De rechtbank heeft op 17
september jl het faillissement over BDUmedia Noord-Holland uitgesproken.
Contact met de Egmonden en het Bergens Nieuwsblad zijn van Rodi Media en voor
zover we weten blijven die voorlopig nog bestaan. Onze Gemeentekrant is
opgenomen in die kranten, dus daar heeft het faillisement geen gevolgen voor.
De Gemeentekrant wordt daarmee nog in alle kernen verspreid.
BDU gaf daarnaast ook De
Duinstreek uit. De Officiële Mededelingen van de gemeente Bergen werden daarin
ook geplaatst. Daar hoefden we niet voor te betalen, dat was een soort van
service. Dat komt nu dus wel te vervallen.
Rodi Media heeft inmiddels wel de
titels van de huis-aan-huiskranten van BDU overgenomen. Het is echter nog
onbekend of onder andere De Duinstreek ook werkelijk een doorstart maakt.
Conform een motie van de gemeenteraad wordt gewerkt aan een
communicatieplan dat dit vierde kwartaal klaar moet zijn.
Onderstaande tekst hebben wij van de HVC ontvangen met het verzoek het
door te zetten naar de raad:
Inleiding
Vanwege langdurige problemen heeft afvalenergiebedrijf AEB begin juli 4 van de 6 verbrandingslijnen buiten bedrijf gesteld. De gevolgen daarvan zijn omvangrijk. De gemeente Amsterdam heeft hierop besloten om voor AEB een externe oplossing te zoeken.
Op 11 september jl. heeft HVC een memo aan de aandeelhouders gestuurd (bijlage), waarin wordt aangegeven dat HVC op verzoek van de gemeente Amsterdam een toelichting heeft gegeven op de wijze waarop HVC werkt: een nutsbedrijf van en voor gemeenten en waterschappen, gericht op de uitvoering van maatschappelijke opgaven op het gebied van afval/grondstoffen, slib en duurzame energie, alsmede op de vereisten die gelden voor samenwerking in HVC-verband.
Op basis van dit tot dan toe ambtelijk overleg, heeft het college van Amsterdam op 11 september besloten om aan HVC de voorkeur te geven voor een nadere verkenning van samenwerkingsmogelijkheden.
In het bijgesloten memo wordt ook een informatiebijeenkomst aangekondigd om de aandeelhouders middels een toelichting door directie en raad van commissarissen de gelegenheid te geven zich te oriënteren op deze ontwikkeling, en om vragen en aandachtspunten van aandeelhouders te bespreken. Deze informatiebijeenkomst vond op 20 september jl. plaats, waarbij onderstaande punten zijn besproken.
2. Status van het onderzoek
Het in het memo van 11 september jl. gemelde onderzoek naar samenwerkingsmogelijkheden is nog niet gestart. In tegenstelling door het in de media genoemde private bedrijf heeft HVC geen uitgewerkt overnameplan opgesteld. HVC heeft pas medio september de eerste contacten met AEB en met bestuurders van de gemeente gehad.
De eerste stap is de uitvoering van een kortdurend oriënterend onderzoek (voor de duur van maximaal vier weken), dat zich richt op de vraag of op basis van de geformuleerde kaders en uitgangspunten samenwerking een haalbare optie is.
Indien die vraag bevestigend wordt beantwoord, is de volgende stap de uitvoering van een diepgaand onderzoek, om vast te stellen of aan de gestelde kaders en uitgangspunten daadwerkelijk wordt voldaan.
3. Reden voor onderzoek
De reden dat HVC een samenwerking met Amsterdam/AEB wil onderzoeken, hangt samen met de kansen die zo’n samenwerking biedt. HVC en AEB hebben een groot aantal overeenkomende activiteiten: het beheer van afvalenergiecentrales en de daarmee samenhangende productie van elektriciteit en levering van warmte, het verwerken van zuiveringsslib en het voorscheiden van huishoudelijk restafval. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de omvang van de meest relevante activiteiten.
