Subsidie 2018 Kranenburgh

Op 8 mei 2018 heeft het college besloten om Kranenburgh voor 2018 een subsidie te verlenen van € 510.000,-. Kranenburgh had voor 2018 veel meer aangevraagd, namelijk € 651.000,-. Dit is gebaseerd op de ambities, die Kranenburgh vorig jaar aan uw raad heeft gepresenteerd. Het college heeft alleen ingestemd met een reële stijging van de lopende kosten, maar alle nieuwe zaken op dit moment afgewezen. Het nieuwe college kan hierover in samenwerking met uw raad een besluit nemen. Bijgaand de beschikking 2018.

Vaststelling uitvoeringsprogramma 2018 duurzaamheidsbeleid

Conform het door de raad vastgestelde duurzaamheidsbeleid 2017-2020 heeft het college het uitvoeringsprogramma voor 2018 vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma wordt ter kennisneming aan de raad voorgelegd.

In dit uitvoeringsprogramma voor 2018 wordt omschreven wat de concrete acties zijn om het duurzaamheidsbeleid uit te voeren.

Jaarlijks uitvoeringsprogramma
In het op 13 april 2017 door de raad vastgestelde duurzaamheidsbeleid 2017-2020 zijn de klimaatdoelstellingen van Bergen beschreven. In aansluiting op mondiale, landelijke en regionale afspraken wil Bergen in 2030 energieneutraal zijn. Vooruitlopend hierop is de bestuurlijke doelstelling als volgt:

  • 20% CO2-vermindering te realiseren in 2020 ten opzichte van 2010;
  • 20% energie te besparen in 2020 ten opzichte van 2010;
  • 20% duurzame energie op te wekken in 2020 ten opzichte van 2010.

Om deze doelstellingen te bereiken wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma 2018 is ingericht naar de drie hoofdthema’s uit het beleid:

  1. Duurzaam wonen en leven
  2. Duurzaam ondernemen
  3. Duurzame gemeentelijke bedrijfsvoering

Budget
Voor de uitvoering van klimaatbeleid is structureel budget opgenomen in de programmabegroting. Bij de vaststelling van het duurzaamheidsbeleid is aanvullend budget beschikbaar gesteld voor 2017 t/m 2020. Het college heeft het uitvoeringsprogramma’s 2018 t/m 2020 in overeenstemming met het beschikbare budget vastgesteld.
In 2018 is € 225.000,- begroot.

Samengevat
In het uitvoeringsprogramma 2018 zijn de verschillen in vergelijking tot 2017 beschreven waarbij rekening is gehouden met de ervaringen uit 2017, de huidige realiteit en ontwikkelingen. Daarnaast is een terugblik op de uitvoering in 2017 opgenomen.

Het uitvoeringsprogramma voor 2018 geeft een bredere weergave van de uit te voeren projecten dan het programma voor 2017. Voor 2018 zijn voor de volledigheid ook de projecten zonder uitvoeringsbudget opgenomen. Uitvoering hiervan vindt veelal plaats in de bedrijfsvoering van de BUCH of regionaal verband. In de verdeling van het voor 2018 beschikbare budget van € 225.000,- wordt meer ingezet op de verduurzaming van de bestaande woningen. Dit wordt voornamelijk gerealiseerd door het subsidiebudget voor nieuwbouwwoningen te verlagen. Beide wijzigingen zijn ingegeven door resultaten in de uitvoering van 2017. Daarnaast is budget gekoppeld aan een aantal reeds lopende projecten die in het voorgaande programma niet waren benoemd.

In het bijzonder wordt de verwachte ontwikkeling rondom de warmte- en energietransitie genoemd. Een en ander zal mede afhankelijk zijn van de landelijke en provinciale insteek. Om deze reden kan geen concrete inschatting van de kosten worden gemaakt en is dit als p.m. opgenomen in het uitvoeringsprogramma.

Bijlagen:

 

 

 

 

Extra editie

Dit is een extra editie van de tweewekelijkse nieuwsbrief van het College aan de Raad met de Kwartaalrapportage project recreatiewoningen. U ontvangt de reguliere nieuwsbrief volgens planning volgende week woensdag 16 mei.

