Via deze nieuwsbrief wordt u geïnformeerd over de aanpak van de Energiearmoede binnen de BUCH.
In de sturing op deze opgave trekken de wethouders Klimaat en Sociaal samen op. De informatie in deze brief betreft de aanpak t.b.v. inwoners. Uw raad wordt via de reguliere lijnen geïnformeerd over de voortgang van de aanpak.
Kern van deze brief
Gezien de ontwikkelingen staat het thema energiearmoede hoog op de bestuurlijke agenda. Ondanks dat het rijksbeleid hier leidend in is, spelen gemeenten een belangrijke rol in de uitvoering en de aanpak tot nog toe. Bijvoorbeeld in het verstrekken van energietoeslag.
Deze brief is geschreven om u inzicht te geven in de verantwoordelijkheden, acties en aanpak van energiearmoede in de BUCH-gemeenten, integraal op de terreinen sociaal, vastgoed, financiën, klimaat en duurzaamheid. Daarbij is bestuurlijk extra aandacht gevraagd voor communicatie. Daarom wordt aan communicatie is in deze brief een aparte paragraaf gewijd. Belangrijke randvoorwaarde is dat de in deze brief genoemde maatregelen en ondersteuning ingezet worden voor een beperkte periode van, in eerste instantie 6 maanden, daar ze gericht zijn op opvangen van een tijdelijk probleem. We gaan ervan uit dat de gasmarkt op termijn stabiliseert en ook het aanbod duurzame energie toeneemt waardoor ook de energielasten van inwoners weer zullen moeten gaan afnemen.
In deze brief wordt ingezoomd op:
- Maatregelen die al zijn ingezet in de BUCH (wat we al doen).
- Een aantal zogeheten korte termijn maatregelen die ongeacht het rijksbeleid ingezet kunnen worden.
- Maatregelen eerste kwartaal 2023: Inzicht in het proces dat in de BUCH wordt ingericht op de consequenties van het Rijkbeleid dat op Prinsjesdag bekend is gemaakt. Wat betekent dit voor inwoners van de BUCH, welke rol heeft u hierin als gemeente en welke consequenties heeft het beleid voor de uitvoering voor de BUCH-werkorganisatie en Zaffier.
- Communicatie.
Aanpak Energie armoede BUCH
Voor de aanpak voor de Energiearmoede in de BUCH zijn een aantal uitgangspunten geformuleerd die helpend zijn bij het aanbrengen van focus in de aanpak:
- Vertrouwen in inwoners/ondernemers.
- Niet overnemen van wat al goed gaat of al loopt.
- Waar kan zetten we in op het intensiveren van wat er al is, waar moet creëren we extra aanbod.
- Focus op wat mensen/ondernemers zelf kunnen doen, en dat ondersteunen.
- Hulp en ondersteuning is passend en proportioneel.
1. Huidige maatregelen (Wat we al doen)
In het kader van intensiveren van wat er al is en niet overnemen wat al loopt, geven we u inzicht in welke maatregelen al zijn ingezet. Samengevat gaat het om verlichten van de eerste financiële nood, betaling van Energietoeslag, inzet van schuldhulp en/of bijzondere bijstand.
Concreet betreft het:
- Het uitkeren van de Energietoeslag van € 1.300 euro per huishouden, € 800+€ 500 euro; De door het Rijk aangekondigde nieuwe ronde energietoeslag zal leiden tot uitvoeringskosten bij de (BUCH) gemeente. Belangrijk hierbij is, zeker als de communicatie geïntensiveerd wordt, dat de informatie voor het KCC (Klant Contact Centrum) en de opvolging van vragen van het KCC strakker wordt ingeregeld.
- Vanuit het sociaal team worden nu al meer preventieconsulenten ingezet op vroegsignalering van schulden. Dit om actief te kunnen acteren op de toegenomen signalen vanuit verhuurders/nutsbedrijven en zorgverzekeraars en deze actief op te pakken;
- De korte lijnen aanhalen met maatschappelijke partners om gedeelde signalen op het gebied van armoede en schulden snel op te pakken; Ambassadeurs zijn gestart met het inventariseren wat er in de dorpen allemaal door derden wordt georganiseerd door maatschappelijke partners, initiatieven van inwoners zelf, kerken etc. Vanuit vroegsignalering kan verwezen worden naar deze initiatieven.