Door toenemende schaalgrootte ontstaan betere mogelijkheden tot afstemming van afvalaanbod en verwerkingscapaciteit, ook op landelijk niveau. Daarnaast ontstaan schaal- en synergievoordelen ten aanzien van bijvoorbeeld de opwerking van bodemassen, op het punt van recycling en op het gebied van de warmte-activiteiten. De warmte-activiteiten vormen een belangrijk onderdeel van de mogelijke samenwerking. Ook kunnen er verschillende kostenbesparingen worden gerealiseerd, zoals ten aanzien van logistiek en overhead.
HVC heeft belang bij een verantwoorde exploitatie van AEB, bij voorkeur als nutsvoorziening in publieke handen, aangezien beide bedrijven overeenkomende publieke activiteiten uitvoeren met aaneengesloten verzorgingsgebieden. HVC is bovendien voor diverse gemeenten binnen de metropoolregio Amsterdam reeds actief op het gebied van circulaire economie en klimaat.
Een aandachtspunt tijdens het uit te voeren onderzoek betreft ook de verwerking van slib. AEB verwerkte tot voor kort het RWZI-slib van waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). Het verwerken van slib dient bij voorkeur separaat plaats te vinden, via een route die het mogelijk maakt grondstoffen uit de vrijkomende reststoffen terug te winnen. Het slib van de deelnemende waterschappen in HVC wordt reeds separaat verwerkt. Met waterschap AGV zal hierover nader worden afgestemd.
4. Kaders voor samenwerking
HVC heeft zichzelf de volgende kaders gesteld waaraan een samenwerking moet voldoen. In de kern betreffen deze: – Amsterdam treedt toe als aandeelhouder met alle bijhorende rechten en plichten en met onderschrijving van de gezamenlijke strategie; – de financiële ratio’s van HVC blijven bij samenwerking ten minste gelijk; – samenwerking past binnen de door de aandeelhouders vastgestelde financiële kaders; – risico’s voor de bestaande aandeelhouders nemen niet toe; – de problematiek AEB is beheersbaar en oplosbaar.
5. Risico’s
In het kader van risicobeheersing zal in het onderzoek veel aandacht uitgaan naar aanwezige risico’s. Deze hebben onder meer betrekking op het onderhoud en de technische staat van de installaties, de aard en omvang van de contractportefeuille, alsmede de aanwezige cultuurverschillen tussen beide bedrijven. Ook cultuurverschillen op aandeelhoudersniveau vormen een belangrijk aandachtspunt. Er zal rekening moeten worden gehouden met de verhoudingen tussen Amsterdam en de direct omliggende gemeenten. Bij uitgifte van aandelen aan Amsterdam zal erop worden gelet dat de huidige zeggenschapsverhoudingen binnen de aandeelhoudersvergadering niet uit balans raken. Er wordt daarom uitgegaan van een participatie door Amsterdam van circa 20%. Voorwaarde voor het tot stand komen van samenwerking is dat risico’s beheersbaar zijn of worden afgewenteld.
6. Vervolgstappen en betrokkenheid aandeelhouders
Zoals hiervoor toegelicht, is de eerste stap het uitvoeren van oriënterend onderzoek. Alleen indien hiermee de haalbaarheid van samenwerking wordt bevestigd, vindt diepgaand vervolgonderzoek plaats naar alle relevante aspecten.
Besluitvorming a. Voorafgaand aan het vervolgonderzoek zal een bijzondere aandeelhoudersvergadering plaatsvinden om de bevindingen te delen en om kaders vast te stellen voor het vervolgtraject; b. Indien het vervolgonderzoek bevestigt dat voldaan wordt aan de gestelde eisen, zal een voorstel tot samenwerking met Amsterdam/AEB ter besluitvorming worden voorgelegd aan de aandeelhoudersvergadering.
Klankbordgroep Financiering ‘Van Gas Los’
HVC kent een uit de aandeelhouders samengestelde klankbordgroep Financering ‘Van Gas Los’. Directie en raad van commissarissen achten het gewenst dat de rol van deze Klankbordgroep wordt verbreed, teneinde over de financieel relevante aspecten van samenwerking voorafgaand aan besluitvorming hierover met deze Klankbordgroep te kunnen afstemmen.
