Op 30 januari 2020 heeft de raad de motie ”Bestemming en gebruik woning (functie tweede woning) Bergen aan Zee en Egmond aan Zee” ingediend. Inmiddels wordt uitvoering gegeven aan de motie. Er wordt hier uitgelegd hoe in overleg en samenspraak met belanghebbenden uit Bergen aan Zee en de VVE’s van de terrasflats gekomen wordt tot mogelijk andere invulling van het huidige beleid dat de recreatieve verhuur specifiek in Bergen aan Zee en voor de terrasflats regelt.
Er worden twee middelen gebruikt om overleg te organiseren. Ten eerste is er een peiling gehouden via de dorpsraad van Bergen aan Zee onder de leden van de dorpsraad. Ten tweede vind er overleg plaats met het bestuur van de VVE’s van de terrasflats in Egmond aan Zee.
Peiling Bergen aan Zee
Bij de leden van de dorpsraad van Bergen aan Zee is om de mening gevraagd door middel van een peiling. In deze peiling is gevraagd de voordelen- en nadelen te beschrijven van twee potentiële situaties. Situatie 1: De recreatieve verhuur in Bergen aan Zee sluit aan bij de registratie- en meldplicht en mag maximaal 63 nachten per jaar verhuurd worden. Situatie 2: Tweede woningen mogen in Bergen aan Zee het hele jaar door recreatief verhuurd worden.
De peiling is in de week van 8 februari verstuurd via de dorpsraad. De resultaten van de peiling worden eind van dezelfde maand bij de gemeente neergelegd.
Overleg VVE’s terrassenflats Egmond aan Zee
De participatie van de terrasflats krijgt vorm door diverse overleggen met het bestuur van de VVE’s. De besturen hebben aangegeven als bestuur geen standpunt in te nemen. De vervolgoverleggen vinden plaats in de tijd dat de peiling uitstaat.
Beleid Recreatieve verhuur Het college verwacht in het tweede kwartaal van dit jaar met een advies naar de raad te komen om mogelijk het beleid vorm te geven dat de recreatieve verhuur in Bergen aan Zee en voor de terrasflats Egmond aan Zee regelt. In dit advies worden de resultaten uit de peiling en de overleggen met de VVE’s meegewogen.
Momenteel wordt er gewerkt aan een nieuw grondstoffenbeleid voor de gemeente Bergen.
Sessies inwonerpanel
Voor het grondstoffenbeleid werkt de gemeente intensief samen met een inwonerpanel. Rond de 15 personen denken met ons mee over een succesvolle aanpak voor het verbeteren van de afvalscheiding. Het inwonerpanel overlegt digitaal en er zijn inmiddels vier bijeenkomsten geweest. Op verzoek van de groep is er een separate sessie ingelast over de invulling van de producentenverantwoordelijkheid in Nederland. Tijdens deze sessie is naar voren gebracht dat naast het goed scheiden, het voorkomen van afval heel belangrijk is. Daarnaast vraagt het panel aandacht voor duurzamere en lokale alternatieven; zoals het verpakkingsloos kopen van producten bijvoorbeeld rechtstreeks bij de boer, verkies wasbare luiers boven wegwerpluiers, ga voor duurzamer textiel en maak gebruik van een Repaircafé. Deze mogelijkheden zijn nog onvoldoende bekend. Voorgesteld is dat de gemeente hier een rol in kan spelen.
Hieronder een greep uit de oogst van de inwonersessies:
Afvalscheiden in huis vindt voornamelijk plaats in de keuken. Vooral voor het scheiden van groente, fruit en etenswaren moeten slimme oplossingen komen. Ook het gemak voor het scheiden van stoffen in de keuken is bepalend voor de afvalscheiding van inwoners.
Het is fijn als inwoners kunnen kiezen welk inzamelmiddel ze willen en welk formaat rolcontainer .
Het is niet altijd duidelijk wat waar mag of moet. Hierover moet de gemeente duidelijker communiceren.
Er is draagvlak voor maatregelen die prikkelen om minder restafval aan te bieden (specifiek voor het belonen van goed afvalscheiden).
Tegelijkertijd vragen inwoners aandacht voor de problemen die hierdoor in de openbare ruimte of in de thuissituatie van sommige gezinnen ontstaan. Oftewel: er is behoefte aan maatwerk.
De totale oogst van de sessies is veelomvattend en vormt een belangrijke bouwsteen van het nieuwe grondstoffenbeleid. Op 25 maart vindt er in De Blinkerd een gezamenlijk sessie van de raad met een vertegenwoordiging van het panel plaats.
Het panel is divers in samenstelling. Er zijn deelnemers uit Schoorl, Bergen en de Egmonden. De lokale behoefte vormt de basis voor het grondstoffenplan en kan een belangrijke rol spelen bij het creëren van draagvlak voor het plan.
Verblijfsrecreatie in Noord-Holland Noord heeft een upgrade nodig zodat het gebied aantrekkelijk blijft voor toeristen. 45% van de verblijfsaccommodatie gaat achteruit als geen actie wordt ondernomen. De gemeenten in Noord-Holland Noord hebben, om dit te voorkomen, de krachten gebundeld en een programma hiervoor laten opstellen.
Samenwerking NHN op dossier verblijfsrecreatie
In Regio Noord-Holland Noord (NHN) werken de Provincie Noord-Holland, de drie regio’s, Regio Alkmaar, West-Friesland en Kop van Noord-Holland, samen op diverse onderwerpen, ondersteund door het Ontwikkelingsbedrijf. Een van die onderwerpen is verblijfsrecreatie. Het gaat hierbij om accommodaties zoals vakantieparken, campings, jachthavens, mini-campings, hotels, pensions.
Ambitie Regionale Visie: meest vitale verblijfsregio in 2030
In de ‘Regionale Visie Verblijfsrecreatie Noord-Holland Noord’ uit 2017 staat de ambitie vermeld: Regio Noord-Holland Noord als de meest vitale verblijfsregio van Nederland in 2030. Deze visie is vastgesteld door alle gemeenteraden in regio Noord-Holland Noord.
