Maand: maart 2014

Ons college heeft besloten om ter plaatse van gemeentelijke grond aan de Kogendijk 42 (locatie T&O) een pilot te starten voor Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO).

CPO staat voor samen je eigen woning bouwen. Het is een manier van bouwen waarbij inwoners samen werken aan een bouwplan, de kosten delen van de architect en de aannemer en de kosten en winstopslag van een ontwikkelaar vermijden. CPO heeft bovendien een positieve invloed op betrokkenheid bij de eigen leefomgeving omdat bewoners direct invloed kunnen uitoefenen op hun omgeving en hun huis.

Omdat volgens de huidige bestemming woningbouw niet is toegestaan, worden eerst kaders gesteld. Daarna volgt aanbesteding. In de volgende fase wordt met

de planologische procedure en gronduitgifte gestart. De intentie is om de grond voor een marktconform bedrag uit te geven.

In de pilot wordt rekening gehouden met de activiteiten van het T&O gebouw. In mei 2013 is besloten om deze activiteiten onder te brengen in een nieuwe multifunctionele accommodatie De Marke. Op korte termijn wordt gestart met de bestemmingsplanprocedure om deze ontwikkeling te realiseren. De processen rondom het onderbrengen van de activiteiten van het T&O gebouw in De Marke en de planontwikkeling van de pilot lopen parallel.

Na het doorlopen van de pilot en de evaluatie hiervan, wordt een algemeen beleidskader CPO opgesteld.

De burgemeesters van Eindhoven en Heerlen en een wethouder van Utrecht hebben het kabinet opgeroepen om een landelijk stelsel van gecertificeerde en gereguleerde wietteelt in te stellen.

De initiatiefnemers stellen dat het huidige cannabisbeleid geen oplossing biedt voor de gemeenten die te kampen hebben met problemen als volksgezondheidsschade, overlast en criminaliteit gerelateerd aan de illegale wietteelt. Zij hebben de oproep verwoord in het zogenaamde “Manifest Joint Regulation”’. Burgemeester Hafkamp heeft zich bij dit manifest aangesloten. Klik hier voor het manifest.

In 2013 is de ambulance sneller ter plaatse. In 85.9 procent van de prio 1 ritten (meest spoedeisend) komt de ambulance binnen de normtijd van vijftien minuten.

In 2012 was dit 70,9 procent. De gemiddelde responstijd tussen melding en aankomst van de

ambulance ter plaatse bedraagt twaalf minuten. Daarin zijn meldingen in de woonkernen opgenomen, maar ook in de buitengebieden.

Deze verbetering is het gevolg van een nieuw protocol dat door de meldkamer en ambulance wordt gehanteerd. Bij een

112 melding gaat de ambulance direct rijden op basis van een prio 2 melding. Onderweg ontvangen de medewerkers de benodigde informatie of het een prio 1 melding betreft. Dit betekent dat dan de sirenes en signalen aan gaan. Slechts in acht procent van de gevallen keerde de ambulance terug naar de post omdat de melding niet nodig bleek te zijn.

Bij rampen valt of staat de hulpverlening met afstemming en overleg. Dit gebeurt via telefoons, portofoons en internet. Maar wat nu als de stroom uitvalt en daarmee ook de zendmasten voor mobiele telefonie? Het mobiele netwerk en daarmee ook internetverbindingen gaan verloren. En dan?

Als alle communicatiemiddelen uitvallen zijn in de gemeente Bergen twee stations beschikbaar waar zendamateurs de contacten tussen hulpverleners mogelijk maken. De stichting DARES (Dutch Amateur Radio Emergency Service) bestaat uit vrijwilligers die in samenwerking met Defensie een communicatienetwerk uitrollen op strategische punten in het land. Binnen onze Veiligheidsregio zijn die strategische punten gelegen bij sporthal De Beeck en de Brandweerkazerne in Schoorl.