Na vragen van onder andere het Noordhollands Dagblad is extern juridisch advies ingewonnen over de juridische houdbaarheid van de stelling dat een schuur te Egmond aan den Hoef gebruikt mag worden als mantelzorgwoning. Het college heeft deze week kennis genomen van het advies en biedt het hierbij aan uw raad aan. In het kort, aan relevante ruimtelijke regelgeving rond mantelzorg wordt voldaan. Daarnaast en daardoor is de bewoning van de schuur niet in strijd met enige wettelijke bepaling, waaronder begrepen de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) en het Besluit omgevingsrecht (Bor). Daarmee zijn de opmerkingen van wethouder Valkering in de lokale media dat voor het bewonen van de schuur voor mantelzorg geen omgevingsvergunning nodig is, goed verdedigbaar. Het college acht hierop geen nader onderzoek of vervolgstappen nodig.’
In de nieuwsbrief van 4 september stond aangegeven dat de subsidie voor 2019 incidenteel werd verhoogd bovenop het structurele bedrag van 14.000,-. Dit bedrag moet zijn € 16.000,-. Dit is de juiste tekst:
Het college heeft op 9 juli 2019 besloten om in afwachting van de nieuwe Cultuurnota de subsidie voor 2019 incidenteel te verhogen met € 14.000,- bovenop het structurele bedrag van € 16.000,-. In 2017 heeft het bureau LAgroup onderzocht of de subsidie van Cinebergen structureel moest worden verhoogd en de conclusie was dat Cinebergen structureel € 30.000,- subsidie nodig heeft om meer mensen te kunnen inhuren. Bijgaand treft u het rapport aan van LAgroup.
Plan
van aanpak: Pilots regionale samenwerking participatiewet
Op 26 februari 2019 hebben wij u geïnformeerd over de ontwikkelingen van
de regionale samenwerking op het terrein van de uitvoering van de
Participatiewet. Bijgaand informeren wij u over het vervolg.
Uitwerking
bestuurlijke opdracht
Op basis van deze vastgestelde bestuurlijke opdracht heeft de
kwartiermaker, de heer W. van Eijk, directeur WNK Personeelsdiensten in
samenwerking met de betrokken partijen – Werkorganisatie de BUCH, Haltewerk en
WNK – het bijgaande plan van aanpak opgesteld.
Huidige stand van
zaken
Het plan van aanpak is op 28 juni 2019 in een bijeenkomst
gepresenteerd aan de portefeuillehouders Participatie van de regiogemeenten.
Hierbij waren betrokken professionals vanuit de drie uitvoeringsorganisaties,
die ook een constructieve bijdrage hebben geleverd aan de discussie om te komen
tot een conclusie.
Bestuurlijk is vastgesteld dat het plan van aanpak een goede
basis vormt voor de implementatiefase van de drie pilots en dat de opdracht is
gegeven uitvoering te geven aan dit plan.
Ervaringen tot nu toe
Het proces om te komen tot het plan van aanpak is op
organische wijze van start gegaan, waarbij op ambtelijk niveau er kennis is
gemaakt met elkaars werkprocessen en dienstverlening.
Om te komen tot een inhoudelijk goede samenwerking is er
constructief samengewerkt in verschillende projectgroepen.
Belangrijke tussen conclusie is dat de speciale zorg voor onze kwetsbare burger en behoefte tot het optimaliseren van de dienstverlening breed wordt gedeeld.
Verdere planning
Zoals ook terug te vinden is wordt er direct gestart met de
pilots. In oktober 2019 zal een eerste tussentijdse interne evaluatie
plaatsvinden om vast te stellen of het beoogde resultaat nog steeds gehaald kan
worden. In januari 2020 worden de pilots geëvalueerd.
Evaluatie
De eindevaluatie zullen wij na vaststelling ook naar de raad
sturen. U kunt deze in het 1e kwartaal van 2020 tegemoet zien.
Meer informatie Heeft u nog vragen, dan kunt u contact opnemen met Wilco Feil of Peter van Linden van het domein SamenLeven/team beleid. Zij zijn bereikbaar op telefoonnummer 06 203 904 27 respectievelijk 088 909 7198. Of stuur een e-mail naar: wilcofeil@debuch.nl of petervanlinden@debuch.nl.
Tijdens de besluitvorming over deelname aan de regeling combinatiefuncties
2019-2022 heeft uw raad verzocht om de resultaten vanuit 2018 weer te geven in
de nieuwsbrief. Onderstaand worden de resultaten omschreven.
