High impact Delicten
Afgelopen jaren is er, in overleg met de verantwoordelijk wethouder, voor de toekomst van het bibliotheekwerk in deze kern een koers bepaald: een kleine servicebibliotheek voor volwassenen en bibliotheekwerk op de basisscholen.
Dit resulteert in de volgende invulling van Bibliotheek Kennemerwaard voor haar diensten in de Egmonden per 2015:
Ten behoeve van (minder mobiele) volwassen wordt in januari 2015 een servicepunt geopend in zorgcentrum Prins Hendrik in Egmond aan Zee.
Dit servicepunt, ca. 50m2, wordt volgens de landelijke retail formule ingericht in een bestaande ruimte op de begane grond waardoor het makkelijk toegankelijk is. De leestafel wordt mogelijk in het restaurant geplaatst waardoor een leescafé ontstaat.
Elke middag is een medewerker van Kennemerwaard aanwezig voor informatie en advies. Materialen die niet aanwezig zijn kunnen worden gereserveerd en via dit servicepunt afgehaald en ingeleverd. Uiteraard voor alle volwassenen, al dan niet mobiel.
In overleg met de Zorgcirkel wordt er daarnaast door Kennemerwaard een activiteitenaanbod ontwikkeld, met name gericht op de oudere inwoners.
Een leesconsulent van de bibliotheek die vier uur per week leerkrachten en leerlingen ondersteunt op het gebied van leesbevordering, informatievaardigheden en mediawijsheid aangevuld met collecties en programma’s. Levert maatwerk bij het bestrijden van taalachterstanden en het bevorderen van het leesplezier. Door middel van de leesmonitor wordt gevolgd of de resultaten die benoemd worden in een vooraf opgesteld lees- en mediaplan ook behaald worden.
Op de scholen worden extra collecties geplaatst om ook het thuislezen te bevorderen. De scholen stellen hiervoor gratis ruimte beschikbaar. De bibliotheek zorgt voor een geautomatiseerd uitleensysteem. Op deze manier kan elke kind in Egmond in de basisschoolleeftijd bereikt worden.
Met de kinderopvang en het CJG wordt samengewerkt om te voorkomen dat jonge kinderen al een taalachterstand oplopen. Daar waar mogelijk zal de collectie voor de jongste kinderen ook in de scholen worden geplaatst en in de kinderopvang. Via voorlichtingsbijeenkomsten, Boekstart en andere activiteiten worden ouders betrokken.
Dit is een moderne bibliotheekvoorziening die de door de gemeente onderschreven bibliotheekvisie vertegenwoordigt.
Deze is toegespitst op de relevante doelgroepen en bedient ze zo dichtbij en specifiek mogelijk.
Vooruitlopend op toekomstige ontwikkelingen en conform een van de doelstellingen uit het coalitieakkoord wordt hier maatwerk geleverd.
Tijdens de raadsvergadering op 6 november 2015 heeft dhr. Zeiler vragen gesteld over de stand van zaken van het bomenbeleidsplan, een bermenbeleidsplan en een groenbeleidsplan. De stand van zaken met betrekking tot het groenbeleid is de volgende.
Het bomenbeleidsplan wordt in het eerste kwartaal van 2015 aan de raad ter vaststelling voorgelegd.
Een bermenbeleidsplan is er niet. Dit is evenmin in voorbereiding.
In de begroting 2015 is de volgende tekst opgenomen over het opstellen van een groenbeleidsplan:
“De huidige groenstructuurplannen zijn verouderd. Ontwikkelingen op het gebied van chemievrije onkruidbestrijding, ecologisch bermbeheer, beeldkwaliteit en bewonersparticipatie vragen om actualisatie van het groenbeleid. Een nieuw groenbeleidsplan gaat de basis vormen voor de groenstructuur en biedt een actueel kader voor het groenbeheer.”