Binnen regio NHN is verblijfsrecreatie een onderwerp van aandacht doordat vraag en aanbod van accommodaties gedeeltelijk niet meer op elkaar aansluiten. Verblijfsrecreatie is in NHN een belangrijke sector met volop kansen, maar de sector staat ook onder druk en kent een complexe dynamiek. Als er geen verandering komt, verzwakt het gebrek aan vitaliteit de toeristische positie van regio Nood-Holland Noord.
Taskforce instellen
Het programma behelst het instellen van een taskforce voor ondernemers en gemeenten. De taskforce bestaat uit een vitaliteitsmanager en een excellentiemanager die ondernemers en gemeenten ondersteunen om daar zelf mee aan de slag kunnen gaan. De op te richten taskforce (1.6 fte) biedt ondernemers een kennisbank, inventariseert bedrijfsproblemen en ontwikkelt in aansluiting op de vraag, bedrijfstrainingen en coaching (bepaalde periode). Er wordt voorlichting gegeven over financieringsmogelijkheden.
Sparren, inspireren en kennis verschaffen, levert veel op. Het haalt ondernemers uit een impasse en maakt ze bewust van hoe ze ervoor staan en dat verbeteringen niet ingewikkeld hoeven te zijn. Bijvoorbeeld: Sommige parken zijn niet meer vindbaar en te afhankelijk van intermediairs. Met gerichte training is daar veel in te veranderen.
Eind juni 2020 heeft de raad een besluit genomen in het kader van maatregelen Steun en herstel Corona. Afgesproken is dat de raad periodiek op de hoogtewordt gesteld over de voortgang en de uitgaven binnen het project CoronaSteun en herstel. In november 2020 is de laatste voortgangsrapportage geweest in het kader van de genomen maatregelen in de 3e fase. Er is in 2020 veel gebeurd. In deze voortgangsrapportage blikken we terug vanaf het begin van de intelligente lockdown (15 maart 2020) tot en met de huidige aangescherpte lockdown inclusief avondklok die eind 2020 is ingezet.
Terugblik op 2020
Fase 1: Naast de maatregelen die het kabinet heeft genomen, heeft het college op grond van zijn bevoegdheden een maatregelen-pakket vastgesteld voor een periode van drie maanden. Dit pakket was bedoeld om de gevolgen van de coronacrisis te verzachten en herstel mogelijk te maken.
In hoofdlijnen kwamen de maatregelen uit dat pakket op het volgende neer:
– Uitstel van betalingen voor ondernemers tot 1 juli 2020;
– Niet doorbelasten van rente in verband met uitstel betalingen;
– Geen aanmaningen/dwangbevelen verzenden en geen nieuwe aanslagen versturen naar ondernemers, i.c. de eigenaren/gebruikers van niet-woningen.
Fase 2: Op 31 maart 2020 heeft ons college opnieuw een aantal verzachtende maatregelen getroffen, waarbij in samenwerking met de GR Cocensus vooral uitstel van betalingsverplichtingen is gegeven voor diegenen die dat op dat moment het hardste nodig hadden en waarbij een directe relatie met de gemeente bestond.
Fase 3: Met het collegebesluit van 12 mei en het raadsbesluit van 25 juni ‘Coronamaatregelen fase 3’ is ingestemd met een derde fase corona steun- en herstelmaatregelen. De derde fase was gericht op herstel van het maatschappelijk en economisch leven, wanneer de samenleving weer langzaam – binnen de geldende richtlijnen – kon worden opgestart en het ‘normale’ leven weer gefaseerd op gang kon komen. Daarbij is een bedrag vrijgemaakt van € 98.000 voor het kwijtschelden van huren en pachten aan verenigingen/organisaties en commerciële partijen die door de coronacrisis geen gebruik hebben kunnen maken van het gehuurde c.q. het gepachte object. Tevens is een bedrag van € 300.000 beschikbaar gesteld voor het Herstelfonds Economisch en maatschappelijk herstel.
Fase 4: Op 17 november 2020 heeft ons college een besluit genomen over fase 4 maatregelen. Deze maatregelen bestaan uit:
het verlengen van de periode voor het uitvoeren van maatregelen in het kader van Corona Steun en Herstel, zoals beschreven in fase 3 tot 15 februari 2021 binnen de bestaande financiële kaders (Corona fase 4);
aanvragen van de regeling TVS (Tegemoetkoming Verhuurders Sportaccommodaties) door de gemeente voor gemeentelijke huurders;
Maatwerk toe passen bij het innen van de gemeentelijke belastingen voor diegene waar de nood hoog is.
Fase 5: Op 9 februari 2021 heeft ons college een besluit genomen over ‘Bergense maatregelen corona’. Op 4 maart 2021 wordt aan uw raad een aanvullend financieringsverzoek gedaan om een deel van deze ‘Bergense maatregelen’ financieel te ondersteunen. Dit pakket bestaat voornamelijk uit verlenging van eerder genomen maatregelen, zoals belastingmaatregelen, het tijdelijk uitbreiden van terrassen in het kader van corona en verlengen van het Herstelfonds economisch Steun en herstel. Er wordt extra aandacht gegeven aan ondersteuning van ondernemers in nood.
Verantwoording derde fase maatregelen:
Tijdens fase 3 is door uw raad een bedrag van € 398.000 vrijgemaakt om daarmee enerzijds de gemeentelijke huurders te compenseren, gedurende de periode dat zij gedwongen gesloten moesten zijn, en anderzijds voor een Herstelfonds gericht op economisch herstel, waarbij per kern task forces zijn ingericht. Voor de vastgoedcompensatie is een bedrag van € 98.000 gereserveerd en voor het lokale Herstelfonds een bedrag van € 300.000.
Huurkorting/kwijtschelding met betrekking tot huur, pacht, opstal- of erfpachtrecht; Door de uitbraak van het coronavirus heeft het kabinet besloten om veel accommodaties voor een langere periode te sluiten. Dit heeft onder andere financiële gevolgen voor de huurders van de gemeentelijke accommodaties. Uw raad heeft in juni 2020 besloten om voor deze huurders 2 maanden huur in mindering te brengen met een maximum van € 2000, -. Hiernaast konden huurders in de categorie Cultuur, Sport en Welzijn en strandpaviljoens in afwijking van de regeling een hogere korting krijgen. Deze extra compensatie werd gebaseerd op de door de huurder op te stellen crisisbegroting, waarin de omzetdaling als gevolg van de crisis nader werd onderbouwd. Hieronder treft u een overzicht aan van de kwijtgescholden bedragen aan de huurders.