Kranenburg combinatiefunctionaris cultuur 1,1
fte
De cultuurcoaches gaven in drie periodes van 8 weken kunst/culturele
workshops (tijdens de les en na schooltijd). Het resultaat:
Op 14 basisscholen zijn
de cultuurcoaches actief geweest.
700 lesuren hebben er
plaatsgevonden in de disciplines theater, dans, muziek, zang en beeldend.
Leerlingen gaan door de
invloed van de cultuurcoach kritisch en creatief denken, oplossingsgericht werken
en leren zich uit te drukken met andere middelen dan woorden.
Het zelfvertrouwen is
vergroot en de leerlingen ervaarden plezier van kunst en cultuur.
Er is een goede,
vruchtbare en structurele samenwerking tussen het onderwijs, culturele
buitenplaats Kranenburgh en kunstprofessionals uit de regio Bergen.
Holland
Sport combinatiefunctionaris Sport 2,6 fte
Sport en bewegen is geen opzichzelfstaand doel,
maar ook een middel om een gezonde vitale gemeente te zijn en escalaties van
problemen, en daarmee de inzet van duurdere zorg, te voorkomen. De
inzet via Holland Sport bestond uit vakleerkrachten gymnastiek/naschoolse sportactiviteiten
en de buurtsportcoach. Het resultaat:
Voor
de groepen 3 t/m 8 is op 9 basisscholen, 1 uur per week per groep, het
gymnastiekonderwijs verzorgt door een vakleerkracht. Hierbij is de nadruk
gelegd op het beter leren bewegen. 1142 leerlingen maakten hier wekelijks
gebruik van.
106
leerlingen deden mee aan het wekelijkse naschoolse sportaanbod waarbij in de
schoolomgeving per kern wordt samengewerkt met lokale sport en
beweegaanbieders.
In de
herfst- en voorjaarsvakantie organiseerde de buurtsportcoach het sportspektakel.
Kinderen (464 waarvan 18 uit minimagezinnen) hebben meegedaan aan diverse
sportclinics (aangeboden vanuit 6 sportaanbieders). De jeugd probeert een sport
uit en is wellicht zo enthousiast dat hij/zij de sport vaker wil beoefenen.
Tijdens de zomervakantie
heeft er in Camperduin en Egmond aan Zee “Beachfun” (strandsportactiviteiten)
plaatsgevonden. Hieraan deden 147 jongeren (6 vanuit minimagezinnen) en 30
volwassen mee.
De buurtsportcoach was
medeorganisator van het sportdebat 2018.
Voor de doelgroep 60+ is
het sportprogramma Fit en Vitaal opgezet. 1 keer per week vond er een training
plaats waarbij de deelnemers (25 stuks) hebben geproefd aan diverse soorten
sporten. 12 inwoners zijn doorgeleid naar een structureel sportaanbod.
De buurtsportcoach heeft
een actieve rol binnen het sociaal team om zodoende zoveel mogelijk doorstroom
te laten plaatsvinden naar sport en beweegaanbod.
De buurtsportcoach is
intermediair voor jeugdfonds Sport en Cultuur.
De buurtsportcoach stimuleerde verenigingen en
sportaanbieders om iets extra’s te organiseren gedurende de nationale
sportweek. Ook is er tijdens deze week een meet up georganiseerd over “jongeren
in de sport”. Hierbij waren 21 verenigingen/inwoners aanwezig.
20 inwoners hebben gebruik gemaakt van het
sportspreekuur. 10 zijn er doorgeleid naar een sportaanbod.
De buurtsportcoach ondersteunde de Unieke
Winterspelen, (BUCH Olympics). De Unieke Winterspelen is een 2-daags
sportevenement voor mensen met een fysieke en/of verstandelijke beperking en
kende 1250 deelnemers.
Tot slot ondersteunde de buurtsportcoach de sportraad,
verenigingen en het schoolvoetbaltoernooi.
Stichting Welzijn Bergen 0,4 fte
combinatiefunctionaris Sport
Via stichting welzijn Bergen zijn er diverse sport- en
beweegactiviteiten in de wijk georganiseerd of ondersteund.