- Inwoners worden door het sociaal team geïnformeerd over en verwezen naar de minima voorzieningen die er zijn.
- Het vanuit de bijzondere bijstand maatwerk verlenen op individueel niveau.
- De voedselbanken hebben de norm voor het afhalen van hulppakketten verruimd.
2. Maatregelen op de korte termijn
Hierbij wordt gedacht aan:
- Het intensiveren van de informatie en communicatie over wat inwoners zelf kunnen doen en het brede ondersteuningsaanbod dat er al is; Gedacht kan worden aan herkenbaar bundelen van alle informatie over energiearmoede op de gemeentelijke websites (zie paragraaf 4 m.b.t. de communicatie).
- Het met Zaffier-partners opstellen van een overzicht van snelle oplossingen en ideeën, met input vanuit de uitvoering.
- Het onderzoeken of BUCH-gemeenten, gelijk aan Alkmaar en Dijk & Waard, kunnen samenwerken met de website “goedkope energie”.
- Bredere inventarisatie van het aanbod van en ondersteuning door derden: bedrijven, fondsen, goede doelen etc. Doorverwijzen aan, aansluiting zoeken met en waar nodig ondersteuning bieden aan maatschappelijke initiatieven.
- Intensiveren van huisbezoeken bij vroeg signalering schulden en daarbij een combinatie maken van het sociaal team met team duurzaamheid (in kader van verduurzaming huis). Voorstel is om in ieder geval de € 500+ meldingen van achterstanden op betalingen bij bijvoorbeeld de corporaties, energiebedrijven en zorgverzekeraars, op te pakken met huisbezoeken, maar wellicht ook de € 300+. Andere optie is om bij de € 250+ meldingen intensief telefonisch contact op te nemen in plaats van het versturen van een brief (huidige werkwijze).
3. Maatregelen eerste kwartaal 2023
Hierbij wordt gedacht aan:
Het inzetten van het ontvangen budget voor Energiemaatregelen. Vooral kleine maatregelen, vergelijkbaar met aanpak Regeling Reductie Energiegebruik Woningen (RREW), meer gericht op doelgroep.
De insteek vooralsnog is dat ingezet wordt op advies. Hierbij kunnen Energiecoaches adviseren over energiebesparing, inclusief het aanbrengen van kleine energiebesparende maatregelen. Het gaat hier om een huiseigenaren en huurders die niet bereikt worden met de huisbezoeken vanuit vroegsignalering. Deze maatregelen (Q1 2023) worden nog uitgewerkt.
- Communicatie
Communicatie is van groot belang om vertrouwen te krijgen bij inwoners, de verbinding te maken tussen inwoners en overheid en om te laten zien dat dit onderwerp op de agenda staat en dat daar aan gewerkt wordt. Enerzijds is de doelgroep in beeld en wordt daar direct mee gecommuniceerd, anderzijds is er een grote groep die nog niet in beeld is en door er aandacht aan te geven, kunnen wij hen hiervan bewust maken dat zij ook hulp en ondersteuning kunnen krijgen.
Hier richt de communicatie zich op:
- De betreffende inwoners zijn op de hoogte van besluiten en maatregelen van de overheid om inwoners met een laag inkomen te helpen om de energierekening te kunnen betalen.
- inwoners weten wanneer ze in aanmerking kunnen komen om energietoeslag aan te vragen.
- Inwoners weten welke maatregelen ze zelf kunnen nemen en welke maatregelen vanuit overheid worden aangeboden.
- Minima zijn op de hoogte dat verhoging automatisch uitgekeerd wordt.
- Inwoners weten hoe ze de energietoeslag kunnen aanvragen.
- Inwoners weten waar ze terecht kunnen als ze vragen hebben.
Wij zetten onze gemeentelijke kanalen en middelen in (brieven, krant, sociale media, maatschappelijke organisaties, netwerkpartners, ambassadeurs en gebiedsregisseurs) in om doelgroepen te bereiken en te betrekken. We zoeken de samenwerking met rijksoverheid én de regio. Samenwerking met Dijk en Waard, Alkmaar en Zaffier is hierbij van belang. Wij maken gebruik van middelen van de rijksoverheid waar dat kan en maken lokaal waar nodig.