Kwartaalrapportage (eerste kwartaal 2018) project recreatiewoningen

Note: inclusief stroomschema

De handhaving van permanente bewoning van recreatiewoningen wordt in 2018 en 2019 versneld opgepakt. Hoe dit wordt opgepakt is beschreven in het operationeel plan van aanpak van 31 januari 2018, die u via de nieuwsbrief van 8 februari 2018 is toegezonden.

Het operationeel plan van aanpak beschrijft de wijze waarop wij de handhaving van permanente bewoning van recreatiewoningen de komende twee jaar gaan oppakken. Wij hebben u toegezegd u elk kwartaal op de hoogte te zullen houden van de actuele stand van zaken aangaande uitvoering van de handhaving van permanente bewoning van recreatiewoningen. Bijgaand treft u de eerste kwartaalrapportage aan (januari – maart 2018).

Aangezien de kwartaalrapportage 8 mei 2018 nog door het college moest worden vastgesteld, zenden wij u hierbij voor de informatieavond van 9 mei 2018 de kwartaalrapportage toe. Deze zal tijdens de informatieavond worden toegelicht.

In de kwartaalrapportage, die aan u en de Provincie wordt gezonden, is opgenomen:

  • Totaal aantal recreatiewoningen;
  • Aantal recreatief gebruikte recreatiewoningen;
  • Aantal permanent bewoonde recreatiewoningen (+ aantal huisvesting arbeidsmigranten);
  • Aantal anders gebruikte recreatiewoningen (mantelzorg, atelier, leegstand, enzovoort);
  • Aantal te legaliseren of te handhaven gevallen van permanente bewoning

De Provincie heeft daarnaast nog aangegeven in elk geval graag te willen zien in de kwartaalrapportage:

  •  Wat is het startpunt (in totaal en per kwartaal);
  •  Wat was gepland voor dit kwartaal en wat is uitgevoerd (welke inspanning heeft de gemeente verricht – beoordelingen, aankondigingen, besluiten) ten opzicht van het totaal;
  •  Wat is het resultaat van de uitgevoerde werkzaamheden (aantal beëindigde dossiers);
  •  Hoe staat dit in verhouding tot de planning van het totale project. Wat is er nog te doen en loopt dit volgens planning.

Deze punten hebben wij, voor zover al relevant voor deze kwartaalrapportage, opgenomen. De kwartaalrapportage zal steeds meer worden uitgebreid gedurende het project.

Bijlage:

Spelregels voor recreatieve verhuur

Hoe zorgen we ervoor dat onze starters een woning kunnen vinden? Hoe zorgen we ervoor dat we zonder overlast voor de buurt toch recreatief kunnen verhuren? De gemeente Bergen wil spelregels gaan aanbieden om de recreatieve verhuur van woningen in goede banen te leiden.

Recreatieve verhuur van woningen/appartementen/kamers/zomerhuisjes met een woonbestemming is een ‘hot’ item, met name in toeristische gebieden zoals kustplaatsen en de grote steden. Voor de één is het een bron van inkomsten, voor de ander een bron van overlast.

Probleemstelling
Recreatieve verhuur van woonhuizen heeft effect op de woningmarkt binnen de gemeente. Woningen worden door het oneigenlijke gebruik onttrokken aan de woningvoorraad. Woningen die langdurig aan recreanten worden verhuurd, zijn niet meer beschikbaar voor woningzoekenden. Dat is een reden dat starters maar moeilijk aan een woning kunnen komen. Daarnaast ervaren commerciële recreatieondernemers concurrentie door de recreatieve verhuur van woonhuizen van particulieren. Het college wil graag dat de woningen die nu onttrokken worden aan de woningmarkt weer grotendeels beschikbaar komen.

Effecten van de recreatieve verhuur van permanente woningen zijn verder:

  • De leefbaarheid van woningen en wijken komt onder druk te staan;
  • Wisselend gebruik van de woning geeft overlast;
  • Commerciële verhuurders ervaren de oneigenlijke verhuur als concurrerend.

Hoe gaan we dat doen? 
We gaan beleid opstellen. In dit proces zullen we ons richten op twee onderdelen:

  • Het tegengaan van ‘structurele verhuur’ (woningen die langdurig worden verhuurd en waar geen bewoner is ingeschreven);
  • Het reguleren van ‘vakantieverhuur’ (tijdelijke verhuur van woonhuizen).

