenkomsten bepaald. De uitkomsten van de gesprekken en een advies
over de definitieve locatie van de knip worden in het tweede kwartaal van 2021
voorgelegd aan de raad.
Participatie verdichtingsvarianten BSV
Voor het BSV-terrein maakt
de gemeente drie scenario’s met verschillende dichtheden van de bebouwing,
namelijk 27, 31 en 35 woningen per hectare. Deze drie scenario’s worden voorgelegd
aan en besproken met omwonenden en belanghebbenden tijdens twee digitale
bijeenkomsten. De resultaten van deze gesprekken worden in het tweede kwartaal
van 2021 in de vorm van een ontwerp bestemmingsplan voorgelegd aan de raad.
Tijdelijke maatregelen bouwverkeer De Beeck
Voor de
bouw van het nieuwe zwembad de Beeck wordt veel materiaal aangevoerd met
vrachtauto’s. Bij de start van de bouw is een route afgesproken voor het
bouwverkeer; heen over de Kerkedijk en terug over de Churchilllaan. Helaas
ontstaat er in de praktijk overlast door het vrachtverkeer. De gemeente heeft
daarom de bouwroute aangepast en zet verkeersregelaars in. De betrokken
aannemer, omwonenden en deinstellingen langs het Molenweidtje zijn op
de hoogte gebracht van de maatregelen.
Om de
kwetsbare, historische Kerkedijk te ontlasten mag het bouwverkeer van De Beeck
met ingang van 7 december alleen nog via de Churchilllaan het gebied in en uit.
Om op de plaats van bestemming te komen moet dit verkeer tegen de rijrichting
in rijden op het Molenweidtje. Om dit veilig te laten verlopen, worden
verkeersregelaars ingezet gedurende werktijden van de aannemer van de Beeck
(7.00 – 16.00 uur). Voor het overige vrachtverkeer, autoverkeer en fietsverkeer
blijft de situatie ongewijzigd. Wel kunnen zij te maken krijgen met de
verkeersregelaars.
Voor de
scholieren van de Europese School was de oorspronkelijke route ook niet optimaal.
Daarom is afgesproken dat op tijden dat de school in- en uitgaat (dagelijks
tussen 08:30 – 09:30 en 16:00 – 17:00 en op dinsdag, woensdag en vrijdag ook
tussen 12:45 – 13:45) er geen transportbewegingen voor de school plaatsvinden.
Deze afspraak geldt niet alleen voor het bouwverkeer van De Beeck, maar voor al
het vrachtverkeer in het gebied.