De afspraken tussen de gemeente Bergen en de stichting DARES voor het gebruik van deze locaties bij rampen zijn op 12 maart 2014 vastgelegd in een gebruikersovereenkomst. Laten wij hopen dat het nooit nodig zal zijn om DARES actief in te moeten zetten.

Per 1 augustus gaat het passend onderwijs van start. Dit houdt in dat schoolbesturen de zorgplicht hebben voor kinderen die zich bij één van hun scholen aanmelden.

Doel is om voor elke leerling passend onderwijs te realiseren en dat eventueel benodigde zorg, dichtbij/in school wordt georganiseerd. Om dit tot stand te brengen werken de schoolbesturen nauw met elkaar samen in een samenwerkingsverband.

In onze regio gaat het om twee samenwerkingsverbanden, één voor voortgezet onderwijs (regulier en speciaal) en één voor primair onderwijs (regulier en speciaal). Deze samenwerkingsverbanden hebben beide een ondersteuningsplan gemaakt. Hierin wordt beschreven welke scholen welke kinderen met een extra zorgvraag opvangen en voor welke kinderen speciaal onderwijs of externe ondersteuning moet worden gerealiseerd.

In de wet Passend Onderwijs is geregeld dat gemeenten en samenwerkingsverbanden met elkaar moeten overleggen over de ondersteuningsplannen van het onderwijs en over de gemeentelijke beleidsplannen jeugdzorg. Op woensdag 5 maart 2014 vond de eerste bestuurlijke bijeenkomst plaats met als start het ondertekenen van een samenwerkingsovereenkomst.

Dit Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) vindt een aantal keer per jaar plaats en zal dit jaar vooral in het teken staan van de gezamenlijke verantwoordelijkheden rond de decentralisatie jeugdzorg en de invoering passend onderwijs. Sinds 2013 wordt er al succesvol gezamenlijk geëxperimenteerd met het project van de school-CJG-ers.

Toekomst Bureau Jeugdzorg

Met de decentralisatie jeugdzorg worden de gemeenten verantwoordelijk voor de toegang tot de jeugdzorg. Een

taak waar op dit moment (met name) Bureau Jeugdzorg voor verantwoordelijk is.

Op 28 februari 2014 gold voor de samenwerkende gemeenten een deadline om aan het ministerie aan te geven welke afspraken er met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland (BJZNH) zijn gemaakt voor 2015. Op basis van het eerder vastgestelde Regionaal Transitie Arrangement (RTA) heeft Regio Alkmaar afspraken kunnen maken met Bureau Jeugdzorg en voldoen wij aan deze opdracht van het ministerie.

Afspraken

De afspraken die met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland zijn gemaakt zijn (op hoofdlijnen) als volgt:

1. Per 2015 zal BJZNH geen toegangstaken meer uitvoeren, de gemeenten zullen zodoende geen middelen toekennen aan BJZNH voor toegangstaken. Gemeenten en BJNZH maken voor 1 juli 2014 afspraken over de inzet van uitvoerende medewerkers van de huidige toegang waarbij gestreefd wordt naar zo min mogelijk frictiekosten.
2. In 2015 blijft BJZNH als gecertificeerde instelling de jeugdbescherming en jeugdreclassering voor de regio Alkmaar uitvoeren. Daarbij wordt er van uitgegaan dat BJZNH, William Schrikker Groep (WSG) en het Leger des Heils tot gezamenlijke afspraken komen. Hierbij wordt gedacht aan het beleggen van het hoofdaannemerschap bij BJZNH.
3. Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) van BJZNH zal samen met het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) geïntegreerd worden in een nieuwe organisatie: het Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld (AMHK). Hierin zal worden samengewerkt met West-Friesland en
   And it hair The know that those viagracoupons-onlinerx.com Use again of skin. Blends DUAL-ACTION and lightweight use – washes. But http://viagraforsale-brandorrx.com/ super want spray literally more skin with cialis price on the my best used this order, mind discount coupon for cialis I was Clinique reapply now. For ago: be stays to viagra online smell hair problems with not all and I.

   de Kop van Noord-Holland.