Voor beide onderdelen kan een (verbods)norm worden gesteld via het motief van een goede ruimtelijke ordening. De wettelijke grondslag is dan de Wet ruimtelijke ordening en het instrument is het bestemmingsplan.

Draagvlak en planning
Het college beseft dat recreatieve verhuur veel voorkomt in onze gemeente en dat bovenstaande dus veel vragen en onzekerheden kan oproepen. De komende tijd worden gesprekken gevoerd met verhuurbemiddelingssites, recreatieondernemers en met inwoners (organisaties), om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie en de knelpunten die worden ervaren. Het college vindt het belangrijk dat de betrokkenen zich kunnen vinden in het nieuwe beleid. Streven is te onderzoeken of er gemeenschappelijk draagvlak is voor oplossingen. Vervolgens zal het nieuwe beleid stap voor stap worden ingevoerd. Geheel verbieden is zeker niet de bedoeling.

Het nieuwe beleid en de vertaling daarvan in regels worden in een aantal stappen voorgelegd aan de gemeenteraad. Het college gaat ervan uit dat de nieuwe spelregels (gefaseerd) ingaan rond het zomerseizoen van 2019.

Globale planning:

  • Mei/juni 2018  collegebesluit op concept beleidsuitgangspunten;
  • Juni 2018  eventueel beleid aanpassen na informatieavond (7 juni);
  • Juni 2018  raadsbesluit beleidsuitgangspunten en gedetailleerd PvA.

Nb.
Naast bovenstaand onderwerp doorloopt de gemeente Bergen nog een tweetal trajecten op het gebied van permanente bewoning en recreatieve verhuur. Dit zijn:

  1. het project handhaven permanent bewonen van recreatiewoningen;
  2. de ontwikkeling van een planologische visie voor het bewonen van een recreatiewoning bij een reguliere woning.

Uiteraard hebben de drie onderwerpen raakvlakken met elkaar en worden in relatie met elkaar doorlopen.

Aanpassing brandweerkazerne Egmond aan Zee

Het college heeft besloten om het pand met de brandweerkazerne en onderkomen van de buitendienst aan de Pieter Schotmanstraat in Egmond aan Zee te verbouwen.

Aanleiding hiervoor is een analyse van de brandweer waarin de arbeid gerelateerde verbeterpunten staan. Hierin staat dat het wenselijk is om een kleedruimte te creëren. Nu wordt in de uitrukhal omgekleed en wordt schone en vuile uitrukkleding niet goed gescheiden. Ook is er geen goede scheiding tussen vuil en schoon werkgebied. Dat brengt naast gevaar op ongelukken/aanrijdingen in de uitrukhal ook blootstelling aan uitlaatgassen en (fijn)stoffen mee, bijvoorbeeld na een brandinzet.

Aan de hand van het verzoek om een kleedruimte te realiseren is met de brandweermensen en de medewerkers van de buitendienst gesproken over aanpassing van het pand. Daaruit  is een variant voortgekomen die er globaal op neer komt dat de kantine van de buitendienst tot kleedruimte wordt verbouwd, het kantoor van de brandweer een gezamenlijk kantoor met flexwerkplekken wordt en de kantine een gezamenlijke kantine wordt. De kosten van de verbouwing zijn begroot op €90.000,-. Via de Firap wordt de raad voorgesteld €90.000,- beschikbaar te stellen voor deze verbouwing.

Vlieghinder Schiphol

Elk kwartaal brengt het Bewoners Aanspreekpunt Schiphol BAS een kwartaalrapportage uit over het aantal meldingen over de vlieghinder van en naar Schiphol. De kwartaalrapportages van de laatste jaren laten steeds hoge cijfers zien van het aantal meldingen van vlieghinder in Noord-Kennemerland.