De gebruiker/ exploitant van de Europahal heeft een compensatie vanuit het herstelfonds ontvangen op basis van de ingediende crisisbegroting van € 7.001,30.
Vanuit de strandexploitanten is een verzoek gekomen voor verdere maatregelen. Zij verwijzen hierbij naar een echtelijke uitspraak, waarbij de kantonrechter aangeeft dat het voor de hand ligt om het financieel nadeel tussen partijen te verdelen nu geen van beide partijen (verhuurder noch huurder) van de situatie een verwijt kan worden gemaakt. Een advies over deze vraag wordt apart aan ons college en uw raad aangeboden.
Herstelfonds In november 2020 heeft ons college de raad via de nieuwsbrief op de hoogte gebracht van de vorderingen van de task forces per kern tot dusverre. De nieuwe lockdown maakt dat de gebieden in onze gemeente opnieuw veel bezocht worden. Bioscopen, horeca en musea waren tijdelijk gesloten, maar mensen gaan toch op pad. De populariteit van onze gebieden leidt tot vragen over de veiligheid van de eigen inwoner. Sinds november zijn er verdergaande beperkingen opgetreden. De acties die klaar staan om bezoekers weer veilig welkom te heten, worden dan ook pas gelanceerd als de landelijke regels in het kader van corona daarvoor de mogelijkheid geven.
Door te werken met task forces per kern is de relatie tussen de gemeente en de ondernemers in de kernen sterk veranderd. Per kern zijn verschillende uitdagingen naar voren gekomen die zijn en worden opgepakt. Zo is in Egmond het traject BIZ (Bedrijven Investeringszone) gestart. In Schoorl is een traject gestart om de samenwerking tussen de ondernemers onderling en de relatie met de gemeente te verbeteren. Voor Bergen staat ook een dergelijk traject op het programma.
Koop lokaal actie: Samen voor lokaal Steun onze lokale horecaondernemers en winkeliers
Nu horecaondernemers geen gasten mogen ontvangen en veel winkeliers hun deuren moesten sluiten vanwege de corona-maatregelen, zijn er veel nieuwe ideeën en initiatieven ontstaan. Een voorbeeld daarvan is www.horecabergen.nl. Een site met daarop alle restaurants in Bergen, Egmond en Schoorl (BES). Superhandig om snel alle acties te bekijken of een bestelling te plaatsen bij je favoriete restaurant. Een driegangenmenu thuis laten bezorgen is inmiddels de normaalste zaak van de wereld.
Ook onze lokale winkeliers zitten niet bij de pakken neer. Bij veel winkeliers kan je online winkelen via hun website, Facebook of Instagram. Vanaf 10 februari kan je de aankopen zelf ophalen, maar de meeste winkeliers bezorgen ook bij je thuis. De hoop is dat ze gesteund worden door de lokale bevolking. Van je vrienden (lees plaatsgenoten) moet je het hebben. Loyaliteit kan tijdens deze crisis geen kwaad. Het helpt ondernemers overeind houden. Dat is goed voor ondernemers, dat is goed voor inwoners, dat is goed voor het behoud van de voorzieningen voor iedereen.
De gemeente Bergen denkt er net zo over. Zij roept inwoners, met een campagne in de krant, in Flessenpost Bergen en Egmond en een Facebookcampagne, op www.fb.com/BESlokaal op om lokale horecaondernemers en winkeliers te steunen waar het kan. ‘Samen voor lokaal’ is de boodschap.
Financiën Binnen de task forces per kern zijn tot 1 maart de volgende bedragen uitgegeven:
Er is geld uitgegeven aan de campagnes veilig welkom, steun lokale horeca ondernemers en winkeliers en aan de ondersteuningscampagne voor de horeca in Schoorl. Deze laatste campagne wordt gestart bij weer opengaan van de horeca.
1,5 meter Samenleving, gemeentelijk werkgroep Coronaloket Binnen de werkgroep worden de Corona gerelateerde onderwerpen integraal besproken. De werkgroep is gericht op wat er in onze dorpen gebeurt. Het gaat hierbij niet om organisatorische vraagstukken binnen de gemeente. Doordat er vanuit het rijk stapsgewijs verruimingen worden verleend, maar af en toe ook weer extra beperkingen worden opgelegd, komen op verschillende momenten nieuwe doelgroepen naar voren die beoordeeld worden, advies krijgen of praktische ondersteuning. De volgende zaken zijn aan bod gekomen: APV Bij weer opengaan van de horeca heeft ons college besloten de mogelijkheid te bieden om terrassen tijdelijk te vergroten in het kader van corona. Ondernemers die dit opnieuw willen, kunnen hiervoor een aanvraag indienen. Hier kan natuurlijk alleen gebruik van worden gemaakt als dit de landelijk geldende regels hiervoor ruimte bieden. Evenementen Vooralsnog ontvangen we weinig aanvragen voor evenementen. Dit komt doordat er nog weinig bekend is over hoe het komend evenementenseizoen vorm gaat krijgen. Een aantal organisatoren heeft al wel vragen gesteld of de gemeente financieel kan helpen, omdat zij verwachten dat de bestaande sponsoren minder te besteden hebben. Vanwege de onduidelijkheid rond de verruiming kan de gemeente hier nog niets over zeggen. Jongeren Jeugd aan Zet (gelden) Er is 10.000 euro beschikbaar gesteld door het rijk aan de gemeente om activiteiten voor jongeren te organiseren om verveling onder hen tegen te gaan en zo ook de kans op overlast door “hangjongeren” te verminderen. De buurtsportcoach en jongerenwerkers zijn bezig om hier samen met de doelgroep invulling aan te geven binnen de richtlijnen en naast de eigen reguliere activiteiten die doorgang mogen vinden. Er staan voor de komende weken diverse activiteiten op de planning Actieprogramma Maatschappelijke Diensttijd (MDT) Met het actieprogramma Maatschappelijke Diensttijd (MDT) bevordert de rijksoverheid dat iedere jongere de mogelijkheid krijgt om via maatschappelijke projecten en activiteiten bij te dragen aan een sterke en betrokken samenleving. Jongeren zetten zich vrijwillig in voor een ander of voor de samenleving om zo de mogelijkheid te krijgen hun eigen talenten te ontdekken en te ontwikkelen.