Organisatie van 2Be2gether on school: Een
bijzondere sportdag waar jongeren met én zonder beperking van de basisschool en
het speciaal onderwijs in mixed teams verschillende uitdagende en leuke sporten
beoefenen.
Ondersteuning buitenspeeldag
Schoorl, Egmond Binnen en Bergen (389 deelnemers).
In de Algemene
raadscommissie van 13 juni jl. is door de heer Zwart de vraag gesteld of het
college wil onderzoeken of zij iets collectiefs kunnen regelen voor
zelfstandigen, met name kunstenaars, i.v.m. de uitvoering van het
pensioenakkoord.
Hieronder het antwoord:
Het
pensioenakkoord
Kabinet, werknemers- en
werkgeversorganisaties hebben een principeakkoord bereikt over de vernieuwing
van het pensioenstelsel. Er komt een wettelijke verzekeringsplicht tegen het
arbeidsongeschiktheidsrisico voor zelfstandige ondernemers.
Nederland telt ruim 1,2 miljoen
zzp’ers. Volgens cijfers zou zo’n 80% geen arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)
hebben, vanwege een te hoge premie of het feit dat verzekeraars ze soms
weigeren.
Zo’n grote groep
onverzekerden wordt als risico gezien voor de samenleving als geheel. Uit
cijfers van SEO Economisch Onderzoek blijkt namelijk dat 30% van de zzp’ers
niet in staat is om geld opzij te zetten. Dit is voor verschillende politieke
partijen en werkgeversorganisaties reden om het uiteindelijke pensioenakkoord
alleen te steunen, wanneer er een verplichte AOV-regeling komt voor zelfstandig
ondernemers.
Met een verplichte AOV
moet er voor worden gezorgd dat iedereen de pensioenleeftijd haalt en er geen
grote groepen in de bijstand terechtkomen. Daarmee zijn straks alle werkenden
beschermd tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid.
De voorgestelde
wettelijke verzekeringsplicht moet volgens het ministerie van Sociale Zaken de
afwenteling van kosten en risico’s op de samenleving verminderen. Minister Koolmees wil dat de plannen in 2020 verder
uitgewerkt worden. Naar verwachting wordt dit een publiekrechtelijke- of een
volksverzekering, die waarschijnlijk via het UWV gaat lopen.
De uitwerking van de
verplichte verzekering wordt, volgens het principeakkoord, primair overgelaten
aan sociale partners en organisaties van zzp-ers.
Over hoe de verzekering
moet worden aangevraagd, hoe hoog de premie wordt, in hoeverre deze
inkomensafhankelijk is, wat de wachttijd is enzovoort, komt dus pas in 2020
meer duidelijkheid.
Rol gemeente
De gemeente is niet
bevoegd inkomenspolitiek te bedrijven, door bijvoorbeeld een collectieve
regeling voor arbeidsongeschiktheid voor een specifieke doelgroep (zelfstandigen/kunstenaars)
aan te bieden en te financieren. Dat is een rol die is voorbehouden aan het
rijk.
Zelfstandigen,
ook kunstenaars, die financiële problemen hebben die het voortbestaan van hun bedrijf of beroep bedreigen kunnen onder bepaalde voorwaarden een beroep doen op
het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). De ondernemer kan
ondersteuning krijgen door bijvoorbeeld een renteloze lening, een
starterskrediet of een aanvulling op het inkomen tot bijstandsniveau. De Bbz
regeling wordt uitgevoerd door de gemeente.
Het
zelfstandigenloket van HalteWerk voert de Bbz regeling uit voor (o.a.) de
gemeente Bergen.
Broodfonds
Zelfstandigen kunnen een
zogenaamd Broodfonds oprichten of deel nemen aan een bestaand fonds. Het
Broodfonds is een collectieve voorziening voor arbeidsongeschiktheid, ontwikkeld
dóór en vóór ondernemers. Wie langdurig ziek is, krijgt van de anderen schenkingen
om van te leven voor de duur van maximaal twee aaneengesloten jaren. De eerste
maand is voor eigen risico.
Daarom zal een Broodfonds
geen vervanging zijn voor een AOV voor langdurige arbeidsongeschiktheid.