Maand: mei 2018

Werkwijze dwangsombesluiten

Op verzoek van de raad is de werkwijze bij het laten gelden van dwangsombesluiten uiteen gezet.

Ons college heeft hierover op 22 mei 2018 het volgende besluit genomen:

Het college besluit:
•De gemeenteraad te informeren over de werkwijze van het laten gelden van dwangsombesluiten voor de rechtsopvolger;
•In de last onder dwangsom expliciet de mogelijkheid op te nemen dat op verzoek van de overtreder om opheffing van de last kan worden verzocht op grond van artikel 5:34 lid 2 Awb en hierover de gemeenteraad te informeren.

In de volgende bijlage is de werkwijze opgenomen:

Stand van Zaken NOMOS meetpost

Vorig jaar heeft de gemeente Bergen een aanvraag ingediend voor een NOMOS-meetpost. De situatie is nog steeds onveranderd. Via de ORS-werkgroep over informatievoorziening wordt gekeken naar een betere aanpak van geluidsmetingen. Zolang daar geen advies over is uitgebracht zal Schiphol geen nieuwe meetposten plaatsen, om later op basis van het advies meetposten te kunnen plaatsen.

De Taskforce stroomlijning van informatievoorziening heeft afgelopen periode gewerkt aan een voorstel voor het Regioforum betreffende het meten van vliegtuiggeluid rond Schiphol. In het voorstel wordt ook ingegaan op het plaatsen van nieuwe meetposten. Dit voorstel wordt voorgelegd aan het Regioforum van 8 juni a.s.

Het gaat in het voorstel dat op 8 juni voorligt over de werkwijze/het beleid ten aanzien van meten van vliegtuiggeluid en nog niet over de aanvragen voor meetposten die er momenteel liggen. Na de keuze voor de werkwijze wordt in samenwerking met alle partijen gekeken hoe moet worden omgegaan met de aanvragen die er liggen, dus ook die van gemeente Bergen.

 

Evaluatie Politiewet 2012

Op 1 januari 2013 trad de Politiewet 2012 in werking. Artikel 74 van de wet bepaalt dat de Minister van Justitie en Veiligheid binnen vijf jaar na inwerkingtreding een evaluatie van die wet aan de Staten-Generaal moet sturen over doeltreffendheid en effecten van de wet in de praktijk. Het rapport over deze evaluatie is in november 2017 opgeleverd. Aan de hand van dit rapport zijn de burgemeesters verzocht een reactie te geven.

Aan de hand van de reacties van alle burgemeesters is er een brief opgesteld met een vijftal hoofdlijnen. Voorafgaand aan de brief heeft er een gesprek tussen de Minister van Justitie & Veiligheid plaatsgevonden met twee Regioburgemeesters.

Vanuit de burgemeesters is met waardering en herkenning kennis genomen van het rapport. De burgemeesters onderschrijven de analyse en zien een aantal hoofdlijnen voor de doorontwikkeling van de politie.

  1. Geef de korpschef meer ruimte binnen de beheers portefeuille onder de harde randvoorwaarde dat hij deze ruimte vervolgens door mandateert aan de politiechefs en teamchefs zodat zij beter invulling kunnen geven aan het adagium beheer volgt gezag. De lokale gezagsdriehoek hoort weer leidend te zijn voor de aansturing van de politie.
  2. Beperk het aantal nationale prioriteiten voor de politie. Een nationale veiligheidsagenda moet alleen die thema’s bevatten waar een ieder van overtuigd is dat een landelijk gecoördineerde aanpak nodig is. In de gezagsdriehoek wordt vervolgens bepaald of een nationaal aangewezen prioriteit in de gemeente ook daadwerkelijk speelt en welke aanpak daarbij past.
  3. Zorg voor terughoudendheid bij nationale beleidsvorming gericht op de taakuitvoering van de politie. Regelmatig wordt het gezag lokaal geconfronteerd met gevolgen van nationale beleidskeuzes, die lokaal niet altijd effectief uitwerken.
  4. Zorg dat in het LOVP alleen gesproken wordt over die zaken op gebied van veiligheid op gebied van beheer en taakuitvoering die ook daadwerkelijk landelijk aan de orde moeten worden gesteld. De hoofdfocus van het bestel moet immers in de gezagsdriehoeken liggen.
  5. Ten aanzien van het standpunt over de BOA’s verwijzen wij u naar de brief van het VNG.

In alle regio’s is aangegeven dat de analyse van de commissie niet los gezien kan worden van het capaciteitsvraagstuk.

Bijlagen:

Subsidie 2018 Kranenburgh

Op 8 mei 2018 heeft het college besloten om Kranenburgh voor 2018 een subsidie te verlenen van € 510.000,-. Kranenburgh had voor 2018 veel meer aangevraagd, namelijk € 651.000,-. Dit is gebaseerd op de ambities, die Kranenburgh vorig jaar aan uw raad heeft gepresenteerd. Het college heeft alleen ingestemd met een reële stijging van de lopende kosten, maar alle nieuwe zaken op dit moment afgewezen. Het nieuwe college kan hierover in samenwerking met uw raad een besluit nemen. Bijgaand de beschikking 2018.

Vaststelling uitvoeringsprogramma 2018 duurzaamheidsbeleid

Conform het door de raad vastgestelde duurzaamheidsbeleid 2017-2020 heeft het college het uitvoeringsprogramma voor 2018 vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma wordt ter kennisneming aan de raad voorgelegd.

In dit uitvoeringsprogramma voor 2018 wordt omschreven wat de concrete acties zijn om het duurzaamheidsbeleid uit te voeren.