Subsidie voor MDT kan aangevraagd worden bij ZonMW Doel van deze light subsidieregeling is gemeenten, samen met jongeren, in de gelegenheid te stellen om de maatschappelijke effecten van corona te bestrijden. Jongeren worden bij de opzet van het project betrokken! MDT-organisaties kunnen hierbij helpen.
Sport Sporten is voortdurend onderhevig aan de landelijke maatregelen die genomen worden om de besmettingsgraad te stabiliseren. Sportverenigingen zijn door de gemeente en het rijk op verschillende manieren tegemoet gekomen. Via onder andere de buurtsportcoaches worden de verenigingen op de hoogte gehouden van de compensatieregelingen en de updates van het protocol verantwoord sporten. Dit wordt gecoördineerd vanuit de domein Samenleven.
Overzicht wat was/is er nu aan compensatieregelingen voor sportaanbieders:
TOGS-regeling 2020, €4000,-.
NOW Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid) voor werkgevers in de sport.
TASO (2020+Q1 en Q2 2021 ), tegemoetkoming schade amateursportverenigingen
Huurverrekening vanuit de gemeente.
Huurverrekening vanuit het Rijk;:Tegemoetkoming regeling sportaccommodaties COVID-19 voor 2020 en Q1 + Q2 2021.
Tegemoetkomingsregeling zwembaden en ijsbanen (vanaf maart 2021).
Sportmaatregel TVS Vanaf 1 oktober zijn de twee eerdere regelingen TVS (Tegemoetkoming Verhuurders Sportaccommodaties) en TASO (Tegemoetkoming Amateursportorganisaties) opnieuw opengesteld. De gemeente gaat deze tegemoetkoming TVS aanvragen. Het uitkeren van de tegemoetkoming aan de gemeentelijke huurders gebeurt onder de voorwaarde dat de gemeente deze tegemoetkoming ook heeft ontvangen van de rijksoverheid. Het kabinet heeft voor deze regelingen 60 miljoen euro ter beschikking gesteld.
Cultuur Door de sluiting van culturele organisaties de afgelopen drie maanden is er bij sommige organisaties veel schade ontstaan. Met ingang van 4 november zijn veel culturele instellingen opnieuw gesloten. Er is een aantal rijkssteunmaatregelen genomen. De generieke maatregelen als NOW en TOZO vergoeden in bepaalde situaties maar een deel van de schade. Het rijk heeft via het gemeentefonds diverse bedragen beschikbaar gesteld om de kosten als gevolg van de coronacrisis op te vangen. Een deel is gericht op het behoud van de culturele sector die als gevolg van de coronamaatregelen schade lijdt. Deze gelden via het gemeentefonds zijn niet geoormerkt. In 2020 is twee keer € 85.000 beschikbaar gesteld voor cultuur.
Door de coronamaatregelen is een aantal culturele instellingen door het wegvallen van de publieksinkomsten in financiële problemen gekomen. In de motie van 2 juli 2020 heeft uw raad ons college opgeroepen de culturele sector hierin tegemoet te komen. Op grond hiervan hebben we de gelden vooral ingezet op de tegemoetkoming van de schade als gevolg van corona bij Kranenburgh, Cinebergen, Holland Music Sessions en de bibliotheek. Dit in samenwerking met de provincie, die hiervoor een noodfonds heeft opgericht. Daarnaast hebben we een tegemoetkoming voor de coronaschade beschikbaar gesteld voor de Kunst10daagse, Stichting Gebruik Slotkapel en het Museum van Egmond. Ook hebben we ingezet op culturele initiatieven gericht op gezamenlijke alternatieve invulling van culturele programma’s passend binnen de coronabeperkingen. In totaal hebben we bijna € 200.000 coronasteun verleend aan de culturele sector in 2020.
Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 (twm) (inwerkingtreding per 1 december 2020) Maatregelen ter bestrijding van de epidemie zijn ingrijpend gebleken en telkens was onduidelijk voor welke duur de maatregelen nodig waren. Daarom acht de regering nationale wetgeving aangewezen boven de structuur van noodverordeningen. De noodverordeningen zijn ingetrokken bij de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet. Het wetsvoorstel heeft als uitgangspunt dat maatregelen op hoofdpunten in de wet worden verankerd en vervolgens bij ministeriële regeling worden uitgewerkt en vastgesteld, met voorafgaande betrokkenheid van het parlement. Zo kunnen de maatregelen meebewegen met nieuwe (wetenschappelijke) inzichten, met behoud van democratische waarborgen.
Met de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 wordt aangesloten bij de bestuurlijke verhoudingen die buiten crisissituaties van toepassing zijn. Dat wil zeggen dat bevoegdheden in beginsel niet meer bij de veiligheidsregio’s, maar op gemeentelijk niveau komen te liggen, met de controlemogelijkheden van de gemeenteraad.
Per 1 december 2020 gelden geen noodverordeningen meer. De nieuwe wet legt de maatregelen vast in ‘ministeriële regelingen’, of via de landelijk vastgelegde regelingen.
Rapportage Veiligheidsregio: Derde rapportage (sept-nov) en Rapportage (mrt-nov) aanpak bestrijding covid-19 Op 11 maart 2020 werd het COVID-19 virus door de World Health Organization (WHO) officieel als pandemie erkend en op 12 maart zijn alle veiligheidsregio’s in Nederland opgeschaald naar GRIP-4. Daarmee is een groot aantal bevoegdheden in de crisisbeheersing overgedragen aan de voorzitter van de veiligheidsregio. Sinds de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet maatregelen COVID-19 op 1 december liggen deze bevoegdheden weer bij de burgemeesters.
Eind december is de derde rapportage over de aanpak bestrijding covid-19 verschenen over de maanden september t/m november. In 2020 zijn de eerste (over de maanden maart t/m mei) en de tweede rapportage (over de maanden juni t/m augustus) verschenen. In verband met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 verschijnt nu ook de rapportage over de gehele periode waarin de noodverordeningen zijn verschenen.
In deze derde rapportage zijn onderwerpen en besluiten nader toegelicht die in de maanden september, oktober en november aan de orde zijn gekomen in het RBT. In het RBT komen burgemeesters en verschillende partners samen die deze crisis bestrijden. De Veiligheidsregio trekt samen op met de GGD, de politie, het OM, defensie en het Bestuurlijk CrisisRoaz (bestaande uit vertegenwoordigers van alle sectoren in de acute zorg).