Bijlage: Waar speelt energiearmoede?
We gebruiken de volgende definitie van energiearmoede:
‘Huishoudens die te maken hebben met energiearmoede, hebben moeite met het betalen van hun energierekening en/of kunnen niet investeren in energiebesparende maatregelen.’
Landelijke cijfers (BZK-onderzoek) geven een indicatie waar energie-armoede speelt:
- 75% woont in een sociale huurwoning
- 12% woont in een particuliere huurwoning
- 13% is eigenaar-bewoner van een koopwoning
Van die huishoudens maakt 40% gebruik van een bijstandsuitkering en is 40% met pensioen. Het zijn vaak éénpersoons-huishoudens en met name éénoudergezinnen. De doelgroep woont zelden in huizen gebouwd na 1980. Zij wonen met name in woningen gebouwd tussen 1950 – 1970.
TNO onderscheidt 3 dimensies van de focus op de doelgroep:
- (Relatief) laag inkomen
- Slechte kwaliteit woning
- Hoge uitgaven voor energie
Bergen wijkt af van de landelijke cijfers. In Bergen is het aandeel sociale huurwoningen 18,2% van het woningbestand. Landelijk is dat 28,8%. Het percentage koopwoningen ligt op 66,9% terwijl dat landelijk 57,1% is. Het is dus ook waarschijnlijk dat in Bergen het onderscheid tussen sociale huur, particuliere huur en eigenaar-bewoner anders ligt dan bij het landelijk gemiddelde.
Het CBS schat dat ongeveer 7% van het aantal huishoudens in Bergen te maken krijgt met een laag inkomen in combinatie met hoog gasverbruik. Bergen kent 13.983 huishoudens, waarvan volgens het CBS dus 979 risico lopen op energiearmoede.
Uitgeest wijkt af van de landelijke cijfers. In Uitgeest is het aandeel sociale huurwoningen 22% van het woningbestand. Landelijk is dat 28,8%. Het percentage koopwoningen ligt op 71,8% terwijl dat landelijk 57,1% is. Het is dus ook waarschijnlijk dat in Uitgeest het onderscheid tussen sociale huur, particuliere huur en eigenaar-bewoner anders ligt dan bij het landelijk gemiddelde.
Het CBS schat dat ongeveer 4% van het aantal huishoudens in Uitgeest te maken krijgt met een laag inkomen in combinatie met hoog gasverbruik. Uitgeest kent 5.692 huishoudens, waarvan volgens het CBS dus 228 risico lopen op energie armoede.
Castricum wijkt af van de landelijke cijfers. In Castricum is het aandeel sociale huurwoningen 16% van het woningbestand. Landelijk is dat 28,8%. Het percentage koopwoningen ligt op 75,2% terwijl dat landelijk 57,1% is. Het is dus ook waarschijnlijk dat in Castricum het onderscheid tussen sociale huur, particuliere huur en eigenaar-bewoner anders ligt dan bij het landelijk gemiddelde.
Het CBS schat dat ongeveer 5% van het aantal huishoudens in Castricum te maken krijgt met een laag inkomen in combinatie met hoog gasverbruik. Castricum kent 16.026 huishoudens, waarvan volgens het CBS dus 801 risico lopen op energie armoede.
Heiloo wijkt af van de landelijke cijfers. In Heiloo is het aandeel sociale huurwoningen 16,9% van het woningbestand. Landelijk is dat 28,8%. Het percentage koopwoningen ligt op 72,9% terwijl dat landelijk 57,1% is. Het is dus ook waarschijnlijk dat in Heiloo het onderscheid tussen sociale huur, particuliere huur en eigenaar-bewoner anders ligt dan bij het landelijk gemiddelde.
Het CBS schat dat ongeveer 5% van het aantal huishoudens in Heiloo te maken krijgt met een laag inkomen in combinatie met hoog gasverbruik. Heiloo kent 11.001 huishoudens, waarvan volgens het CBS dus 550 risico lopen op energie armoede.