Het college heeft op 12 december 2017 het nieuwe splitsingsbeleid (waarin splitsing in het buitengebied mogelijk wordt gemaakt) alsnog vastgesteld.
In 2013 is het splitsingsbeleid voor woningen in de bebouwde kom vastgesteld en in 2017 heeft er een evaluatie van het beleid plaatsgevonden. De uitkomst van deze evaluatie was dat de regels binnen de bebouwde kom iets kunnen worden verruimd en tevens splitsing van bestaande woningen in het buitengebied gewenst is.
Op 1 juni 2017 is het gewijzigde splitsingsbeleid vastgesteld, echter met uitzondering van de mogelijkheid om in het buitengebied te splitsen. Het splitsen van woningen in het buitengebied leek namelijk in strijd met de nieuwe Provinciale Ruimtelijke Verordening d.d. 1 maart 2017 (PRV). Gelijktijdig heeft de raad unaniem een motie aangenomen waarin het college wordt opgedragen hierover nogmaals in overleg te treden met de provincie om splitsing in het buitengebied alsnog mogelijk te maken.
Na een bestuurlijk overleg tussen de betrokkenen wethouders en de gedeputeerde van de provincie is geoordeeld dat de beoogde splitsing in het buitengebied achteraf gezien toch niet in strijd is met de nieuwe PRV. De juristen van de provincie hebben naar de PRV gekeken en komen tot de conclusie dat vanwege het geringe aantal woningen dat middels de splitsing wordt toegevoegd en het feit dat het slechts om een inpandige splitsing van een bestaande woning gaat (dus geen sprake van nieuwbouw), het splitsen van bestaande woningen in het buitengebied niet in strijd is met de nieuwe PRV. Het splitsingsbeleid met inbegrip van het buitengebied is daarom op 12 december 2017 alsnog door het college vastgesteld. Wel heeft de provincie aangegeven dat het gelijktijdig slopen van een woning en het binnen hetzelfde volume terugbouwen van een 2-onder-1 kap in strijd is met de PRV, omdat er dan sprake is van nieuwbouw. Deze bepaling is daarom uit het splitsingsbeleid geschrapt.