Stand van zaken depot Kranenburgh

Uw raad heeft in juli 2016 een motie aangenomen, waarin u het college opriep om in overleg met Kranenburgh tot een oplossing te komen voor het depot. Dit overleg heeft sindsdien plaats gevonden en heeft geresulteerd tot een beoordeling van verschillende opties.  We willen u informeren over de uitkomst.

Probleemstelling

Museum Kranenburgh beheert een omvangrijke verzameling kunst van 1900 tot heden. De kern wordt gevormd door de kunst van de Bergense School. Daarnaast herbergt het museum de collecties van de gemeente Bergen en het Noord-Hollands Kunstcentrum. In totaal betreft het ongeveer 3.500 kunstwerken (waarvan ongeveer 2.600 in bruikleen van de gemeente Bergen).
Museum het Sterkenhuis beheert ongeveer 10.000 voorwerpen, voornamelijk gemeentelijk bezit. Naast bijzonder zilverwerk, glaswerk en sieraden herbergt het museum prachtige topografische pren-ten van het dorp Bergen van de hand van o.a. Johannes Graadt van Roggen, Jaap Veldheer en Tjipke Visser. Archeologische vondsten, daterend vanaf de steentijd, vertellen het verhaal van de vroegste bewoners van Bergen. Kranenburgh wil dynamisch met haar collecties omgaan.
Een klein (wisselend) deel van de totale collectie is tentoongesteld in beide musea, daarnaast is een aantal kunstwerken uit de gemeentelijke collectie in bruikleen aan derden gegeven (o.a. scholen en instellingen). In Museum Kranenburgh is een kleine depotruimte t.b.v. tijdelijke opslag van werken voor tentoonstellingen.

Het overgrote deel van de collectie bevindt zich in een van de drie depots. De meest kwetsbare objecten zijn opgeslagen in een semi-museaal depot bij kunsttransporteur Imming in De Goorn (NH). Dit betreft bijvoorbeeld de werken van de Bergense School, werken op papier en waardevolle textilia. In een niet geklimatiseerd depot in Alkmaar zijn de minder waardevolle werken opgeslagen, de zogenaamde b- en c-collectie. Het depot aan de Berkenlaan vlakbij het museum is in gebruik als werkruimte voor het Sterkenhuis en als opslag voor de d-collectie.
Geen van de drie depots voldoen aan de museale eisen voor collectiebeheer qua inrichting, klimaatbeheersing en veiligheid. Behalve de onvoldoende kwaliteit is de gezamenlijke opslagcapaciteit te gering.

De kosten voor het huren van de diverse depotruimtes bedragen op dit moment € 15.000 per jaar. Daarnaast zijn er nog andere kosten zoals reiskosten, handlingskosten (depot De Goorn, € 45 per uur) en beveiligingskosten. De huidige depotsituatie levert echter ook extra onverwachte en onnodige kosten op. Door de gebrekkige opslagcapaciteit raken kunstwerken beschadigd, wat tot extra restauratiekosten leidt. Grote werken bijvoorbeeld staan noodgedwongen tegen elkaar aan, waardoor regelmatig schades ontstaan. Voor elke tentoonstelling moet minimaal één werk gerestaureerd worden, naast de normale geplande restauraties. Dit is een extra kostenpost van ongeveer € 5.000 per jaar. Ook de omstandigheden in de niet geklimatiseerde depotruimtes leveren schade op; schimmelvorming ligt op de loer en is in enkele gevallen reeds aanwezig.
Het gebruik van depot Alkmaar is eindig, de verhuurder wil het pand op termijn verkopen. Het verhuizen naar weer een tijdelijk depot is niet bevorderlijk voor de conditie van de kunstwerken; het ‘slepen’ met de werken heeft in het verleden al een aantal schadegevallen opgeleverd.

Eisen aan een goed depot

Kranenburgh wil de haar toevertrouwde collecties goed beheren, nu en in de toekomst.
Om de, voor een deel kwetsbare, objecten goed te kunnen bewaren is in de eerste plaats een depot-ruimte nodig met optimale klimaatcondities. Daarnaast is van belang dat met de objecten in depot gewerkt kan worden. Opslaan alleen is niet voldoende; de objecten moeten geregistreerd, beschreven en gedocumenteerd worden, zodat ze ontsloten kunnen worden voor een breder publiek (fysiek in tentoonstellingen in Kranenburgh of andere musea, digitaal op websites en in publicaties).

Eisen:

  1. een goed depot bevat voldoende ruimte (en hoogte) om de objecten op te slaan. Met uitschuifrekken voor schilderijen, rekken en kasten voor werken op papier, voorwerpen van textiel, sculpturen, meubels, cultuurhistorische en archeologische objecten;
  2. is goed geklimatiseerd. De klimaatbeheersingsinstallatie zorgt voor maximaal 3% marge in de relatieve vochtigheid en de temperatuur;
  3. ligt 1 meter boven het maaiveld;
  4. heeft aparte werkruimtes, een quarantainekast en wifi;
  5. is beveiligd met o.a. een alarminstallatie (beveiligingsklasse klasse 4);
  6. ligt op maximaal 30 minuten afstand van het museum;
  7. is goed en over goede wegen bereikbaar; zo min mogelijk verkeersdrempels;
  8. heeft een ruimte/ sluis voor een vrachtwagen om inpandig in en uit te laden.

