Maand: januari 2017

Het Korps Nationale Reserve houdt op vrijdagavond 10 en zaterdag 11 februari de oefening “Clear Water” op en rond het terrein van het PWN-complex Bergen (NH). De eenheid, de Bravo compagnie 20 Natresbataljon, die gaat oefenen met circa 135 militairen, is ook afkomstig uit Bergen en is onderdeel van de 11e Luchtmobiele Brigade.

De oefening “Clear Water” vindt grotendeels plaats in de civiele omgeving. Defensie oefent de laatste jaren steeds vaker buiten kazernes en oefenterreinen. Missies in Bosnië, Irak, Afghanistan maar ook inzet in Nederland hebben uitgewezen dat de militairen het merendeel van hun taken uitvoeren tussen, voor en samen met de bevolking. Door ook op deze manier te oefenen, benaderen ze de werkelijkheid van een militaire inzet waar dan ook ter wereld.

Test

Het Korps Nationale Reserve dat is gespecialiseerd in bewakings- en beveiligingsopdrachten, voert deze taken veelal uit in de eigen regio. Omdat onder andere ook nutsbedrijven van groot belang zijn voor de maatschappij wordt steeds vaker met deze bedrijven geoefend. Zo worden de noodplannen van deze bedrijven getest om daarmee de veiligheid te verhogen.

Aanspreekbaar

Op zaterdag 11 februari lopen regelmatig kleine patrouilles door het centrum van Bergen (NH) met flyers over de oefening. Deze militairen zijn aanspreekbaar en willen de plaatselijke bevolking vooral een vertrouwd gevoel geven. Het komt immers niet vaak voor dat men in deze regio met militairen in aanraking komt. Ook rijden die zaterdag gemotoriseerde militaire patrouilles door de directe omgeving van gemeente Bergen (NH).

De oefening eindigt op zaterdagmiddag waarna de reservisten zich weer terugverplaatsen naar hun eigen complex in de gemeente Bergen (NH).

In 2012 is het speelplaatsenbeleidsplan vastgesteld voor een periode van tien jaar (2012-2022). We zitten nu halverwege deze periode en het beleidsplan is volgens schema uitgevoerd.

De raad heeft middels een motie van het CDA de wens te kennen gegeven om het beleidsplan tussentijds te actualiseren. Hierdoor kan onderzocht worden of een kwaliteitsslag mogelijk is. Het beleidsplan zal daarom in 2017 worden herzien en voorgelegd aan de raad.

Om de plaats van de strandpaviljoens op het unieke maar relatief smalle strand van Bergen aan Zee en Egmond aan Zee te bepalen voor de komende periode, hebben de afgelopen jaren diverse gesprekken plaatsgevonden.

De betrokken partijen, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, de strandvereniging Bergen Egmond Schoorl (BES), gemeente Bergen en Rijkswaterstaat zochten samen naar een optimale locatie voor strandbebouwing. Hierbij werd rekening gehouden met ieders belang: de waterveiligheid, het economisch/recreatief belang, de calamiteitenstrook en het suppletieprogramma van Rijkswaterstaat.

Onafhankelijk onderzoek

De betrokken partijen hebben Deltares, een onafhankelijk instituut voor toegepast onderzoek op het gebied van water en ondergrond, gevraagd een onderzoek te doen naar de ontwikkeling van strand en duin voor beide badplaatsen. Het onderzoek wijst uit dat toekomstige aangroei van het duin mogelijk is. Aansluitend op dit onderzoek is een rekenmodel ontwikkeld om de trendmatige duingroei in beeld te brengen en daarmee de noodzakelijke verplaatsing. In geval van onvoldoende strandbreedte of op verzoek van de paviljoenhouder kan een verticale verplaatsing worden toegevoegd.

Verplaatsing gestart

Het rekenmodel is in 2016 omarmd door de Strandvereniging BES, de gemeente Bergen en Rijkswaterstaat. Daarmee kon eind 2016 het proces van verplaatsing op gang komen. Er zijn inmiddels drie paviljoens verplaatst en twee verplaatsingen zijn in voorbereiding en uitvoering genomen. In januari 2017 zijn er bindende afspraken gemaakt met de overige zes nog te verplaatsen strandbouwwerken. De laatste verplaatsing wordt voorzien voor 1 november 2017.

We kunnen concluderen dat het proces van verplaatsingen tot een goed einde is gebracht. In goed overleg en met begrip voor ieders rol en verantwoordelijkheid. De verwachting is dat de paviljoens minimaal tien jaar op de nieuwe plek kunnen blijven staan.

In de eerste helft van februari wordt begonnen met de uitvoering van twee waterafvoerwerken. Het gaat om de tweede fase van het plan Sportlaan en de derde fase van Bergen Noord.

Plan Sportlaan fase 2

Deze fase betreft De Logger. Plan Sportlaan is het laatste grootschalige werk ten behoeve van de wateroverlastopgave in Egmond aan Zee. De Logger wordt opnieuw ingericht met het oog op het afvoeren van overtollig hemelwater zodat de kelders en ondergrondse garages geen last meer van bovengrondse afstromingen hebben. Het werk begint op 7 februari. De laatste fase – De Bomschuit en de Watertorenweg – zal na de realisatie van de ontwikkeling van het Watertorenterrein opgepakt worden.

Bergen Noord fase 3b

In deze derde fase worden de Zuidlaan, Reigerslaan en Kievitslaan aangepakt. Bij de reconstructie hiervan worden zowel de riolering als de hemelwaterafvoer op peil gebracht. Het werk begint bij de kruising Zuidlaan/Grootland op 13 februari en is volgens de huidige planning eind juli klaar.