De rapportages zijn in een online omgeving te lezen via bijgaande link.
Virus en vaccinatie Het landelijk beeld is dat het aantal besmettingen per dag afneemt en ook in het ziekenhuis wordt het langzaam iets minder druk. In tegenstelling tot het landelijk beeld neemt het aantal besmettingen in NHN toe (op 1 maart 27 % ten opzichte van de week daarvoor) evenals de ziekenhuisopnames (op 1 maart 31 % ten opzichte van de week daarvoor). NHN zit nog steeds in risiconiveau ‘zeer ernstig’. Nieuwe varianten van het Coronavirus winnen snel terrein in Nederland. Dat is zorgelijk, want die varianten zijn besmettelijker en kunnen leiden tot een nieuwe golf van besmettingen. Het kabinet heeft in februari onder maatschappelijke druk besloten een aantal versoepelingen te treffen, maar ook blijft een aantal maatregelen in ieder geval van kracht tot 15 maart 2021.
Steun MKB in aanvulling op landelijke steunmaatregelen: Algemeen en lokaal De gemeentelijk maatregelen vormen een aanvulling op de maatregelen die door de rijksoverheid worden genomen ter ondersteuning van getroffen groepen. Ondanks deze landelijke rijksmaatregelen geeft een deel van de getroffenen aan niet of onvoldoende gesteund te zijn. Helaas kan de gemeente niet al haar bedrijven, instellingen, stichtingen en ondernemers financieel ondersteunen en ‘redden’. In de ‘Bergense maatregelen’ die op 4 maart 2021 aan de raad worden voorgelegd, wordt een bijdrage gevraagd, zodat bedrijven in nood geadviseerd kunnen worden.
Rijksmaatregelen De rijksoverheid heeft de mogelijkheden voor ondersteuning aan ondernemers verruimd. De TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten) is uitgebreid. De TOZO is verlengd en kent geen vermogenstoets. De TONK (Tegemoetkoming Overige Noodzakelijke Kosten) wordt een op de bijzondere bijstand gerelateerde regeling die de gemeente gaat uitvoeren. De TONK gaat naast voor ondernemers ook voor particulieren gelden. Implementatie is voorzien in de komende maand en werkt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021. Het landelijke beeld is dat het aantal ondernemers dat in problemen komt fors aan het stijgen is. Er komen extra hulpvragen naar de gemeenten die we kunnen ontvangen en beantwoorden. Helaas zien we ook voorbeelden waarbij ondernemers tussen wal en schip dreigen te vallen. Zo zijn er ondernemers die wel gebruik konden maken van TOZO 1 maar niet voor TOZO 2, 3 en verder in aanmerking komen.
Gemeentelijke dienstverlening De gemeentelijke infrastructuur moet harmonieus worden ingericht om de dienstverlening aan ondernemers optimaal te laten verlopen. Dat vergt een duidelijke lijn van ondernemers met een hulpvraag naar Halte Werk. Soms zal het inhuren van een externe partij nodig zijn of is het aanbesteden van de gevraagde diensten een mogelijke oplossing. Partijen als IMK, Stichting MKBDoorgaan.nl zijn gespecialiseerd in de eerste lijn voor de hulp aan ondernemers. Als er voldoende kennis kwalitatief en kwantitatief is bij Halte Werk dan is het zaak de bekendheid daarvan te vergroten bij de ondernemers in de gemeente. Het organiseren van een fonds naast de Bbz, waaruit naar analogie van de Bbz leningen kunnen worden verstrekt kan een oplossing bieden voor ondernemingen die in de kern gezond zijn.
Extra middelen voor gemeenten schuldhulpverlening Gemeenten krijgen extra middelen voor schuldhulpverlening en voor het omscholen van ondernemers naar regulier werk. Ook dat kan op termijn oplossingen bieden voor ondernemers die het anders niet redden. Sommige sectoren zullen in meer of mindere mate weer herstellen. Te denken valt aan zelfstandige taxichauffeurs, de non-food Retail, een deel van de horeca, een deel van de creatieve industrie etc. Voor deze ondernemers, die als gevolg van de crisis op (een deel van) pensioengelden hebben moeten interen, en die persoonlijk aansprakelijk zijn (eenmanszaken, maatschappen en VOF’s), heeft de crisis extra gevolgen. Zij kunnen in de WSNP belanden.
Time-out-arrangement (TOA) Het time-out-arrangement (TOA) ondersteunt ondernemers in zwaar weer bij het afwenden van een faillissement. Centraal staan de mogelijkheden die de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) vanaf 1 januari 2021 aan ondernemers biedt. Deze wet biedt ondernemers mogelijkheden om te overleven als zij betalingsachterstanden/schulden hebben opgelopen door corona. Of door beperkende maatregelen die te maken hebben met corona.
Waarom wil het kabinet faillissementen voorkomen? Een faillissement is een drama voor een ondernemer en het personeel. Daarnaast kan het ondernemers afschrikken om in de toekomst opnieuw een eigen bedrijf te beginnen, terwijl we hen hard nodig hebben om onze economie op te bouwen. Faillissementen zorgen ook voor onbetaalde rekeningen bij andere bedrijven. Daarom wil het kabinet ondernemers in zwaar weer ondersteunen in hun zoektocht naar private oplossingen om een faillissement te voorkomen.
Tijdens de algemene raadscommissie van 11 februari heeft de portefeuillehouder een toezegging gedaan over het verschaffen van informatie over de aanrijtijden van de brandweer. Onderstaande informatie hebben wij van de veiligheidsregio ontvangen.
Speciaal voor de gemeenten en haar inwoners is de website https://mijngemeente.vrnhn.nl/ in het leven geroepen waar de meest relevante informatie over bijvoorbeeld het aantal inzetten van de ambulance, brandweer en burgerAED. Om deze cijfers voor de toekomst beter te kunnen ontsluiten en ook een actueler beeld te genereren wordt er gewerkt aan een andere koppeling met de brongegevens. Hierdoor zijn sommige gegevens via deze site mogelijk op momenten tijdelijk niet beschikbaar.
