Het college heeft het startsein gegeven voor de Transitievisie Warmte
Op 1 september is de Klimaatwet in werking getreden waarin is afgesproken dat de transitie naar duurzame warmte in 2050 afgerond moet zijn. In het Klimaatakkoord is besloten dat de gemeente de regisseur is van de warmtetransitie en de ontkoppeling van het aardgas voor de bestaande bouw zoals woningen, winkels en andere gebouwen. Om hier gevolg aan te geven dient de gemeente Bergen uiterlijk eind 2021 over een transitievisie warmte (TVW) te beschikken. In de visie wordt aangegeven wat op dit moment de beste alternatieven zijn voor duurzame warmtelevering en op welk termijn alle wijken van het aardgas afgaan. De TVW is een eerste aanzet voor het vormen van een concrete uitvoeringsstrategie om dit te bereiken.
Op 6 juni 2019 heeft de raad tijdens een raadsinformatiebijeenkomst kennis genomen van de Warmte Atlas, een informatieve verkenning voor de transitie naar duurzame warmte. Het inzicht en de gegevens die in de Warmte Atlas zijn opgenomen, worden hergebruikt in het opstellen van de TVW.
Bureau Over Morgen heeft de opdracht gegund gekregen om onder de regie van de gemeente en in samenwerking met belanghebbenden de eerste transitievisie warmte op te stellen. Als regisseur stuurt de gemeente dit proces aan. Mogelijk in het 3e, maar uiterlijk in het 4e kwartaal van 2020 komt de TVW ter besluitvorming in de gemeenteraad. De TVW zal elke vijf jaar worden herijkt om nieuwste ontwikkelingen in de uitvoeringsstrategie mee te kunnen nemen.
Participatie
Het opstellen van de TVW doen wij niet alleen. Samen met belanghebbenden zoals woningcoöperaties, energie-coöperaties, inwoners, netbeheerders, vastgoedeigenaren en ondernemers geven wij hier richting en invulling aan.
In de TVW komen drie onderwerpen terug:
Uitgangspunten:
Om te beginnen wordt er gekeken naar de uitgangspunten zoals bijvoorbeeld betaalbaarheid, type oplossingen en het benutten van kansen. Deze uitgangspunten zullen in goed overleg met de belanghebbenden en in afstemming met het bestuur worden besloten.
Analyse en planning:
Aan de hand van de technische mogelijkheden, openbare gegevens over de wijken (landelijke kengetallen) en de maatschappelijke kosten (de kosten voor netbeheerders, exploitant en gebruiker) voor type oplossingen, zal er een zorgvuldige analyse per wijk plaatsvinden. Aan de hand van deze informatie kan er een afweging worden gemaakt voor het vormen van planning van wanneer er gestart kan worden in welke wijk.
Uitvoeringsstrategie:
Na het inzichtelijk maken van wanneer welke wijk van start gaat, wordt er een uitvoeringsstrategie opgesteld. In deze strategie worden de eerste stappen beschreven die gemaakt zullen worden om tot een Wijk Uitvoerings Plan (WUP) te komen, de volgende stap in de warmtetransitie. Er zal per wijk apart een uitvoeringsplan gemaakt worden waarin onder andere wordt beschreven hoe inwoners en bedrijven in een wijk betrokken worden en hoe de uitvoering wordt georganiseerd.
Op dit moment benadert de gemeente per wijk huiseigenaren onder begeleiding van het Duurzaam Bouwloket. Deze benadering heeft betrekking op voorlichting en het faciliteren van collectieve inkoopacties met betrekking tot isolatiemaatregelen en zonnepanelen met als doel om energie te besparen. Dit met als doel om huiseigenaren te stimuleren de energielasten te verlagen en om uiteindelijk te ontkoppelen van het aardgas.
TVW, RES en energiebesparing
De TVW en de Regionale Energie Strategie (RES) zijn beide landelijke programma’s die onder regie van de gemeente op lokaal niveau worden uitgewerkt. De TVW richt zich in het bijzonder op duurzame warmte waar de RES zich richt op duurzame energieopwekking. Om te voorkomen dat er meer energie moet worden opgewekt dan nodig is of moet worden omgezet in warmte is het besparen van energie een voorwaarde voor het succes van de TVW en de RES. In woongemeenten als de BUCH-gemeenten dragen de drie energietransitie programma’s, gericht op opwekking, besparing en duurzame warmte, tezamen bij aan de doelstelling uit het Klimaatakkoord gericht op een reductie van 49% CO2 uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990.