Onderstaande tekst hebben wij van de HVC ontvangen met het verzoek het door te zetten naar de raad:
- Inleiding
Vanwege langdurige problemen heeft afvalenergiebedrijf AEB begin juli 4 van de 6 verbrandingslijnen buiten bedrijf gesteld. De gevolgen daarvan zijn omvangrijk. De gemeente Amsterdam heeft hierop besloten om voor AEB een externe oplossing te zoeken.
Op 11 september jl. heeft HVC een memo aan de aandeelhouders gestuurd (bijlage), waarin wordt aangegeven dat HVC op verzoek van de gemeente Amsterdam een toelichting heeft gegeven op de wijze waarop HVC werkt: een nutsbedrijf van en voor gemeenten en waterschappen, gericht op de uitvoering van maatschappelijke opgaven op het gebied van afval/grondstoffen, slib en duurzame energie, alsmede op de vereisten die gelden voor samenwerking in HVC-verband.
Op basis van dit tot dan toe ambtelijk overleg, heeft het college van Amsterdam op 11 september besloten om aan HVC de voorkeur te geven voor een nadere verkenning van samenwerkingsmogelijkheden.
In het bijgesloten memo wordt ook een informatiebijeenkomst aangekondigd om de aandeelhouders middels een toelichting door directie en raad van commissarissen de gelegenheid te geven zich te oriënteren op deze ontwikkeling, en om vragen en aandachtspunten van aandeelhouders te bespreken. Deze informatiebijeenkomst vond op 20 september jl. plaats, waarbij onderstaande punten zijn besproken.
2. Status van het onderzoek
Het in het memo van 11 september jl. gemelde onderzoek naar samenwerkingsmogelijkheden is nog niet gestart. In tegenstelling door het in de media genoemde private bedrijf heeft HVC geen uitgewerkt overnameplan opgesteld. HVC heeft pas medio september de eerste contacten met AEB en met bestuurders van de gemeente gehad.
De eerste stap is de uitvoering van een kortdurend oriënterend onderzoek (voor de duur van maximaal vier weken), dat zich richt op de vraag of op basis van de geformuleerde kaders en uitgangspunten samenwerking een haalbare optie is.
Indien die vraag bevestigend wordt beantwoord, is de volgende stap de uitvoering van een diepgaand onderzoek, om vast te stellen of aan de gestelde kaders en uitgangspunten daadwerkelijk wordt voldaan.
3. Reden voor onderzoek
De reden dat HVC een samenwerking met Amsterdam/AEB wil onderzoeken, hangt samen met de kansen die zo’n samenwerking biedt. HVC en AEB hebben een groot aantal overeenkomende activiteiten: het beheer van afvalenergiecentrales en de daarmee samenhangende productie van elektriciteit en levering van warmte, het verwerken van zuiveringsslib en het voorscheiden van huishoudelijk restafval. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de omvang van de meest relevante activiteiten.
Door toenemende schaalgrootte ontstaan betere mogelijkheden tot afstemming van afvalaanbod en verwerkingscapaciteit, ook op landelijk niveau. Daarnaast ontstaan schaal- en synergievoordelen ten aanzien van bijvoorbeeld de opwerking van bodemassen, op het punt van recycling en op het gebied van de warmte-activiteiten. De warmte-activiteiten vormen een belangrijk onderdeel van de mogelijke samenwerking. Ook kunnen er verschillende kostenbesparingen worden gerealiseerd, zoals ten aanzien van logistiek en overhead.
HVC heeft belang bij een verantwoorde exploitatie van AEB, bij voorkeur als nutsvoorziening in publieke handen, aangezien beide bedrijven overeenkomende publieke activiteiten uitvoeren met aaneengesloten verzorgingsgebieden. HVC is bovendien voor diverse gemeenten binnen de metropoolregio Amsterdam reeds actief op het gebied van circulaire economie en klimaat.
Een aandachtspunt tijdens het uit te voeren onderzoek betreft ook de verwerking van slib. AEB verwerkte tot voor kort het RWZI-slib van waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). Het verwerken van slib dient bij voorkeur separaat plaats te vinden, via een route die het mogelijk maakt grondstoffen uit de vrijkomende reststoffen terug te winnen. Het slib van de deelnemende waterschappen in HVC wordt reeds separaat verwerkt. Met waterschap AGV zal hierover nader worden afgestemd.
4. Kaders voor samenwerking
HVC heeft zichzelf de volgende kaders gesteld waaraan een samenwerking moet voldoen. In de kern betreffen deze:
– Amsterdam treedt toe als aandeelhouder met alle bijhorende rechten en plichten en met onderschrijving van de gezamenlijke strategie;
– de financiële ratio’s van HVC blijven bij samenwerking ten minste gelijk;
– samenwerking past binnen de door de aandeelhouders vastgestelde financiële kaders;
– risico’s voor de bestaande aandeelhouders nemen niet toe;
– de problematiek AEB is beheersbaar en oplosbaar.
5. Risico’s
In het kader van risicobeheersing zal in het onderzoek veel aandacht uitgaan naar aanwezige risico’s. Deze hebben onder meer betrekking op het onderhoud en de technische staat van de installaties, de aard en omvang van de contractportefeuille, alsmede de aanwezige cultuurverschillen tussen beide bedrijven. Ook cultuurverschillen op aandeelhoudersniveau vormen een belangrijk aandachtspunt. Er zal rekening moeten worden gehouden met de verhoudingen tussen Amsterdam en de direct omliggende gemeenten. Bij uitgifte van aandelen aan Amsterdam zal erop worden gelet dat de huidige zeggenschapsverhoudingen binnen de aandeelhoudersvergadering niet uit balans raken. Er wordt daarom uitgegaan van een participatie door Amsterdam van circa 20%. Voorwaarde voor het tot stand komen van samenwerking is dat risico’s beheersbaar zijn of worden afgewenteld.
6. Vervolgstappen en betrokkenheid aandeelhouders
Zoals hiervoor toegelicht, is de eerste stap het uitvoeren van oriënterend onderzoek. Alleen indien hiermee de haalbaarheid van samenwerking wordt bevestigd, vindt diepgaand vervolgonderzoek plaats naar alle relevante aspecten.
Besluitvorming
a. Voorafgaand aan het vervolgonderzoek zal een bijzondere aandeelhoudersvergadering plaatsvinden om de bevindingen te delen en om kaders vast te stellen voor het vervolgtraject;
b. Indien het vervolgonderzoek bevestigt dat voldaan wordt aan de gestelde eisen, zal een voorstel tot samenwerking met Amsterdam/AEB ter besluitvorming worden voorgelegd aan de aandeelhoudersvergadering.
Klankbordgroep Financiering ‘Van Gas Los’
HVC kent een uit de aandeelhouders samengestelde klankbordgroep Financering ‘Van Gas Los’. Directie en raad van commissarissen achten het gewenst dat de rol van deze Klankbordgroep wordt verbreed, teneinde over de financieel relevante aspecten van samenwerking voorafgaand aan besluitvorming hierover met deze Klankbordgroep te kunnen afstemmen.