In 2015 wordt gestart met het opstellen van het groenbeleidsplan. Naar verwachting wordt het plan in 2016 afgerond.
Middels een e-mail gedateerd 15 oktober 2014 vroeg de heer Hans Haring of wij actie willen ondernemen ten aanzien van de melding die hij kreeg over een mogelijk gaslek op het adres Beek 30 in Bergen. Hieronder volgt onze reactie op zijn mail.
De heer Haring haakt aan op het artikel uit het NHD. Dat artikel ging over doorgeroeste gasleidingen bij diverse woningen in wat oudere wijken in Heiloo.
Hij geeft aan hiervan reeds jaren geleden bij ons college melding te hebben gemaakt met het vriendelijke maar dringende verzoek contact op te nemen met betrokkenen in onze gemeente als bewoners, woningbouwvereniging, gasleverancier en dergelijke. Van de kant van de gemeente heeft hij echter geen actie bemerkt.
Voorts meldt de heer Haring dat bewoners ongerust zijn. ‘Vaak kunnen zij de gasleidingen niet vinden omdat ze in de grond zitten. Zelfs kwam er een klacht dat er sprake was van gaslucht in de woning. En enkelen hebben te maken met een erg hoge gasrekening, ook als zij met vakantie waren. Dat zou kunnen duiden op een gaslek.’
Tot slot vraagt hij – omdat de gemeente verantwoordelijk is voor welzijn en veiligheid van alle bewoners – om in deze actie te ondernemen en verslag te doen aan de leden van de raad.
Ons antwoord valt uiteen in twee delen. De afhandeling van de concrete meldingen en onze aandacht voor deze kwestie in zijn algemeenheid. Allereerst gaan wij in op de concrete meldingen die wij gehad hebben.
In 2013 en 2014 hebben wij hierover in totaal vier meldingen ontvangen. Deze meldingen worden met de hoogste prioriteit opgepakt. Wij houden echter alleen toezicht. Liander, de netbeheerder, voert de controles uit en doet vervolgens wat nodig is om een gevaarlijke situatie te voorkomen of te beëindigen. Bijvoorbeeld de hoofdkraam afsluiten of de leiding repareren.
De eerste melding in 2013 ging over Paviljoen de Schelp in Egmond aan Zee. Liander heeft een gasleiding gerepareerd. Er was geen gevaarlijke situatie.
De tweede melding in 2013 ging over Kennedyboulevard 60 t/m 190 in Egmond aan Zee. Daar bleek echter niets aan de hand te zijn; Liander voerde daar werkzaamheden uit en heeft preventief leidingen vervangen. Er was geen gaslek.
Op 7 oktober 2014 kregen wij een melding van Liander over het adres Voorweg 46 in Schoorl. Bij het uitvoeren van werkzaamheden werd een lek in een binneninstallatie gas geconstateerd. De monteur van Liander heeft de hoofdkraan na de werkzaamheden niet opengedraaid. Hij stelde de bewoner hiervan in kennis via een rapportage en adviseerde de lekkage te verhelpen alvorens de hoofdkraan weer te openen. Dit is gebeurd. De monteur deed een test voordat hij de hoofdkraan weer opende en daar kregen wij een afschrift van.
De melding van 15 oktober 2014 over Beek 30 in Bergen betrof geen concrete zaak. Toen onze toezichthouders meneer Lange spraken, had hij ‘het probleem’ zelf al opgelost door de leiding te vervangen. Meneer maakt zich echter meer
zorgen over de wijk Saenegeest maar heeft geen concrete situaties. Deze nemen wij dus mee in onze ‘algemene’ aanpak.
Ondanks het feit dat wij nog nooit acute of gevaarlijke situaties zijn tegengekomen, heeft deze kwestie al jaren onze aandacht. Zo informeren wij onze burgers jaarlijks hierover in oktober via de gemeentekrant en sporen wij ze aan goed onderhoud te laten plegen. Zo ook op 29 oktober 2014. Zie hieronder.