Gewenste situatie

Voor het goed beheren van de collectie moeten de werken in de eerste plaats meer plek krijgen dan nu het geval is. Kranenburgh verwacht een opslagcapaciteit van ca 400 m2 nodig te hebben; deze omvang moet de komende 10 jaar voldoende ruimte bieden voor het goed beheren van de collecties. Kranenburgh heeft een aantal opties voor vervangende depotruimte onderzocht waarbij rekening gehouden is met omvang (500 m2, waarvan 400 m2 opslag en 100 m2 voor werkruimte, keuken, toilet, etc.), kosten, veiligheid, beperken schades, optimaal collectiebeheer en verbeteren van het vertrouwen van bruikleengevers.

Er zijn zes mogelijkheden onderzocht, waarvan vier niet tot een gewenst resultaat komen. Opties voor een depot op het dak van Kranenburgh of als aanbouw achter Kranenburgh zijn niet realistisch. Deze ruimten zouden onvoldoende volume hebben en slecht bereikbaar (niet bereikbaar voor vrachtwagens, geen inpandige lift) zijn. Bovendien zijn deze opties tijdrovend i.v.m. bestemmingsplan en bouwvergunningen. Ook een aanpassing van depot Berkenlaan levert niet de benodigde omvang.

Verbouw van bestaande ruimtes levert ook niet het gewenste resultaat; er blijken geen geschikte panden beschikbaar. Mocht er alsnog een ruimte beschikbaar komen, zullen de kosten voor aanpassingen zoals klimaatbeheersing en inrichting (te) hoog uitvallen.

Resteren twee mogelijkheden die nader onderzocht moeten worden.

  1.  Huren bij bestaande depotruimten. Mogelijkheden op redelijke afstand zijn WAD depots in Amsterdam-Noord of kunsttransporteur Imming in De Goorn. WAD depots is een nieuw depot-gebouw (2016) en heeft nog twee ruimten à 300 m2 beschikbaar. Mogelijk vooral voor schilderijen.
    De huidige depotruimten bij Imming voldoen niet aan de museale norm, maar vlakbij de huidige locatie bouwt het bedrijf een nieuw, groter pand met depots met museale condities. Naar verwachting wordt dit gebouw eind 2018 opgeleverd.
  2. Bouwen van een nieuw depot in de Boekelermeer door de gemeente en verhuren aan Kranenburgh.

Ad 1 Huur bestaande depotruimten

  • A. Nieuwbouw Imming in De Goorn
    Afstand: 40 km; reistijd 40 minuten
    Omvang: in overleg; aparte ruimten voor schilderijen, plastieken, papier, textiel en cultuurhistorische objecten. Er zijn werkruimtes, maar voor medewerkers Sterkenhuis is de afstand te groot.
    Beveiliging: overdag altijd personeel aanwezig; buiten camera’s en hek met toegangcodes.
    Kosten: onbekend, waarschijnlijk hoger dan de huidige huur van € 11.000,-.
    Transport: door Imming, laden en lossen inpandig. Hiervoor moet apart worden betaald.
  • B. WAD depots, Amsterdam
    Afstand: 45 km; reistijd 45 minuten
    Omvang: 2 x 300 m2. Alle faciliteiten, ook mogelijk om een depotruimte samen te huren met ander museum. Er zijn werkruimtes, maar voor medewerkers Sterkenhuis is de afstand te groot.
    Beveiliging: overdag altijd personeel aanwezig.
    Kosten: Per ruimte van 300 m2 € 46.500,-. Inrichtingskosten voor eigen rekening.
    Transport: door eigen medewerkers Kraneburgh. Arthandlers kunnen worden ingehuurd.

Ad 2 Nieuwbouw Boekelermeer

Afstand: 10 km, reistijd 15 minuten
Omvang: 500 m2 inclusief werkruimten voor Sterkenhuis en Kranenburgh
Beveiliging: meer op afstand; medewerkers Kranenburgh niet altijd aanwezug.
Kosten: nog nader te bepalen
Transport: door Imming. Laden en lossen vrachtwagens inpandig.

Conclusie

De optie om bestaande depotruimten te huren heeft het nadeel dat de afstand groter is dan nieuwbouw, waardoor Sterkenhuis daar niet kan werken. Er moet verder onderzoek worden gedaan naar de kosten van nieuwbouw op het industrieterrein Boekelermeer.

Hiervoor is een extern bureau nodig, die hiervoor de expertise heeft om een goede raming te maken van de bouwkosten. Noch Kranenburgh, noch de gemeente heeft hiervoor capaciteit. Op basis van het rapport van het externe bureau kan uw raad een besluit nemen om hierin te investeren. Kranenburgh zal hiervoor een aanvraag indienen bij het college.

Comments are closed.