Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland heeft afgelopen dinsdag besloten een vooraankondiging reactieve aanwijzing te versturen. Deze vooraankondiging is een formeel onderdeel van de ruimtelijke procedure maar heeft verder geen rechtsgevolgen. Vanuit de actieve informatieplicht die op het college van Burgemeester en Wethouders ligt wordt de vooraankondiging ook met uw raad gedeeld.
Op dit moment is de brief met daarin de vooraankondiging nog niet formeel ontvangen, waarschijnlijk duurt de postbezorging enkele dagen. De portefeuillehouders in beide colleges onderhouden echter een open communicatielijn en informeren elkaar vooraf over het versturen van brieven en het nemen van besluiten. Op die manier kan uw raad nu ook bijtijds worden geïnformeerd.
De vooraankondiging komt niet als een verrassing omdat zij onderdeel uitmaakt van de manier waarop de provincie invulling geeft aan haar taken binnen de Wet ruimtelijke ordening. In de vooraankondiging wordt opgemerkt dat onder meer de Nota van Beantwoording nog niet aan de provincie is toegestuurd. De procedure rond de reactieve aanwijzing ligt primair besloten in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening.[1] Het college wenst die procedure zo zorgvuldig mogelijk te volgen omdat deze ontwikkeling belangrijk is voor het terugbrengen van de rust in het centrum van Bergen. Daarom kan de Nota van Beantwoording pas worden verstuurd na vaststelling door uw raad. De provincie is eerder wel gewezen op de mogelijkheid de stukken digitaal in te zien. Ambtelijk is inmiddels contact geweest met de provincie om de verdere procedure beter op elkaar af te stemmen.
Download hier de brief van de provincie:
[1]Artikel 3.8, lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening: (…) indien door gedeputeerde staten, (…) een zienswijze is ingediend en deze niet volledig is overgenomen of indien de gemeenteraad bij de vaststelling van het bestemmingsplan daarin wijzigingen heeft aangebracht ten opzichte van het ontwerp, anders dan op grond van zienswijzen van gedeputeerde staten, (…). In zodanig geval zenden burgemeester en wethouders na de vaststelling onverwijld langs elektronische weg het raadsbesluit aan gedeputeerde staten (…).