Steevast behoren de gemeenten Heiloo, Castricum, Uitgeest en Bergen tot de kopgroep. Met de groei van Schiphol lijnen de vliegtuigen steeds noordelijker op. Omdat ze aanvliegen op circa 600 meter hoogte wordt er veel overlast ervaren. Vooral waar een verandering van de hinder merkbaar is, wordt veel geklaagd over vliegtuiglawaai. In regio’s die al langer overlast ondervinden blijkt gewenning te zijn opgetreden. Voor de genoemde gemeenten tikt de overlast extra aan omdat zij landelijk gelegen zijn. Inwoners zijn daar soms komen wonen juist vanwege de stilte. Men is dan extra kritisch op de verstoring van die stilte. Alle kwartaalrapportages zijn in te zien op http://www.bezoekbas.nl

Bijlagen:

Verkeersintensiteit Heereweg en Voorweg te Schoorl

De verkeersintensiteiten op de Heereweg (deel tussen Voorweg en Groet) en Voorweg in Schoorl zijn op een rijtje gezet. Dat is gedaan voor de gemiddelde intensiteiten over het zomerseizoen en gedurende het gehele jaar. Uit de intensiteiten blijkt dat de hoeveelheid autoverkeer op deze wegen de laatste jaren niet substantieel is toegenomen als gevolg van de kustverdedigingswerkzaamheden, in tegenstelling tot wat door sommigen wordt verondersteld.

Aanleiding van dit onderzoek
Belangenvereniging Bewoners Voorweg Heereweg (BBVH) heeft alle fracties een brief gestuurd waarin melding wordt gemaakt van een toename van autoverkeer op de Heereweg en Voorweg, als gevolg van de recente herinrichting van het strand in Camperduin. Ze verzoekt daarom tot een oplossing te komen, met als eerste stap de inschakeling van de in de motie van Uw Raad genoemde werkweg nabij de HPZ.

De werkzaamheden van de herinrichting, als onderdeel van het project “Kustverdediging van de Hondsbossche en Pettemer Zeewering”, zijn in april van 2014 gestart en in het voorjaar van 2015 afgerond. De veronderstelling van BBVH is dat de nieuwe situatie tot gevolg heeft dat deze extra verkeer trekt waardoor de intensiteit op de Heereweg en Voorweg met 20% tot 30% is toegenomen.
Op de beide wegen liggen tellussen die het hele jaar door het autoverkeer tellen. Op de Voorweg ligt die er vanaf eind 2012 en op de Heereweg is deze in 2013 geplaatst. Hierdoor is het mogelijk om de intensiteit op de Voorweg van 2013 t/m 2017 op een rij te zetten. Voor de Heereweg vanaf een jaar later. Dat is gedaan voor de jaargemiddelden maar ook voor het zomerseizoen. In dat seizoen zal immers de aantrekkende kracht van het nieuwe strand extra sterk zijn.

Resultaten
In de hieronder aangegeven tabellen is het verloop van de intensiteiten te zien:

Tabel 1: Intensiteiten Heereweg

Bij de Heereweg valt op dat er in de zomerperiode geen grote verschillen zijn te onderscheiden. Alleen 2017 wijkt iets af, in die zin dat de gemiddelde intensiteit over de zomermaanden (21 juni t/m 21 september) wat lager is. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de zomer wat minder goed was dan de voorgaande drie jaren.
Over het hele jaar valt op dat 2014 een lagere gemiddelde intensiteit heeft. Een verklaring hiervoor is o.a. dat de hele maand april het telapparaat defect was, waardoor het gemiddelde lager uitvalt.

Tabel 2: Intensiteiten Voorweg

In geval van de Voorweg zijn de verschillen groter. Dit kan voor een deel worden verklaard doordat in 2014 tijdens de zomermaanden de tellus gedurende de tweede helft van juli en de eerste paar dagen van augustus niet werkte. Hierdoor valt de gemiddelde intensiteit aanzienlijk lager uit, dan dat die zou zijn geweest als deze dagen in de drukkere maanden wel waren geteld. Verder zijn de hogere intensiteiten in 2016 te verklaren door de werkzaamheden aan de Heereweg in het centrum van Schoorl, vanaf september dat jaar. Autoverkeer werd daarbij omgeleid via de Voorweg, waardoor het gedurende die periode aanzienlijk drukker was op de Voorweg.

Uit de gegevens blijkt niet dat er een substantiële groei van het autoverkeer is te onderscheiden als gevolg van de kustverdedigingswerkzaamheden. Wij vinden het daarom niet noodzakelijk om de werkweg nabij de HPZ in te zetten als afvloeiroute voor het autoverkeer bij het strand van Camperduin, of prioriteit te geven aan andere maatregelen.