Jaarlijks uitvoeringsprogramma
In het op 13 april 2017 door de raad vastgestelde duurzaamheidsbeleid 2017-2020 zijn de klimaatdoelstellingen van Bergen beschreven. In aansluiting op mondiale, landelijke en regionale afspraken wil Bergen in 2030 energieneutraal zijn. Vooruitlopend hierop is de bestuurlijke doelstelling als volgt:

  • 20% CO2-vermindering te realiseren in 2020 ten opzichte van 2010;
  • 20% energie te besparen in 2020 ten opzichte van 2010;
  • 20% duurzame energie op te wekken in 2020 ten opzichte van 2010.

Om deze doelstellingen te bereiken wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma 2018 is ingericht naar de drie hoofdthema’s uit het beleid:

  1. Duurzaam wonen en leven
  2. Duurzaam ondernemen
  3. Duurzame gemeentelijke bedrijfsvoering

Budget
Voor de uitvoering van klimaatbeleid is structureel budget opgenomen in de programmabegroting. Bij de vaststelling van het duurzaamheidsbeleid is aanvullend budget beschikbaar gesteld voor 2017 t/m 2020. Het college heeft het uitvoeringsprogramma’s 2018 t/m 2020 in overeenstemming met het beschikbare budget vastgesteld.
In 2018 is € 225.000,- begroot.

Samengevat
In het uitvoeringsprogramma 2018 zijn de verschillen in vergelijking tot 2017 beschreven waarbij rekening is gehouden met de ervaringen uit 2017, de huidige realiteit en ontwikkelingen. Daarnaast is een terugblik op de uitvoering in 2017 opgenomen.

Het uitvoeringsprogramma voor 2018 geeft een bredere weergave van de uit te voeren projecten dan het programma voor 2017. Voor 2018 zijn voor de volledigheid ook de projecten zonder uitvoeringsbudget opgenomen. Uitvoering hiervan vindt veelal plaats in de bedrijfsvoering van de BUCH of regionaal verband. In de verdeling van het voor 2018 beschikbare budget van € 225.000,- wordt meer ingezet op de verduurzaming van de bestaande woningen. Dit wordt voornamelijk gerealiseerd door het subsidiebudget voor nieuwbouwwoningen te verlagen. Beide wijzigingen zijn ingegeven door resultaten in de uitvoering van 2017. Daarnaast is budget gekoppeld aan een aantal reeds lopende projecten die in het voorgaande programma niet waren benoemd.

In het bijzonder wordt de verwachte ontwikkeling rondom de warmte- en energietransitie genoemd. Een en ander zal mede afhankelijk zijn van de landelijke en provinciale insteek. Om deze reden kan geen concrete inschatting van de kosten worden gemaakt en is dit als p.m. opgenomen in het uitvoeringsprogramma.

Bijlagen:

 

 

 

 

Extra editie

Dit is een extra editie van de tweewekelijkse nieuwsbrief van het College aan de Raad met de Kwartaalrapportage project recreatiewoningen. U ontvangt de reguliere nieuwsbrief volgens planning volgende week woensdag 16 mei.

Kwartaalrapportage (eerste kwartaal 2018) project recreatiewoningen

Note: inclusief stroomschema

De handhaving van permanente bewoning van recreatiewoningen wordt in 2018 en 2019 versneld opgepakt. Hoe dit wordt opgepakt is beschreven in het operationeel plan van aanpak van 31 januari 2018, die u via de nieuwsbrief van 8 februari 2018 is toegezonden.

Het operationeel plan van aanpak beschrijft de wijze waarop wij de handhaving van permanente bewoning van recreatiewoningen de komende twee jaar gaan oppakken. Wij hebben u toegezegd u elk kwartaal op de hoogte te zullen houden van de actuele stand van zaken aangaande uitvoering van de handhaving van permanente bewoning van recreatiewoningen. Bijgaand treft u de eerste kwartaalrapportage aan (januari – maart 2018).

Aangezien de kwartaalrapportage 8 mei 2018 nog door het college moest worden vastgesteld, zenden wij u hierbij voor de informatieavond van 9 mei 2018 de kwartaalrapportage toe. Deze zal tijdens de informatieavond worden toegelicht.

In de kwartaalrapportage, die aan u en de Provincie wordt gezonden, is opgenomen:

  • Totaal aantal recreatiewoningen;
  • Aantal recreatief gebruikte recreatiewoningen;
  • Aantal permanent bewoonde recreatiewoningen (+ aantal huisvesting arbeidsmigranten);
  • Aantal anders gebruikte recreatiewoningen (mantelzorg, atelier, leegstand, enzovoort);
  • Aantal te legaliseren of te handhaven gevallen van permanente bewoning

De Provincie heeft daarnaast nog aangegeven in elk geval graag te willen zien in de kwartaalrapportage:

  •  Wat is het startpunt (in totaal en per kwartaal);
  •  Wat was gepland voor dit kwartaal en wat is uitgevoerd (welke inspanning heeft de gemeente verricht – beoordelingen, aankondigingen, besluiten) ten opzicht van het totaal;
  •  Wat is het resultaat van de uitgevoerde werkzaamheden (aantal beëindigde dossiers);
  •  Hoe staat dit in verhouding tot de planning van het totale project. Wat is er nog te doen en loopt dit volgens planning.

Deze punten hebben wij, voor zover al relevant voor deze kwartaalrapportage, opgenomen. De kwartaalrapportage zal steeds meer worden uitgebreid gedurende het project.

Bijlage: