Brief G4 en G32 aan de Tweede Kamer mbt Jeugdzorg

Recent is door de G4 en G32 een brief gestuurd aan de tweede kamer met betrekking tot de zorgen die er zijn rond de inkoop jeugdzorg. Wij sturen u deze brief ter kennisname toe, omdat hierin het dilemma wordt geschetst waarmee alle gemeenten momenteel te maken hebben als het gaat om de voorbereiding op de nieuwe taken in het sociaal domein.

 

Belangrijkste punten uit de brief in relatie tot de situatie in regio Alkmaar.

1. Gemeenten moeten aan de voorkant in de toegang investeren om de ondersteuning op termijn betaalbaar te houden en verdere bezuinigingen in de toekomst op te kunnen vangen.

Dit is een lastige opgave, aangezien de geraamde productieomvang voor 2015 hoger is dan de beschikbare budgetten van de gemeente. Hierdoor is er in 2015 weinig ruimte om te investeren in de voorkant.

 

2. We werken in de regio Alkmaar voor de inkoop jeugdhulp én de inkoop awbz/wmo met de methode van bestuurlijk aanbesteden. De kern van het bestuurlijk aanbesteden is de bestuurlijke dialoog. Daarmee willen we de continuïteit van zorg bewerkstelligen en de match tot stand brengen tussen de beschikbare budgetten van gemeenten en de begrote zorgproductie van de aanbieders. We zijn voor jeugd en awbz/wmo midden in dit proces met de zorgaanbieders. De sfeer van de gesprekken is constructief en doordrongen van urgentie en een scherp inzicht in gedeelde, maar ook tegengestelde belangen

 

3. Er zijn echter nog steeds geen goede cijfers beschikbaar gesteld over de omzet per aanbieder per gemeente. Daarnaast blijkt dat de gegevens die vanuit de Vektis gegevens en de het CAK geleverd worden voor de (jeugd)AWBZ behoorlijke afwijkingsmarges bevatten. Daardoor is het moeilijk om de te verwachten uitgaven voor jeugdhulp in 2015 goed in te schatten.

Het intensieve contact in de bestuurlijke dialoog vergroot de bereidheid van de zorgaanbieders uit onze regio om meer inzicht te verschaffen in cliëntgegevens. Dit levert op korte termijn, vóór de afronding van de inkoop en de begrotingsbehandeling, niet voldoende basis op voor sturingsinformatie. Daarom ligt de focus op snelle opbouw van onze eigen gegevensbestanden: welke zorg wordt er daadwerkelijk gebruikt en tegen welke prijs. Door het gebrek aan beschikbare gegevens ligt hier de eerste prioriteit en moet het overgangsjaar 2015 worden gezien als een nulmeting voor de Jeugdhulp.

 

Ditzelfde geldt ook voor de begeleiding AWBZ/Wmo. Uit de gesprekken met de zorgaanbieders tekent zich af dat we tot een vereenvoudiging kunnen komen in de bekostiging van de zorg. Zorgaanbieders worden nu afgerekend op 99 nauw omschreven producten. Dat biedt in de uitvoering weinig ruimte voor de gewenste slagkracht van de zorgprofessionals: wat niet in de productomschrijving staat, wordt niet betaald. Het lijkt in de regio Alkmaar te lukken om de 99 producten terug te brengen naar een veel kleiner en tegelijk ruimer omschreven aantal. Dit biedt enerzijds een basis voor maatwerk in de zorg én brengt tegelijkertijd de administratieve lasten voor gemeenten én zorgaanbieders terug. Dat is een grote innovatie én bezuinigingsmogelijkheid. Ook dit betekent dat 2015 een nulmeting wordt omdat het zorggebruik per product niet 1-op-1 te vergelijken is met eerdere jaren. Het succes van deze innovatie zal moeten worden gemeten aan de ervaring van cliënten en aan de vraag of de zorg is uitgevoerd binnen de beschikbare budgettaire kaders.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Comments are closed.