In de Algemene raadscommissie van 13 juni jl. is door de heer Zwart de vraag gesteld of het college wil onderzoeken of zij iets collectiefs kunnen regelen voor zelfstandigen, met name kunstenaars, i.v.m. de uitvoering van het pensioenakkoord.
Hieronder het antwoord:
Het pensioenakkoord
Kabinet, werknemers- en werkgeversorganisaties hebben een principeakkoord bereikt over de vernieuwing van het pensioenstelsel. Er komt een wettelijke verzekeringsplicht tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico voor zelfstandige ondernemers.
Nederland telt ruim 1,2 miljoen zzp’ers. Volgens cijfers zou zo’n 80% geen arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) hebben, vanwege een te hoge premie of het feit dat verzekeraars ze soms weigeren.
Zo’n grote groep onverzekerden wordt als risico gezien voor de samenleving als geheel. Uit cijfers van SEO Economisch Onderzoek blijkt namelijk dat 30% van de zzp’ers niet in staat is om geld opzij te zetten. Dit is voor verschillende politieke partijen en werkgeversorganisaties reden om het uiteindelijke pensioenakkoord alleen te steunen, wanneer er een verplichte AOV-regeling komt voor zelfstandig ondernemers.
Met een verplichte AOV moet er voor worden gezorgd dat iedereen de pensioenleeftijd haalt en er geen grote groepen in de bijstand terechtkomen. Daarmee zijn straks alle werkenden beschermd tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid.
De voorgestelde wettelijke verzekeringsplicht moet volgens het ministerie van Sociale Zaken de afwenteling van kosten en risico’s op de samenleving verminderen. Minister Koolmees wil dat de plannen in 2020 verder uitgewerkt worden. Naar verwachting wordt dit een publiekrechtelijke- of een volksverzekering, die waarschijnlijk via het UWV gaat lopen.
De uitwerking van de verplichte verzekering wordt, volgens het principeakkoord, primair overgelaten aan sociale partners en organisaties van zzp-ers.
Over hoe de verzekering moet worden aangevraagd, hoe hoog de premie wordt, in hoeverre deze inkomensafhankelijk is, wat de wachttijd is enzovoort, komt dus pas in 2020 meer duidelijkheid.
Rol gemeente
De gemeente is niet bevoegd inkomenspolitiek te bedrijven, door bijvoorbeeld een collectieve regeling voor arbeidsongeschiktheid voor een specifieke doelgroep (zelfstandigen/kunstenaars) aan te bieden en te financieren. Dat is een rol die is voorbehouden aan het rijk.
Zelfstandigen, ook kunstenaars, die financiële problemen hebben die het voortbestaan van hun bedrijf of beroep bedreigen kunnen onder bepaalde voorwaarden een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). De ondernemer kan ondersteuning krijgen door bijvoorbeeld een renteloze lening, een starterskrediet of een aanvulling op het inkomen tot bijstandsniveau. De Bbz regeling wordt uitgevoerd door de gemeente.
Het zelfstandigenloket van HalteWerk voert de Bbz regeling uit voor (o.a.) de gemeente Bergen.
Broodfonds
Zelfstandigen kunnen een zogenaamd Broodfonds oprichten of deel nemen aan een bestaand fonds. Het Broodfonds is een collectieve voorziening voor arbeidsongeschiktheid, ontwikkeld dóór en vóór ondernemers. Wie langdurig ziek is, krijgt van de anderen schenkingen om van te leven voor de duur van maximaal twee aaneengesloten jaren. De eerste maand is voor eigen risico.
Daarom zal een Broodfonds geen vervanging zijn voor een AOV voor langdurige arbeidsongeschiktheid.