Omdat dit gaat om een gedraging die in het Bouwbesluit is geregeld, houden wij hier geen actief toezicht op. Dat is vastgelegd in onze beleidsvisie. De eigen verantwoordelijkheid van de burger staat voorop. Daarnaast mogen wij alleen optreden bij acuut gevaar. Daarvan is nog nergens sprake geweest.
Omdat ons niet gebleken is dat het een omvangrijk probleem betreft dat bij vele huizen voorkomt, sturen wij de bewoners geen persoonlijke brief. Als men de cv-ketel jaarlijks laat onderhouden en elke tien jaar de leidingen een keer laat afpersen, treft men voldoende maatregelen om aan de eisen uit het Bouwbesluit te voldoen en is er niets aan de hand.
Kortom: wij doen zeker niet niets. Meldingen worden met de hoogste prioriteit behandeld en de burgers worden actief geïnformeerd. Daarmee zitten wij hier bovenop.
Op 21 oktober 2014 heeft het college goedkeuring gegeven aan het advies over de koopkrachttegemoetkoming. De inwoners van de gemeente met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm krijgen een extraatje.
Het extraatje is € 70 voor alleenstaanden, € 90 voor alleenstaanden met kinderen en € 100 voor een (echt)paar. De gemeente heeft voor het uitvoeren van deze regeling een bedrag van € 108.000 ontvangen van het Rijk.
Wij proberen de tegemoetkoming zoveel
mogelijk ambtshalve te verstrekken aan mensen die bij ons bekend zijn. Deze groep mensen hoeft geen aanvraag bij ons te doen, maar krijgt het extraatje op hun rekening gestort. Dit zijn
mensen die een wwb-, ioaw-, ioaz-uitkering hebben of via de gemeente een collectieve zorgverzekering hebben.
Inwoners die wel recht hebben op de tegemoetkoming, maar niet bij ons bekend zijn, kunnen via de website een aanvraagformulier invullen. Dat kan tot 15 november, zodat de betaling dit jaar nog kan plaatsvinden. Formulieren die na deze datum, maar wel voor 1
januari 2015, binnenkomen zullen wel beoordeeld en indien er recht is op de tegemoetkoming, ook worden betaald. Na deze datum is het niet meer mogelijk om een aanvraag in te dienen. Zowel het Rijk als de gemeente communiceren over de koopkrachttegemoetkoming. Meer informatie is te vinden op www.laaginkomen.nl
Momenteel bevindt het grootste deel van de collecties die zijn ondergebracht bij Kranenburgh (in beheer en/of eigendom), zich in de depots in Egmond en in Bergen. In het kader van de opschoningsoperatie (samenstellen kerncollectie en bestemming overige werken) is het depot in Egmond in 2012 als tijdelijk depot opgericht (ter vervanging van het depot in Elkshove).
Vanuit dit tijdelijke depot in Egmond kan de opschoning van de collecties plaatsvinden. Uitgangspunt hierbij was, dat na de opschoning er meer zicht is op de uiteindelijk benodigde depotruimte en welke klimatologische eisen hierbij nodig zijn.
De opschoningsoperatie heeft echter wat vertraging opgelopen doordat alle aandacht binnen de organisatie van Kranenburgh naar het openingsjaar 2013-2014 is gegaan.
Het is de verwachting dat Kranenburgh ook 2015 nog nodig heeft voor de opschoning. Tegelijkertijd wil Kranenburgh haar definitieve depotruimte voor de toekomst organiseren.
Vooruitlopend op de resultaten van de opschoning, streeft zij daarbij naar een depot dat met name klimatologisch aan zwaardere eisen voldoet dan het huidige tijdelijke depot in Egmond.
Kranenburgh heeft de gemeente gevraagd om mee te denken. Momenteel wordt samen met Kranenburgh onderzocht welke mogelijkheden er zijn.