Voor wat betreft de uitrukgegevens van de brandweer in de gemeente Bergen is de volgende informatie beschikbaar over 2020 (ANW = Avond/Nacht/Weekend, DAG= overdag tijdens werkdagen):
Deze cijfers laten geen opvallende zaken zien, de tijden zijn gemiddeld te noemen voor de regio. In 2020 is Groet als gevolg van de coronacrisis overdag (werkdagen) ook weer in dienst gekomen, waar zij normaliter overdag (werkdagen) buiten dienst staan.
Het dekkingspercentage lag met 39% in 2020 iets lager dan in 2019 (42%). Regiobreed daalde het dekkingspercentage van 62% (2019) naar 56% (2020). De meldkamer en uitruktijden zijn voor de posten in de gemeente Bergen constant gebleven, terwijl de aanrijtijden in 2020 een verbetering lieten zien ten opzichte van 2019 (van gemiddeld 05:24 min naar 04:11 min). Daarmee was de totale opkomsttijd sneller in 2020 dan in 2019. Opvallend is dat een snellere tijd zich niet laat terugzien in het dekkingspercentage. Een mogelijke oorzaak is de type objecten waarnaar is uitgerukt. Immers, hoewel de gebouwen dichterbij lagen, was er toch sprake van een grotere overschrijding van de normtijd. Dit is ook zichtbaar in onderstaande figuur, waar de incidenten op de kaart zijn weergegeven:
De groene stippen geven aan waar de brandweer binnen de normtijd ter plaatse was, de rode stippen waar de brandweer later dan de normtijd ter plaatse was. Voor Bergen aan Zee is het bekend dat de normtijden daar overschreden worden, maar ook dichterbij de kazernes zijn niet alle incidenten binnen de normtijd bereikt. Dat heeft te maken met de verschillende gebouwtypen waar verschillende normtijden voor gelden. Let wel, dit betreft alleen de maatgevende incidenten (gealarmeerd als brand gebouw of een automatische brandmelding).
Op dit moment wordt nog volgens de systematiek van het dekkingsplan gerekend, waarbij er sprake is van objectgerichte opkomsttijden. Landelijk is een beweging gaande die uitgaat van gebiedsgerichte opkomsttijden, op basis van het overheersende risico in een gebied. Dit geeft een realistischer beeld. In Noord-Holland Noord is in 2020 gewerkt aan het project brandweer 360, fase 1. Het Algemeen Bestuur heeft op 4 december 2020 ingestemd met de transitie van dekkingsplan naar brandweerzorgplan, waarmee ook wordt uitgegaan van het risicoprofiel voor de inrichting van de brandweerzorg. Brandweerzorg is hierbij breder dan alleen de opkomsttijden: ook de activiteiten die worden ontplooid om de kans op incidenten te verkleinen gaan hierin een rol spelen. Daarmee kunnen de uitrukprestaties vervolgens in het juiste perspectief geplaatst worden. In 2021 en 2022 zal onder andere met post Groet gewerkt worden aan een experiment om de repressieve brandweerzorg toekomstbestendig te maken op basis van het risicoprofiel. Uiteraard zal hierbij ook nog steeds gekeken worden naar de nu nog geldende kaders vanuit de regelgeving met betrekking tot de opkomsttijden. Hiermee sluiten we enerzijds aan op de landelijke ontwikkelingen, maar gaan we anderzijds een stap verder door brandweerzorg in een breder perspectief te plaatsen.
Ons college heeft op 2 maart kennis genomen van de zienswijze op de ontwerp-Voorkeursbeslissing Luchtruimherziening, die op 2 februari door Provincie Noord-Holland namens de Bestuurlijke Regie Schiphol is verzonden. De zienswijze van de Bestuurlijke Regie Schiphol is ondersteund door portefeuillehouders van 56 gemeenten en vier provincies. In het kader van de actieve informatievoorziening wordt deze zienswijze ter kennisgeving aan uw raad gezonden.
Ontwerp-Voorkeursbeslissing Luchtruimherziening
Met ingang van 15 januari is de ontwerp-Voorkeursbeslissing Luchtruimherziening ter inzage gelegd. De ontwerp-Voorkeursbeslissing Luchtruimherziening is een beslissing op hoofdlijnen die richtinggevend is voor het vervolg. In de plan-uitwerkingsfase vindt verdere detailuitwerking plaats. In de ontwerp-Voorkeursbeslissing staat de nieuwe hoofdstructuur van het Nederlandse luchtruim beschreven. De nieuwe hoofdstructuur biedt meer mogelijkheden voor optimalisaties en wijzigingen van routes en afhandelingsconcepten dan de huidige luchtruimindeling. In potentie wordt de vliegoperatie daarmee efficiënter en/of heeft deze minder impact op de omgeving.
Insteek zienswijze BRS
De Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) ziet de potentie van de nieuwe hoofdstructuur om de impact van de vliegoperatie op de omgeving te verminderen. Het is positief dat de nieuwe hoofdstructuur maatregelen mogelijk maakt waar de BRS al jaren voor pleit, zoals glijvluchten en het niet afwijken van startroutes. Maar de BRS constateert ook dat het op dit moment nog niet duidelijk is in hoeverre alle maatregelen bijdragen aan een verbetering voor iedereen. Voor de BRS een belangrijk uitgangspunt. De beschreven maatregelen gaan ontegenzeggelijk tot een verschuiving van routes leiden, maar het is nu nog niet duidelijk wat dat betekent voor de gebieden en mensen recht onder die routes. Hiervoor is nadrukkelijk aandacht gevraagd in de zienswijze.
Samenhang zienswijze BRS met lokale belangen
De door de BRS afgegeven zienswijze is opgesteld vanuit de prioriteiten van de BRS zoals deze mede door de portefeuillehouder namens uw college zijn vastgesteld. De insteek van de zienswijze is kritisch, maar constructief, met het oog op de benodigde samenwerking binnen de plan-uitwerkingsfase.
De zienswijze gaat in op belangrijke onderwerpen voor onze gemeente. Zo wordt er aandacht gevraagd voor een volledige integrale afweging, aandacht voor helderheid over de effecten voor inwoners en wat zij mogen verwachten aan rechtsbescherming, compensatie en planschade als blijkt dat hun situatie verslechtert. Daarnaast is aandacht gevraagd om terug te komen op uitgangspunten als bij het ontwerp van routes blijkt dat deze routes toch niet goed functioneren en het effect niet de beoogde hinderreductie oplevert.
