Dit artikel wordt opgesteld om duidelijkheid te bieden over de ingediende zienswijze door de provincie Noord-Holland.
Op 30 juli 2020 heeft het college besloten het ontwerpbestemmingsplan Bergerweg 125 en enkele andere besluiten ter visie te leggen. Dit besluit volgde op het besluit van 30 juni 2020 van de gemeenteraad van Bergen tot uitplaatsing van de Aldi supermarkt. Dit besluit was bedoeld om tot een oplossing te komen voor de bestuurlijk en juridische impasse waarin de ontwikkeling van het centrum van Bergen zich bevond. Het ontwerpbestemmingsplan en de andere besluiten hebben vanaf 31 juli 2020 tot en met 10 september 2020 ter visie gelegen. Op het bestemmingsplan zijn twee zienswijzen ingediend. De eerste zienswijze is van Lidl supermarkten en betreft een zogenaamde ‘pro-forma’ zienswijze waarbij de gronden inmiddels zijn aangevuld. De tweede zienswijze is ingediend door het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland. Over die laatste zienswijze gaat deze memo.
De zienswijze
Binnen het omgevingsrecht wordt de beleidsvrijheid van bestuurslagen ingekaderd door het eigen beleid en het beleid van hogere regelgeving. De beleidsvrijheid van de gemeente wordt daarin in belangrijke mate beïnvloed door het kader gesteld door het rijk en de provincie. De provinciale verordening is het sturingsdocument van de provincie op het gebied van het omgevingsrecht. In die verordening staan zogenaamde ‘instructieregels’ die regel geven aan waar bestemmingsplannen, op te stellen door gemeente, juist wel of juist niet in mogen voorzien. Wanneer een gemeente een bestemmingsplan opstelt in strijd met de instructieregels kan de bestuursrechter het besluit tot vaststelling van dit bestemmingsplan vernietigen. Die strijdigheid kan bij de bestuursrechter aanhangig worden gemaakt door de provincie of door andere belanghebbenden in een beroepsprocedure tegen de vaststelling van het bestemmingsplan.
Hieronder wordt (kort samengevat) weergegeven op welke gronden de provincie meent dat de ontwikkelingen aan de Bergerweg 125 strijdig zijn met het provinciaal beleid, gevolgd door de reactie van de gemeente:
- Weidewinkel
De provinciale verordening staat niet toe dat bestemmingsplannen voorzien in de vestiging van een solitaire, los van het bestaand stedelijk gebied gelegen winkel. Volgens de provincie is de nieuwe Aldi aan de Bergerweg 125 zo een ‘weidewinkel’
Reactie: De gemeente stelt zich op het standpunt dat de locatie van de nieuwe Aldi valt binnen bestaand stedelijk gebied en dat, zelfs wanneer dat niet zo zou zijn, deze locatie op zijn minst aansluitend aan het bestaand stedelijk gebied ligt (de kern Bergen) en dat dus van een weidewinkel geen sprake kan zijn.
- Detailhandel
De provincie stelt dat de opgenomen detailhandel strijdig is met de regionale detailhandelsvisie en dat regionale afstemming niet heeft plaatsgevonden.
Reactie: De gemeente stelt zich op het standpunt dat de opgenomen detailhandel niet in strijd is met de regionale detailhandelsvisie. Conform de visie is afstemming niet vereist bij de realisatie van minder dan 1500m2 detailhandel. Zelfs als afstemming noodzakelijk zou zijn dan is hierin voorzien in het focusoverleg Wonen van de Regio Alkmaar van 2 september jl.
- Ontsluiting
De provincie stelt dat de ontsluiting van de nieuwe ontwikkeling in strijd is met de Wegenverordening Noord-Holland 2015 omdat de verkeersveiligheid en de doorstroming op de N510 in gevaar komen.
Reactie: De gemeente stelt zich op het standpunt dat de verkeersveiligheid en de doorstroming afdoende behandeld zijn in het bestemmingsplan. Uit die behandeling volgt dat geen sprake is van significant negatieve effecten op de verkeersveiligheid en de doorstroming.
Daarnaast reageerde provincie Noord-Holland niet op de bij de provincie ingediende adviesaanvraag voor de uitweg. De termijn voor het indienen van advies is inmiddels verlopen en op de uitweg zelf zijn geen zienswijzen binnengekomen. Bij de beantwoording van dit onderdeel van de zienswijze kan dus worden betrokken dat kan worden beschikt over een onherroepelijke uitwegvergunning.
- Ruimtelijke kwaliteit
De provincie stelt dat de ruimtelijke kwaliteit van de ontwikkeling onvoldoende is en geeft daarbij aan dat aan de landschappelijke kwaliteit van de bestaande locatie afbreuk wordt gedaan door de nieuwe ontwikkeling.
Reactie: De gemeente stelt zich, gesterkt door het advies van de welstandcommissie, op het standpunt dat de ontwikkeling juist een ruimtelijke verbetering inhoudt.
- Woningbouw
De provincie is van mening dat de geplande woningbouw geen onderdeel uitmaakt van de regionale woningbouwprogrammering en niet in overeenstemming is met de in de regio gemaakte schriftelijke afspraken.
Reactie: Het woningbouwprogramma is in het focusoverleg Wonen van de regio Alkmaar op 2 september jl. opgenomen in de regionale woningbouwprogrammering en daarmee onder de in de regio gemaakte schriftelijke afspraken gebracht. De gemeente stelt zich dan ook op het standpunt dat aan dit bezwaar reeds tegemoetgekomen is.
Vervolgstappen
Wij nemen de zienswijze van de provincie bijzonder serieus. Want naast het feit dat de provincie voor ons een belangrijke samenwerkingspartner is, waarderen wij ook de mogelijkheid die de provincie ons via haar goede inhoudelijk zienswijze biedt om het bestemmingsplan nog beter te maken. Daarom zal de komende tijd worden gebruikt om de zienswijze van de provincie beter te beoordelen en te verwerken in het ontwerpbestemmingsplan.
Bijlagen :