Tijdens de algemene raadscommissie op 23 oktober is door dhr. Zeiler gevraagd naar de stand van zaken van het proces afstoten provinciale monumenten en eventueel aanwijzen van gemeentelijke monumenten.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland heeft besloten om veertien provinciale monumenten in de gemeente Bergen af te voeren van de provinciale monumentenlijst. In overleg met de provincie is afgesproken dat de gemeente tot eind 2014 de ruimte krijgt om te onderzoeken of de betreffende panden in aanmerking komen om te worden aangewezen als gemeentelijk monument. Dit onderzoek loopt en wordt begin november afgerond. De resultaten van het onderzoek worden voorgelegd aan de CCK. Verder hebben de Stichting Behoud Bouwkunst Bergen en de Stichting Mr. Frits Zeiler aangegeven graag de resultaten van het onderzoek te willen beoordelen. Vervolgens neemt in december het college een besluit over de aanwijzing tot gemeentelijk monument.
Het college informeert de raad over de verwerking van het besluit Algemeen Bestuur Veiligheidsregio NHN (VRNHN) in gemeentelijke begroting 2015 en komt hiermee het raadsbesluit van 25 september 2014 na.
In de vergadering van het AB VRNHN van 3 oktober 2014 hebben de beide voorgestelde verdeelsleutels ((50% inwoners en 50% OOV en het OOV ingroeimodel) geen meerderheid van stemmen gekregen. Dit heeft tot gevolg dat de huidige sleutel op basis van inwonersaantal gehandhaafd blijft. Dit is afwijkend aan de zienswijzen die door de raad zijn vastgesteld en heeft afwijkende financiële gevolgen.
Daarnaast heeft de raad een amendement aangenomen waarin hij de zienswijzen aanvult met een extra bezuinigingsopdracht voor de VRNHN van €4,1 miljoen. Dit amendement is samen met de andere gemeenten ingebracht en overgenomen.
De gevolgen van het niet halen van een meerderheid voor de twee voorgestelde verdeelsleutels en het continueren van de huidige verdeelsleutel op basis van inwoners levert voor Bergen een licht voordeel op van circa € 29.000 per jaar. Dit is door het college verwerkt met een begrotingswijziging.
De extra ombuigingsopdracht van 4,1 miljoen voor de veiligheidsregio wordt nu onderzocht en daarna verder uitgewerkt. Zodra de uitwerking en de fasering hiervan bekend is worden de financiële gevolgen hiervan opgenomen in het eerst volgende P&C document.
Tijdens de raadspresentatiebijeenkomst van 2 oktober 2014 werd de opmerking gemaakt dat de organisatie MEE op dit moment te kampen heeft met wachttijden. Bij de organisatie MEE is navraag gedaan naar de duur en de achtergrond van deze wachttijden.
Het blijkt dat op dit moment door de huidige financiering en constructie, MEE te maken heeft met wachttijden. MEE kantelt haar dienstverlening onder andere naar de jeugd en sociale wijkteams waardoor er minder formatie beschikbaar is voor andere (langduriger) vormen van ondersteuning. De wachttijd voor ondersteuning heeft te maken met het aantal hulpvragenden en de urgentie van de hulpvraag. In een intake gesprek welke binnen twee weken plaatsvindt wordt beoordeeld welke ondersteuning nodig is en of er sprake is van een acute vraag.
Door in een sociaal team te gaan werken met een medewerker van MEE, wordt naar verwachting de wachttijd verkort. Leden binnen een team kunnen een deel van de oplossing verzorgen. Voor MEE blijven dan de hulpvragen over waar zij de expertise in kunnen bieden.
In 2015 zal de verlening van cliëntondersteuning worden geëvalueerd en zal vast worden gesteld op welke wijze we vanaf 2016 met cliëntondersteuning zullen omgaan en welke rol de organisatie MEE daarin zal spelen. Het is hiermee onderwerp van aandacht.