De lokale belangen van onze gemeente en regio staan daarmee zorgvuldig en herkenbaar verwoord in de zienswijze van de BRS. Aansluitend op de insteek ten behoeve van een constructieve samenwerking in het vervolgtraject kiest ook onze gemeente ervoor, evenals andere gemeenten binnen de regio, geen eigen zienswijze in te dienen en aan te sluiten bij de standpunten in de BRS zienswijze.
Samenwerking binnen de regio
Het beperken van de vlieghinder treft onze hele regio en vereist daarom een regionale aanpak. Het college werkt intensief samen met de regio Alkmaar-IJmond-Haarlem, die bestaat uit de gemeenten Alkmaar, Bergen, Beverwijk, Castricum, Haarlem, Heemskerk, Heiloo, Uitgeest en Velsen. Hiervoor is een Bestuurlijke Agenda Vliegverkeer Schiphol vastgesteld. Omgevingsdienst IJmond levert de specialistische expertise voor de bestuurlijke advisering. De standpunten in de Bestuurlijke Agenda van de gemeenten in de regio IJmond-Alkmaar worden uitgedragen in het bestuurlijke overleg in de Omgevingsraad Schiphol (Regioforum) en de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS).
Voor de verdere inhoud wordt u verwezen naar de zienswijze zoals door de Provincie Noord-Holland namens de BRS aan het Ministerie is verstuurd.
In de commissievergadering van 11 februari zijn tijdens de behandeling van de kadernota 2022 van de GR Cocensus vragen gesteld. Hierbij treft u de beantwoording op de vragen aan.
Welke mogelijkheden heeft de gemeente ten aanzien van No cure no pay bureaus?
Het verdienmodel van deze bureaus is gebaseerd op de in het Besluit proceskosten bestuursrecht vastgelegde proceskostenvergoedingen. Omdat deze bureaus opereren op grond van landelijke wet en regelgeving, is inperking van het verdienmodel op lokaal niveau van deze bureaus niet mogelijk. De bepaling van de hoogte van het bedrag van de proceskostenvergoeding vindt plaats aan de hand van een puntenstelsel. De hoogte van het bedrag per punt is per 1 januari 2021 verhoogd van € 525 tot € 748. Deze verhoging geldt echter niet voor WOZ zaken, daarvoor geldt een bedrag van € 261 per punt. De VNG heeft hier aandacht aan besteed in een brief aan de minister, zie: https://vng.nl/nieuws/wijziging-besluit-proceskosten-bestuursrecht-niet-effectief Voor een verdere inperking zou er een wijziging moeten plaatsvinden in het besluit proceskosten bestuursrecht.
Op lokaal niveau is er wél veel aan gedaan om het indienen van een bezwaarschrift door belanghebbenden zelf zo laagdrempelig mogelijk te maken. Er worden bezwaarformulieren met het aanslag- beschikkingsbiljet meegezonden, het indienen van een bezwaarschrift kan digitaal (via de website) en uiteraard schriftelijk. Daarnaast kan er informeel bezwaar worden gemaakt (zelfs telefonisch) waarbij binnen 3 weken de uitslag volgt, de taxateur neemt in dat geval contact op met de bezwaarmaker om daarbij toelichting te geven.
2. De combinatie van een persoonsgegeven en een adresgegeven in combinatie met een WOZ waarde betreft privacygevoelige informatie, welke algoritmen worden hierbij toegepast?
Cocensus maakt geen gebruik van algoritmen als het gaat om het selecteren van belastingplichtigen.
In de belastingverordeningen wordt bepaald wie er als belastingplichtige voor de betreffende belasting wordt aangewezen. De WOZ beschikking waarop de waarde van een onroerende zaak is aangegeven wordt op naam gesteld van diegene die belang heeft bij de beschikking. Dat kan de eigenaar zijn die de aanslag OZB ontvangt of een huurder die een belang heeft in het licht van het ‘Woningwaarderingsstelsel’ waarmee een redelijke huurprijs voor een woning wordt bepaald. Indien er meerdere personen in aanmerking komen als eigenaar of gebruiker van een object en daarmee als belastingplichtige, wordt de ‘Uitvoeringsregeling aanwijzing belastingplichtige in een keuze situatie 2021’ gehanteerd. Deze is raadpleegbaar via de link: http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Actueel/Cocensus/CVDR653780.html
Voor het waarderen van objecten worden modellen gebruikt waarin bijvoorbeeld verkoopprijzen, huursommen en objectkenmerken worden gebruikt. Deze worden vertaald naar het taxatieverslag. Iedere burger kan daar uitleg over krijgen. Dat kan zelfs via telefonisch contact met de taxateur.
3. Cocensus is bezig met de invoering Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), deze is echter per 1-1-2020 ingegaan.
De BIO is een doorontwikkeling, ofwel een ‘update’, van de BIG. Gemeenten baseren hun informatiebeveiligingsbeleid en hun verantwoording aan de gemeenteraad en de toezichthouders vanuit het Rijk op deze BIG. De werkzaamheden die voor de BIG zijn verricht zijn al grotendeels in lijn met de BIO. De BIG is bij Cocensus omgezet in de BIO behoudens één onderdeel. De BIO gaat mede over de fysieke beveiliging, dit laatste onderdeel is daarom ‘geparkeerd’ tot het nieuwe pand in gebruik is genomen, immers dan kan ook op dat onderdeel de daadwerkelijke situatie in beeld worden gebracht.
Met het voldoen aan de regelgeving op gebied van beveiliging en het omgaan met persoonsgegevens voldoet Cocensus aan alle maatregelen. Dat geldt ook voor de wijze waarop gegevens worden uitgewisseld met gemeenten, maar ook voor de wijze waarop software-leveranciers of toezichthouders en accountants toegang krijgen tot de bestanden van Cocensus.
4. Hoe gaat Cocensus om met data en hoe kan de gemeente hier regie op voeren.
Regie voeren is een zwaar begrip, een individuele gemeente kan inzicht krijgen in hoe Cocensus alles heeft geregeld, kan over de resultaten van de verplichte audits beschikken en kan besluiten om zelf een audit te laten uitvoeren. Gemeenten kunnen zich er van (laten) overtuigen dat alles goed en conform de wettelijke voorschriften is geregeld.