Taqa heeft, bij het verkrijgen van de vergunning voor de boringen in de Bergermeer, de verplichting gekregen om 30 ha natuur in te richten en te beheren. De afgelopen jaren voerde Taqa gesprekken met diverse grondeigenaren om hiervoor grond te verwerven. Tot op heden is dit niet gelukt.

Inmiddels is de provinciale regelgeving met betrekking tot natuurcompensatie gewijzigd. Waar Taqa voorheen verplicht was om buiten de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur (tegenwoordig Natuurnetwerk Nederland) compensatie te zoeken, mag dit inmiddels ook hierbinnen. Op dit moment is Taqa in gesprek met de provincie Noord-Holland om de compensatie te realiseren op en rond het voormalige Vliegveld Bergen in de Bergermeerpolder.

Tijdelijk gebied

Zolang de definitieve compensatie niet is gerealiseerd heeft Taqa een tijdelijk compensatiegebied ingericht langs de Groeneweg. Het beheer van de graslanden hier wordt afgestemd op de weidevogels. Langs de betreffende weilanden is schrikdraad geplaatst om vossen tegen te houden. Verder wordt er bemest met ruige stalmest en wordt er pas gemaaid wanneer de jonge weidevogels zijn uitgevlogen.

De inspectie van het Onderwijs onderzoekt ieder jaar het door de gemeenten uitgevoerde toezicht en de handhaving van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De gemeente is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de inspecties bij de voorschoolse voorzieningen. Op basis van de analyse van de verantwoordingsgegevens die de gemeente heeft ingediend over het kalenderjaar 2015 heeft de inspectie besloten de gemeente niet nader te onderzoeken omdat alles op orde is. Dit betekent de gemeente Bergen status A behoudt.

Bijlage: Jaarverantwoording Kinderopvang 2015

Het definitieve oordeel van het interbestuurlijk toezicht 2016 van de Provincie ten aanzien van de uitvoering van de VTH-taken (Vergunningverlening, Toezicht en Handhavingstaken) is binnen en luidt: adequaat. We voldoen dus wederom aan de eisen die wettelijk zijn vastgelegd.

In het omgevingsrecht worden regels gesteld waar overheden zich aan moeten houden bij het uitvoeren van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Deze regels zijn opgesteld om de risico’s voor mens en natuur te beperken, zodat de veiligheid en gezondheid niet in het geding komen. Het interbestuurlijk toezicht van de provincie Noord-Holland richt zich op het beoordelen of gemeenten de processen ten aanzien van de uitvoering van de VTH-taken dusdanig hebben ingericht, dat de medebewindstaken adequaat uitgevoerd kunnen worden.

Procescriteria

Eisen aan de inrichting van deze processen zijn wettelijk vastgelegd in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de daarbij behorende algemene maatregelen van bestuur (Besluit omgevingsrecht en ministeriële regeling omgevingsrecht). Deze procescriteria beschrijven de eisen die gesteld worden aan de sluitende beleidscyclus: de BIG-8 cyclus. De provincie Noord-Holland legt vanuit interbestuurlijk toezicht omgevingsrecht de focus op de vakgebieden Ruimtelijke Ordening (RO), Bouw- en Woningtoezicht (BWT) en Milieu.

Documenten

Voor deze beoordeling moesten wij diverse documenten aanleveren, zoals onze beleidsvisie Toezicht en Handhaving 2014 – 2018, ons Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving 2016, ons Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2015 en de diverse beleidsstukken van de RUD NHN op het gebied van onze milieutaken.

2014

In 2014 heeft de provincie Noord-Holland een eerste interbestuurlijktoezichtoordeel gegeven over de uitvoering van de toezichts- en handhavingstaken binnen het omgevingsrecht. Het oordeel voor onze gemeente luidde: redelijk adequaat. Daarbij kregen wij een aantal verbeterpunten van de Provincie mee.

2015

Het definitieve oordeel over de gemeente Bergen ten aanzien van de uitvoering van de VTH-taken luidde in 2015: adequaat. Dat betekent dat wij onze toezicht- en handhavingstaken adequaat en volgens de gestelde wettelijke regels uitvoeren. Onderstaande tabel maakt inzichtelijk welke vooruitgang is geboekt:

2016

Het definitieve oordeel van de gemeente Bergen ten aanzien van de uitvoering van de VTH-taken in 2016 luidt wederom adequaat. Dat betekent dat wij onze toezicht- en handhavingstaken adequaat en volgens de gestelde wettelijke regels uitvoeren.

Inmiddels

staat alles dus op groen.

Ruimtelijk ordening

Naast een beoordeling ten aanzien van de VTH-taken zijn wij ook beoordeeld op het gebied van Ruimtelijke Ordening. De beoordeling van de medebewindstaak Ruimtelijke Ordening is gericht op de aanwezigheid en actualiteit van bestemmingsplannen en structuurvisies.

Wij zijn in 2014 als adequaat beoordeeld ten aanzien van Ruimtelijke Ordening. Om die reden waren we vrijgesteld van het aanleveren van informatie op dit gebied. Een beoordeling heeft in 2015 en 2016 dan ook niet plaatsgevonden.

BUCH

Vanaf 2017 wordt dit in BUCH verband opgepakt.

Bijlage: BER Ambtelijke beoordelingsrapportage IBTO 2016 gemeente Bergen na VG