Ondersteuning chronisch zieken

Mensen die chronisch ziek zijn of een beperking hebben, hebben vaak hoge kosten als gevolg van onder meer medicijngebruik, artsenbezoek (reiskosten), kosten voor behandelingen en dergelijke. Deze kosten noemen wij meerkosten. Voor veel kosten kan men zich verzekeren, maar niet alle kosten worden door de verzekering vergoed. Een deel van de groep chronisch zieken/mensen met beperking heeft het sinds de decentralisaties financieel moeilijk vanwege hogere tarieven, hogere eigen bijdragen en/of een stapeling van kosten die niet (meer) worden vergoed.

 

Meerkostenregeling

In 2014 zijn de regelingen Compensatie eigen risico (CER) en de tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) komen te vervallen. Gemeenten krijgen sinds 2015 een deel van het budget dat het Rijk uitgaf aan de Wtcg en de CER overgeheveld. De gemeente heeft gekozen voor een regeling die via de Participatiewet vormgeven is, omdat hier de mogelijkheid bestaat om er voor te zorgen dat de gelden ook echt bij mensen terecht komen die te maken hebben met (een stapeling van) kosten (inkomenstoets). Het gaat in de breedte om de groep die een inkomen heeft tot eventueel 170% van het sociaal minimum. Omdat ook inwoners die boven de grens van het sociaal minimum leven vanwege meerkosten en het mislopen van deelname aan bepaalde regelingen dusdanige kosten maken dat zij onder de 120% uitkomen. Om dit te kunnen bewerkstelligen is de draagkrachtberekening voor deze regeling opgerekt.

 

welke kosten?

Voor bijzondere bijstand komen de volgende ((para)medische) noodzakelijke kosten in aanmerking, indien er geen voorliggende voorziening is:

  • de meerkosten van een medisch noodzakelijk dieet of aangepast voedsel;
  • de ten gevolge van langdurige ziekte of beperking ontstane meerkosten van slijtage van kleding en/of beddengoed;
  • de ten gevolge van langdurige ziekte of beperking ontstane meerkosten van bewassing van kleding en/of beddengoed;
  • de meerkosten van verwarming ten gevolge van een beperking of langdurige ziekte;
  • zelfzorggeneesmiddelen;
  • pedicurekosten;
  • vervoerskosten die buiten de regiotaxi vallen, maar wel (tijdelijk) noodzakelijk zijn;
  • aanvullende verzekeringspremie voor chronisch zieken, die om gegronde redenen niet over (kunnen) stappen naar de CZM/gemeentepolis;
  • Etc.

 

Schoonmaakondersteuning

Daarnaast bevat de regeling een onderdeel eigen aandeel schoonmaakondersteuning. Sinds 2016 kennen we in de BUCH-gemeenten de algemene voorziening schoonmaakondersteuning in plaats van HH1. Hierin wordt er een korting toegepast op het eigen aandeel voor inwoners (€ 3.50 per uur voor mensen boven 120% en € 13.50 voor mensen onder 120% van het sociaal minimum). In de besluitvorming over die algemene voorziening is destijds voorzien dat inwoners die financiële problemen hebben met het eigen aandeel zich kunnen wenden tot de bijzondere bijstand. In de beleidsregels die nu zijn vastgesteld wordt dit geregeld. Mensen kunnen gecompenseerd worden voor het eigen aandeel voor maximaal 8 uren per 4 weken.

Experiment

We hebben nog weinig ervaring met dergelijke regelingen. Het voorstel is dan ook om 2016 te zien als proefjaar/experiment om inzicht te krijgen in de grootte van de doelgroep, de financiële (on)mogelijkheden, de mate van aansluiting van de instrumenten op de behoefte en dergelijke.

 

Comments are closed.