5. Hoe verhoudt de verzameling en uitwisseling van gegevens zich in het stelsel van basisregistraties?
Eén van de hoofdactiviteiten van Cocensus is het bijhouden van objectgegevens ten behoeve van taxaties en de uitvoering van de wet WOZ. Cocensus beschikt daartoe over digitaal kaartmateriaal, objectbeheerders en heeft een aantal formatieplaatsen beschikbaar in het veld. Het actualiseren en het beheren van gegevens zou efficiënter en goedkoper kunnen worden georganiseerd. De samenhangende objectenregistratie (SOR), die nu wordt ontwikkeld maakt dat het belangrijker wordt om door middel van efficiënt beheer te komen tot actuele en juiste gegevens. Dit ligt ook in lijn met het principe van enkelvoudig muteren voor meervoudig gebruik. Op dit moment is er echter nog sprake van verschillend registreren in diverse systemen of uitwisselen ten behoeve van registratie in verschillende systemen. Cocensus onderzoekt hoe hier een efficiencyslag te maken is.
6. Kan er een mogelijkheid komen voor vragen met betrekking tot belastingen/WOZ?
De uitvoering van de belastingtaken is bij Cocensus ondergebracht. In de gemeenschappelijke regeling is opgenomen dat de heffingsambtenaar (inspecteur), de invorderingsambtenaar en de belastingdeurwaarder worden aangewezen door het dagelijks bestuur van Cocensus. Vragen met betrekking tot belastingaanslagen en WOZ gegevens dienen dan ook door Cocensus te worden behandeld. Ook voor algemene vragen kan Cocensus worden benaderd. Het komt in de praktijk echter voor dat de gemeente incidenteel wordt benaderd met belasting gerelateerde kwesties. Deze worden in uitzonderlijke gevallen door medewerkers van de BUCH in behandeling genomen.
In de vergadering van de Algemene raadscommissie op 11 februari is bij de behandeling van de zienswijze op de kadernota van de Omgevingsdienst gevraagd om een overzicht van (plus)taken en bijdragen van alle deelnemers. Wethouder Valkering heeft hierbij toegezegd een dergelijk een overzicht te verstrekken.
Verzoek aan Omgevingsdienst
Aan de Omgevingsdienst is gevraagd om een overzicht te verstrekken van de (plus)taken die de deelnemende gemeenten afnemen. Dit in relatie tot de verschillende bijdragen van de deelnemende gemeenten en provincie aan deze gemeenschappelijke regeling.
Reactie Omgevingsdienst
In reactie op genoemd verzoek heeft de Omgevingsdienst aangegeven dat het verstrekken van een dergelijk gevraagd overzicht geen eenduidig inzicht kan geven in de verschillen in bijdrage per deelnemer. Hierbij bestaat het risico van het spreekwoordelijk vergelijken van appels met peren.
Dit is gelegen in het feit dat uit een strikte en uniforme opsomming van overgedragen (plus)taken en bijdragen geen verklaring van de onderlinge verschillen kan worden afgelezen.
Per al dan niet overgedragen taak kan de hier aan verbonden dienstverlening per deelnemer significant verschillen. Deze verschillen worden onder andere veroorzaakt door verschillen in aantallen inrichtingen, zwaarte en omvang van inrichtingen en de betreffende milieucategorieën van inrichtingen. Daarnaast bestaan er tussen de deelnemers verschillen in karakter zoals agrarisch en meer stedelijk. Genoemde factoren hebben logischerwijs invloed op de in te zetten uren en de bijdrage.
Gelet op de complexiteit in de genoemde verschillen wordt er voor gekozen om geen taken-bijdragen overzicht te verstrekken.
Afdoening toezegging uit de algemene raadscommissie van 24 november 2020 en 11 februari 2021 over het uitvoeren van een Maatschappelijke kosten en baten analyse.
In december heeft er een gesprek plaats gevonden tussen wethouder Bekkering en raadslid Dhr. Roem.
Dit in het kader van detailhandelsbeleid 2021 voor de gemeente Bergen. De zorgen worden gedeeld m.b.t. leegstand en de gevolgen van COVID-19 voor de lokale ondernemers. Er wordt afgesproken om eerst in de 3 kernen samen met de ondernemers een actuele detailhandelsvisie op te stellen.
Na het opstellen van deze visie in 2021 zal een terugkoppeling plaats vinden in college en raad. Geconcludeerd is dat een MKBA analyse voor dit onderwerp minder geschikt is.
Toezegging 2 inzake zienswijze Kadernota WNK 2020
Afdoening toezegging uit de algemene raadscommissievan 11 februari 2021 over de zienswijze WNK en de de risico’s die corona met zich meebrengt voordat deze regeling terugkomt.
Het uitzetten van de kaders van een begroting veertien maanden voor aanvang begrotingsjaar betekent dat er moet worden koers gevaren op aannames met een grote onzekerheidsfactor. Zo kon ten tijde van het opstellen van de kadernota 2020 de crisis waarin wij ons nu bevinden vanwege de coronapandemie niet worden voorzien en kan niet worden voorspeld hoe de pandemie zich verder zal ontwikkelen.
Als kader voor de begroting 2022 is opnieuw het principe “going concern” gehanteerd. Dat wil zeggen dat geen rekening wordt gehouden met zowel het eventueel voortduren van de coronapandemie in 2022 -als ook met de eventuele herpositionering van WNK Personeelsdiensten in de regionale keten van Werk en Inkomen- en de financiële gevolgen daarvan in termen van schaalvoordeel en efficiëntie. De coronapandemie wordt buiten beschouwing gelaten vanwege de grote mate van onzekerheid met betrekking tot het verloop van de pandemie alsmede het feit dat het nu al inschatten van de eventuele schade over ruim één jaar teveel onzekerheden met zich meebrengt. Het uitgangspunt wordt gesterkt door de verwachting dat eventuele schade zal worden gecompenseerd door het Rijk, vergelijkbaar met de huidige situatie.
In de inleiding op pagina 5 van de Kadernota 2022 wordt hier melding van gemaakt. Qua risicoparagraaf is het niet mogelijk om een getal te berekenen omdat men niet weet wat er gaat gebeuren, en zo ja hoeveel hiervan weer gecompenseerd gaat worden.