Rioolheffing wordt geheven bij (recreatie)woningen die op een zelfstandig perceel staan of als zelfstandig kunnen worden gezien vanwege inrichting en gebruik.
Probleemstelling
Tijdens de behandeling van het voorstel in de ARC van 17 oktober 2013 om het project recreatiewoningen in 2014 voort te zetten, is een vraag gesteld door de raad over de verhouding in het heffen van rioolheffing bij recreatiewoningen.
Bij de ene recreatiewoningen zou wel en bij andere zou geen rioolheffing worden geheven.
Antwoord
Kort gezegd komt het erop neer dat rioolheffing wordt geheven bij (recreatie)woningen die op een zelfstandig perceel staan of als zelfstandig kunnen worden gezien vanwege inrichting en gebruik.
Nadere uitleg
Voor de heffing van rioolheffing wordt geen onderscheid gemaakt naar de aard van het object, woning, bedrijf of perceel. De rioolheffing wordt opgelegd aan de gebruiker van een perceel waarvan direct of indirect water wordt afgevoerd op het gemeentelijk rioleringstelsel. Een gedeelte van een perceel dat is ingericht om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt wordt hier gelijk aan gesteld.
Meer specifiek voor recreatiewoningen: in alle gevallen waarbij een individuele gebruiker kan worden aangewezen wordt er rioolheffing opgelegd.
Dit geldt voor de meeste recreatiewoningen op recreatieparken. Deze zijn veelal gesitueerd op een eigen perceel of kunnen als zelfstandig worden gezien. Bij wonen achter wonen is dit echter niet altijd het geval omdat deze recreatiewoningen niet altijd als zelfstandig worden gezien.
De vertaling uit de Verordening rioolheffing:
De rioolheffing wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Met perceel wordt een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan bedoeld.
Met betrekking tot de belasting wordt als gebruiker aangemerkt:
degene die, naar de omstandigheden beoordeeld, het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;
ingeval een gedeelte van een perceel, niet zijnde een gedeelte als onderstaand bedoeld, voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.
Als gedeelten van een hierboven bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.