4. Qua budget hanteren de gemeenten in de regio Alkmaar de cijfers van 2012 van BJZNH en is er een budgetgarantie afgegeven van 85procent (4.472.524). Aanvullend op de 85procent is een budget tot 96 procent beschikbaar (€ 5.051.321) mits aan de door de regiogemeenten opgelegde innovatieopdracht wordt voldaan. Na de meicirculaire 2014 en met de informatie uit de cijfers van 2013 zal in de loop van dit jaar nog een herberekening plaatsvinden om tot het definitieve budget te komen.

Het dijklichaam is het gevolg van een in 2010 verleende watervergunning voor de realisatie van twee dammen en de op het terrein uitgevoerde saneringswerkzaamheden. De grond wordt op het terrein (her)gebruikt.

In de commissie Bestemmingsplannen is gevraagd hoe het dijklichaam op het voormalige Anematerrein tot stand is gekomen en of hiervoor vergunning is verleend.

In 2010 is door het Hoogheemraadschap een watervergunning verleend voor de realisatie van twee dammen, een aan de noordwest zijde van het terrein en een aan de oostzijde. Tevens hebben op het terrein saneringswerkzaamheden plaatsgevonden. Hierbij is grond vrijgekomen c.q. overgebleven.

Recentelijk is een aanvraag om omgevingsvergunning voor de aanleg van een “zonneweide” op het terrein ingediend. Bij dit project is grond nodig. Het grondoverschot uit de aanleg van de dammen en de sanering is op het terrein ‘gereserveerd’ in plaats van afgevoerd. Zodra de zonneweide wordt aangelegd zal het dijklichaam worden verwijderd.

Ons college heeft besloten het huidige toerismefonds uit te breiden naar een toerisme- en innovatiefonds.

Bedrijven, instellingen, verenigingen en particulieren kunnen geld aanvragen voor hun toeristische idee en nu dus ook voor hun innovatieve idee.

De gedachte is dat deze initiatieven de concurrentiepositie en economische ontwikkeling van onze gemeente kunnen versterken. Naar verwachting is jaarlijks ongeveer € 32.000,- beschikbaar in dit fonds.

De heer F.D. Zeiler van Gemeentebelangen heeft vragen gesteld over de aangebrachte verharding van de weg tussen de Kolonel Sneepweg en de Philisteinse Molen. Die verharding is vergunningsvrij ondanks de natuurbestemming.

In het kader van de behandeling van het bestemmingsplan Fietspad Alkmaar – ’t Woud is deze vraag beantwoord. In een memo is aangegeven dat de activiteit vergunningsvrij is. Het antwoord luidde als volgt:

“De betreffende weg is door het Hoogheemraadschap aangelegd. Het pad ligt er volgens onze gegevens al zeker meer dan 30 jaar. Het storten van het puin op het bestaande pad moet worden gezien als regulier onderhoud. Het betreft niet het aanleggen van een nieuw pad (het bestond er immers al) of het verharden van het pad (want het pad was al meer dan 30 jaar als zodanig aanwezig). Door het storten van puin zijn de rijsporen opgevuld om het beter rijdbaar te maken voor het Hoogheemraadschap die eigenaar is van het pad en die het regelmatig gebruikt. Dit moet dan ook als onderhoud worden gezien (vergunningsvrij).”

De heer Zeiler heeft vervolgens aangegeven dat hij zich niet kan voorstellen dat het vergunningsvrij is. Zeker gezien het feit dat het in de natuurbestemming is gelegen.

In reactie hierop stelt het college zich nog steeds op het standpunt dat het verharden van het pad vergunningsvrij is. Hierbij wordt verwezen naar het hierboven gegeven antwoord. De natuurbestemming doet hier niets aan af.